DENTISTE M Vandendriessche DE BEVOORRADING VAN BELGIË IN OORLOGSTIJD 7, DE STUERSSTRAAT, IEPER Tel. 311 is open den DONDERDAC, VRIJDAG en ZATERDAG van iedere week. Bijzonderheid van Kunstgebitten BUREEL- EN ZAKAGENDAS voor 1940 te koop ten bureele dezer, 34 Boterstraat 34 MUSIQUE In Economische Tijdingen van de Krediet bank nummer van 25 October 1939, verscheen van de hand van Oudminister Dr Ph. Van Isacker, volgende merkwaardige studie Door bevoorrading, bedoelen we hier zoowel de bevoorrading aan grondstoffen als deze aan le vensmiddelen en veevoeder. Zeggen we het da delijk weinig neutrale landen in Europa zullen zich gedurende dezen oorlog, in een zoo moei lijke positie gevoelen als België. Onder de Oslo- staten b. v., hebben Nederland en Denemarken meer voorraad aan levensmiddelen en, ten ge volge van hun geringere industrialisatie, ook min der behoefte aan grondstoffenZweden is niet verplicht koren in te voeren, terwijl Zweden en Noorwegen meer grondstoffen bezitten dan wij. Daarbij beschikken de andere Oslostaten over een handelsvloot die deze van België aanmerke lijk overtreft. Op grond van de handelsstatistieken van 1937 en 1938, mag de behoefte aan in te voeren levens middelen en grondstoffen, voor ons land, geschat worden op gemiddeld 4 milliard fr. per jaar aan voedingswaren en 8 milliard fr. aan grondstoffen. Natuurlijk zijn hier slechts netto bedragen be doeld, na aftrek van den uitvoer van gelijkaardige producten die België in den vreemde verkoopt. De voornaamste posten inzake levensmiddeleninvoer zijn graangewassen voor 2.500 millioen fr. dier lijke voedingswaren vleesch, visch en zuivel producten voor 450 millioengroenten, aard appelen en fruit voor 400 millioen en verder kof fie, cacao, wijnen, zout en hop. Evenmin is de aankoop in den vreemde van vee voeder te verwaarloozen. Aan zemelen en olie koeken, heeft België, in 1937-1938, gemiddeld 370 millioen per jaar besteed. Aan de passieve zijde van de handelsbalans, vinden we verder, wat de grondstoffen betreft, vooreerst de zware post der metallurgie met 1.300 millioen voor de ertsen en 1 milliard voor enkele ruwe metalen, zooals koper, aluminium en nikkel die deficitair in onze in- en uitvoerbeweging voorkomenvolgen dan de textielgrondstoffen vooral wol en katoen met bijna 2 milliard de ruwe diamanten met meer dan een milliard hout en papierpap met nagenoeg 900 millioen de minerale oliewaren met bijna 500 millioenolie houdende granen en ruwe huiden met ieder 400 millioen, rubber 150 millioen en tabak 130 mil lioen. Het hoeft niet gezegd dat in oorlogstijd, de prijs die België aan zijn aankoopen van levensmidde len en grondstoffen zal besteden, mits het be houd van dezelfde hoeveelheden als vroeger, in franken uitgedrukt merkelijk hooger zal zijn dan resp. 4 en 8 milliard fr. Wij hebben onze bereke ning gemaakt op jaren die vooral 1938 in het teeken stonden van zeer zwakke prijzen. De oorlog zal ontegenzeglijk heel wat hooger prijzen medebrengen. Hoe zal België, als neutraal land, met oorlog voerende landen aan de meeste van zijn grenzen en gelegen aan een gevaarlijke zee, het vraagstuk van zijn bevoorrading oplossen De oorlogstoe stand kan van langen duur zijn en het blijkt wel dat de beide partijen evenzeer zullen gebruik maken van het economisch wapen als van de mi litaire macht. Een meer afgeteekende econo mische politiek zullen we eerst kunnen vaststel len, na enkele maanden van ondervinding en zeker niet vóór de regeering haar zeer belang rijke onderhandelingen met de oorlogvoerende landen en met de neutrale staten heeft geëindigd. In afwachting komt het ons niet ongewenscht voor, de hoofdzakelijke toevoermogelijkheden van bevoorrading van ons land, zooals ze zich in deze laatste jaren normaal hebben voorgedaan, nader te onderzoeken. We maken onderscheid tus- schen de leveringen gedaan door de twee oorlog voerende groepen eenerzijds, en deze van de neu trale landen anderzijds. Onder deze laatste, groe- peeren we samende Oslolanden met hun colo- niale gebieden, de Noord- en Zuid- Amerikaan- Het tandheelkundig kabinet van sche republieken en verder de neutrale staten van Centraal en Zuid-Europa en de enkele landen van Azië die in de bevoorrading van België een rol van eenig belang hebben vervuld. Algemeen genomen is het opvallend hoe, onder de oorlogvoerende landen, het belang van de Fransch-Britsche groep, voor de bevoorrading van België, aanzienlijk dit van de Duitsch-Rus- sische groep overschrijdtonder de neutrale sta ten komen vooral in aanmerking, de Amerikaan- sche republieken en de Oslo-landen veel minder Centraal en Zuid-Europa en Azië. Aan levensmiddelen kocht België, gedurende de laatste jaren, de helft van het te onzent inge voerde zout in Duitschlandde drie vierden van de vreemde hop kwam uit Polen en Duitschland; Rusland en Polen leverden vrij groote hoeveelhe den graangewassen en gedroogde groenten. Een ander belang, voor de bevoorrading aan voedings waren, had de Duitsch-Russische groep voor ons niet. Veruit de voornaamste bedragen werden hier besteed aan den aankoop van Russisch graan. Bel gië voerde, in 1937, ongeveer voor 175 millioen fr. Russische tarwe in en in 1938 zoowat 286 millioen. Merken we evenwel op dat deze transacties, eerst in de laatste twee jaar, zoo belangrijk zijn gewor den. Van 1931 tot 1936, was hun bedrag gemiddeld niet hooger dan 40 millioen terwijl vóór 1931, de graaninvoer uit Rusland in België haast onbe duidend was. Wat de grondstoffen betreft, is de Duitsch- Russische groep relatief even onbelangrijk. Al leen de Duitsche steenkolen en cokes zijn het vermelden waard, alsmede de Poolsche kolen en het hout uit Rusland en Polen. Wat België ver der kreeg uit deze landen aan mangaanerts, smeerolie en vlas, is betrekkelijk van onderge schikt belang. De Fransch-Britsche groep levert aan België zekere voedingswaren zooals wijnen en vruch ten uit Frankrijk, graangewassen uit Canada, maïs uit Zuid-Afrika, cacao van de Goudkust en oliekoeken uit Britsch-Indië maar het groote belang van Engeland en Frankrijk, alsmede van hun koloniale rijken, ligt voor België, in den aan koop van grondstoffen. Voor de textielnijverheid, zijn de grondstoffen der juteindustrie haast uitsluitend afkomstig van Britsch-Indië de ruwe wol waarvan echter 10 p. c. door Argentinië werd geleverd wordt gekocht in Frankrijk en vooral in het Britsche Keizerrijk de helft van de hennep is afkomstig van de Engelsche koloniën een derde van de in gevoerde ruwe katoen is van Britschen oorsprong de andere twee derden komen uit Amerika en uit Belgisch Congo en verder is het bekend dat Frankrijk jaarlijks in België belangrijke hoe veelheden stroovlas invoert. Aan metallurgiegrondstoffen koopt België in Frankrijk 75 p. c. van de ingevoerde ijzerertsen de Fransch-Britsche groep levert ons nagenoeg de helft van onze koperertsen, meer dan de helft van ons mangaan, 20 van de zink- en loodert sen, nagenoeg alles wat we aan ruw nikkel in den vreemde aankoopen. Verder worden de grondstoffen van de ledernij verheid, voor 45 p. c., in Frankrijk en Engeland aangekocht, de ruwe diamanten zijn voor een groot gedeelte van Britsche afkomstde helft van de. ingevoerde rubber koopt België in de En gelsche koloniën Britsch-Indië levert ons olie houdende granen, Frankrijk belangrijke hoeveel heden hout en Engeland meer dan 400.000 ton kolen. Onder de neutrale landen zijn Centraal en Zuid Epropa, alsmede Azië, het minst belangrijk, zoo voör de voedingswaren als voor de grondstoffen. Meldenswaard zijn alleen, in zake levensmidde len de graangewassen van Roemenië de droge groenten van Centraal Europa de wijnen en vruchten van Zuid-Europa de sardinen van Por tugal en. voor Azië, de graangewassen van Tur kije en Irakde rijst van Siam en de ingelegde visch van Japan. Wat de grondstoffen betreft, is Joegoslavië voor België van belang voor zijn zink- en loodertsen, zijn ruw koper en aluminium. Ook Italië ver koopt ons zinkertsen en Spanje zekere hoeveel heden van zwavelkies of pyriet. Roemenië, Iran en Irak leveren minerale oliën, de Philippinen- eilanden een weinig hennep en Mantsjoekwo en Kwantoeng. oliehoudende granen. Het hoofdbelang wat de neutralen betreft, ligt bij de Oslogroep en de Amerikaansche republie ken. In opzicht van voedingswaren stellen we vast dat het slachtvee, de versche visch, de zuivel producten, de eetbare vetten, de versche groen ten, zooniet uitsluitend, dan toch overwegend af komstig zijn uit de Oslolanden. Holland impor teert in België belangrijke hoeveelheden gedroog de en gezouten visch, nagenoeg de helft van wat we aan cacao verbruiken, 10 p. c. van de inge voerde koffie, een derde der uitheemsche zeme len, zout, vruchten en droge groenten. Britsch- Indië voert oliekoeken in, Belgisch Congo cacao en ongeveer 30 p. c. van onze behoeften aan koffie. Inzake grondstoffen, blijft Nederland voor Bel gië een voorname markt voor de diamanten. Ne-, derland levert ons verder steenkolen en cokes, tabak, rubber en vlas. Zweden en Noorwegen ver- koopen aan België ertsen, ruwe metalen en pa pierpap tot 75 p. c. van den globalen invoer 25 p. c. van het ingevoerde hout is afkomstig uit Finland en het naburige Letland. Het koloniaal gebied van de Oslostaten is voor de bevoorrading van België even belangrijk Curagao is voor ons land de voornaamste uit voerder voor lichte gezuiverde oliën. Neder- landsch-Indië verkoopt aan België tabak, olie houdende granen en rubber. En wat Belgisch Congo betreft, zal het wellicht overbodig zijn het belang van onze kolonie voor de bevoorrading van het moederland aan grondstoffen te doen uitschijnen 95 p. c. van het in België verbruikte tin worden in Congo aangekocht 80 p. c. van de zeer groote hoeveelheden van ruwe koper die we bewerken 25 a 30 p. c. van ruwe katoen en ver der niet onbelangrijke voorraden loodertsen, dia manten, rubber, hout en jute en meer andere nog. Ten slotte hebben we nog, Noord- en Zuid-Ame- rika. Inzake levensmiddelen is nagenoeg al het versche rundvleesch dat we in het buitenland aankoopen van Amerikaansche herkomst. Brazi lië en Haïti leveren aan België meer dan de helft van de koffie die we invoeren. Het eerste import- land voor de vruchten zijn de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. De Vereenigde Staten voor zien ons, voor de helft, in onze behoeften aan olie koeken, voor de graangewassen vormen Argen tinië met de Vereenigde Staten, de voornaamste en meest stabiele markt voor België. Ongeacht ertkele duizende ton, koopt België al zijn maïs in Amerika. Aan grondstoffen hebben we niet minder aan de Amerikaansche staten te danken. Na Finland en Rusland zijn de Vereenigde Staten voor Bel gië de voornaamste markt voor gezaagd hout en een der hoofdzakelijke markten voor papierpap. De Vereenigde Staten nemen de eerste plaats in, als invoerders van tabak, smeerolie, gasoil en pa raffine. Groote hoeveelheden van lichte gezuiver de olie worden verder door België in de Veree nigde Staten aangekocht. De Vereenigde Staten, samen met Brazilië en Peru, voorzien ons land,, voor 35 p. c., aan onze behoeften in katoen. Ver der importeeren we uit Zuid-Amerika koperert sen uit Bolivië loodertsenen uit Mexico het grootste gedeelte der ingevoerde zinkertsen. Ten slotte, koopt België in Argentinië oliehoudende granen, ruwe wol en ruwe huiden. Uit dit overzicht, dat zoo volledig mogelijk is. althans wat betreft de voornaamste posten die op onze handelsbalans aan levensmiddelen en grond stoffen voorkomen, blijkt hoezeer de rol, vervuld in de bevoorrading van het land door de Duitsch- Russische groep, relatief bescheiden is. In hoofd zaak zijn de Belgische voedingswaren en grond stoffen afkomstig van de Britsch-Fransche groep, van het neutrale Amerika en van de neutrale Oslolanden. Daarbij kan het niemand ontgaan in welke mate de Belgische importhandel afhanke lijk is van het verkeer ter zee. Zeker neemt Ne derland in de bevoorrading van België een zeer voornaam aandeel in, maar de economische mo gelijkheden van Nederland zijn evenzeer als deze van België afhankelijk van zijn handel met over- zeesche gebieden. België zal, gedurende de oorlogsmaanden die volgen, voor een dubbele moeilijkheid staan met de belligerenten en met de neutrale landen zijn nieuwe accoorden af. te sluiten het vervoer over zee moet verzekerd zijn. De onderhandelingen die door de regeering werden aangeknoopt gaven reeds zekere resultaten die vrij aanmoedigend zijn. Zooals Nederland in 1914-1918 kunnen we geleidelijk tot een zeer dragelijk modus vivendi geraken. Ik vrees evenwel dat het spoedig zal blijken hoe kwetsbaar we zijn wegens om onze tekorten op het gebied van de handelsvloot. Dit te verhelpen door het aankoopen, het huren en het bouwen van schepen, wil me 'voorkomen als een eerste en grootste noodzakelijkheid. Cours d/e piano, de violon et de solfège, par Professeurs diplomés des conservatoires royaux de Gand et de Bruxelles, le lundi et jeudi de 2 a 7 heures. Participation des élèves au concours international du Jury Central de Bruxelles. Pour inscriptions et renseignements, s'adres- ser, 50, rue de Lille, Ypres. Les cours se don- nent en flamand et en francais. (1682) tHHHHHMWWMMIIHKHHHKIIHHHIIIIUH

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1939 | | pagina 4