Politieke Sprokkelingen 2 Le 20 Anniversaire de La Région d'Ypres VRAACT CRISTAL - CH AUDFONTAINE I Oi> doit faire remonter la fondation du journal a line proposition faite. au club vprois de Pope ringhe, en sa reunion du 27 février 1920 M. Hec- to' Schmidt v émit l'idée de fonder un journal -pi t ial pour défendre les droits et les intéréts de- sinistrés. A eet te epoque, en effet, rien n'a- vait encore éte fait qui encourageat les Yprois i rentrer chez eux au contraire, les réclamations de- anciens habitants qui désiraient reconstruire ie rencontraient dans les sphères ministérielles que lenteurs et paperasseries. Monsieur Schmidt estimait que sans journal les sinistrés n'abouti- raient jamais a rien, et, découragés, ne persiste- raient plus a vouloir revenir dans leur pays. Cette proposition fut favorablement accueillie et discutée. Le 7 mars suivant, l'idée fut examinée par le congres des clubs des sinistrés. qui se tenait a Ypres. Ce congrès était dü a l'initiative du club Yprois d'Ostende. II v fut décidé entre autres choses. de demander une audience au Roi afin d'obtenir finalement l'approbation des plans de reconstruction des communes de l'arrondisse- ment d'Ypres. Nous avons parlé, en notre numé ro du 16 mare du splendide résultat obtenu par cette démarche. Ce même congrès, oü s'étaient rendus des délégués de nombreux groupements communaux. et des clubs yprois de Poperinghe, Ostende, Gand. Courtrai. Bruxelles. etc. décida définitivement de fonder un journal régional, destiné principalement a faire valoir les griefs des sinistrés. Le club yprois de Poperinghe fut chargé de réaliser cette idéé et a eet effet il ob- tint le soutien de l'Association des Sinistrés de la Flandre occidentale. Et e'est ainsi, a la suite d'études et de démar ches diverses. que M. Dumortier. imprimeur, pro- visoirement installé rue d'Ypres a Poperinghe, accepta d'imprimer le journal. Le premier nu méro parut le 25 avril 1920. II fut vendu a Ypres par Souxdorf dans leur petite baraque si- tuée rue du Verger, au bord de l'Yperlée coulant a ciel ouvert. Nous n'allons pas nous étendre sur les ser vices rendus a la cause des sinistrés par la vail- lante Région d'Ypres. Son influence fut énorme, surtout a Bruxelles. On peut dire que sans la Région d'Ypres les sinistrés n'auraient pas pu obtenir la dixième partie de ce qu'ils ont obtenu tant au point de vue de leur avoir personnel que du patrimoine économique de la région. Elle contribua done énormément a la renais sance de l'arrondissement d'Ypres. Aujourd'hui que la reconstruction est chose faite, la Région d'Ypres continue a ètre la tribune largement ouverte a tout ce qui peut intéresser la défense des droits des sinistrés et les intéréts de la Ré gion. Mais le souvenir des services rendus jadis s'oublie si vite Qu'il nous soit permis de rappeler ici la cam pagne pour le paiement des demmages de guerre et la grande manifestation du 13 avril 1924, alors que le gouvernement avait arrêté tous les paie- mentsses nombreux articles pour la restaura- tion du Canal Ypres-Yser, pour la reconstruction des édifices d'Ypres, le retour du Tribunal a Yprescelui de la garnison, de l'Institution Royale de Messines, de l'Ecole de Bienfaisance, peur la restauration du Canal Ypres-Comines, etc. etc. Par ses nouvelles locales, par ses compte-rendus de tous les événements yprois, elle reflète fidèlement la vie de notre ville et a ainsi rendu et rend encore de précieux services. M. Dumortier a grandement mérité de ses con- citoyens sinistrés. Les collaborateurs du journal, dans les pre mières années de ses luttes les plus chaudes, fu- rent bien nombreux. Citons MM. Geuten de Wer- vicq l'avocat René Begerem qui rédigea dans le premier numéro, la présentation du journalJu- lien Antony, le notaire De Cock, l'avocat Van der Mersch, Robert Froidure, Aimé Vannieuwen- hove, Hector Schmidt, Jules et Arthur Brulez, les pseudonymes Poorteklokke, Pé van de Kruis- straete, Bruyère et l'incomparable Sissen Van 't Hoornwerk, de caustique mémoire; MM. Arthur ButayeJules TasseelMax et Robert Glorie, avocatsAimé, Emile et Isaï GruwezEugène GlissouxJuli'en TahonHector Vermeulen Fournier Deleu Denys, instituteur l'avocat H. SobryR. Declercq Nestor Angloo, etc. etc. Encore ne mentionnons nous que ceux de la pre mière heure. lis ont fait que le nom de la Région d'Ypres est inséparablement uni a l'histoire de ce qu'on appelle le miracle des Flandres. La Région d'Ypres a ainsi déja rempli une large part de la tache qui lui fut assignée. Espé- rons que par ses efforts redoublés elle parviendra a la mener a bonne fin. Le Comité de Rédaction. Skandinavië in branding Wordt Italië door Duitschland op sleeptouw genomen Verwik kelingen tusschen Holland en Japan Nieuwe Duitsche aanvallen. Indien deze huidige oorlog maanden lang velen terecht ontstemde en wanhopig maakte door een nimmer-niets-gebeuren, plotseling is hierin toch een ontstellende wijziging in geko men. Met de overrompeling van Denemarken en den strijd tegen de Noren,heeft Duitschland ge vaarlijk werk verricht, waarvan de gevolgen zich reeds in zijn nadeel doen gevoelen. Het staat vast, het verloop van den strijd toont het op een afdoende wijze aan, dat de Duitschers het verlangde meesterschap over de zee niet heb ben behaald. Voor het begin van het Skandinaafsche drama bedroegen de Duitsche verliezen op zee 64 sche pen of 199.651 ton. Op het tegenwoordige oogen- blik beloopen hun verliezen reeds bij de 400.000 ton. Engeland verloor eveneens oorlogseenheden, maar deze verliezen verwekken niet den minsten indruk noch onrust. Engeland's faam als ridderlijke verdediger van weerlooze aangevallen staten, was in den laat- sten tijd erg aan het verkleuren. Polen en Fin land hadden geen werkelijken steun genoten. Zou er op dezelfde wijze met Noorwegen gehandeld worden NeenVan af het eerste oogenblik van den aanval nam Engeland er ten volle deel aan. Hier bij dient dadelijk gevoegd, dat de bezetting van Denemarken en Noorwegen, ook een recht- j streeksche bedreiging was voor het machtige j Albion. Duitschland heeft in Noorwegen eenige punten van strategisch belang veroverd. Maar voor hoe lang nog Bevoordeeligd door het judasspel van lafhartige Hitleriaansche gezinden (en de blinde onderwerping van Denemarken) kon het zich zonder moeite meester maken van de meeste Noorweegsche havens. De Noren, wier leger dagelijks op beteren voet wordt gebracht, aangemoedigd en ondersteund door de verbondenen, bieden krachtdadig en moedig het hoofd aan den overweldiger, die iede- ren dag voor grootere hinderpalen komt te staan. Het medestrijden van de geallieerden is hier van een overwegend belang. Waar de Hitlerianen groote moeilijkheden ontmoeten met him toevoer van versterkingen en levensbehoeften, daar kun nen de Engelsch-Fransche strijdkrachten zich vrijelijk en gemakkelijk bewegen. Duitsche booten met soldaten en krijgsmate- riaal werden door de verbondenen in den grond geboord. Maar van al de Britsche schepen, die dezer dagen hulp brachten aan Noorwegen werd geen enkel van Duitsche zijde aangevallen. Hier komen we dus tot een besluit, dat be krachtigd wordt door de krijgsverrichtingen te water, en door een andere pers met passie wordt bestreden Engeland heeft het meesterschap over de zee. Thans zijn er in Noorwegen reeds een 30.000 tot 45.000 verbondenen, die de Noren in eigen land hulp hebben aangeboden. Belangrijke en doel treffende operaties zijn er aan den gang. Overal houdt Engeland onafgebroken de wacht. En wan neer het eveneens genoodzaakt moest worden, om zijn indrukwekkende slagschepen in lijn te stellen, dan zou Duitschland wel - het ergste te verduren hebben. De halve Duitsche zeemacht wacht op haar ondergang» bekende M. Reynaud eenige dagen geleden. Inderdaad, sinds den Duitschen aanval op Denemarken en Noorwegen is de uitwerking van de Britsch-Fransche blokkade verdubbeld. Langs Narvik zullen de Hitlerianen thans geen ijzererts meer kunnen verzenden. Sprekend over de gebeurtenissen in Skandinavië verklaarde Chamberlain, dat de Duitschers al daar een groote misrekening hebben geboekt. En meer en meer heeft de Britsche eerste minister vertrouwen in de volledige zegepraal van de ge allieerden. Een vraag, die duizenden zich ^tellen is wel dezeZal Zweden zijn onzijdigheid kunnen handhaven We gelooven van neen Het dient openhartig bekend, dat Zweden te kort gekomen is aan zijn broederlijke plichten jegens Noor wegen. En de Zweedsche politiekers moeten toch wel naïef zijn, van te denken, dat zij het grijn- het volmaakt tafelwater Depot BROUWERIJ J. G. DONCK 8. Lombaardstraat, YPER. Tel. 255 zend en dreigend oorlogsmonster buiten hun grenzen zullen kunnen houden. We hebben in de vorige Politieke Sprokke lingen gewag gemaakt van de pro-Duitsche hou ding van de fascistische leiders. De huidige Italiaansche houding heeft de volle aandacht weggekaapt van de Engelsch-Fransche overheden, alhoewel dezen zich over dit geval niet ongerust maken. Sinds den brutalen Duitschen aanval op het weerlooze en lamlendige Denemarken en het moedig-weerstand biedende Noorwegen, heeft de Italiaansche pers zich tegen de verbondenen ge kant. Voor de tweede maal stippen we zulks aan. De Engelschen hebben dan eveneens grootelijks gelijk, wanneer zij verkondigen, dat deze Duit sche vooringenomenheid niet overeenstemt met de gevoelens van de algemeene Italiaansche na tie en noch veël minder met deze van het Vati- kaan. Men is dan ook van meening dat de Musso- liniaansch-Duitsche politiek weldra ten volle tot uiting komen zal. Ondanks het feit dat de laatste zending van vo* Ribbentrop geen diplomatisch sukses was, wordt nu vooropgezet dat het onderhoud van de 2 volks leiders op den Brenner een radicale wijziging zou teweeg gebracht hebben en Italië en Duitsch land nader tot elkander hebben gevoerd. Daar fluisterde Hitler den licht-geloovigen Mussolini toch in het oor, dat de vijandelijkheden tege* het einde van de Lente in het voordeel van Duitschland zouden uitvallen.Nu, missen is menschelijk... Twee Italiaansche eskaders houden thans oefe ningen voor de kust van Sicilië en van Albanië. Deze vlootbewegingen worden beschouwd om Duitschland in zijn strijd aan te wakkeren. En ook opdat de geallieerden hun vloot niet zouden versterken in de Noordzee, met het wegnemen van eenheden uit de Middellandsche zee. Het nieuws doet de ronde dat de Hitlerianen een offensief wenschen te ontketenen. Zoo wordt er geloeroogd op Roemenië, Holland en Honga rije. Bevestigd wordt dat Duitschland zijn mis lukt optreden in Skandinavië maar moeilijk kan vergeten. Nieuwe overwinningen moeten het troosten. Zoo Duitschland Roemenië aanvalt, zou Italië eveneens zijn roemrijke heldhaftigheid bewij zen met het overrompelen van Zuid-Slavië. Op deze wijze zou een eventueele samenwerking tus schen het land van koning Carol en Zuid-Slavië uitgeschakeld worden. Indien deze veronderstellingen werkelijkheid moesten worden zou de Fransch-Engelsche hulp- Verleening niet uitblijven. Uitgebreid tot in Zuid- en Oost-Europa zou de oorlog in een phase van groote werkelijkheid treden en spoedige eindbeslissingen afdwingen. Maar vooraleer zoo'n gevaarlijk avontuur te wagen, zal Italië wel nog eens rijpelijk alles over wegen... Deerlijk geknakt en ontredderd zou het uit dezen strijd kunnen komen En Ethiopië e* Albanië dan?... Brr Brr!... Wij komen nog voor een andere gebeurtenis te staan, die velen met verbazing sloeg. Het betreft Japan en Holland. In korte woorden eenige in lichtingen hierover Elke wijziging aan de standregelen der Hol- landsche overzeesche bezittingen, hoe onbedui dend die ook moge wezen, zou een oogenblikke- lijke reaktie van Tokio uitlokken. Deze zou zich kunnen voordoen in drie geval len a) Wanneer Engeland Nederlandsch Indië moest bezetten b) Indien hetzelfde moest verricht worden door Duitschland c) Wanneer Nederlandsch Indië onder het pro- tektoraat van de Vereenigde Staten moest komen te staan. In de Hollandsche rijke kolonie heeft Japan groote ekonomische belangen te verdedigen. Daar zijn er groote voorraden van suiker, rubber en tin. Het land van den Mikado zou echter nimmer trachten Nederlandsch Indië gewapenderhand in te palmen, daar het zich enkel wil beperken tot een wederzijdschen handel met de Hollandsche overzeesche bezittingen. Zoolang de toestand in Nederlandsch Indië de Japansche handelsbetrekkingen niet belemmert, voorziet Tokio aldaar geen militair optreden va» zijnentwege. Een Japansch oprukken tegen de Hollandsche koloniën, hetzij om er de Engelschen of de Duit schers te bestrijden, ware niet alleen een groote ramp voor het intellektueele Holland, maar ook in ons land, en bijzonderlijk in Vlaanderen, zou den we er den weerslag van gevoelen. O. O.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1940 | | pagina 2