BANK van BRUSSEL 2 KUNSTSCHILDER LOUIS DEL6EKE EN DE DELBEKE-ZAAL Agentschap te Yper, 13, d'Hondtstraat. ITT DF. OUDE DOOS (Vervolg) C. De overige paneelen Besprekingen 4 Dee. 1886 - 9 April 1887 De Minister laat aan den Raad weten dat hij, na goedkeuring door de Koninklijke Commissie an Monumenten van het 2* paneel door Delbeke uitgevoerd, de subsidie (laatste schijf) laat toe komen aan de stad. In dezelfde zitting leest de voorzitter van den Raad, burgemeester Van Heule, een brief voor van kunstschilder P. De Vigne die gelukkig is het werk van den miskenden kunstenaar Del beke te mogen begroeten. Hij heeft de schilde rijen onderzocht en bestempelt ze als la tenta- tLve la plus heureuse de peinture monumentale qui ait été faite dans notre pays.Door het ka rakter, de harmonie en de sobere middelen. gaan deze producten naar de groote tijden van de schilderkunst toen er een goede overeenkomst bestond tusschen de architectuur en de schilder kunst Hij looft Delbeke als een schilder die de wetten van de architectonische schilderkunst op scrupuleuze wijze heeft onderhouden. Hij vraagt dat het werk door Delbeke eet artiste, qui vient de donner une preuve si évidente de maï- trise zou worden voortgezet, zonder dat men zich zou laten ontroeren of beïnvloeden door la critique inconsciente qui s'acharnera longtemps encore sur une oeuvre congue absolument en de- hors de la routine. Laat aan Delbeke alle vrij heid en eens zal leper een waar kunstwerk tel len (2 Dec. 1886). Een tweede brief is gericht aan Burgemeester, Schepenen en Raadsleden en komt van een groep artisten die hun indrukken mededeelen na een bezoek aan de afgewerkte paneelen. Naar nun oordeel zal Delbeke prachtig werk maken als hij in kalmte mag voortwerken. A voir les deux premiers panneaux, si sobres d'as- pect et d'allure si originale, qu'il vient d'exécu- ter, il semble que l'architecte du monument et l'artiste qui le décore se soient concertés pour réaliser un tout harmonieux et complet.Zij wij zen eveneens op de gelukkige eenheid tusschen schilderwerk, architectuur en betimmering. De artist heeft volledig in den geest van de deco ratie van de kathedraal van Siena gewerkt. Naar den raad van de Koninklijke Commissie voor Monumenten zal hij thans verder ,de verschil lende paneelen met decoratieve motieven ver binden. Zij drukken ook de hoop uit dat Del beke in volledige vrijheid zal mogen werken et qu'il n'ait pas a craindre, quand il reprendra ses pinceaux d'avoir encore a les abandonner. Deze brief is geteekend door de kunstschilders: Jos. Stallaert, Hermans, Paul de Vigne, ~C. Van Camp, Markelbach, Jan Verhas en Auguste Serrure. Naar de heer Burgemeester mededeelt kreeg ook dhr Van Ysendijck, de hersteller van de St- Maartenskathedraal. een gunstigen indruk, toen hij het werk zag. Verder kwamen nog leden van de Koninklijke Commissie voor Monumenten het schilderwerk bekijken (M. Rousseau, inspec teur général des Beaux-ArtsPauli, Professor aan de Universiteit te Gent en Beyaert, archi tect) en loofden het. Daarom vraagt de hr Burgemeester een nieuw crediet, alhoewel hij toegeeft dat deze tableau's niet het geluk hebben iedereen te voldoen. Een verwoed tegenstander van dit voorstel ver klaart zich de heer Van Daele. Deze beweert dat 9/10 der bevolking niet van de schilderijen hou den en namens deze meerderheid criticeert hij het werk en zal hij tegen het crediet stemmen. Hij verwondert er zich over dat artisten, welke hoegenaamd geen opdracht hiertoe hebben ge kregen, brieven zenden naar het stadsbestuur, uit sluitend om drukking op de raadsleden uit te oefenen. Op een antwoord van dhr Burgemeester, die een overzicht geeft van de feiten en die het be zoek van deze artisten als de vervulling van een belofte tegenover Delbeke beschouwt, verklaart raadslid Van Daele niet hun eerlijkheid te be twisten maar vindt het misplaatst dat zij een werk willen doen bewonderen dat ons en vele anderen mishaagt. De hr Burgemeester heeft zich alleen willen dekken, ingevolge de critiek. met een berede neerde appreciatie. Sommige raadsleden verklaren zich onbevoegd, maar drukken echter hun wantrouwen uit betref fende de beoordeeling van het werk door de heeren De Vigne en consoorten. De heer Bossaert deelt aan den raad mede dat de Koninklijke Commissie voor Monumenten vastgesteld heeft dat het tweede paneel een UWE MAAG WIL NIET MEER MEE? 't Komt van koffie en van thee. Wilt gij dat verhelpen, dra, Drinkt de Cichorei PACHA grootere waarde heeft dan het eerste, dat in de volgende paneelen een beperkter aantal figuren zouden moeten voorkomen, en dat deze paneelen zouden moeten afwisselen met composities welke in verband staan met het te herinneren histo risch feitwat bewijst, zegt hij, dat men wel twijfel mag koesteren over de waarde van wat reeds werd gemaakt. Hij stelt daarom voor an dere kunstenaars hun oordeel te laten kennen. Is dit oordeel eensluidend dan zal hij zich onder werpen. Dit voorstel wordt echter niet aangenomen door het schepencollege, daar zulke handelwijze zou gelijk staan met een controle op deze ar tisten en op de Koninklijke Commissie voor Mo numenten. Er wordt dan ook geen beslissing over de toe lage genomen Bij de volgende bespreking van het budget 11 December 1886 wordt weerom het groot ste gedeelte der zifting aan hetzelfde punt ver siering der westelijke Hallezaal gewijd. Raadslid Van Daele hernieuwt de critiek geuit tijdens de vorige zitting en verklaart tegen elk crediet te zullen stemmen. Wij hebben, zegt hij, eenerzijds het publiek, dat bijna eensgezind, het werk van Delbeke veroordeelt, en anderzijds de uitspraak van bevoegde artisten die "het werk zonder voorbehoud goedkeuren. Maar het pu bliek is soms meer bevoegd dan de artisten zelf, beweert hij, en daarom rangschikt hij zich bij deze meerderheid. Trouwens de Raad was slechts gebonden voor twee paneelen daar deze afgewerkt zijn, heeft hij opnieuw volledige vrijheid. Burgemeester Van Heule weerlegt het argu ment van de bevoegdheid van het publiek en haalt treffende voorbeelden aan van den slech ten smaak van het publiek, onder meer bij geval len van het afbreken van oude artistieke wonin gen. Trouwens heel wat Ieperlingen, zegt hij, zijn een tegengestelde meening toegedaan. Ove rigens beteekent het behoud van het crediet geen enkel engagement tegenover Delbeke. Maar de heer Van Daele geeft zich niet gewon nen en hernieuwt zijn critiek hij trekt vooral van leer tegen en betwist de competentie van de artisten. Nu mengt zich ook schepen Bossaert in het de bat hij heeft bezwaren tegen de deugdelijkheid van de uitgevoerde werken die reeds door de vochtigheid werden beschadigd en al moesten hersteld worden. Na verdere discussie komt schepen Cornette voor den dag met een brief van schilder Delvigne die verklaart dat hij graag de beoordeeling over het werk van Delbeke aan een nieuwe jury wil overlaten. Het werk van Delbeke heeft niets te vreezen van deze nieuwe proef en zijn talent zal de zegepraal behalen. Daarom stelt schepen Cor nette voor het bedrag van 4.000 fr. in de begroo ting te behouden, maar het slechts te gebruiken wanneer de raad volledige voldoening heeft. Eindelijk gaat de raad over tot de stem ming over de volgende vraag Moet de hr Delbeke belast worden onmiddel lijk het werk voort te zetten Stemmen neende hh. Bossaert, de Stuers, Gaimant, Verschaeve en Van Daele. Stemmen ja de hh. Cornette, Beaucourt, Gra- vet en Van Heule. Onthouden zich de hh. Soenen en Poupaert. Op de vraag Moet er 4.000 fr. behouden blij ven op het budget van 1887, mits goedkeuring door den raad van de schetsen door Delbeke aan te bieden wordt als volgt gestemd Ja de hh. Bossaert, Cornette, Soenen, Beau court. Gravet en Van Heule. Neen de hh. de Stuers, Verschaeve en Van Daele. Onthouding Gaimant en Poupaert. Was de zaak hiermede beslist en uit de baan Geenszins Op verzoek van raadslid Van Daele wordt een maand nadien (29 Januari 1887) de kwestie terug op de dagorde geplaatst Sedert de laatste zitting, zegt hij, is het werk van Delbeke door een andere groep artisten on derzocht geworden en deze hebben het volledig goedgekeurd. Maar nu heeft de pers er zich mee gemoeid (L'Etoile beige Le Progrès. Brussel Le Progrès. leper Journal d'Ypres) en daarom vraagt hij dat de Raad het werk niet late voort zetten, want 1) men weze voorzichtig en late zich door de polemiek in de pers niet beïnvloeden, 2) het werk van Delbeke is reeds gedeeltelijk geschonden door de vochtigheid en moest al her steld worden. Naamlooze Vennootschap De Bank beveelt U het HUREN VAN HAAR BRANDKASTEN aan «m U te vrijwaren tegen risico van diefte en brand. Zij stelt te uwer beschikking hare GEBLINDEERDE ZALEN voor de BEWARING onder verzegelde omslag of kisten, va* uwe KOSTBARE VOORWERPEN (kunstwerken, schilderijen, zilverwerk). Zij raadt U aan uwe TITELS in ZEKERHEID TE PLAATSEN bij haar in VRIJE BEWARING. 3) de Raad staat volledig vrij tegenover Del beke. Raadslid Van Daele stelt een motie voor van 3 jaar uitstel. Deze wordt echter door den hr Burgemeester onontvankelijk verklaard. Het schepencollege heeft echter een nieuw voorstel een nieuwe commissie aanstellen die het werk van Delbeke zal onderzoeken 1) op gebied van de innerlijke waarde van het werk 2) op gebied van de duurzaamheid van het werk. Is dit verslag gunstig dan is het niet noodig dat er drie jaar wordt gewacht. De heer Bossaert is thans ook dit voorstel ge negen hij zou dhr Van Daele steunen indien de schilder geen man van 65 jaar was. Hij betreurt de polemiek die zich rond dit geval heeft ont wikkeld, vooral daar de schilderijen van dhr Pauwels er werden bijgesleurd, soms op onrecht vaardige wijze. Het voorstel Van Daele wordt verworpen met 7 stemmen tegen 1+3 onthoudingen. Het sche pencollege zal dus een nieuwe jury aanstellen. Dit geschiedt in de volgende raadszitting van 19 Februari 1887. De commissie zal bestaan uit Em. Wauters, kunstschilder te Brussel. Nic. De Keyser, directeur Academie van Schoone Kunsten te Antwerpen. A. Robert, kunstschilder te Brussel. K. Verlat, kunstschilder te Brussel. A. Cluysenaer, kunstschilder te Brussel. V. de Stuers. inspecteur Schoone Kunsten te 's Gravenhage. Helaas Veel succes heeft de raad met zijn jury nietDe Keyser is ziek. K. Verlat heeft niet ge antwoord. E. Wauters is nog niet kunnen komen om wille van zijn gezondheidstoestand. Enkel de hh. de Stuers, Cluysenaer-en Robert hebben een bezoek gebracht en een rapport opgesteld. Dit is volledig gunstig en besluit dat de schil derijen van Delbeke in gelukkige harmonie zijn met de architectuur van het gebouw ook wat de duurzaamheid betreft zijn de verslaggevers volkomen gerust. Het eerste paneel heeft wat ge leden omdat de schilder te vlug aan het werk is gegaan op een pas herstelden muur. Nog kan de heer Van Daele niet akkoord gaap met deze besluiten en zegt dat hij zich de han den waseht en geen verantwoordelijkheid wil nemen. In deze zitting (2 April 1887) deelt de voor zitter mede dat de Koninklijke Commissie de schetsen van de groote helft der uit te voeren decoratie heeft goedgekeurd en vraagt daarom aan den raad de voortzetting van het werk door kunstschilder Delbeke te beslissen. Dit wordt dan ook gedaan met de volgende stemming Ja de hh. Bossaert, Cornette, Soenen, Beau court, Gravet, Van Heule. OnthoudingBrunfaut, Gaimant, Poupaert. Verschaeve en Van Daele. De Uitvoering van het werk (1887 1891). Enkele dagen na deze beslissing deelt de hr Delbeke den raad mede dat hij binnen een maand tijds de schetsen zal laten geworden. Rond het tijdstip van Mei-Juni 1887 mogen wij dus den aanvang plaatsen van de uitvoering van de volgende paneelen van Delbeke. Dat er thans regelmatig wordt aan voort ge daan, bewijzen telkens de sommen die in de ver schillende begrootingen van 1888, 1889. 1890, 1891 worden goedgekeurd. Na den dood van L. Delbeke op 25 Februari 1891 is het werk zoo ver gevorderd, dat het acht ste paneel nog onvoleindigd is en het negende (laatste) paneel slechts aangevangen is. Kunstschilder Frans Vinck uit Antwerpen, die reeds vroeger te leper in de Halle werkzaam was. had gevraagd met de voortzetting van het werk belast te worden, maar wanneer hij de paneelen onderzocht had, drukte hij den wensch uit et- niet te raken. Toch deelde hij den burgemeester (Surmont de Volsberghe) mede welke paneelen zouden kunnen overschilderd worden Bij de bespreking van het budget van 1892

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1940 | | pagina 2