Ons Weekeind - Blaadje
De Lijdensgeschiedenis der Joden
Wat nu?
Eert handelaar die
vooruit wil, adver
teert in ons blad.
19 jaar, N 37 10 December 1938
BIJVOEGSEL AAN «HET YPERSCHE
HISTORISCHE BIJDRAGE
(VERVOLG)
MOTTO - OVERWEGING
Humor
IN DEN NIEUWEN TIJD
11 - - -.riri-iririrrrir||r r,ll(ijj j Ja j a „„j.ij.j.i.ijunpjufiririnr
Niet het snijden der padie is de
vreugde, de vreugde is in het snij
den der padie die men geplant
heeft. (Max Havelaar).
Het rijst spontaan in me op Ligt de vreugde
in het werk. of ligt zij in het resultaat van het
werk
De vraag komt me zeer interessant voor.
Ik denk er even over na.
Vreugde
'k Herleef supreme vreugdemomenten, ontdaan
van al het bijkomstige zuiver immaterieel,
'k Voel me algeheel gelukkig, ik verlang niets
meer bij. het is het momenteele einde van mijn
anders stuwend willen en onvoldaan begeeren.
'k Voel me losgerukt uit alle aardsche lijden en
kommer, 'k Vergeet alles om mij heen, in een
welvallige ontroering, waarin ik opga... almaar-
door... en één wordt met een onnoembare wezen
heid, een alomvattende, alvereenzelvigende en
alovertreffende sensatie.
Maar. die sensatie der vreugde-beleving is van
zeer korten duur. Zij begéeft mij, om mij op
nieuw prooi te laten aan donker willen en be-
geèren.
Zóó is mij de hoogste vreugde in haar opgang,
beleving en inzinking*.
Nu vraag ik, stil, aan mijn diepste Ik Als
ik werk... ga ik dan in vreugde op
In mijn verbeelding werk ik. Wat voor werk
het precies is weet ik niet. Om het even ook. Toch
voel ik een hooge inspanning van, mijn geest. Of
van pnijn spieren Of van beiden samen Het is
een wroeten, een zwoegen. De eene moeilijkheid
daagt na de andere ter bestrijding vóór mij op.
Alle moeilijkheden moeten uit den weg geruimd.
Het is een overwinnen, een onderspit delven, een
terugaanpakken van voorafaan. Almaardoor ver
der... Wat zal de uitkomst zijn? Wat het resul
taat voor me zelf Het wordt een vragen Vooral
een innig begeeren dat 't resultaat goed zou zijn
Dat het resultaat mij zou bevredigen. Jawel het
symbolische snijden van de padie is een kom
mer Welnu, heerschend begeeren, pijnlijk vra
gen is geen vreugde.
Maar...
Nu is een bepaalde arbeid achter den rug. Het
was het planten, korrel na korrel, van eigen pa
die. 't Resultaat is nu mijn. 'k Verlang, 'k vertwij
fel niet langer. Ik bezit. Ik ben. Ik sneed de eigen
geplante padie. Dat inbezitnemen, dat hebben
van mooie resultaten stemt me gelukkig, vreug
devol Zeer zeker de vreugde is in het snijden
der padie die men geplant heeft. W.
De man gedroeg zich verdacht en de nachtwaker
vroeg
Wat moet je hier bij de buskruitfabriek
Ik probeer het rooken af te leeren, klonk het ge
ruststellend.
De nieuwe dienstbode holde de huiskamer binnen en
gilde
Mijnheer, mijnheer, iemand is er met uw auto
vandoor
Wat Heb je nog kunnen opnemen, hoe de kerel
eruit zag
Dat niet, maar ik heb het nummer van den wagen
opgenomen
Een vacantieganger maakte een praatje met een vis-
scher.
Bijten ze nogal vroeg hij.
Heelemaal niet. Trouwens, ik geloof, dat er in die
heele rivier hier geen enkele visch zit.
Maar man, waarom visch je hier dan
Ik verdien er aan denk eens aan het geld, dat ik
op aas uitspaar
De zeventienjarige Isabella kwam te laat in de klas
en de leeraar keek haar onderzoekend aan.
Hoe kom je zoo laat, Isabella
Ik ben gestoken door eèn wesp, antwoordde zij.
Waar wilde de ongeloovige leeraar weten.
Dat kan ik u onmogelijk zeggen.
Goed, ga dan maar zitten.
Isabella kreeg een kleur en zei
Mag ik blijven staan, meneer
Een bekend procureur las altijd zijn jongsten be
diende de les of het verdiend was of niet. Op zekeren
morgen hoorde hij toevallig het volgende gesprek tus-
schen zijn bediende en dien van het kantoor een deur
verder.
Hoeveel betaalt jouw chef je
Vierduizend gulden per jaar
WatVierduizend gulden
Ja, tien gulden per week in contantén en de rest in
den vorm van rechtskundig advies
IV.
Nieuwe uitvindingen (het kompas, het poeder,
de boekdrukkunst, enz...), nieuwe -bewegingen
(als de Renaissance en de Hervorming), nieuwe
staatkundige strekkingen en verwikkelingen, voe
ren, op het einde der XV eeuw, in de samenleving
een nieuwen geest binnen, brachten een geheelen
ommekeer in de samenleving teweeg, en openden
een nieuw tijdperk in de geschiedenis der vol
keren De Nieuwe Geschiedenis.
Ook voor de Joden schijnt hier en daar een
nieuwen hoopvollen horizont op te duiken. Doch
over het algemeen genomen gaat de LIJDENS
WEG DER JODEN» zijn verderen' pijnlijken
gang.
Alle vervolgingen, alle verdrukkingen, alle uit
drijvingen, alle lijden der Joden beschrijven van
de XV eeuw af. tot heden, en dit voor alle lan
den van het opbloeiende Europa... dat ware een
heele studie, die verscheidene boekdeelen zou
vullen. Beperken wij ons echter bij een vlug
overzicht der Jodengeschiedenis in een paar voor
name landen Nederland, Frankrijk, België, En
geland, Rusland en Duitschland.
IN NEDERLAND vonden de Portugeesche Jo
den in 1593 een wijkplaats. Zij hadden er welis
waar toen nog geen burgerrecht, doch zij konden
er rustig leven. Ook de Duitsche Joden mochten
later Nederland binnen, en er de Portugeesche
geloofsgenooten vervoegen. De Joden mochten
er zich op bijzondere wijze aan handel, nijver
heid en wetenschap interesseeren. Het duurde
dan ook niet lang of ze vormden er een zekere
macht. Doch eerst in 1796 verkregen zij- er bur
gerrecht, en pas in 1814 ontvingen zij door de
grondwet volkomen emancipatie. Deze gelijk
stelling der Joden met de andere Nederlanders
duurt nog voort tot op heden. Opvallend is het
echter dat de Joden in Nederland zich bij voor
keur in eigen wijken terugtrekken, zooals bij.-
voorbeeld te Amsterdam De Jordaan.
IN FRANKRIJK mochten de Joden zich reeds
ten jare 1550 vestigen te Bayonne en te Bordeaux.
Vooral de Spaansche en Portugeesche Joden pro
fiteerden van deze vergunning, alhoewel zij er
geen burgerrecht hadden. Maar door de Fran-
sche Omwenteling, in 1791, verkregen de Joden
in Frankrijk burgerrecht. Door latere wetten
verkregen zij in Frankrijk de volledige eman
cipatie, het is te zeggen zij genoten van dezelfde
rechten als de Franschen zelf.
IN BELGIË vielen de Joden dezelfde voor
rechten als in Frankrijk te beurt.
IN ENGELANDwerden de Joden eerst in
1655 terug geduld, en eerst in 1723 verkregen zij
er het recht op eigendommen. Van dan af kon
den zij er weliswaar ongestoord leven, maar hun
vrijheid was beperkt. Eerst in 1830 verkregen
zij er de toelating verscheidene ambten te be-
kleeden, en konden zij van de balie deel uitma
ken, en tot het' Parlement toegelaten worden.
Daardoor vermeerderde hun vrijheid zienlijk,
en werden zij weldra op denzelfden vrijheids
voet der Christenen gesteld.
IN RUSLAND kenden de Joden tijden van
rust en tijden van vervolging. Peter de Groote
(1682-1725), die met alle geweld zijn volk een
eervolle plaats onder de beschaafde Europeesche
machten wilde bezorgen, meende de Joden ver
blijfsvergunning te moeten geven, en schonk hen
die. Maar toen in 1741 (tot 1762) Keizerin Eli
sabeth er door een omwenteling op den troon
kwam, aarzelde zij niet 35.000 Joden uit Rusland
te verdrijven. Catharina II (1762-1796), die op
den troon kwam door in 1762 haar gemaal. Tsaar
Petrus III te onttronen en te laten vermoorden,
deinsde voor niets terug, en betrachtte evenals
Petrus de Groote de welvaart en macht van haar
land, door allerlei binnenlandsche hervormingen,
en de toelating te geven aan de Joden zich in
Rusland te komen vestigen. Door Alexander I
(1801-1825) werden de Joden er zelfs een tijd
lang begunstigd. Maar door Niklaas J (1825-1855)
werden alle Joden opnieuw uit het Russische
Rijk verbannen. Na 1855 werden zij echter traps
gewijze terug in Rusland toegelaten, en zelfs op
gelijken voet als de andere Russen behandeld.
Dit duurde tot in 1881, tot na den dood van Alex
ander II, die de Joden gunstig gezind was. Want
van in 1881 af begon in Zuid-Rusland een he
vige Jodenvervolging, die honderdduizenden van
alles beroofde, en tot uitwijking dwong. De ver
volging was zoo erg, dat er vanaf 1882 wetten af
gekondigd werden, waardoor het de Joden ten
strengste verboden was zich in een groot gedeel
te van Rusland nog te vestigen, in andere ge
deelten waar zij toegelaten waren moch
ten zij geen landbouw en sommige andere be
drijven niet uitoefenenzelfs de vrijheid van
studie was voor de Joden beperkt. Dit duurde
aldus tot aan de omwenteling in 1917. De om
wenteling van 1917 immers bracht voor de Rus
sische Joden een aanmerkelijke materieele ver
betering. Maar vrij als de andere Russen, zijn
de Joden er echter nog steeds niet.
IN DUITSCHLAND is men nooit erg gesteld
geweest op de Joden. Reeds in de XVe eeuw liet
men hen duidelijk voelen dat zij ongewenschte
sujetten waren. Immers zij waren er uitgesloten
van het burgerrecht, van grondbezit en ambten.
Zelfs was het de Joden verboden met sommige
takken van handel hun brood te verdienen. Al
dus waren zij gedwongen zich tot kleinhandel
te bepalen. Enkelen, laat ons liever zeggen ve
len, deden echter aan heimelijken woeker, en
kochten zich het recht van bestaan door verne
derende belastingen te betalen. Deze verdruk
king der Joden bleef in Duitschland bestaan
tot het begin der XIX0 eeuw. Reeds sedert 1778
voerden Lessing, Mendelssohn en Dohm het pleit
voor verdraagzaamheid jegens de Joden. Deze
werking trof doel in 1782 verscheen in Duitsch
land het Edict van Tolerantie, dat in onderschei
dene staten door verteederende bepalingen .ge
volgd werd. Na de opheffing van het Duitsche
Keizerrijk in het begin der XIXe eeuw, ontvin
gen de Joden er zelfs hier en daar burgèrrecht,
en in 1812 werden zij in Pruisen met de overige
ingezetenen gelijkgesteld. Er braken toen zon-
rijke tijden aan voor de Joden het jaar 1848
bracht hen de volledige gelijkstelling met de
andere Duitschers. Aldus verstreken enkele on
bekommerde jaren voor de Duitsche Joden, die
zich rijk maakten, en een machtig Blok begonnen
te vormen in het Duitsche Rijk. Maar de Duit
sche rassenhaat was echter nog niet uitgestor
ven in 1874 ontstond in Duitschland, en weldra
ook in andere landen een geweldige Anti-Jood-
sche strooming, onder den naam van Antisemi
tisme. Het Antisemitisme bestreed weldra open
baar den Joodschen invloed in het economisch,
staatkundig en geestelijk leven. Met de opkomst
van het Nationaal-Socialistische Bewind onder
leiding van Adolf Hitler, in 1933, is het Antise
mitisme in Duitschland meer en krachtiger en
radikaler dan ooit op het voorplan getreden, zoo
dat de moeizaam gewonnen menschenrechten der
Joden in Duitschland nu, door de jongste gebeur
tenissen opnieuw ontnomen werden.
KORTOMwat nu in Duitschland met de Jo
den voorvalt mag geenszins als iets nieuws be
schouwd worden. Niet alleen het Duitschland
van de XXF eeuw, maar ook het Duitschland uit
alle tijden, jawel het heele menschdom uit alle
tijden heeft steeds gedaan wat Duitschland nü
doet r de Joden uit hun samenleving verjagen.
Wat nü in Duitschland met de Joden gebeurt is
de voltrekking der Lijdensgeschiedenis aller tij
den der Joden.
MAARwezen we echter niet zoo naïef te ge-
looven dat er tot het vervolgen der Joden niet
de minste reden zou bestaan, dat de vervol
ging der Joden zuiver tyrannisch isIn een van
onze volgende bijdragen zullen wij daarover na
dere gegevens verstrekken, gegevens die het
standpunt der Antisemitisten zal belichten, doch
ook het standpunt der Zionisten, het is te zeggen
der Joden die streven om een eigen Rijk te
stichten in Palestina.
(Nadruk Verboden). J. V.