Cichorei
NOG de beste
En TOCH is
TIC TAC
IE CHANT DU DÉSERT
vindt men in de gpdarige ve^faoeging-der gelden
belegd bij de twèe spaarkassen die haar zetel
hebben te Eupen en werken onder toezicht van
een regeeringscommissaris. Deze geldbeleggingen
stegen van 13.944.000 fr. in 1925 tot de som van
77.682.000 fr. in 1937, 't zij in ronde cijfers 3000 fr.
per inwoner gezien het kanton Eupen 26.000 in
woners telt.
Vóór den oorlog bouwde men slechts gemid
deld twee of drie huizen per jaar te Eupen. Doch
sedert deze kleine stad weer bij België gevoegd
werd. heeft zij zich op wonderbare wijze uitge
breid. Nieuwe wijken werden geopend en thans
is een plan in uitvoering voor het aanleggen der
rioleering en het bouwen van een waterverzui-
veringsstatie. De straten en wegen werden her
steld, hovingen en parken aangelegd en ook de
gevels der huizen en magazijnen werden ver
nieuwd, zoodat de stad nu een veel fraaier en
rijker uitzicht biedt. Van 1920 tot 1937 bouwde
men te Eupen 566 huizen en 327 nijverheidsin
richtingen, 't zij voor een tijdstip van 18 jaar
een gemiddelde van 31 huizen per jaar tegen
3 onder het vorig regiem.
Ook de statistieken van het verbruik van elec-
trischen stroom verschaffen kostbare inlichtingen
nopens de economische uitbreiding van de stad
en het kanton Eupen. Van 3.647.429 kw. uur in
1924 is de verkoop van electrischen stroom geste
gen tot 11.229.804 kw. uur in 1937. De kleine drijf
kracht is van 1924 tot 1937 gestegen van 419.426
tot 848.535 kw. uur, het aantal motoren is van
505 in 1924 tot 1.823 in 1930 geklommen, terwijl
hei aantal lampen van 27.980 tot 75.035 vermeer
derde.
Deze enkele cijfers behoeven geen verder com
mentaar en zijn wel het klaarste bewijs van den
vooruitgang en den bloei dien Eupen, dank aan
al hetgeen de Belgische regeering ervoor gedaan
heeft en nog doet, thans kent.
Hetzelfde mag gezegd worden van Malmedy,
dat vroeger een klein stadje was met slechte
verkeerswegen en thans een vermaard toeris
tisch centrum is geworden voorzien van uitste
kende banen en talrijke hotels. De landbouw en
de veekweek, die de voornaamste bedrijvigheid
zijn in het kanton Malmedy, hebben er ook een
merkwaardige uitbreiding genomen. Van 1914 tot
1936 is de bebouwde oppervlakte gestegen van
14.156 hectaren tot 15.066 hectaren en de veesta
pel vermeerderde in hetzelfde tijdperk van
13.468 tot op 17.129 koppen. Sedert den oorlog
werden er in het kanton 1100 huizen bijgebouwd,
8 nieuwe kerken werden opgetrokken. Ook de
nijverheid kende er 'een grooteren bloei de
twee papierfabrieken van Malmedy, de leertou-
werijen, de houtnijverheid en vooral de brouwe
rijen zagen haar zaken op merkbare wijze aan
groeien. Deze gunstige uitslagen zijn het gevolg
van de vele werken die daar sedert den. oorlog
door België uitgevoerd werden, zooals de inrich
ting der waterkracht van de Warche, werk waar
aan een som van 30 millioen frank in loonen
besteed werd, de waterverdeeling en de elec-
trische leiding die tot in de kleinste dorpen aan
gelegd werden, de verbetering der wegen, enz.
Het is onnoodig, meenen wij, nog verder aan
te dringen en de enkele gegevens en cijfers,
hierboven aangehaald, zullen wel volstaan om
aan te toon en wat België zooal gedaan heeft voor
de economische verbetering dier teruggewonnen
kantons en welke groote voordeelen de bevolking
er genoten heeft.
Om de gehechtheid der bewoners dezer streek
voor hun nieuw vaderland te winnen, worden zij
dus voortdurend met weldaden beladen, terwijl
de bewoners onzer streek, die alles offerden
en wel onder de verdienstelijkste Belgen mogen
gerangschikt worden, die zich tijdens den oorlog
niet hebben kunnen verrijken en zich na den
oorlog ook niet aan den schandigën markenzwen-
del hebben kunnen bevuilen, noch aan den na-
oorlogschen bloei hebben kunnen deelnemen,
sedert jaren vruchteloos vragen om alleen dat
gene terug te bekomen wat hun ontstolen werd
het garnizoen, de rijschool en de eraan gehechte
smedenschool, het Weldadigheidsgesticht, het
Koninklijk Instituut van Meessen, en te herstel
len wat vroeger bestond de vaart Yper-Komen.
Ginder werd alles gedaan wat mogelijk was
om de nijverheid herop te helpen, terwijl hier
Pacha
de weinige nijverheid, die wij vóór ffièn oorlog
bezaten, door de schuld en de nalatigheid van
den Staat ofwel niet terugkeeren kon en zich
elders ging vestigen ofwel, niettegenstaande de
moedige pogingen, jammerlijk wegkwijnde. Zoo
hadden wij de bleekerij Verschoore, die hier in
1914 reeds 80 werklieden bezigde en nu te Kort-
rijk opgericht is en 400 arbeiders teltde suiker
fabriek van Waasten die, bij gebrek aan het tij
dig herstellen onzer vaart, naar Veurne ver
plaatst werd de rijwielnijverheid die hier vóór
den oorlog zoo belangrijk was en nu elders
bloeiteen groote diamantslijperij, chocolade
fabrieken, leerlooierijen, wasbleekerijen, klak-
kenfabrieken, zeepziederijen, enz. Dit zijn al
nijverheden die, waren onze stad en streek niet
verwoest en geslachtofferd geweest, thans hier,
evengoed als dit elders het geval is, zouden
bloeien, haar zaken zouden uitgebreid hebben
en misschien ook haar aantal gebezigde werklie
den zouden verdubbeld hebben.
Van de groote afdamming die thans te Eupen
gemaakt wordt verwacht men, zonder daarvan
echter het stellig bewijs te kunnen leveren, dat
zij er nieuwe nijverheden zal aanlokken, doch
hier, alhoewel wij met evenveel recht en ge
grondheid juist dezelfde verwachting koesteren,
weigert men ons nog steeds het herstel der vaart
Yper-Komen, die hier vroeger bestond en die
niet alleen aan Yper maar aan gansch de streek
van Nieuwpoort tot Komen de grootste diensten
zal bewijzen. Van ons eischt men dat wij het
economisch nut der vaart Yper-Komen zouden
bewijzen, doch men weigert met een blijkbaren
kwaden wil al de aangehaalde argumenten te
aanvaarden niettegenstaande zij steunen op fei
ten en voorbeelden die niet kunnen geloochend
worden, terwijl ginder nieuwe werken, die meer
dan het dubbel kosten, uitgevoerd worden zonder
dat zij gevraagd worden en zonder dat het eco
nomisch nut ervan bewezen is. En hier vragen
wij ons terecht afwaar zouden de kapitalen
beter geplaatst zijn, hier in onze streek ofwel
ginder bij de duitsche grens Welke nijverheden
zullen zich, in dien gevaarlijken toestand met
die gedurige bedreiging vroeg of laat eens alles
ontnomen te worden, daar ginder willen gaan
vestigen Hier echter bij ons zullen de nijver
heden, eens de vaart Yper-Komen hersteld, niet
alleen de mogelijkheid hebben zich te ontwikke
len, maar zij zullen er ook volledige zekerheid
hebben.
Te Eupen worden, bij gebrek aan de noodige
werkkrachten ter plaats zelf, schier uitsluitend
Hollandsche werklieden voor het maken der af
damming gebezigd, wijl wij hier honderden werk-
loozen hebben die, moest de vaart Yper-Komen
hersteld worden, daar voor jaren lang een eerlijk
verdiende broodwinning zouden vinden. En alzoo
doet men de zeer treurige bestatiging dat het
Belgisch Ministerie van Openbare Werken en
Werkverschaffing, door het noodlottig besluit
van Minister Merlot, weigert een nuttig econo
misch werk uit te voeren in de streek waar de
werkloosheid het scherpst is, en integendeel een
groctsch en zeer betwist werk uitvoert in een
streek waar geen werkloosheid bestaat en., al
dus met de centen van alle Belgen werk verschaft
aan vreemdelingen.
Voor werken ten voordeele van gewezen Duit-
schers die. wie weet voor hoelang nog, nu Belgen
zijn geworden, heeft men geld in overvloed, doch
wanneer het de bewoners der verwoeste streek
betreft worden, zoogezegd om reden der finan-
cieele moeilijkheden, de plechtigst gedane be
loften, zooals deze van algeheel en volledig her
stel of ook deze van Minister De Man de vaart
Yper-Komen te herstellen, eenvoudig met de
voeten getreden. Twintig jaar na den oorlog ligt
nog het grootste gedeelte onzer Hallen in puin.
De herbouw onzer statie, niettegenstaande de
aanbesteding ervan reeds uitgeschreven werd en
niettegenstaande de stad haar geldelijke tus-
schenkomst verzekerde, is opnieuw voor onbe-
paalden tijd uitgesteld. De voor de openbare ge
zondheid noodige zuiveringstatie van het water
der verpestende Yperlee, het vliegplein, en zoo
veel andere werken die ons beloofd werden in
vergelding van al hetgeen ons ontnomen werd,
men spreekt er niet meer van...
Beloften, die hebben wij gekregen in over
vloed, doch daarbij is het ongelukkiglijk steeds
gebleven en van al die mooie beloften kwam tot
hiertoe nog maar heel weinig in huis.
Dit is de bedroevende tegenstelling die wij
vérplicht zijn te doen. Wij wenschen niet dat
ons land in de nabije tijden verplicht worde Eu
pen en Malmedy aan Duitschland terug te geven,
alhoewel de tegenwoordige omstandigheden dit
tot de waarschijnlijkheden brengt, de les ware
wat te hard voor dezen die hun nationalen plicht
tegenover onze stad en streek vergeten hehben,
doch wij willen eenvoudig maar dat men ons
eindelijk dat geve wat ons rechtmatig toekomt.
Mochten, alvorens het te laat weze, de oogen
van zekere verantwoordelijke personen eindelijk
opengaan.
Déja la mi-décembre.
Le temps fuit. Nous écoutons le
Tic Tac
L'Hórloge mesure l'espace
Qui se renouvelle et s'efface,
Tic Tac
Comme un paysage qui glisse
Le long du rail brillant et lisse.
Tic Tac
Et voila toute notre vie
Une seconde!... Déja partie
Tic Tac
Une autre la poursuit, rapide
Comme l'éclair ou le bolide.
Tic Tac
Elles passent ainsi, sans trève
Hachant le temps de leur voix brève,
Tic Tac
Mon coeur ému plus que l'horloge
De mille soucis qu'il s'arroge,
Tic Tac
Bat lentement ou bien bat vite,
Car il observe comme un rite,
Tic Tac
Les évolutions de mon ame
Que le souffle éternel enflamme
Tic Tac
GAIRED.
Le désert, cette immensité mystérieuse et halluci-
nante, symbole'de l'infini et du néant, abritant dans ses
replis des peuplades non moins mystérieuses, toujours
en alerte, lance un appel mélodieux aux esprits roma-
nesques. avides d'inconnu et d'aventures. Ce chant
nostalgique les obsède, ils l'écoutent charmés et rêvent
demotions fortes.
Tout cela a inspiré a Otto Harbach, Oscar Hammer-
stein et Franck Mandel, la trame d'une operette trés
attrayante dont l'adaptation frangaise de Ferréol et
Saint Granier reflète merveilleusement le profond ly
risme, la spirituelle facétie et... l'indispensable gri-
voiserie.
Sigmund Romberg a su faire vibrer dans la mélodie
du Chant du Désertla volupté suprème de deux
êtres qui s'évadent des limites du monde pour atteindre
l'irréel.
Ce thème revient sans cessecette obsession vous
trouble délicieusement. Lorsqu'elle vous abandonne,
c'est pour permettre a une musique légère, aux rythmes
variés et entrainants de caresser le tympan.
Nous ne raconterons pas l'histoire amoureuse de
Jenny et de l'Ombre rouge, compliquée par celle de
Charlie et d'Azuri. et agrémentée par les aventures
plaisantes d'Onésime et de Suzanne, car tous, vous
l'avez vue et entendue, soit au théatre, soit au cinéma,
soit même, a la radio.
Les poilus de France, ces maitres organisateurs ont
été bien inspirés de permettre au public yprois de voir
ou de revoir Le Chant du Désert
Nous leur en sommes trés reconnaissants. D'ailleurs.
leur plus grande récompense aura été de voir assister
a cette soirée un public d'élite, composé en grande
partie d'autorités et de notabilités de la ville et des
environs, parmi lesquelles nous avons remarqué le
Consul de France a Gand. Monsieur Boucoiran et le
Consul de France a Ostende, Monsieur Rucard.
Personne n'aura été dégu, car l'interprétation de
cette belle opérette avait été confiée aux artistes et a
l'orchestre du théatre Royal de Gand.
M. Gilbert Nabos (Jack -.l'Ombre rouge).et M1"
Rose Nivel (Jenny) doués d'une voix souple au timbre
ciair, modulaient avec passion le chant de leur ame.
Avec eux. MM. Delva (Sid) ténor léger et Lahous 'Ah
ben Ali) basse, formaient un quatuor trés agréable a
entendre. Aussi. furent-ils a tout moment acclamés et
bissés. La note gaie était soutenue avec frénésie par les
désopilants M. Cazy (Onésime) et M™ Rose Brunei
(Suzanne) qui enregistrèrent a leur compte une trés
grosse part de succes Nous ne pouvons nommer tous
les autres interprètes qui secondaient admirablement
les vedettes, parmi lesquelles nous devons encore citer
MM. Remyo (le Général) et Dumont (Charlie).
Toutefois, nous voulons ouvrir ïci une parenthese,
tout d abord et principalement pour rendre justice au
talent double de Melle Florquin, qui incarnait. avec art.
une Azuri passionnée jusqu'a la haine et dont le corps
souple. aux lignes harmonieuses ployait avec grace,
rythmant des danses exquises ensuite. pour faire une
remarque. En effet, ce beau tableau chorégraphiQllt
fut terni par... oserons-nous le dire... par la pous-
sière du plateau de la scène. Lorsque Mrllr Florquin se
relevait après avoir fait le grand écart, sa peau était
maquillée d'une fagon peu ordinaire. Les gracieuses
ballerines qui l'entouraient exquissaient un sourire in
définissable dans la salie il y eut des rires. heureuse-
ment vite réprimés tandis qu'elle même continuait de
danser imperturbable et souriante comme si elle ne se
doutait de rien. Quant a nous, nous étions plutót hon
teux et quelqu'e peu indignés. Sans doute, le piétinemen
occasionné par les changements de décors provoque-M
un effet contraire a celui d'un aspirateur Lux Ma'-.
il existe des moyens, croyons-nous d'éviter aux dan
seuses l'inconvénient d'évoluer sur un tapis de P°u;'
siere. Fermons la parenthèse,
II nous reste a dire que les choeurs et Torches r
dirigés magistralement par M. Gaillard et les gr*11";
Pallets trés bien réglés par M Sacha Sarcoff. con
p.etaient magnifiquement ce beau spectacle.
Enfin, nous accordons une mention toute spéciale a
regisseur M. René Valdieu. I
Bief. ce fut une soirée enchanteresse dont nous
serverons le plus agréable souvenir. GAIREU
~r" f-es Poilus de France adressent leurs P'
et b'us sincères remerciements aux nombre
personnes qui ont bien voulu leur témoigner leur s>
avm '"r- en assistant a cette soirée de gala. ainsi d
MM. Gruwez. Boone et Werrebrouck, dont 1'auJe
c ïeusL et précieuse contribua largement au succes
spectacle.
I- sont heureux de pouvoir annoncer. dès aujot'-^;
que. prochaïnement. ils donneront une seconde so'
e gala, en tous points, digne de la première.