MUSIQUE Lecons de Piano par Meile A. Blanckaert 5 houden en ik weet niet zoo deze nieuwe vermin dering thans niet drukken zal op den goeden gang der school. Ik, die de nijverheidsschool gevolgd heb, weet dat er modellen noodig zijn. M. Vanderghote. Er dienen niet altijd nieywe modellen gekocht te worden. De modellen, die de school bezit, blijven meest altijd dezelfde. M. Missiaen. De aankoop van modellen is toch een der bijzonderste posten van de begroo- ting. isV" ,7. VI. Stedelijke Muziekacademie Begrooting 1940. M. Seys. Ik heb gezien dat er een kwestie be staat van verhooging der wedden, die hier reeds in de Commissie besproken werd doch waarover nog niet is gestemd geworden. Daarom zoh ik willen voorstellen de bespreking dezer begrooting te verdagen ofwel naar de geheime zitting van dezen avond te verzenden. M. Vanderghote. Ik denk dat wij op dit voor- stél kunnen ingaan, te meer daar wij dezen na middag nog in het schepencollege, in overleg met den Heer schepen Berghman, besloten hebben de kwestie nader te onderzoeken. Zooals gij weet, werd er inderdaad een commissie met dat doel ge stemd, doch niemand miek ervan deel uit en bij gebrek aan leden kon er dus ook geen studie over de zaak gedaan worden. Ik denk dus dat het best ware de zaak te verzetten tot de aanstaande ge meenteraadszitting. Mogelijks kunnen wij ze nu reeds na deze zitting met gesloten deuren onder zoeken en er dan in onze volgende vergadering over stemmen De raadsleden verklaren zich met die ziens wijze t'akkoord. VII. Stadsbegrooting 1939 Wijzigingen. M. Vanderghote. Dit punt betreft de ver meerdering van enkele uitgaven die echter van weinig belang zijn,, en voor het meerendeel het gevolg zijn van de toepassing van beslissingen die vroeger door den gemeenteraad genomen wer. den ofwel nu wegens ontoereikendheid der voor ziene kredieten moeten bijgestemd worden. Voor artikel 48, dienst der zwemkom, wordt een bijko mend krediet van 1000 fr. voorgesteld. Artikel 85, betrekkelijk het stedelijk leerwerkhuis, wordt van 6.400 fr. tot op 13.100 fr. gebracht, 't zij een verhooging van 6,700 fr. Artikel 109, inrichting van het Belfortmuseum, wordt met 1200 fr. ver meerderd, daar de inrichting van dit museum wat meer gekost heeft dan wij voorzien hadden en wij thans over geen krediet meer beschikken om de laatste rekeningen te betalen. Artikel 137bis, bijdrage in de pensioenen van weduwen en weezen van gemeenteambtenaren, dient met een som van 1857 fr. 89 verhoogd te worden, daar deze som ons reeds van ambtswege door het Ge meentekrediet afgehouden werd. Artikel 132bis, bijdrage in de omslagkas voor pensioenen van ge meenteambtenaren, wordt met 1000 fr. vermeer derd. Dan hebben wij nog twee nieuwe artikelen in te schrijven, te weten artikel 154, uitbetaling van de diensten of leveringen aan het leger ver strekt, 25.000 fr., en artikel 155, onkosten van mo bilisatie en passieve bescherming, 100.000 fr. in gevolge de stemming van den gemeenteraad tij dens de laatste zitting. In de ontvangsten dienen wij ook een nieuw artikel te voorzien, namelijk artikel 89, som betaald door het leger voor ver strekkingen in 1939 aan het leger gedaan, 25.000 frank. Deze som dient om de gedane requisities of opeischingen te betalen. Ten einde thans deze meerdere uitgave van 111.757 fr. 89 te dekken, stellen wij voor nog onder artikel 103bis een som van hetzelfde bedrag in te schrijven als ontvangst van door den stadsontvanger nog te innen belas tingen over de verloopen dienstjaren. In den bui tengewonen dienst stellen wij voor artikel 6, bui tengewone straatherstellingskosten, te verande ren in buitengewone herstelling der stadshovin- gen. M. Missiaen. Werd die som der nog te innen achterstallige belastingen zoo nauwkeurig uitge rekend, dat ze op een centiem na dezelfde is als de voorgestelde kredietvermeerdering M. Vanderghote. Neen, dit is alleen maar om het slot der begrooting niet te moeten verande ren. Ik stel voor thans deze wijzigingen goed te keuren. Stemmen ja de Heeren Delahaye, Berghman, Jvr. Cornillie. de Heeren Seys en Vanderghote onthouden zichde Heeren Missiaen, Michiel. Vergracht, Van Alleynnes en Leuridan. VIII. Buurtweg Yper-Komen Oude zate Verkoop van grond. M. Vanderghote. Het schepencollege vraagt deze zaak te willen verdagen. Het betreft hier de verkooping van een gedeelte grond die thans vrij gekomen is tengevolge de verplaatsing van den weg Yper-Komen. Volgens de onderrichtingen die wij ontvangen hebben, moet deze grond eerst aangeboden worden aan de aanpalende eigenaars. Wij hebben vernomen dat een aanpalende eige naar zou bereid zijn geheel het perceeltje grond? dat een onregelmatigen vorm heeft, over te ne men. terwijl een ander slechts een deel wilde ne- lr Prix au Conservatoire Royal 41. Rue de l'Höpital, Poperinghe. (1714) men. Het schepencollege is van oordeel dat het best ware geheel het perceel over te laten aan dezen die zich bereid verklaard heeft het geheel te willen koopen. Wij zijn daarover reeds in prin ciep t'akkoord met hem en van zoodra de onder handelingen geëindigd zijn, zullen wij dan den verkoop van dezen grond aan de goedkeuring van den gemeenteraad onderwerpen. IX. Mededeelingen. M. Leuridan. Ik heb me laten zeggen dat de mogelijkheid bestaat in de Verlorenhoekstraat alle dagen een ongeluk of ongeval tegen te ko men. M. Seys. Dit kan overal gebeuren. M. Vanderghote. De zaak is in onderzoek. M. Leuridan. Het gevaar dat de landelijke ingezetenen van stad aldaar het meest bedreigt is dat ze daar loopen tegen de met gras over groeide electrische betonpalen, en alzoo armen of beenen kunnen breken. Ge hebt die palen daar gevoerd verleden jaar, een tijdje voor de gemeen- tekiezing. M. Vanderghote. Ze waren er dan nog niet. .M. Leuridan. In alle geval die betonnen pa len zijn thans overgroeid met gras, distels en doornen. M. Seys. Ook met doornen M. Leuridan. En volkomen aan het zicht der voorbijgangers onttrokken, zoodat het reeds me nigmaal gebeurde dat kinders er over gevallen zijn. Ik zou dan ook vragen thans die palen te willen doen weghalen. M. Vanderghote. Wij zullen ze integendeel planten. M. Seys. Opdat ze zouden groeien. M. Leuridan. Die onzichtbaar geworden be tonnen palen zijn thans gevaarlijk en daar zij nu hun dienst gedaan hebben, stel ik voor ze weg te halen. Het is ongeveer een jaar reeds dat zij er liggen, zoodat de bewoners dier wijk alsdan meenden dat het stadsbestuur het inzicht had de electrische leiding aldaar te leggen. Er is daar echter niets van gekomen en ik heb zelfs verno men dat er daarvan nu in 't geheel geen spraak meer is en dat de uitbreiding'der electriciteit op den buiten ad calendas graecas uitgesteld is ge worden. Te bordeelen naar uw energiek schud- hoofden moet ik slecht ingelicht zijn geworden. Zoo ik mij vergist heb, dan zou het me genoegen doen den datum van uitvoering der werken van u te mogen vernemen. M. Delahaye. De uitvoering van het leggen der electrische leiding in de Verlorenhoekstraat is zoodanig besloten dat de gemeenteraad reeds zijn goedkeuring gegeven heeft om een stuk grond te koopen ten einde er een electrische ka- bien op te richten. Deze kabien, die onmisbaar is voor de uitbreiding der electriciteit aldaar, is zelfs reeds gebouwd geworden na nieuwjaar en wij waren in 't gedacht dat de Heer Capoen reeds lang de electriciteit op zijn hoeve had. M. Leuridan. De Heer schepen vergist zich als hij denkt dat de Heer Capoen reeds bediend is en dat het enkel is in naam van mijn vriend en partijgenoot dat ik hier deze vraag stel. In dien ik hier nogmaals die kwestie aanraak, dan is het namens geheel de bevolking dezer wijk. Na al uwe herhaalde beloften waren wij, want het zijn de vlaamsche nationalisten die hier in den ge meenteraad gedurig en het meest aangedrongen hebben voor de uitbreiding der electriciteit te lande, van meening dat ze reeds sedert lang zou uitgevoerd zijn geweest. Ik spreek hier dus, niet namens een persoon, maar namens een heele wijk van stad. M. Vanderghote. Het geldt hier niet een ge- heele wijk zooals gij zegt, maar ten hoogste een eindje straat. M. Delahaye. Wij hebben ons steeds inge spannen om aan uwe vraag voldoening te beko men. en daar op den hoek der Verlorenhoekstraat is thans reeds een electrisch licht geplaatst. De zen namiddag nog heb ik aan het schepencollege gevraagd een brief te schrijven naar de maat schappij om te eischen dat zij de werken aldaar zou voortzetten. M. Vanderghote. De kwestie der uitbreiding van de electriciteit is nog steeds aan den gang, alleen de werken werden tijdelijk onderbroken. M. Leuridan. Ik hoop dat. wanneer men be sluiten zal ze voort te zetten, de daar reeds se dert zoolang liggende betonnen palen nog bruik baar zullen zijn. M. Missiaen. Mevrouw, Mijnheeren, in de moeilijke omstandigheden die we thans beleven wordt er veel gesproken.van de werkloozen, om dat er nu nog meer dan vroeger menschen zijn die zonder werk langs de straten loopen, die Staatsrenteniers geworden zijn. Wij hooren veel klachten omdat er zijn die niet werken willen, doch wij weten ook dat het voor velen hun schuld niet is en dat, zoo zij thans werkloos zijn, het is omdat zij geen werk kunnen krijgen. Hier te Yper bevinden wij ons in een gansch bijzonderen toestand. Het grootste deel der werkloozen zijn bouwarbeiders en juist tengevolge van den inter nationalen toestand zijn meest alle bouwwerken stilgevallen. Hier te Yper echter zijn er een heele reeks werken waarvan de uitvoering besloten werd en waarvoor zelfs reeds de noodige kredie ten voorzien werden. Ik zou graag vernemen wan neer deze werken zullen begonnen of voortgezet worden en wat het schepencollege tot hiertoe reeds ervoor heeft gedaan. Vooreergt hebben wij den heropbouw van den Oostervleugel der Halle waarvan de aanbesteding reeds gedaan is. De werken werden zelfs reeds begonnen, doch zijn opeens stil gevallen. Hiervoor werden allerlei ge ruchten verspreid en de inwoners zouden graag willen weten of die werken stilgelegd werden ten gevolge van de oorlogsbedreiging ofwel, om wille der grondvesten die niet in staat zijn het gebouw te dragen. Het ware goed te weten wat er van die zaak is en zoo er in 't kort niet opnieuw met de werken der Halle zal begonnen worden. Een tweede zaak is het bouwen der nieuwe statie. Reeds vele jaren werd er daarover gehandeld, zelfs tot vervelens toe. Ook hiervoor had de aan besteding reeds plaats en men wachtte alleen nog op de goedkeuring der toelage door het schatkist- comiteit. M. Vanderghote. Die goedkeuring werd reeds gegeven. M. Missiaen. Dit is nu goedgekeurd, maar men is nog niet begonnen met den bouw der sta tie. Voor de jeugdherberg was ook reeds alles voorzien en gereed. De toelage was reeds toege staan, alles was in orde, maar niemand weet waarom er nog gewacht wordt. Voor wat de fil- treerstatie betreft, was iedereen ook reeds t'ak koord dat ze moest gebouwd worden. Er bestond zelfs reeds, zoo ik mij niet bedrieg, een princi pieel akkoord met het Ministerie van Openbare Werken, en nogmaals weet niemand of dit werk zal uitgevoerd worden noch om welke oorzaak het niet gedaan wordt. Zoo zijn er hier te Yper een heele reeks werken die, moesten zij nu uit gevoerd worden, aan vele onzer werklooze bouw arbeiders voor een heelen tijd werk zouden ver schaffen. Niemand kent de oorzaak waarom die werken niet uitgevoerd worden, en ik meen dat het goed ware moest het schepencollege of de Heer burgemeester ons daarover eenige inlichtin gen willen geven. M. Vanderghote. De verklaring die ik zal doen, zal natuurlijk slechts onvolledig kunnen zijn. Het spijt me dat de Heer Missiaen me niet op voorhand over zijne vraag verwittigd heeft. M. Missiaen. Ik heb er slechts dezen namid dag op gedacht. M. Vanderghote. Het zou voor mij gemakke lijker geweest zijn om te antwoorden. Dan had ik de dossiers over deze zaken kunnen raadplegen en omstandiger antwoorden. Nu kan ik wel zoo het een en ander "verklaren, doch ik kan bijvoor beeld niet zeggen zulken brief werd op zulken dag verzonden. Voor wat de Halle betreft, de werken van heropbouw zijn niet stilgelegd. Het ministerie van Financiën is nog altijd beschikt het werk uit te voeren en prikkelt zelfs de stad opdat er zou aan voorts gedaan worden. Het voortzetten der werken hangt dus af van de op lossing der kwestie van de grondvesten. Dit is echter een zaak waarover ik niet verder in open bare zitting mag uitweiden en die reeds vroeger in geheime zitting besproken werd. Het geschil tusschen den Staat en den aannemer is nog niet opgelost. De Staat zegt dat de fundeeringen geen oorlogsschade zijn, terwijl de stad van oordeel is dat de fundeeringen moeten betaald worden door dezen die het gebouw zet. Ten einde echter de zaak te bespoedigen, zijn wij t'akkoord om een deel der bijkomende onkosten te betalen en wij zijn daarop in onderhandeling getreden met het ministerie van Financiën. Over veertien dagen werd besloten eerst door den technischen dienst van den staat te doen vaststellen wat er werke lijk noodig is als fundeeringen en ook te doen be palen welke tusschenkomst van Staat, stad en aannemer daarvoor vereischt wordt. Het werd echter goed verstaan dat enkel en alleen de noo dige fundeeringen zouden gemaa"kt worden, en op die voorwaarde was de stad bereid er voor een deel in tusschen te komen. Maandag laatst nu is een afgevaardigde van Brussel gekomen en deze heeft de kwestie reeds ingestudeerd. Hij moest Zaterdag laatst terugkomen om na te gaan in welken staat de fundeeringen zich bevinden on der de pilaren doch het weder was zoo ongunstig dat de aannemer de fundeeringen niet kon doen blootleggen. Woensdag aanstaande komt de des kundige nu opnieuw terug om te onderzoeken en na te gaan welke fundeeringen er noodig zijn en

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1939 | | pagina 5