2 BESLUITEN VAN DEN KABINETSRAAD De Bescherming der Kunstvoorwerpen Leest en verspreidt HET YPERSCHE NOS MIETTES HISTORIQUES O Maandag namiddag hebben de leden der regee ring Kabinetsraad gehouden onder het voorzitter schap van M. Pierlot, Eerste Minister. De vol gende officieele mededeeling werd verstrekt «De Raad keurde een ontwerp van Besluit goed, waarbij de modaliteiten der verdeeling van de Letwaren worden geregeld. Hij hechtte zijne goedkeuring aan een ontwerp van Besluit, betreffende de vrijwillige deelne ming van de verzekerde werkloozen aan werken van de nationale of passieve verdediging. Hij onderzocht de te treffen maatregelen om een werk van den Vrijen Tijd van den Soldaat in te richten. M. Gutt, Minister van Financiën, gaf een uit eenzetting van den financieelen toestand. Er werd besloten den heer staatsminister Theu- nis te belasten met een ekonomische zending in de Vereenigde Staten van Amerika Verdeeling en rantsoeneering der eetwaren. Het eerste ontwerp van besluit betreft de be voorrading der bevolking. De regeering moet vaststellen dat er op dat gebied schreeuwende misbruiken blijven bestaan, zoowel op gebied van een evenredige verdeeling der eetwaren over de verschillende gewesten, als op gebied van het overdreven opkoopen door de bevolking zelf, te vens onder opzicht van prijsopdrijving. Het zal te vreezen zijn dat de regeering toch zoover zal moeten komen de bevoorrading in le vensmiddelen te regelen door verdeeling en rant soeneering. Het overwogen besluit behelst het statuut der verdeeling en der rantsoeneering. Wie niet hoo- ren wil. moet voelen. Iedereen zal zijne rantsoe- neeringskaart krijgen. De winkeliers zullen ver plicht worden aan opgelegde prijzen te verkoo- pen, er de koopers zullen zich moeten tevreden stellen met het vastgestelde rantsoen, hetwelk zal berekend worden op het normale verbruik van het gezin. Het is nog niet vastgesteld wanneer de rant soeneering zal in voege treden, doch alles is er voor ir. gereedheid gebracht. Vrijwillige arbeid De regeering heeft een stel maatregelen over wogen voor de opslorping der werkloosheid en eene aanpassing van den steun bij de omstandig heden. Daarin is er sprake van de opeisching der werkloozen voor militaire werken, zijnde een ver plichte tegenprestatie voor den ontvangen steun. Vooraleer echter tot de toepassing van de op- eischir.gen over te gaan, wil de regeering een zachteren maatregel beproeven. De werkloozen, die zich vrijwillig aanbieden om in ruil van den ontvangen steun, te arbeiden aan werken van mi litaire of passieve verdediging, zullen eene extra vergoeding krijgen van 5 frank. Deze som kan ook in natura verleend worden, b. v. in eetmalen op het werk. Deze extra-vergoeding mag niet in aanmerking genomen worden voor de berekening van den staat van behoefte. De regeering hoopt dat de werkloozen zich tal rijk vrijwillig zullen aanbieden. Moest dit niet het geval zijn, dan zullen andere maatregelen ge- troffer worden. De vrije tijd van den soldaat Het werk van den vrijen tijd van den soldaat viel tot hiertoe onder de bevoegdheid van den minister van Landsverdediging. Nu heeft men er aan gedacht den heer De Man, socialistisch minister zonder portefeuille, toch een departement te bezorgen... en daarom gaat men hem nu de inrichting van het Werk van den Vrijen Tijd der Soldaten toevertrouwen. Het nieuw werk zal omvatten de boekerijen, het vakonderwijs, tooneel, kinema, sport en spel, enz. 's Lands Financiën De toestand van 's Lands Financiën is begrijpe lijker wijze niet rooskleurig. De mobilisatie kost ons 8 tot 9 miljoen per dag. Het deficiet der be- grooting moet alleszins gedekt worden. Benevens de reeds aangekondigde nieuwe belastingen op de elektriciteit en de militaire taks, zou er nu sprake zijn van een bijzondere taks op alle betalingen en van een zeer zware belasting op de uitzonderlijke mobilisatiewinsten. De begrooting zal einde dezer maand ingediend worden De zending van M. TheunLs De ekonomische zending van M. Theunis in de Vereenigde Staten van Amerika betreft den aan koop van levensmiddelen en van grondstoffen voor onze nijverheid. De kabinetsraad is Donderdag namiddag ander maal bijeengekomen onder voorzitterschap van den Heer Pierlot, eerste-minister, en heeft een heele reeks ontwerpen van besluiten goedge keurd, en namelijk Een besluit waarbij voorzien wordt dat de ver melding oorlogsinvalide zal geschreven wor den in de burgerlijke mobilisatieboekjes van de oorlogsinvaliden die ambtenaars zijn van open bare diensten of van daarmede gelijkgestelde or ganismen Een besluit waarbij de regeering gemachtigd wordt de te verbruiken hoeveelheden vast te stel len van petroleum-, leisteen-, ligniet- en andere gelijksoortige oliën Een besluit waarbij de opeisching van motor brandstoffen door de burgerlijke overheden on derworpen wordt aan het visa van den militairen commandant der Provincie, of van den Plaatsbe velhebber, of van den Commandant van het kan- tonnement of van het Rijkswachtkanton Een besluit dat de toepassingsmodaliteiten van de achturenwet regelt in ondernemingen die drin gende werken voor de landsverdediging uitvoe ren. Afwijkingen van de achturenwet mogen toe gestaan, doch de syndikale organisaties moeten vooraf geraadpleegd worden. De afwijkingen gelden slechts voor werken waarbij uitsluitend Belgische arbeiders gebezigd worden. De firma moet zelf de afwijking aanvragen, met een bewijs van het Plaatsingsbureel dat er in dit vak geen werkloozen zijn. Aan de arbeiders moet vanaf het 11" uur een bijloon van 25 t. h. toegekend worden, en de tijd, gedurende denwelke de af wijking zou gelden, moet van te voren aangege ven worden Een besluit waarbij de Nationale Maatschappij van kleinen Landeigendom gemachtigd wordt, onder waarborg van den Staat, een leening van 10 millioen aan te gaan Een besluit waarbij het verboden, wordt tarwe als veevoeder te gebruiken Een besluit dat de waarborg van den Staat voorziet voor de uitgifte van kasbons van het Ge meentekrediet van België, voor een bedrag van ten hoogste 250 millioen Een besluit waarbij ook de staatswaarborg verleend wordt voor de leening door de spaarkas toe te staan aan de Tusschengemeentelijke Maat schappij der Vlaanders voor Waterbedeeling. En ten slotte nog een besluit dat de Ministers van Ekonomische Zaken en van Bevoorrading machtigt om, elk wat hem betreft, over te gaan tot de telling van de stocks aller waren en het ge bruik ervan te reglementeeren. Men heeft im mers vastgesteld dat sommige grossisten en han delaars hunne koopwaren in stocks verbergen, met het doel ze later aan een veel hoogeren prijs te verkoopen. Om dit te beletten zal thans onmid dellijk tot het recenseeren van de stocks overge gaan worden. Deze zullen zelfs opgespoord wor den door officieele agenten, met medewerking van de plaatselijke besturen en van het Nationaal Bureel van Statistiek. De tellers hebben het recht in de lokalen binnen te dringen. De overtreders zullen gestraft worden met 8 dagen tot zes maand gevang, met 1000 tot 100.000 fr. boet en met de verbeurdverklaring van de weggeborgen koop waren. Aldus zal de strijd tegen de accapareer- ders, stockeerders en speculeerders aangebonden worden. De Commissie van Monumenten en Stéden- schoor. is over enkele dagen te Brugge bijeenge komen ten einde te onderzoeken welke maatrege len er desgevallend voor de bescherming der kunstwerken zouden moeten getroffen worden. Belangrijke besprekingen hadden plaats ten einde bij het eerste gevaar onze kunstwerken in verzekerde bewaring te brengen. De ondervin ding van den laatsten wereldoorlog heeft bewe zen welk nut het bergen van kunstwerken heeft opgeleverd en daarom dienen thans ook tijdig alle noodige voorzorgen genomen te worden. Spe ciale plaatsen zullen opgezocht worden waar de kunstschatten desnoods veilig zouden kunnen ge- horgen worden. Er werd dan besloten gewestelijke comiteiten op te richten met het doel alle gewenschte voor zorgsmaatregelen te treffen en zich met de ge meentebesturen en de kerkfabrieken te verstaan. Werden als voorzitters van die commissies aan geduid Voor het arrondissement Brugge. M. Tul- pinck voor Oostende, M. Loontjes voor Veurne- Dixmude. M. De Graeve voor Kortrijk-Yper, M. Em. Vierin, en voor Thielt-Roeselare, Burggraaf de Limburg-Stirum. tion niettra s'il le faut a la disposition du public, allant sagement au-devant des imprévoyances de 1914. Cette mesure ne fera pas perdre le calme de notre population, elle le soutiendra au contraire. SERPY. O Nos Casemates La période de nos annales que notre grand his toriën Godefroid Kurth a dénommée le siècle des malheurs est celle du XVII'' siècle au cours duquel notre patrie perdit plus du tiers de son territoire, et n'en fut pas moins des plus glo- rieuses au point de vue de notre histoire mili taire. Au milieu de la décadence générale du pou- voir et des institutions, de la ruine du commerce et de l'industrie, tristes conséquences de la fai- blesse grandissante de la monarchie espagnole et de lï'.pre jalousie de nos voisins, ce furent nos soldats qui, avec nos artistes maintinrent intact notre prestige national. Ypres, place forte vers laquelle convergeaient, comme les rayons d'une étoile, de nombreuses routes, fut toujours l'objet de la convoitise de l'ennemi et fut une des villes du pays qui eut a soutenir le plus de sièges. L'officier qui montra une si grande bravoure au cours de la grande guerre et est connu désormais sous le nom de gé- néral Mahieu, fit une sorte de prophétie en pro- clamsnt, certain soir dans un petit café de la rue de la station, que notre ville servirait peut-être bien encore de cible a un ennemi. Prophétie qui, hélas I aevait devenir une bien triste réalité. Ce siècle des malheurs fut pour Ypres celui de la dechéance compléte de notre industrie dra- pière, celui de la dépopulation et des fléaux de tout genre, et nous pourrions peut-être l'appeler aussi, a notre point de vue, le siècle des casernes. En notre article précédent, nous en avons énu- méré la longue liste, en insistant sur leur manque de contort et principalement de sécurité. Cepen- dant, lors de la mise en exécution de son deu- xième projet, Vauban ménagea sous plusieurs cavaliers ou sous ses remparts de la nouvelle en ceinte bastionnée, quelques locaux ou casemates a l'abri de la bombe. En voici le détail 1° Prés de la sortie de l'Yperlée, une casemate qui etait l'ancien passage de la porte supprimée de Buesinghe, ayant une surface voütée de 198 mètrer. 2° A la porte de Dixmude, trois souterrains ou casemates d'une hauteur de 4 m. 40 sous clef, pré- sentant ensemble une surface voütée de 342 m. 3° Une casemate qui était l'ancien passage voüté de la porte de Thourout supprimée ayant une hau teur de 4 m. 78 sous clef, donnant une surface de 215 m. 4° Cmq casemates sous le bastion derrière l'é- glise St Jacques, d'une hauteur de 4 m. 70 sous clef, formant une surface de 742 m. Les anciens yprois se souviendront encore que la manutention militaire fut établie dans ces ca semates renfermant six fours, le premier de ces souterrains contenait deux fours le second ser- vait d'atelier le troisième contenait aussi deux fours le quatrième également, et le cinquième servait de magasin au pain et de dépot de bois. Au dessus de ces casemates se trouvaient des lo- gements pour les boulangers et des greniers pour les farines. Quels sont les gamins, aujourd'hui des vieillards, qui n'ont pas essayé de voir et d'en- tendre ce qui se passait derrière les grands sou- piraux fortement grillagés dans la pelouse des remparts faisant face a l'Hoornwerk 5° Sous le cavalier du bastion derrière St Pierre, trois casemates d'une hauteur de 4 m. 30 d'une surface totale de 1959 m. Vauban conserva en outre sous les parties de l'ancierme enceinte crénélée qui fut maintenue, les lciaux voütés a l'épreuve de la bombe ci-des: sous détaillés 1° A Ia porte de Lille, deux tours ayant une sur face de 104 m. 2° Un souterrain sous la tour n° 10. ayant une surfare d'environ 108 m. 3° Ur autre sous la tour n° 11, ayant une surface de 118 m. 4" Derrière l'arsenal, une tour voütée. Dans la lunette au nord de l'inondation de Mes- sines, on construisit des souterrains consistant en cinq casemates ayant une superficie voütée de 141 m Independamment de ces locaux qui se trou vaient sous les remparts il existait encore deux magasins a -poudre isolés et a l'épreuve de la bombe. entourés chacun d'un mur d'enclos. Le premier, situé sur l'esplanade, pouvait contenir 30.000 kilos de poudre. Sa surface voütée était de 204 m Le deuxième magasin était situé a la gorge du bastion derrière St Pierre et se composait d'une cave coütée, d'un rez-de-chaussée et d'un étage. Ces trois étages donnaient ainsi une surface voü tée d'environ 297 m. Un troisième magasin a poudre isolé et a l'épreuve de la bombe. qui n'est pas mentionné dans le mémöire de Vauban. doit avoir été construit plus tard. II était situé prés. de la porte de Lille, le long de l'Yperlée. Pour ceux de nos lëcteurs qui en ont le loisir tout ceci peut être mis en concordance avec les casemates et autres abris voütés que l'administra-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1939 | | pagina 2