Aanstelling van den nieuwen Gemeenteraad A. DHellem-Degryse 5 ALTIJD ZONDEÜl OPSLAG Alle laatste nieuwe modellen van TAPiSSEERWERKEN aan 2,50 Fr. de rol. BEHANGER Dickebuschsteenweg, 156, YPER BEHANGPAPIEREN, LINOLEUM BALATUM en STRAGULA. Verslag der zitting van 9 Januari 1939. De vergadering wordt te 18 u. 5 geopend. Zijn tegen woordig de Heeren Vanderghote, burgemeester-voor zitter Lemahieu, Delahaye, Pattyn, Jvr. Cornillie, de 1 Heeren Seys, Biebuyck, Michiel, Vergracht, Van Alleyn- I nes. Notebaert, Missiaen, Lahaye en Muiier. raadsleden i Versailles, secretaris Het publiek is talrijk opgekomen om deze eerste zit- j ting bij te wonen. De Heer voorzitter laat weten dat de Heer Leuridan, belet zijnde de vergadering van dézen avond bij te wonen, zich heeft laten verontschuldigen, en dan recht staande. terwijl de raadsleden en het publiek zijh voor: beeld navolgen, vervolgt hij Mejuffer, Mijnheeren. Ik heb voor droevigen plicht huide te brengen aan de nagedachtenis van den Heer Gustave Coutelle, die Dins dag laatst is overleden en sedert den 17 December 1928, in vervanging van den Heer Bossaert, in den gemeen teraad zetelde. Yperling van geboorte en van harte, had hij zijne moederstad lief en bekommerde zich om haar schoonheid. Herhaalde malen kwam hij in onze bespre kingen tusschen en steeds deed hij het om de stoffelijke belangen van de stad en haar inwoners te steunen. De princiepen, die hij had aagekleefd omdat hij zelf uit de volksklas gesproten is en omdat hij meende in die partij beter de belangen der arbeidende klas te kunnen dienen, waren radikaal in tegenstelling met deze der meerderheid van den gemeenteraad, maai- niettegen staande dit verschil hebben wij toch zijne onbaatzuch tigheid en zijne gemoedelijkheid kunnen waardeeren. Over enkele dagen nóg nam hij vriendelijk afscheid van óns allen en wie had toen kunnen denken dat het de laatste maal was dat wij hem de hand drukten. Hij ruste in vrede. M. Lemahieu. Namens de katholieke groep sluit ik mij aan bij de woorden door den Heer burgemeester uitgesproken. M. Notebaert. Ik sluit mij ook aan bij deze woor den. M. V an Alleynnes. Ik sluit mij volgaarne aan bij de lofrede door den Heer burgemeester uitgesproken. M. Missiaen. Ik bedank den Heer burgemeester en de woordvoerders der verschillige politieke partijen voor de hulde die zij aan de nagedachtenis van onzen strijdgenoot en makker. Heer Gustave Coutelle. ge bracht hebben. Nadat iedereen terug is neergezeten, wordt er over gegaan tot de afhandeling der punten die op de dag orde staan. I. Eedaflegging der nieuwe verkozen raadsleden. Op aanvraag van den Heer voorzitter geeft de Heer secretaris lezing van het besluit der bestendige afvaar diging, genomen te Brugge in datum van 25 November 1938, waarbij, gezien de kiesverrichtingen regelmatig zijn geschied en er geen bezwaar tegen werd ingediend, de gemeenteraadsverkiezing van Yper. die plaats had den 16 October 1938, geldig verklaard wordt M. Vanderghote. Mijnheer Lemahieu. zoudt gij thans den eed als raadslid willen afleggen M. Missiaen. In welke volgorde schikt gij de eed aflegging door de raadsleden te laten doen M. Vanderghote. In volgorde volgens de oudheid der leden, dus eerst de oude leden en daarna de nieuwe leden. M. Missiaen. De rangorde der raadsleden wordt slechts vastgesteld na hun eedaflegging en de eedafleg ging geschiedt in de volgorde dat zij gekozen werden Dit is de eenige manier op dewelke de eedaflegging mag geschieden. Het is de orde der verkiezing die telt voor de volgorde der eedaflegging. Dit wordt alzoo in alle openbare besturen gedaan, en dit is ten andere ook de reden waarom het opmaken der voorrangslijst slechts het tweede punt onzer dagorde uitmaakt en dus na de eedaflegging komt. M. Vanderghote. Deze orde voor het afleggen van den eed is toch van niet het minste belang. M. Missiaen. Indien dit van geen belang is voor u, dan heeft het veel belang voor mij. M. Vanderghote. Indien gij er 'aan houdt, moogt gij de eerste den eed afleggen. Heeft er iemand daar tegen eenig bezwaar in te brengen M. Notebaert. Volstrekt geen. Op uitnoodiging van den Heer voorzitter, legt de Heer Missiaen, rechtstaande en met opgeheven rechterhand, den grondwettelijken eed af, die luidt als volgtIk zweer getrouwheid aan den Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgisch volk Na hem leggen nog beurtelings denzelfden eed af de Heeren Lemahieu, Delahaye en Pattyn, Jvr. Cornil lie, en de Heeren Seys, Biebuyck, Michiel, Vergracht en Van Alleynnes, doch gekomen aan den Heer Notebaert, vraagt de Heer Missiaen het woord, terwijl enkele leden doen opmerken dat de eedaflegging nog niet ge daan is. M. Missiaen. Ik wensch hier een opmerking te ma ken. Ik weet wel dat de eedaflegging nog niet gedaan is. doch ik wil beletten dat de burgemeester een on wettelijkheid zou begaan. Gij hebt, Mijnheer de burge meester, voorzeker reeds kennis genomen van den om zendbrief die u werd toegezonden. Op dit oogenblik zijn er drie gemeenteraadsleden die terzelfdertijd ook leden zijn der Commissie van Openbaren Onderstand, en vol gens de wet mogen er hoogstens twee gemeenteraadsle den in voornoemde Commissie zetelen. Wanneer nu drie leden der Commissie van Openbaren Onderstand ook hun eed als gemeenteraadslid hebben afgelegd, dan is zulks onwettelijk. M. Vanderghote. In de Commissie van Openbaren Onderstand. M. Missiaen. Volgens den omzendbrief mag niet tot de eedaflegging toegelaten worden de candidaat die volgens de wet een met zijn mandaat van gemeente raadslid onvereenigbaar ambt uitoefent. Zelfs al was de oorzaak van dit rechtskundig verbod in de geloofs brieven van het lid niet vastgesteld, toch mag het tot de eedaflegging niet toegelaten worden. Indien dit geen belang heeft voor u, Mijnheer de burgemeester, dan heeft het belang voor mij en het is om te voorkomen dat gij een onwettelijkheid zoudt begaan, dat ik uwe aandacht op den u toegezonden omzendbrief vestig. Immers, morgen, zooals elke week, vergadert de Com missie van Openbaren Onderstand en dan zouden er daar drie gemeenteraadsleden in zetelen. Welnu, in dien er meer dan twee gemeenteraadsleden ook lid zijn der Commissie van Openbaren Onderstand, is zulks onwettig. M. Vanderghote. Dit is de zaak van den Openba ren Onderstand. M. Missiaen. Neen, het is de burgemeester die moet maken dat er geen onwettelijkheid begaan worde. De Heer voorzitter leest hierop een uittreksel van een franschen wettekst waaruit blijkt dat zoo er onver- eenigbaarheid van mandaat bestaat, het niet in den ge meenteraad maar wel in de Commissie van Openbaren Onderstand is dat de onvereenigbaarheid bestaat. M. Vanderghote. Het is dus wel de Commissie van Openbaren Onderstand die moet besluiten, of even tueel de bestendige afvaardiging en de minister van binnenlandsche zaken, wie van de drie leden moet plaats maken. M. Missiaen. Ik vestig uwe aandacht op den om zendbrief die u door den Heer Minister, door tusschen- komst van den Heer Gouverneur, werd overgemaakt. M. Notebaert. Ik geloof -dat de Heer Missiaen nog maals een triissing begaat. M. Missiaen. Nogpiaals M. Notebaert. Een eerste maal beging hij een mis sing bij de benoeming der leden van de Commissie van Openbaren Onderstand en thans met zijn verklaring vergist hij zich nogmaals. De tegenwoordige toestand is een uitvloeisel zijner keuze en de Heer Missiaen is hee- lemaal mis als hjj denkt dat een ander moet plaats maken. M. Missiaen. Indien de onvereenigbaarheid alleen in den Openbaren Onderstand bestaat, dan is het vast en zeker een ander, want ik ben daar het oudste lid van de drie leden die nu ook in den gemeenteraad zetelen. M. Vanderghote. Wij hebben daarmede niets te zien, dat is de zaak van den Openbaren Onderstand. Ik vraag thans aan den Heer Notebaert zijn eed als raads lid te willen afleggen. De Heer Notebaert en na hem de Heeren Lahaye en Muiier leggen op hunbeurt den grondwettelijken eed zonder eenige aarzeling af De Heer voorzitter leest het verslag waarbij akte ver leend wordt hunner eedaflegging aan de raadsleden en vraagt dat ze allen dit verslag zouden willen onder teekenen en parapheeren. Na deze verrichting, vraagt de Heer Lemahieu. dienst doende als burgemeester, dat de Heer voorzitter op zijn beurt den eed van raadslid zou willen afleggen. De Heer Vanderghote spreekt dan de gebruikelijke formule uit, waarna de Heer Lemahieu hem daarvan akte verleent en het verslag dezer eedaflegging voor leest. II. Opmaken der voorrangslijst. M. Vanderghote. De voorrangslijst der raadsleden dient als volgt opgemaakt te worden: 1) Lemahieu Cy- riel, voorzitter van de Boerengilde, in dienst getreden in den gemeenteraad sedert het jaar 1903 2) Leuridan Jeroom, advokaat, gemeenteraadslid sedert 5 Januari 1927 3) Delahaye Gustaaf, voorzitter van den Kristen Middenstand, gemeenteraadslid sedert 12 September 1927 4) Vergracht Felix, handelaar, in den gemeente raad getreden den 17 Juni 1929 5) Vanderghote Jan, advokaat, gemeenteraadslid sedert 9 Januari 1933 6) Pattyn Gerard, werkman aan den ijzerweg7) Bie buyck Eugène, ingenieur; 8) Van Alleynnes Leonce, brouwer9) Jufvrouw Cornillie Irma, voorzitster der Kristen Vrouwengilde 10) Seys Valère, nijveraar, allen op zelfden datum, 't zij den 9 Januari 1933 in den ge meenteraad getreden; 11) Michiel Maurice bode, ge meenteraadslid sedert den 12 November 1934 12) No tebaert Antoon, handelaar, gemeenteraadslid sedert den 7 November 1938 13) Missiaen Edgard, volksvertegen woordiger 14) Lahaye Hilaire, liberaal solidaristisch arrondissementsleider, en 15) Muiier Maurice, meubel maker, allen in den gemeenteraad getreden op 9 Ja nuari 1939. Daar niemand hiertegen een opmerking te maken heeft, wordt deze volgorde goedgekeurd. III. Verkiezing der schepenen Eedaflegging. M. Missiaen. Vooraleer over te gaan tot de verkie zing der schepenen wensch ik eerst een korte ver klaring te doen. Wij moeten er ons natuurlijk niet aan verwachten dat men bij de verkiezing der schepenen rekening zal houden van de evenredige vertegenwoor diging, dit is niet in de gewoonten noch de gebruiken. Doch de kiesstrijd is voorbij, de bevolking heeft haar uitspraak gedaan en als echte democraten leggen wij er ons bij neer. We verwachten dan dat de katholieke groep zelf de schepenen zal aanduiden en we hopen dat zij daarvoor de beste zal kiezen. Wij, socialisten, zullen ons bij de verkiezing onthouden, doch we zouden toch iets willen vragen. Indien wij ons, als echte demo craten, neerleggen bij de uitspraak van het kiezers korps, willen wij toch nadruk leggen op het feit dat. alhoewel de katholieken de meerderheid der zetels be komen hebben, zij daarom niet de meerderheid der be volking vertegenwoordigen. In de laatste kiezing be kwamen zij 3562 stemmen op een totaal van 9092 geldig uitgebrachte stemmen, hetgeen maakt dat de katholieke gekozenen ongeveer 39 der kiezers vertegenwoordi gen en dus niet de meerderheid. Indien ik die opmer king maak dan is het opdat de katholieken daarvan in het bestuur der stad zouden rekening houden, opdat zij zouden besturen in een geest die de verlangens der bevolking niet zou te buiten gaan en alle partijdigheid zouden laten varen. Wij verzekeren de katholieken dat, wanneer zij op die manier de stad willen besturen, zij in de socialisten loyale medewerkers zullen vinden. Wij vragen dit met zooveel te meer aandrang, daar de katholieke groep ook zekere klas der bevolking verte genwoordigt, het groot aantal voorkeurstemmen door zekere kristen candidaten bekomen is daar een bewijs van. Ik vraag dat men daarvan nota Z9U willen houden in 't besturen der stad. want wij weten allen dat de tijden voor de arbeidersklas heel moeilijk zijn. De lang-, durige crisis, de steeds scherper wordende werkloos heid verscherpt den nood en de ellende die in vele onzer arbeidersgezinnen heerschen Wanneer het schepen college met dit alles rekening houdt, dan mag het op de socialisten rekenen om de noodige middelen te zoe ken ten einde dien ongelukkigen toestand in de mate van het mogelijke te verhelpen en te verbeteren. In die voorwaarden geven wij de verzekering dat gij op de loyale medewerking der socialisten zult mogen rekenen. M. Notebaert. Als vertegenwoordiger van het Vlaamsch Nationaal Verbond verklaren wij dat het onze innige begeerte en wensch is de stad op de vol- maakst mogelijke wijze beheerd te zien. Wij stellen echter vast dat de katholieke groep over de volstrekte meerderheid beschikt. Ons is het niet mogelijk haar onvoorwaardelijk vertrouwen te schenken. De kritiek die gold tegen de volstrekte meerderheid van den vori- gen raad, blijft natuurlijk gehandhaafd tegenover die zelfde meerderheid en wij kunnen haar thans nog des te minder vertrouwen schenken gezien de overdreven heid harer kiesbeloften. Inderdaad, deed ze niet in den laatsten kiesstrijd de stellige belofte de belasting op het straatgebruik af te schaffen. Wat is er van deze belofte in huis gekomen Nauwelijks zeker van de macht, hernieuwt ze cynisch weg dezelfde belasting onder vorwendsel dat de afschaffing ervan in de hui dige omstandigheden niet mogelijk is. Die omstandig heden zijn nochtans juist dezelfde als deze enkele we ken geleden, toen die belofte afgelegd werd. Op dat oogenblik wist ze evengoed als nu dat het niet mogelijk zou zijn haar belofte te houden Eens te meer bleken haar beloften moedwillig en schandelijk bedrog. Wij kunnen haar ook nog ons vertrouwen niet schenken gezien de te beperkte hulp die zij verleende aan wer ken van cultureelen aard. Moesten wij niet vaststellen dat. onder haar bestuur, brieven van vereenigingen als de Vlaamsche Toeristenbond en de.Vereeniging voor Be schaafde Omgangstaal zonder gevolg, ja zelfs zonder antwoord bleven Wat deed ze in 't verleden tot steun der werking van maatschappijen als het Davidsfonds Waar bleef haar werking tot steun aan den Midden stand Voor haar geen de minste hulp in den harden nood van dezen tijd. De plaag van het groot warenhuis wist ze noch te voorkomen, noch te beletten. Hebben wij aan haar beleid niet te danken het drukkend contract met de electriciteitsmaatschappij Wat werd door haar gedaan tegen het al te bar optreden dezer maatschappij tegenover de electriekers der stad Hoe werd de land bouwersbevolking door haar niet achteruit gesteld Denken wij slechts aan den Verloren Hoek, meer dan een naam is dit het zinnebeeld van deze verwaarloo- zing. En op taalgebied Moest ze niet gedurig aange pord en is het dan nog niet schoorvoetend dat ze over ging tot de uitzuivering van onvlaamsche toestanden Steeds blijft de volledige, wettelijke vernederlandsching - uit. Wat al moeite heeft het niet gekost om de taalwet toegepast te krijgen Denken wij even aan de geschie denis der straatnaamborden. Onvoorwaardelijk vertrou wen kunnen wij om al deze redenen aan de huidige be- stuursmeerderheid niet schenken. Onze taak zal dus deze zijn van een wakkere en scherp toeziende oppo sitie, dit ten bate van 't algemeen welzijn. Alle poging tot partijdigheid of machtsmisbruik, die wij mochten vaststellen, zal door ons onmiddellijk en openbaar aan geklaagd worden. Wij zullen ons dan ook bij de ver kiezing van het schepencollege onthouden. M. Vanderghote. Ik meen geen verklaring te moe ten doen in antwoord op hetgeen de Heeren Missiaen en Notebaert hier komen te zeggen. De kiesstrijd is ge daan. al de argumenten voor en tegen werden over het vroeger stadsbestuur uitgebracht en de bevolking heeft haar vertrouwen in dezelfde meerderheid vernieuwd. Ik weet wel dat wij. hier de meerderheid der bevolking niet vertegenwoordigen, doch dit is het gevolg eener wet waarvan wij de verantwoordelijkheid niet dragen. Ik ben t'akkoord dat het wenschelijk ware de even redige vertegenwoordiging toe te passen, doch daar is thans niet op terug te keeren. Wij zullen trachten te besturen ten voordeele van eenieder tot welke politieke meening hij ook behoore. Hierop overhandigt de Heer secretaris aan ieder raadslid drie witte briefjes, waarop de raadsleden ver zocht worden een stemming voor ieder schepen afzon derlijk uit te brengen. Op vraag van den Heer voorzitter, belast de Heer Muiier, jongste lid, zich met de briefjes rond te halen en ze na te tellen. Daar verscheidene raadsleden zich onthouden en hun stembriefje niet afgeven luidt de uitslag der eerste stemming als volgtAcht stemmen voor den Heer Le mahieu en twee witte briefjes. De Heer Lemahieu is dus als eerste schepen verko zen en legt in die hoedanigheid den grondwettelijken eed al De Heer voorzitter geeft daarna lezing van het ver slag dier eedaflegging, waarna de Heer Lemahieu sa men met den Heer Vanderghote dit stuk onderteekent. Voor de verkiezing van den tweeden schepen worden er negen stemmen uitgebracht, waarvan acht voor den Heer Delahaye en een wit briefje. De Heer Delahaye legt dan op zijn beurt den eed af als schepen en teekent het verslag, nadat de Heer voor zitter er lezing van heeft gegeven. Als derde schepen wordt de Heer Biebuyck verkozen eveneens met acht stemmen en een wit briefje. Nadat de Heer Biebuyck den eed heeft afgelegd en het verslag ervan heeft onderteekend, verklaart de Heer voorzitter de zitting te 18 u. 45 opgeheven. In zijn vergadering van Dinsdag heeft het sche pencollege de bevoegdheid van ieder zijner leden vastgesteld. De Heer burgemeester gelast zich met de po litie en het geldwezen, terwijl de Heer Lemahieu, eerste schepen, het onderwijs toegekend wordt, de Heer Delahaye, tweede schepen, zich met den burgerstand zal gelasten en de Heer Biebuyck, derde schepen, de openbare werken in zijn be diening krijgt. O De schoonste en grootste keus der streek van Plaeeeren van BALATUM enz., aan buitengewone prijzen. Bijzonder? prijzen voor Behangers en Schilders.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1939 | | pagina 5