MERRY
Corporatisme in de Middeleeuwen
Vlaamsch - Duitsch
Hulpboekje
Zooals voorheen
4
De herinrichting
>an het Spoorwegverkeer
99
99
35, BOTERSTRAAT (Hoek der Paterstraat)YPER - Tel. 260
LUXE-, NAT-, DROOG- en KILOWASCH PRESSING
Verordening voor het vervoer per spoor
Leest en verspreidt HET YPERSCHE
ECONOMIE. [)e Dienst van 's Lands Heropbouw
Reeds in de 11 eeuw waren in de Nederlanden
heel wat steden ontstaan waar handel en nijver
heid bloeiden, maar later in de 12" en de 13'' eeuw
konden deze handel en deze industrie zich nog
verder ontwikkelen en nieuwe steden doen ont
staan. In deze steden, waaronder leper, was de
handel het voornaamste bestaansmiddel. De stad
was immers ontstaan omdat er handel gedreven
werd op een bepaalde plaats. Te leper was dit
aan den boord van de Ieperlee, vlak nabij de
heerlijkheid van St Maartens.
Daar nu de handel de voornaamste bedrijvig
heid was der stedelingen, is het licht te begrij
pen dat de kooplieden de belangrijkste groep van
de stedelijke bevolking uitmaakten. Zij dreven
te dien tijde den handel in 't grootzij voerden
de grondstoffen in. zoo bv. te leper de wol, en
voerden de afgewerkte producten, hier het la
ken, uit. Om hun handel te bevoordeeligen en te
vergemakkelijken hadden zij zich vereenigd in
gilden en hanzen, waarin zij zich onderling be
schermd gevoelden. Niet alleen werkten zij aldus
samen om hun handel uit te oefenen en zich te
verdedigen tegenover de vreemdelingen maar ook
vereenigden zij gansch den stedelijken handel in
hun handen en vormden aldus voor bepaalde
waren ware handelsmonopoliums. Zij waren im
mers de invoerders van de grondstoffen en kon
den ze dus naar willekeur verdeelen onder de
ambachtslieden die ze te bewerken kregen. De
wevers stonden zoo ook onder hunne voogdij en
onder hunne bevelen en eens dat het laken was
vervaardigd waren zij het weerom die het uit
voerden.
De ambachtslieden waren dus zeer nauw ver
bonden met de kooplieden zij vormden er als
het ware slechts een economische eenheid mee,
alhoewel zij afhankelijk waren van de gilde der
kooplieden. Om hun werk uit te oefenen hebben
zij zich dikwijls plaatselijk aaneengesloten en
zoo komt het dat zij dikwijls dezelfde wijk be
woonden dit was ook te leper het geval, en he
den is daar nog de herinnering aan in de oude
straatnamen de oude Houtmarktstraat, waar de
houtverkoopers woonden, de oude Kleermarkt
thans Merghelynckstr. de vroegere Beenhou
wersstraat thans Stationsstraat.
Eigenaardig maar toch niet te verwonderen in
den bovengeschetsten toestand van zaken is dus
dat de kooplieden terzelfdertijd de inrichting van
de lakennijverheid in hunne steden bestuurden.
In de weefnijverheid verdeelden zij de wol en
doen zelf den verkoop van het voortgebrachte
laken. In dezen bedrijfstak zijn de ambachts
lieden veel minder zelfstandig dan in de andere
ambachten, waar de werklieden hunne voort
brengselen rechtstreeks aan den verbruiker kun
nen verkoopen. In de lakenindustrie, meer dan
in om het even welk ander bedrijf, zal deze voog
dij leiden tot een steeds volmaakter afwerking
van de producten toch kunnen de ambachts
lieden deze inrichting niet als dwang beschou
wen, daar de rechten en plichten der beide par
tijen in den loop der tijden werden vastgelegd
en deze rechten en privilegiën waren op den duur
zoo groot dat de gilden hunne vertegenwoordigers
mochten aanduiden in de schepenraden.
De vereenigingsgeest welke deze handelaars
en ambachtslieden uit de Middeleeuwen beziel
de schijnt in een hernieuwden vorm in onze 20''
eeuw te willen doordringen. Zijn bv. niet de in-
richtingsvormen van twee der grootste Europee-
sche Staten, Duitschland en Italië, doordrongen
van de idee van het corporatisme Meer en meer
klinken bij ons ook stemmen op om dien weg
in te slaan, om de vereenigingen van patroons en
werklieden dien nieuwen weg te doen opgaan, in
stede van het vernietigende systeem van de mo
derne syndicaten, waarin overhoop alle mogelijke
arbeiders en niet-arbeiders werden opgenomen,
alleen maar om de politieke belangen van een
klasse of caste te dienen, en niet de belangen
van den arbeider en de volmaking van het vak
dat deze uitoefent. Deze nieuwe richting is de
eenige juiste weg die te volgen is.
Benoeming van Provinciale en Gewestelijke
Commissarissen.
In datum van 15 Augustus 1940 werd volgende
mededeeling door Belgapress bekend gemaakt:
De Heer Verwilghen, commissaris-generaal van
den heropbouw, heeft de laatste weken een zeer
moeilijke taak te vervullen gehad, want terwijl
de heropbouw zonder de minste vertraging moest
worden begonnen, was het noodzakelijk tegelij
kertijd de noodige diensten in te richten en het
geheele organisme te scheppen dat den heropbouw
mogelijk moest maken.
Hoe zwaar die taak was, kan men zich moeilijk
voorstellen. Aan de eene zijde ontbrak elke ver
keersmogelijkheid, telefoon, telegraaf waren on
bruikbaar en de briefpost vroeg soms meer dan
een week eer dat men antwoord had. Aan de an
dere zijde was men vaak in het ongewisse om
trent de verblijfplaats van iemand waarop men
beroep zou willen doen, hetzij om hulp of mede
werking te verkrijgen, hetzij men soms dringend
noodzakelijke inlichtingen wenschte.
Niettegenstaande al deze moeilijkheden, is reeds
geweldig veel werk verzet, zoowel wat den her
opbouw als de inrichting der diensten betreft.
Afgezien van tal van algemeene maatregelen
is de toestand bij de spoorwegen thans zoover,
dat te voorzien is, dat op het einde der maand na
genoeg alle spoorlijnen weer zullen in gebruik
genomen worden, misschien wel voorloopig met
beperkte diensten en niet met de snelheid, waar
mede vroeger gereden werd, maar ook dit zal van
dag tot dag verbeteren.
Ook wat het steenkolenvervoer betreft heeft hij
zijn vroeger uitgesproken gedachten tot waarheid
kunnen maken. De kanalen zijn zoover ontruimd,
dat reeds uit twee steenkolenbekkens de kolen
kunnen worden afgevoerd. Nog wel niet door
gansch België heen, maar de groote steden zijn
reeds bereikbaar en voor het overige van het land
zal het slechts een kwestie van eenige weken
zijn.
Buiten en behalve deze twee zoo belangrijke
steunpilaren van het economisch leven is reeds
de heropbouw van een dertigtal kerken in gang
gezet, terwijl natuurlijk in tal van plaatsen groo-
tere en kleinere werken konden aangevangen
worden.
In de inrichting van den dienst van den herop
bouw zelve zijn ook snelle vorderingen gemaakt,
zoodat deze thans voor het grootste deel geregeld
is. Elke provincie zal een eigen commissaris voor
den heropbouw krijgen, terwijl groote steden
waar veel werk te verrichten is onder een eigen
commissaris voor den heropbouw zullen worden
gesteld.
Binnenkort zijn een aantal benoemingen tot
deze posten te verwachten.
Enkele dagen nadien reeds, namelijk den 18"
dezer, verschenen de hierboven aangekondigde
benoemingen in het Staatsblad.
Benevens de provinciale commissarissen die
voor iedere provincie aangesteld worden, zijn er
ook nog twee gewestelijke commissarissen be
noemd. namelijk een voor de stad Doornik en een
voor de steden Nijvel, Waver en Perwez.
Voor de provincie West-Vlaanderen wordt de
Heer De Meyere J., burgerlijk bouwkundig inge
nieur te Kortrijk, tot provinciaal commissaris
voor den wederopbouw benoemd.
KOMT TE VERSCHIJNEN
met de meest gebruikelijke zinnen en zegswijzen
uit de gewone taal.
Mei dit Vlaamsch-Duitsch Hulpboekje begrijpt
en spreekt men Duitsch in enkele weken.
Prijs 3 Frank.
GerantL. KNOCKAERT - JOOS
VERVEN NIEUWWASSCHEN DROOGKUISCHEN
ROUW IN 24 UREN
STOPPAGE KUISCHEN EN HERVORMEN VAN HEERENHOEDEN
HERMAZEN VAN DAMESKOUSEN
ALLE SOORTEN STOFFEN KNOOPEN PLISSAGE PICOTAGE
Het Commissariaat-Generaal voor 's Lands Her
opbouw deelt mede
Uit een door de Nationale Maatschappij van
Belgische Spoorwegen ingediend verslag nopens
den heropbouw der kunstwerken die zich op haar
exploitatiedomein bevinden, ontleenen wij het
volgende
Ongeveer 218 bereden spoorbruggen werden
vernietigd het aantal der vernietigde overwel
vende bruggen is nog niet gekend, doch dit is
van minder belang als men weet dat het op deze
punten volstaat de puinen weg te ruimen om de
spoorlijn opnieuw bruikbaar te maken.
De definitieve heropbouw der bruggen vergt
een lange tijdsspanne welke doorgaans een jaar
overtreft voor omvangrijke werken. Daarom
voert de N. M. B. S. tijdelijk voorloopige con
structies uit die in een paar maanden voltooid
zijn.
Zoo werd reeds een aanvang genomen met de
heroprichting van 70 bruggen, waarvan sommige
afgewerkt en andere hun voltooiing nabij zijn.
Men hoopt derhalve volledig klaar te komen vóór
1 October aanstaande.
De bezettende Overheid heeft harerzijds voor
loopige bruggen aangelegd op die lijnen welke
zij wenscht te gebruiken. Thans zijn een 40 tal
werken geëindigd, andere zijn nog niet voltooid.
Een 60 tal bruggen blijven nog te herstellen.
De werken worden nochtans met bekwamen
spoed doorgezet. Behoudens enkele uitzonderin
gen zullen hoogstwaarschijnlijk al de spoorlijnen
terug in dienst kunnen gesteld worden vanaf de
naand October.
Het Verordnungsblattpubliceert een bericht be
treffende de vervoervoorschriften en de prijzen voor
het openbaar vervoer per spoor in het Belgisch bezet
gebied van 14 Augustus 1940. Deze bepalingen zijn in
verband met het vervoer van reizigers en reisgoed
alsmede het vervoer van goederen
1. Vervoer van personen en reisgoed
Slechts de hiernavolgende vervoerbiljetten worden
afgeleverd
a) Enkele biljetten voor volwassenen en voor kinde
ren van 4 tot 10 jaar
b) Gewone abonnementen voor 1 maand en voor 3
maanden (abonnementen met beperkten reisweg)
c) Maandabonnementen voor werklieden en voor be
dienden wier jaarloon 24.000 frank niet overschrijdt
(werkabonnementen)
d) Schoolabonnementen voor 3 maanden voor één
verplaatsing per dag (in plaats van schoolabonnemen
ten voor 3 en 6 maanden en voor gansch het school
jaar)
e) Weekabonnementen voor werklieden geldig voor
6 of 7 verplaatsingen (weekabonnementen voor werk
lieden der private nijverheid)
f) Weekabonnementen voer werklieden voor één ver
plaatsing per week.
De huidige abonnementen met beperkten reisweg
van 3, 6, 9 en 12 maanden worden als geldig erkend,
als ze den stempel dragen waardoor de geldigheids
duur ervan wordt verlengd met een tijdruimte gelijk
aan die waarin zij, wegens het stilleggen van het spoor
wegbedrijf, niet konden benuttigd worden.
Bagage wordt slechts aangenomen tegen voorlegging
van een tenminste tot in het bestemmingsstation, van
de bagage geldig vervoerbewijs en slechts over den op
het vervoerbewijs aangegeven weg.
De kostbare voorwerpen, bepaald bij artikel 60, cijfer
3 van het tarief, worden tot het vervoer als bagage niet
aangenomen.
De spoorweg belast zich niet met het aan huis afha
len en bestellen van bagage.
Aangifte van belang bij de aflevering is niet toege
laten.
Rijwielen, motorrijwielen, kinderwagens, evenals hon
den en andere kleine dieren worden, volgens de bepa
lingen van tarief, ter vervoer aangenomen.
Het loon voor bewaring van handbagage, bedraagt
1.00 fr. per dag en per stuk. Kostbare voorwerpen woi-
den ter bewaring niet aangenomen.
De vervoerprijzen voor reizigers en bagage zijn die
van het in Februari 1940 van kracht zijnde tarief.
(Prijstabel toepasselijk op het vervoer var; reizigers en
bagage in binnenverkeer.)
2. Vervoer van goederen
Goederen worden slechts ter vervoer aangenomen als
stukgoed tegen de prijzen voor ijlgoed of als wagen
ladingen tegen de prijzen der klassen van de algemeene
prijstabel.
Op bepaalde banen, die nog zullen aangewezen wor
den, zal buitendien, het vervoer tegen de voorwaarden
van het tarief voor spoedverzending toegelaten zijn.
Goederen kunnen slechts ter verzending aan huis
afgehaald of bij den geadresseerde aan huis besteld
worden volgens de plaatselijke omstandigheden.
De zendingen mogen niet met terugbetalingen be
zwaard worden. Voorschotten zijn niet toegelaten.
Aangifte van belang bij de aflevering is niet toegela
ten.
Vooralsnog worden slechts groot- en kleinvee even
als paarden ter vervoer toegelaten.
Het gemengd verkegr spoorweg-vliegtuig is niet toe
gelaten.
Postcolli worden vooralsnog ter vervoer niet aange
nomen.
Het gemengd verkeer met den buurtspoorweg is voor
loopig geschorst.