Gemeenteraad
van Yper
Verslag der zitting van 24 Juli 1939 (Vervolg)
XII. a) Nieuwe voorlanden Aandeel der aan
palende eigenaars Rol Bepaalde vaststelling.
b) Ondervraging door Raadslid Leuridan, over de
vaststelling der belasting op het leggen van borduren,
veetpaden en kasseiwerk, ingevolge de beslissing van
den Gemeenteraad, in zitting van 5 Juni 1939.
el Ondervraging door Raadslid Seys over idem.
Vooraleer de Heer Leuridan zijne interpellatie ont
wikkelde, hield de Heer burgemeester eraan een voor
afgaande verklaring te doen en het gewijzigd stand
punt van het schepencollege uiteen te zetten. In plaats
van 100 zooals eerst gevraagd werd, zullen de aan
palende eigenaars nu maar voor 40 in de kosten der
nieuwe voetpaden moeten tusschenkomen. Ook voor de
borduren van den Dickebuschsteenweg vindt de Heer
burgemeester het redelijk alleen maar 40 der kosten
door de aanpalende eigenaars te doen betalen, terwijl
de Kleine Pennestraat volledig onder toepassing van
het nieuw reglement van 1935 valt, gezien het hier de
overname van een private straat betreft en de kosten
van eerste inrichting geheel en gansch ten laste der
eigenaars vallen. Aan de belanghebbenden nochtans,
die vijf jaar tijd hebben om hun aandeel te betalen,
zal alle gemak tot vereffening hunner schuld gegeven
worden. Na deze verklaring, die voldoening geeft aan
de betrokken eigenaars, stelde de Heer burgemeester
voor de kwestie voor nieuw onderzoek aan de Com
missie der Werken te verzenden.
Bij plaatsgebrek was het ons verleden week onmo
gelijk gansch het verslag der gemeenteraadszitting over
te drukken, doch ten einde onze lezers reeds de in
zichten van het schepencollege bekend te maken, gaven
wij de hierboven bedoelde verklaring van den Heer
burgemeester volledig weer Hier volgt nu het vervolg
der bespreking van de kwestie der voetpaden
M. Lahaye. Kan de stad de kosten der borduren
niet volledig te haren laste nemen
M. Vanderghote. Dit kan niet, wij zijn immers ge
bonden door twee reglementen. Het schepencollege
steunt zich op het nieuw reglement. Artikel 19 van het
reglement van 25 Maart 1935 zegt dat de taks op de
borduren verschuldigd is voor alle straten waar voor-
loopige borduren door bepaalde vervangen werden.
Dit is het geval voor den Dickebuschsteenweg. Deze
borduren kosten nog 58 fr. den loopenden meter na
aftrek van de toelage die wij hiervoor door tusschen-
komst van den Dienst van Bruggen en Wegen ontvin
gen. Dit is wat veel, ik geef het toe, bijzonderlijk wan
neer het groote eigendommen betreft. Andere personen
klagen er ook nog over dat het klein voorland, welke
zij vóór hun eigendom bezaten, uitgebroken werd. De
toelating voor het aanleggen van alle voetpaden moet
echter aan het schepencollege aangevraagd worden en
wij zullen zelfs een zeker type bepalen ten einde de
eenvormigheid der voetpaden te bekomen. Dit zal ech
ter in een volgende zitting voorgesteld worden. Het
schepencollege stelt dus voor de zaak der voetpaden te
verschuiven, doch vandaag reeds den. eenheidsprijs er
van goed te keuren. Er dient dus vastgesteld te worden
indien ofwel het oud ofwel het nieuw reglement op de
gelegde voetpaden moet toegepast worden, en het sche
pencollege zal zich bij de beslissing van den gemeen
teraad neerleggen. Daarna zal de stad haar rekeningen
indienen ten einde de toelage van 25 van den Orec
te kunnen bekomen.
M. Leuridan. Niet alleen de verklaring van den
Heer burgemeester doch de belanghebbenden zelf heb
ben mij de taak vergemakkelijkt. Het is immers een
overwinning op gansch de lijn. De Heer voorzitter heeft
daar zooeven een sterk woord gebruikt toen hij sprak
van een halve revolutie. En dit was inderdaad zoo
eens dat onze beraadslaging van 5 Juni 11. in cijfers
was omgezet. Veel van de ja-stemmers van den 5 Juni
hebben zelf verschoten wanneer zij de gevolgen hun
ner stemming vernamen. Doch wat me thans nog meer
verwondert en verbaast is te vernemen dat het de
belanghebbende eigenaars zelf zijn die zich hebben
vergist.
M. Vanderghote. Ja. zij hebben zich vergist over
de ware toedracht der verwittiging die hen toegezon
den werd.
M. Leuridan. Bij het ontvangen van dit briefje
rezen de haren der belanghebbenden te berge wanneer
zij zagen dat zij 100 der kosten moesten betalen
M. Vanderghote. Het enkwest werd niet gedaan om
te weten zoo het nieuw reglement ja dan neen moest
toegepast worden, doch alleen maar om te weten zoo
de aangerekende afmetingen juist waren.
M. Leuridan. Alleen het cijfer boeide hen.
M. Vanderghote. De kwestie der toepassing van
de verordening is de rol van den gemeenteraad.
M. Leuridan. Bij het vernemen der gewettigde
mistevredenheid der bevolking herinnerde ik mij een
brok geschiedenis, namelijk de defenestatie van Praag.
In mijn verbeelding zag ik reeds een vreeselijk schouw
spel de burgemeester, die tevens schepen van finan
cies is, kwam al door het venster van het stadhuis te
midden de Groote Markt terecht, de schepen van open
bare werken volgde hem op dezelfde wijze en de twee
andere schepenen durfden niet meer kijken. Het was
waarlijk vreeselijk.
M. Delahaye. Welnu, Mijnheer Leuridan, gij hebt
u leelijk bedrogen. Die heeren zijn hier bij het sche
pencollege gekomen en het eerste wat zij gedaan heb
ben is ons de hand gegeven.
M. Leuridan. Ja, het was slechts een nare droom
die ik gehad heb, doch in elk geval is het zeker en vast
aan het algemeen verzet der betrokken eigenaars te
danken dat gij gedwongen werdt de basis van het aan
te rekenen aandeel in te trekken. Er werd daarover
veel geschreven in de lokale pers en door de er aan-'
gehaalde argumenten, die ik met veel aandacht gelezen
heb, heb ik geeien dat die menschen gelijk hadden.
M. Vanderghote. Voor de voorlanden ja, doch niet
voor de borduren.
M. Leuridan. Wat echter wat te sterk was, is dat
de stad voor het leggen der voetpaden op den rug der
aanpalende eigenaars nog wilde winst maken. Indien
dit echt is dan zijn dit jodenmanieren. Ik heb die be
wering gelezen en gij hebt ze nog niet weerlegd, zoo
dat wij wel geneigd zijn te gelooven dat het waar is.
M. Vanderghote. Wij hebben zoo weinig winst
willen maken dat wij langs den Zonnebekesteenweg
Zuidkant voor 10.406 fr. en langs den Noordkant voor
20.344 fr. boordsteenen hebben geplaatst die niet in de
afrekening van den aannemer voorkomen. Er werd
ook gezegd dat wij van de aannemingsprijzen het be
drag der toelage niet afgetrokken hebben. Het totaal
der aanbestedingsprijzen bedraagt de som van 492.838
fr 45. terwijl het totaal bedrag der rollen slechts
4.438 fr. 65 meer beloopt.
M. Missiaen. Uw cijfers zijn onderhevig aan be
twisting.
M. Vanderghote. Ik ben bereid hier al de dos
siers te brengen om ze op een namiddag samen te
onderzoeken zoo gij het begeert.
M. Leuridan. De groote zaak was uwe vergissing
in het toepassen van het reglement. Artikel 7 van het
reglement van 9 December 1865 zegt zeer duidelijk dat
de taks het aandeel door de eigenaars te betalen
wordt daarin een taks genoemd slechts 40 der
gedane uitgaven mag bedragen. En volgens artikel 5
van dit zelfde reglement moet het aandeel der aanpa
lende eigenaars geïnd worden binnen het jaar der uit
voering van de werken. Wat zoudt gij thans zeggen
moesten de inwoners van Yper, zich steunende op dit
artikel, zich thans met hun vier voeten tegen de beta
ling van het hun gevraagde aandeel verzetten
M. Seys. Met hun vier voeten Het zullen dan
waarschijnlijk ezels zijn
M. Leuridan. Gij zijt op een dwaalspoor geraakt
met het nieuw reglement in te roepen. Dit reglement
werd in 1934 en 1935 gestemd en gij zoudt ons dus
kunnen aanwrijven dat wij het kwaad hebben helpen
stichten. Doch ik heb eens opgezocht welke onze hou
ding is geweest bij de stemming over dit reglement.
In zitting van den 10 September 1934 hebben Leuridan
en Verbeke zich onthouden. Den 10 December van
hetzelfde jaar hebben wij ons bij de stemming over
zelfde reglement nogmaals onthouden en den 25 Maart
1935 was Leuridan op de zitting niet aanwezig. Hij had
zich, zooals hij het uit beleefdheid altijd doet wanneer
hij belet is. laten verontschuldigen.
M. Vanderghote. En de Heer Verbeke heeft dan ja
gestemd.
M. Leuridan. Dit is om u te zeggen dat uw dienaar
de handen rein heeft en thans niet hoeft te doen zoo
als Pilatus. Er kan weliswaar nog gezegd worden dat
wij den 5 Juni 11. allemaal de ons voorgestelde rollen
goedgekeurd hebben, doch er is niemand van de hier
aanwezige leden die wist welke de gevolgen zouden
zijn van dit sibillijnsch punt dat toen op de dagorde
stond. De opsomming die de Heer voorzitter toen las
van de bedragen die voor iedere straat bepaald waren
leerde ons niets omtrent den uitslag welke onze stem
ming zou hebben. Bijgevolg voel ik mij zeer gerust
evenals de andere leden der oppositie aangaande de
door ons op 5 Juni 11. uitgebrachte stemming, omdat
er voor ons alsdan geen middel was te voorzien welk
resultaat ze hebben zou.
M. Seys. De rollen lagen daar te uwer inzage.
M. Vanderghote. Gij hadt maar de rollen na te
zien. Gij hoeft thans niet bang te zijn voor uw kiezers.
M. Leuridan. Ik wil niet hebben dat iemand on
der de openbare meening hier te Yper zou kunnen
denken dat het onze bedoeling was dergelijke hooge
lasten op de bevolking te leggen, en het is daarom dat
ik dadelijk in de bres gesprongen ben om de belangen
der bevolking te verdedigen van zoodra ik vernam
welke gevolgen die stemming van 5 Juni had. Er zou
nog veel te zeggen vallen over uwe vergissing, om dit
op zijn zachtst te noemen, doch ik doe het niet. Het
is echter overdreven ook het eereloon van den bouw
meester aan de eigenaars aan te rekenen, dit mocht
niet gebeuren. Een laatste vraag nog waarop ik ant
woord zou begeeren is zoo de toelage van den Orec
aan de stad gegeven werd ofwel indien ge er aan ver
zaakt hebt.
M. Vanderghote. Wij kunnen ze krijgen.
M. Leuridan. Er doen geruchten de ronde volgens
dewelke gij weigerachtig zoudt gestaan hebben tegen
over die toelage, omdat gij toch geheel het werk door
de eigenaars zoudt doen betalen.
M. Vanderghote. Wij kunnen de toelage van den
Orec niet ontvangen wanneer de eigenaars tusschen
komen, maar nu zullen wij de toelage van 25 aan den
Orec vragen op het aandeel dat ten laste valt der stad.
M. Leuridan. Is hét waar dat sommige werken
reeds uitgevoerd werden, misschien wel op gebrekkige
wijze, door de eigenaars zelf In dit geval steekt daar
een zeker kapitaal in van die menschen. Men beweert
ook nog dat de stad voor sommige werken recht heeft
op oorlogsschade en dat ge daar niettegenstaande nu
met een bronzen gezicht de volledige rekening aan de
eigenaars voorlegt als zijnde voor een nieuw werk. Het
nieuw enkwest, dat over die zaak zal gedaan worden,
zal daarin licht brengen. Einde goed alles goed. Het ver
heugt me dat een rechtmatiger oplossing gevonden
werd. Het eenige wat ik nog wenschen zou is dat men
een zekere lankmoedigheid aan den dag zou leggen
voor het innen der sommen. Er zijn daar waarlijk pijn
lijke toestanden wanneer men die talrijke reclamaties
nagaat. Ik vraag dus dat men tot geen rechterlijke
afpersing zou overgaan, maar rekening houden met
sommige bijzondere gevallen van zoogezegde eigenaars
die toch niet eten kunnen van hun bezit.
M. Vanderghote. Ik stel voor die kwestie naar de
Commissie der werken te verzenden voor het onderzoe
ken en bepalen van den aan te rekenen eenheidsprijs.
M. Van Alleynnes. De dagorde onzer laatste zitting
vermeldde welNieuwe voorlanden aandeel der
aanpalende eigenaars Een aandeel is toch niet het ge
heel. Dit is de oorzaak der vergissing van de raadsleden,
zij wisten niet wat het verder gevolg hifnner stemming
zou zijn. Algemeen was men van gedacht dat er alleen
maar 40 van de kosten door de aanpalende eigenaars
zou moeten betaald worden. Heeft de stad een toelage
van den Orec ontvangen
M. Vanderghote. Neen, wij hebben maar recht de
toelage te ontvangen op het saldo door de stad betaald.
M. Van Alleynnes. En van de provincie
M. Vanderghote. Ook niet. Wij hebben alleen een
toelage ontvangen voor de borduren.
M. Van Alleynnes. In den bundel vinden we ner
gens wat als toelage aan de stad zal terugbetaald wor
den. Op den Bruggesteenweg zien we dat men daar 30
frank aanrekent voor het kasseiwerk. Daar zijn 79
rollen en men doet slechts 18 eigenaars betalen. Hoe
komt dat
M. Seys. Dit is voor de inrijpoorten.
M. Van Alleynnes. Maar dat bestond reeds.
M. Vanderghote. Er zijn veel meer inritten dan
hier vermeld. Voor de oude inritten moet men niet be
talen. Op de rollen immers zult gij zien dat ze alleen
vermeld doch niet aangerekend worden Die inritten
immers werden alleen maar een weinig opgehaald ten
einde op gelijke hoogte van het voetpad te komen, doch
er werden daar geen nieuwe steenen gelegd.
M. Van Alleynnes. Gij hadt toch aan de eigenaars
moeten vragen wat daar voor den oorlog bestond.
M. Vanderghote. Daarvoor werd het enkwest ge
daan.
M. Van Alleynnes. Neen. gij hebt de betaling ge
vraagd.
De Heer Leuridan leest de aan de betrokken eige
naars gezonden verwittiging die luidt als volgtHet
College van Burgemeester en Schepenen der stad vDer
maakt bekend dat de Gemeenteraad, in zitting van 5
Juni 1939, voorloopig den staat der sommen vastge
steld heeft te betalen door de aanpalende eigenaars
voor het aanleggen van nieuwe voorlanden. Deze staat
ligt ter inzage der belanghebbenden op het stadssecre-
tariaat. gedurende 14 dagen te rekenen van heden. Het
aandeel ten laste van M... werd vastgesteld op... fr
De gebeurlijke bezwaren moeten door belanghebbenden
schriftelijk gericht worden tot het College van Burge
meester er. Schepenen der stad Yper binnen den ter
mijn van 14 dagen voornoemd.
M. Seys. De menschen hadden dus 14 dagen tijd
om te reclameeren.
M. Leuridan. Maar, Mijnheer Seys, gij zijt mijn
mede-interpellant en naar ik nu uit uwe houding meen
te zien is het gij die vrees hebt voor uw kiezers.
M. Seys. Neen. doch ik voel dat wij voldoening
zullen krijgen en ik vraag niets meer. Ik heb de rol
gestemd doch beken dat ik niet wist wat, maar de rol
len lagen toch te onzer inzage en wij hadden er moeten
van kennis nemen om ons in te lichten. Nu bekomen
wij voldoening en ik wil daar thans niet verder meer
over zeeveren.
M. Leuridan. In de gezonden verwittiging, waarvan
ik zooeven lezing gaf. staat er toch wel vermeld het
aandeel ten laste van en volgens mij is een aandeel
toch maar een deel van het geheel.
M. Vanderghote. Ja, maar dit moet verstaan wor
den als zijnde het aandeel van een bepaalden eigenaar
in het geheel van het uitgevoerde werk. Alzoo wilde
de verwittiging zeggen dat in de kosten van het gan-
sche voetpad der straat het aandeel voor het huis Nr 1,
Nr 2, enz. bepaald was op zooveel frank.
M. Seys. Had ik voorafgaandelijk de rol komen
nazien, dan zou ik dit niet gestemd hebben. Wij heb
ben ja gestemd over de rollen die ons voorgelegd wer
den zonder er kennis van te nemen.
M. Lahaye. De Heer voorzitter zegt dat het een
vergissing is en de Heer Leuridan gewaagt van joden-
manieren. Wat is het nu eigenlijk
M. Vanderghote. De opgemaakte rollen werden
door den gemeenteraad goedgekeurd en vervolgens
hebben wij de werkzaamheden voortgezet met het
rondzenden der verwittigingen om te zien welke be
zwaren ertegen konden ingediend worden. Nu zal een
nieuw enkwest begonnen worden en ik stel voor gansch
de bundel naar de commissie der werken terug te zen
den en al de leden van den gemeenteraad te verwitti
gen, dat zij naar de te houden vergadering dier Com
missie mogen komen indien zij er lust toe voelen. Daar
zullen dan alle ermede betrek hebbende stukken en
rekeningen voorgelegd en onderzocht worden. Intus-
schen zou ik willen vragen aan de inwoners, die nog
bezwaren in te dienen hebben aangaande de afmetin
gen, dit onverwijld te doen.
M. Muiier. Men zou ook moeten aandringen bij de
eigenaars die, van zoodra zij de verwittiging van de
belasting op de voetpaden ontvingen, aanstonds een
aanbevolen brief zonden naar hun pachters en de huur
prijzen van 20 tot 25 ten honderd verhoogden. Indien
gij het niet verstaan hebt, M. Van Alleynnes, zal ik het
herhalen. Dit is gebeurd den 1 Juli. Dit werd hier nog
niet gezegd. De handelwijze van die eigenaars is schan
dalig.
M. Leuridan. Die eigenaars zijn er dus nog rapper
bij geweest dan het schepencollege.
M. Vanderghote. - Dringt ge niet verder aan, M. Seys?
M. Seys. Neen, alleen voor de Kleine Pennestraat
zou ik willen vragen de kwestie zoo mogelijk te her
zien' en in gemeen overleg met de betrokken eigenaars
te regelen. Wanneer er nog zulke straten zijn. dan zoudt
gij moeten laten weten aan de eigenaars die daar bou
wen dat zij dan later ook nog de bestratingskosten zul
len te betalen hebben.
M. Leuridan. Voor wat betreft.de Kleine Penne
straat,' is het waar dat de menschen daar het rioolwerk
op eigen kosten hebben uitgevoerd
M. Vanderghote. Een deel ja. Wat wij in rekening
hebben gebracht is de verbinding met de rioleering
van den Bruggesteenweg aan den eenen kant en met
de Pennestraat aan de andere zijde. Wanneer wij nu
het nieuw reglement niet moesten toepassen op de
Kleine Pennestraat, dan moet de stad ook al'de andere
private en nieuwe straten helpen bekostigen.
M. Vergracht. Het is reeds 10 a 15 jaar dat de
bewoners der Kleine Pennestraat u vroegen die straat te
besteenigen. Gij hadt zulks dan ook wat vroeger kun
nen doen, zoo zou het werk wat goedkooper geweest zijn
en ook nog onder toepassing van het oud reglement
gevallen hebben.
M. Seys. Ik dring aan opdat men voortaan, voor
aleer de werken uit te voeren, de eigenaars zou ver
wittigen van hetgeen hen te wachten staat.
M. Van Alleynnes. Alle bepalingen omtrent het
aanleggen vas straten en voetpaden zouden in een regle
ment moeten samengevat worden.
M. Vanderghote. Dit kan niet. Er zijn twee ver-
schillige reglementen, een op de nieuwe en een op de
oude straten.
M. Missiaen. Wanneer het nieuw reglement ge
stemd werd was het toch wel verstaan dat het alleen
maar op de nieuwe straten zou toepasselijk zijn. Ik
herinner mij dit goed.
Daar er geen andere bemerkingen meer zijn, wordt
de kwestie naar de Commissie der werken verzonden.
XIII. Monument A. Vandenpeereboom Termijn
Verlenging.
M. Vanderghote. Enkele personen die begeeren
mede te dingen in den prijskamp die uitgeschreven is
voor het heroprichten van het monument Alfons Van
denpeereboom, hebben mij verklaard dat de termijn
van 15 September wat vroeg is voor het indienen der
ontwerpen. Immers het maken van een ontwerp hangt
in vele gevallen niet af van een enkelen persoon, maar
de beeldhouwer moet dit soms in samenwerking met
een bouwkundige afwerken. Wat meer is, het is nu
juist vacantie die duurt tot half September, zoodat het
voor velen moeilijk zou vallen tegen den gestelden tijd
gereed te zijn. Daarom stel ik voor den eerst bepaalden
termijn met een maand te verlengen en op 15 October
te brengen.
M. Leuridan. Ik vind dat het geen reden is om op
de beslissing van den gemeenteraad, die den datum
van 15 September bepaald heeft, terug te keeren. om
dat iemand zich nu pas aan de zaak begint te interes
seeren. Sedert Juni hebben alle mogelijke liefhebbers
reeds tijd genoeg gehad. Ik denk dat het is van den 5