DE KORTRIJKSCHE ONDERLINGE 6 Algemeene Opziener OMER ROBYN Mondstraat, 8, YPER Tel. 159. dienstjaren, zijnde 243.183 fr. 92, dit maakt te zamen de som van 1.369.815 fr. 74. De uitgaven bedra gen de som van 1.270.320 fr. 66. zoodat er een boni is van 99.495 fr. 08 tegen een boni van 243.188 fr. 92 in 1937. Te dier, opzichte laat de rekening uitschijnen dat in het dienstjaar 1938 de stad voor 701.088 fr. 42 buiten gewone werken heeft gedaan en voor subsidie de som van 214.352 fr en voor leeningen de som van 443.886 fr. ontvingdat in 1938 voor het herbeleg der oorlogs schade een bedrag van 449.126 fr._02 uitgegeven werd, terwijl er uit dien hoofde slechts een som van 414.964,77 frank ontvangen werd. Het algemeen boni voor 1938 bedraagt dus 781.827.74 frank in den gewonen dienst en 99.495 fr. 08 in den bui tengewonen dienst, 't zij samen 881.322 fr. 82. saldo der vorige dienstjaren inbegrepen, tegen een boni van 918.604 fr 58 in 1937. M. Missiaen. Ik heb het inzicht niet, gezien de hui dige omstandigheden, scherpe kritiek uit te brengen over de ons voorgedregen cijfers. Thans is het 't oogen- blik niet dit te doen. Maar ik geloof toch dat ik aan mijn plicht van gemeenteraadslid.wier taak het is de begrooting te helpen stemmen, zou te kort komen, moest ik hier de noodige bemerkingen niet maken die mij bij het onderzoeken der rekening zijn opgevallen. Ook zou ik wenschen dat er. bij het opmaken der aanstaande begrooting, wat op ernstiger wijze zou te werk gegaan worden dan dit vroeger het geval was. Immers, bij het nagaan der stadsbegrooting van 1938 stellen wij vast dat de raming der gewone ontvangsten de som be draagt van 4.635.003 fr. 91 en de raming der gewone uitgaven de som van 4.629.951 fr. 10. wat een batig sal do laat van 5.052 fr. 81. Wij zien hetzelfde in den bui tengewonen dienst, waar de geraamde ontvangsten de som van 6.992.009 fr. en de geraamde uitgaven de som van 6.991.500 fr. bedragen, 't zij een voorzien boni van 509 fr. Het totaal voorzien boni beloopt aldus tot de sóm van 5 561 fr. 81. In de stadsrekening van 1938 zien wij dat de gewone ontvangsten, die voorzien waren, de som bedragen van 4.635.003 fr. 91, maar na vaststelling van de kohieren der belastingen voorzag men de som van 5.050.203 fr. 91, 't zij een verschil in meer van 415.000 fr. Dit is te veel vergis sen in de raming der gewone ontvangsten. De werkelijk gedane ontvangsten beloopen tot 4.864.805 fr. 01, 't zij 186.398 fr. minder dan volgens de kohieren en 229.801.10 frank meer dan volgens de gedane raming. De gewone uitgaven werden geraamd op 4.629.951.10 frank, terwijl de vastgestelde en gedane uitgaven slechts Üe som van 4.082.977 fr. 27 bedroegen, of 546.973 fr 83 minder dan voorzien was. Dit verschil is te groot. M. Vanderghote. Men mag geen vergelijking ma ken tusschen de rekening en de begrooting. M. Missiaen. Dit is uwe opvatting, doch niet de mijne. Het werkelijk overschot van den gewonen dienst bedraagt dus 781.827 fr. 74, terwijl er slechts een som van 5052 fr. 81 voorzien was. Ik weet dat gij altijd be weert dat er een verschil is tusschen de begrooting en de rekening. De begrooting is de raming van de te doene ontvangsten en uitgaven, terwijl de rekening de werkelijkheid is. Doch wanneer ge in de begrooting minder voorziet dan ge verwacht, dan zijt ge alzoo ver plicht hoogere opcentiemen te schrijven dan er werke lijk noodig zijn en zoo komt ge dan ook met zulk een overschot in den gewonen dienst. Moesten wij nu, bij dit werkelijk overschot van 781.827 fr. 74, de som voe gen der nog te ontvangen belastingen, zijnde 175.709 fr. na aftrek der onwaarden, dan maakt dit samengevoegd een overschot van 957.536 fr. 74 in den gewonen dienst. Toen ik den bundel kwam onderzoeken, heb ik er het verslag van het schepencollege niet in gevonden. De buitengewone dienst voorziet als geraamde ont vangsten de som van 6.992.009 fr., doch gij hebt in wer kelijkheid ontvangen de som van 1.369.815 fr. Ik weet waarlijk niet waarom er in die voorwaarden nog een begrooting moet gemaakt worden. In de buitengewone uitgaven ziet men hetzelfde. De raming der uitgaven bedraagt 6.991.500 fr., terwijl de werkelijke uitgaven slechts beloopen tot de sim van 1.270.320 fr. of een ver schil van 5.721.180 fr. Het overschot van de ontvangsten op de uitgaven bedraagt 99.495 fr. 08. Dit is geen be grooting meer en men kan dan evengoed milliarden in schrijven als niets voorzien. Ik had daarover graag eeni- gen uitleg vernomen. Het totaal overschot bedraagt al- zoo de som van 881.322 fr. 82. Voegt men daarbij het geen nog te ontvangen is volgens de kohieren, zijnde 175.709 fr., dan komt men tot een theoretisch overschot van 1.057.041 fr. 82. Ik denk dat dit wat veel is en het ware wenschelijk in 't belang der belastingbetalers dat er in 't vervolg geen zulk verschil meer zou zijn. Wan neer de nieuwe begrooting moet opgemaakt worden, dan zou ik willen dat er wat meer rekening gehouden worde met de werkelijkheid. M. Vanderghote. Dit komt voort uit hetzelfde mis verstand tusschen de begrooting en de rekening. M. Missiaen. Wanneer gij het zoo opvat dan zou ik u vragen ons geen begrooting meer voor te leggen. M. Vanderghote. Voor wat den buitengewonen dienst betreft, is dit fataal. M. Missiaen. Het is niet fataal als men 6 millioen voorziet en men slechts een millioen ontvangt. Dit is overdreven. Doch laten wij bij den gewonen dienst blij ven. Gij hebt voorzien als boni voor 1937 en in rekening gebracht op de begrooting van 1939 de som van frank 256.303. terwijl er een werkelijk boni is van 677.814 fr., 't zij een verschil in meer van 421.511 fr. wat zeer be langrijk is en aantoont hoe lichtzinnig^en zonder ernstig onderzoek er werd te werk gegaan. Als aandeel in de staatsbelastingen voorzag men de som van 633.699 fr., terwijl er ontvangen werd 732.235 fr., 't zij een verschil in meer van ongeveer 100.000 fr. M. Vanderghote. Dit is onze schuld niet. De cijfers, die wij in de begrooting voorzien, zijn ons aangegeven door den Bestuurder der belastingen en deze cijfers zijn ons door de bestendige afvaardiging opgedrongen. M. Missiaen. Dit wordt u niet opgedrongen. Als op centiemen op de mobiliënbelasting werd de som van 55.190 fr. ontvangen, terwijl er daarvoor niets voorzien was. Gij wist toch wel dat gij daarvoor ontvangsten moest doen. Als rechtstreeksche belastingen werd de som van 184.100 fr. voorzien, terwijl het bedrag der kohieren de som van 208.901 fr. bedraagt, 't zij een ver schil van 24.801 fr. Hierop werd reeds ontvangen frank 32.832 en er blijft nog te ontvangen 175.709 fr. Al deze verschillen verrechtvaardigen uw overschot. Hierover ook heb ik geen uitleg gevonden. Als verhaalbare be lastingen hebt gij de som van 398.000 fr. voorzien en hiervoor werd niets ontvangen. De waterdienst sluit met een winst van 32.212 fr., alswanneer men steeds alge meen t'akkoórd was dat de waterdienst geen winst mocht opbrengen, gezien het een noodzakelijke openbare dienst is ten behoeve der gezondheid van de bevolking. Ik vraag dat er in de toekomst wat meer voor de zui verheid van het water zou gezorgd worden, want op sommige oogenblikken is het alles behalve klaar en goed. Moest ge dit overschot gebruiken om goed en drinkbaar water aan de bevolking te leveren, dan zou ik er nog meê kunnen instemmen en dan zoudt gij u niet meer verplicht zien van tijd tot- tijd den raad te herhalen het water te koken alvorens het te gebruiken, alhoewel dit altijd goed is. De verschillige beramingen moeten ernstiger gedaan worden voor het opmaken der begrooting. Ik herhaal echter dat dit alles thans niet mag aanzien worden als kritiek, doch het is alleen een wensch om ermee bij het opstellen der aanstaande be grooting rekening te houden. Indien dit niet moest ge daan worden, dan kunnen wij onzen tijd beter -elders gebruiken dan aan het onderzoeken der begrooting. M. Vanderghote. Het is lastig te antwoorden op cij fers waarvan men slechts de opsomming hoort. Men zou ze schriftelijk moeten hebben om erop te kunnen ant woorden. De Heer Missiaen zegt dat er een groot ver schil is in den gewonen dienst tusschen hetgeen als opbrengst der belastingen voorzien en hetgeen ont vangen werd. Ik ben ermede t'akkoord dat zulks bij een eersten oogopslag verbazing kan verwekken. Doch wij zijn niet vrij als stadsaandeel in de opcentiemen in te schrijven hetgeen wij willen. Jaarlijks ontvangen wij een inlichtingsstaat van den bestuurder der belastin gen te Brugge die ons oplegt zulk of zulk bedrag in te schrijven. Indien de directeur der belastingen zich ver gist, dan is het onze schuld niet. Dit jaar hebben wij een kleiner boni dan verleden jaar. Voor wat den buitengewonen dienst betreft komt het er vooral op aan rekening te houden met al de uitga ven die in den loop van het jaar zouden kunnen gedaan worden en het doet er dus niets aan eenige millioenen meer in te schrijven. Wat moet beoogd worden is alle mogelijke werken te voorzien om dan alzoo de kredie ten beschikbaar te hebben voor de noodige werken die 4 door den gemeenteraad te beslissen zijn. Het is niet omdat wij een som van zes millioen voorzien, dat deze uitgave moet gedaan worden. Zoo voorzien wij elk jaar reeds een som van drie millioen als oorlogsschade in ontvangsten en uitgaven, en dit jaar werd er daarop slechts een kleine som ontvangen. Er werd ook nog een som van 400.000 fr. ingeschreven voor de voorlanden, de zwemkom, enz. en wij hebben die som nog niet ont vangen. Verder was er nog 750.000 fr. voorzien voor het bouwen der jeugdherberg en ook dit is vervallen door het inhouden der subsidie van het Ministerie. In den buitengewonen dienst heeft het aangeklaagde verschil dus geen belang. M. Missiaen. Jawel, want dit schept een verkeerde meening en verwekt ook soms wel teleurstelling bij de bevolking. Zoo werd er hier een jeugdherberg gevraagd en bekomen en de noodige kredieten ervoor werden in de begrooting voorzien. Iedereen was tevreden dat de jeugdherberg er ging komen, doch ze werd echter niet gebouwd. Ook al andere uitgaven werden in de be grooting geschreven om voorziene werken uit te voeren, waarvan het princiep in den gemeenteraad reeds be sproken. of besloten werd, en iedereen meent aldus dat die werken zullen uitgevoerd worden. Dat is het belang ervan. Ik weet dat de buitengewone werken gedekt zijn door leeningen of toelagen en dat de uitvoering ervan afhangt van het ontvangen dier sommen, doch wanneer ge weet dat dit niet kan gedaan worden is het een dwa ling ze in te schrijven, omdat iedereen alzoo meent dat die werken zullen uitgevoerd worden. M. Vanderghote. Wij hebben dan ook nog de ver betering der Elverdinghestraat waarvan de werken reeds goedgekeurd werden. Zoudt gij thans de verant woordelijkheid durven nemen ze uit te voeren M. Missiaen. Ja, ik zou alzoo werk geven. M. Vanderghote. Maar met wat zoudt gij betalen M. Missiaen. Met het overschot der rekening. M. Vanderghote. Dit is maar een overschot op pa pier. En als gij dan een tekort zoudt hebben M. Missiaen. Het ware ook maar op papier. M. Vanderghote. Dit overschot is maar fictief en straks wanneer ik u den toestand der stadskas zal ken baar maken, zult gij wel-zien dat er zooveel geld in kas Voor uwe verzekeringen van gelijk welken aard, wendt U bij voorkeur tot de zoo gunstig gekende en voordeelige Naamlooze Vennootschap Gesticht in 1919 Maatschappelijk kapitaal 5.000.000 fr. Reserven 10.000.000 fr. Gemachtigd bij Koninklijk Besluit van 23 De cember 1932, in uitvoering der wet van 25 Juni 1930, betrekkelijk de Levensverzekeringonder nemingen. De voordeeligste tarieven. Klare en uitgebreide Polisvoorwaarden. Thans uitbetaalde rampen MEER DAN 15.000.000 FRANK. Reeds uitgekeerd aan de verzekerden onder vorm van premievermindering MEER DAN 2.000.000 FRANK. MAATSCHAPPELIJKE ZETEL KORTRIJK Bijkantoren YPER OOSTENDE VEURNE GENT De Maatschappij stelt belang in elke ernstige aanvraag voor agentschap. niet is. Voor wat den waterdienst betreft, kan ik er niet mede instemmen dat deze dienst geen winst zou mogen laten. In feite is deze winst ook maar fictief, want de lasten der ervoor aangegane leeningen worden door den gewonen dienst der stad gedragen. M. Missiaen. Welke zijn die leeningen M. Vanderghote. Voor het kuischen van Difke- buschvijver werd onder meer reeds 400.000 fr. uitge geven. M. Delahaye. In 1938 werden er ook veel aanslui tingen gedaan, omdat er alsdan nog veel gebouwd wertf. Nu zal dit echter minder zijn. M. Missiaen. Pas op. Mijnheer de schepen, gij her haalt ieder jaar hetzelfde. M. Delahaye. Neen. M. Seys. Ik heb het ook nog nooit gehoord. M. Delahaye. Op het einde van 1937 en in het be gin van 1938 werd er veel gebouwd en moesten er veel aansluitingen gedaan zijn Ook de filters zullen heel :n 't kort groote werken vergen. M. Missiaen. Dit is een buitengewoon werk. M. Seys. Dit zou niet mogen zijn, want dit zou moe ten aanzien worden als onderhoud van het materiaal. M. Delahaye. Ja, doch het werd zoolang uitgesteld dat het weldra een buitengewoon werk zal worden. M. Vanderghote. Wij verwachten binnen kort een omzendbrief die ons zal verplichten den waterdienst op commercieele wijze uit te baten. M. Missiaen. Dit ware beter en ik ga er volledig mede t'akkoord. M. Seys. Dan zou geheel de opbrengst aan het on derhoud besteed worden en zou er geen winst meer zijn. M. Vanderghote. Wat betreft het laatste punt door den Heer Missiaen aangehaald, aangaande de recht streeksche belastingen waarop er nog ongeveer 180.000 frank te betalen blijft, dat is een phenomeen dat zich jaarlijks voordoet. Ik vraag dan ook aan den gemeente raad de stadsrekening voor 1938 goed te keuren. Stemmen jade Heeren Delahaye, Berghman. Jvr. Cornillie, de Heeren Pattyn, Muiier, Seys en Vander ghote. Onthouden zichde Heeren Missiaen. Michiel, Van Alleynrtes, Lahaye, Leuridan en Capoen. XII. Buurtspoorwegen Buurtlijn Yper-Nieuw- kerke-Waasten Vak Kemmel-Waasten Voorstel tot afschaffing. M. Vanderghote. Wij hebben een brief ontvangen van de Nationale Maatschappij der Buurtspoorwegen, waarbij zij ons laat weten dat, gezien tijdens etn ver gadering te Meessen gehouden, de eenparige instem ming der aandeelhouders niet bekomen werd. zij be sloten neeft van haar-voorstel van afschaffing der lijn Kemmel-Waasten af te zien en thans slechts vraagt het vak van Pont-Rouge naar Waasten te mogen afschaffen M. Seys. Wat wordt er thans voorgesteld Het is dus niet de afschaffing van de lijn Kemmel-Waasten zooals de dagorde het vermeldt M. Vanderghote. Neen, het is het vak gelegen tus schen Waasten en Pont Rouge. Ik geloof dat deze lijn reeds sedert lang uitgebroken is. - M. Leuridan. Ja, deze lijn is opgebroken. M. Missiaen. Ik geloof niet dat zij nog ooit bestaan heeft sedert den oorlog. M. Leuridan. Dit punt onzer dagorde heeft dus geen zin noch reden van bestaan. M. Vanderghote. Ik stel voor te stemmen over het voorstel van afschaffing der tramlijn Waasten-Pont Rouge. Al de raadsleden stemmen ja. M. Leuridan. De gemeenteraad stemt er dus in toe iets af te schaffen dat nooit bestaan heeft. (Vervolg aanstaande week).

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1939 | | pagina 12