CINEMA «FLORA»
De Huwelijksreis
Staal en Lucht
De vervaardiging en de verkccp
van boter
Besluit betreffende de voortbrenging
van koemelk.
EIGEN WAAR IN EIGEN STREEK
5
AKTUALITEITEN UFA
Vaststelling der prijzen - Afwijking
Telling der voorraden
O
In aansluiting met het besluit betreffende de voort
brenging van koemelk, bevat het Staatsblad van 18
Augustus nog een ander besluit betreffende de vervaar
diging en den verkoop van boter.
Melkerijboter
De melkerijboter mag alleen vervaardigd worden
door de daartoe erkende melkerijen. De erkende mel-
kerij moet een vergunning bekomen voor de vervaardi
ging en den verkoop van boter. Deze vergunning wordt
afgegeven door den Nationalen Zuiveldienst. De vergun
ning tot vervaardiging kan slechts verleend worden aan
de erkende melkerijen, die aan de volgende voorwaar
den beantwoorden
1. De boter verpakken en vervoeren met een zuiver
materiaal, dat den smaak noch den geur der boter kan
veranderen
2. Beschikken over een rein lokaal en een inrichting
die geschikt is om de boter versch te houden
3. De grenzen in acht nemen, vastgesteld voor het
ophalen van de melk en den room;
4. De afzet verzekeren van de voortgebrachte boter,
volgens de belangrijkheid van de produktie, en in de
volgende orde
Aan de melkleveranciers voor de behoeften van hun
huishouden
Aan de kleinhandelaars van de ophalingsstreek
Aan de aangenomen grossiers.
5. Ingeschreven zijn in het handelsregister
6. Een belasting storten van 500 fr.
Navolgende punten hebben betrekking op boekhou
ding. rantsoenen, zegels, bevoorradingsbons, enz., waar
in de melkerijen betrokken partij zijn.
Hoeveboter
Een vergunning kan worden verleend voor de ver
vaardiging van boter op de hoeve. Deze vergunning
wordt afgegeven door den Nationalen Zuiveldienst. Al
de bedrijven die de vergunning bekomen hebben, zijn
gemachtigd de toestellen te gebruiken, noodig voor de
vervaardiging van room en boter. De afroomers en de
karnen, welke aan andere bedrijven toebehooren, zul
len onder zegel geplaatst worden.
De vergunning wordt slechts verleend aan de voort
brengers van melk, die vrijgesteld zijn van de ver
plichting hun melkproduktie aan de melkerij te leve
ren en die zich bovendien er toe verbinden de volgende
voorwaarden te vervullen
1. De totale hoeveelheid melk, in hun bedrijf voort
gebracht, in boter om te zetten.
Uitzondering wordt gemaakt voor
a) De melk bestemd voor het verbruik in het huis
houden deze hoeveelheid stemt overeen met de geza
menlijke rantsoenzegels, waarover het huishouden be
schikt.
De zegels worden overgemaakt aan den .erkenden
tusschenpersoon.
b) De melk, rechtstreeks aan den verbruiker ver
kocht in den zetel van het bedrijf, overeenkomstig de
reglementeering op den verkoop der verbruiksmelk
c> De biestmelk en de melk benuttigd voor de kal-
vervoeding.
De daartoe afgehouden hoeveelheid mag niet meer
bedragen dan 300 liter per gevoed kalf, tot den leeftijd
van 100 dagen.
d) De melk, ongeschikt voor het menschelijk ver
bruik. tengevolge van de besmettelijke ziekten, vast
gesteld in het koninklijk besluit van 25 Maart 1925 op
den melkhandel.
Deze melk zal gedenatureerd worden overeenkomstig
de onderrichtingen gegeven door den Nationalen Zui
veldienst
2. Uitsluitend de boter van eigen productie te leveren
in oorspronkelijke verpakking uit perkamentpapier met
goed leesbare aanduiding van het adres en het nummer
der vergunning
3. De onderrichtingen te volgen, door den Nationalen
Zuiveldienst gegeven voor het bekomen van een pro
duct van voldoende kwaliteit
4. Zich te houden aan al de reglementen op de voort
brenging van en den handel in zuivelproducten
5. Jaarlijks, op het vastgestelde tijdstip, de som te
storten van 30 frank, voor het bekomen of de hernieu
wing van de vergunning.
Navolgende punten betreffen het leveren der boter
aan den tusschenpersoon en wat deze laatste te doen
en te laten heeft.
Den tusschenpersoon is het bijv. verboden recht
streeks aan de verbruikers boter te verkoopen.
Boterhandel
Ieder persoon, die, hetzij voor eigen rekening, hetzij
voor andermans rekening, den boterhandel uitoefent
moet voorzien zijn van een verkoopvergunning, afge
geven door den Nationalen Zuiveldienst. Het is aan de
voortbrengers en aan de boterhandelaars verboden
boter te verkoopen of te koopen, te vervoeren of te le
veren. bij handelaars die niet in het bezit zijn van de
bij voorgaand artikel voorgeschreven vergunning.
Alwie boter vervoert of levert voor rekening van een
vergunninghouder moet voorzien zijn van een getuig
schrift. dat hem door dezen wordt afgegeven. Dit getuig
schrift vermeldt den naam en het adres van den aan
gestelde alsmede den naam en het adres van den ver
gunninghouder, het nummer der vergunning, den gel
digheidstermijn van het getuigschrift, den datum der
overmaking en handteeken van den vergunninghouder.
De vergunningen zijn in beginsel geldig voor een jaar
en zulks te rekenen van 1 November tot 31 Oktober
van het volgend jaar. De vergunningen, na 1 November
uitgereikt, welke ook de datum der uitreiking zij, ver
strijken den 31 Oktober daaraanvolgende. De vergun
ningen, afgegeven vóór 1 November 1940, zijn geldig
tot 31 Oktober 1941.
Alwie den handel van een vergunninghouder, hetzij
tegen vergoeding, hetzij kosteloos, overneemt, moet een
nieuwe vergunning op zijn naam aanvragen. Deze ver
gunning wordt tegen overmaking van de oude afgege
ven, mits betaling van een forfaitaire som van 10 frank.
Zij is geldig voor de rest van den loopenden termijn.
Dan volgen nadere aanduidingen betreffend het ver-
leenen der vergunningen en de voorwaarden hierbij in
acht te nemen; de aanvragen moeten ingediend worden
bij den Nationalen Zuiveldienst.
Overtredingen en strafbepalingen
De Nationale Zuiveldienst is belast te waken op de
uitvoering der voorgaande bepalingen.
De overtredingen van dit besluit worden opgespoord,
vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen 6 tot
10 van de voormelde besluitwet van 27 Oktober 1939.
Voorziene straffen
1. Geldboete van 700 tot 700.000 fr. met inbegrip van
de opdeciemen
2. Gevangenzetting van 15 dagen tot 3 jaar bij her
haling, worden die straffen verdubbeld
3. Verbeurdverklaring der waren en goederen
4. Stuiting der inrichting.
Dit besluit treedt in werking den 1 September 1940.
In het Staatsblad verscheen een besluit betreffende
de producten van koemelk. Van dit besluit ontleenen
wij de hiernavolgende artikelen die bijzonder van be
lang zijn
Artikel 1. De Nationale Zuiveldienst is in 't bij
zender belast met het toezicht op de uitvoering der re
glementeering betreffende melk- en zuivelprodukten.
Productie en levering van melk.
Art. 2. Wie één of meer melkkoeien houdt, is ver
plicht heel zijn melkproductie ter beschikking te stel
len van de melkerij die hem zal aangeduid worden.
Art. 3. Worden nochtans van leveringsplicht vrij
gesteld, de houders van melkkoeien die in het bezit zijn
van een bijzondere vergunning voor het fabriceeren van
kaas of boter of voor den verkoop van consumptiemelk,
doch dit laatste slechts voor de hoeveelheid die als dus
danig verkocht wordt.
Moet ook niet geleverd worden:
1) De melk die bestemd is voor huishoudelijk gebruik
door het gezin van den voortbrenger; deze hoeveelheid
staat gelijk met de gezamenlijke rantsoeneeringszegels
waarover het gezin beschikt
21 De biest en de melk die voor de voeding der kal
veren wordt gebruikt.
De hoeveelheid die daarvoor wordt afgehouden mag
de 300 liter per kalf, dat tot den leeftijd van 100 dagen
wordt gevoed, niet overschrijden
3) De melk die voor de consumptie ongeschikt is, ten
gevolge van de besmettelijke ziekten bepaald bij het
koninklijk besluit van 31 Maart 1925, betreffende den
melkhandel.
Deze melk moet voor voedingsdoeleinden onbruikbaar
gemaakt worden, overeenkomstig de instructies van den
Nationalen Zuiveldienst
4) De melk die rechtstreeks door de voortbrengers
aan den verbruiker wordt verkocht, op de plaats zelf
waar hun bedrijf gevestigd is.
Art. 4. Gedurende een overgangstijdperk van hoog
stens zes maand mag de levering van melk, mits een
bijzondere toelating, door een overeenkomstige leve
ring van melkroom vervangen worden.
Art. 5. De eigenaar of uitbater van een aangeno
men melkerij is verplicht de geheele melkproductie van
het hem toegewezen inzamelgebied in ontvangst te ne
men, overeenkomstig de hierna vermelde artikels 6
en 12.
Aanneming der melkerijen.
Art 6. De Secretaris-Generaal van het Ministerie
van Landbouw en Voedselvoorziening, op advies van
den bestuurder van den Nationalen Zuiveldienst, be
slist over de aanneming der melkerijen en de vaststel
ling van hun inzamelgebied.
Zijn beslissingen worden ter kennis van de gemeen
tebesturen en van de betrokken melkerijen gebracht.
De gemeentebesturen moeten er onmiddellijk kennis
van geven aan de voortbrengers hunner gemeente.
Art. 7. De niet aangenomen melkerijen moeten on
middellijk hun bedrijf stil leggen. Er wordt hun een
vergoeding toegekend gelijk aan het verschil tusschen
de bedrijfswaarde en de liquidatiewaarde van hun
inrichting.
Het besluit vermeldt verder de voorwaarden waarop
deze vergoeding kan toegekend worden.
Een derde hoofdstuk handelt over de controle der
productie en de vaststelling van den prijs der gefa
briceerde zuivelproducten.
Prijs en betaling der melk geleverd aan de melkerij.
Art. 14. De prijs per liter melk geleverd aan de
melkerij wordt vastgesteld volgens het vetgehalte, in-
zooverre de melk aan de voor elk gebied vastgestelde
hygiënische voorwaarden voldoet.
Voor de melk, welke niet aan deze voorwaarden vol
doet, wordt de prijs verminderd met een bedrag, vast
gesteld volgens een prijzenschaal van den Nationalen
Zuiveldienst.
Art. 15. De aan de melkerij geleverde melk wordt
per leveringstermijn uitbetaalddeze termijnen ver
vallen op den 1" en den 16" van elke maand. De uitbe
taling mag ten laatste plaats vinden op den tienden dag
na het vervallen van den termijn.
De afgeroomde melk en de karnemelk die door den
voortbrenger teruggenomen wordt, zal hem aan den
prijs dien vóór de leveringstermijn werd vastgesteld ge
rekend worden.
Art. 16. Ten einde het vetgehalte en de hygiënische
hoedanigheid der melk te kunnen vaststellen, zal de
melk minstens eenmaal per leveringstermijn door ont
leding onderzocht worden.
Art. 17. In elke melkerij zullen de vervoerkosten
over de totale hoeveelheid melk, door al de voortbren
gers geleverd, berekend en verdeeld worden, zoodat
de kosten per liter voor iedereen zullen gelijk zijn.
o
Waarom nog langer verzekerd blijven aan
Maatschappijen vreemd aan uw streek
In deze tijdsomstandigheden weet elke verze
kerde der Naamlooze Maatschappij
De Kortrijksche Onderlinge
het best hoe voordeelig het is bij haar verzekerd
te zijn.
In geval van ramp bekomt ieder een spoedige
en billijke regeling zonder eenige moeite.
De volledigste waarborgen aan de voordeeligste
premiën.
Deel in de winsten.
Voor alle inlichtingen wende men zich tot het
Bijkantoor te leper, Paterstraat, 8.
Algemeene Opziener Omer ROBIJN.
Alle makelaars in verzekeringen hebben heden
meer dan ooit groot belang en voordeel met onze
instelling te werken. Vraagt ons dus verdere
voorwaarden en tarief. (2200)
ii i if mi ii if -f -r r,,,r
De beroemde Eransche actrice
FRAN^OISE ROSAY in
met Mathias WIEMAN en Angela SALLOCKER
Een mooie zachte liefdesroman...
Doch, een zelfzuchtige moeder wil de geliefden scheiden;
Er is iets geweldigs, aangrijpends aan de handelingen
dezer in haar egoïstische liefde verblinde moeder.
Echter, sterk humoristisch en satyrisch is zij uitgebeeld
als kwade schoonmoeder.
Een film welke alle eigenschappen bezit om eender wie
te laten genieten.
Verdriet verrassing liefde woede
spot en hekel valschheid ontroerend drama
geluk.
Weer een super-productie
Als bijfilm: een sterk boeiend en hoogst interessante
documentair.
In hoeverre staan deze met elkaar in verband
Vrijdag, Zaterdag en Maandag om 8 ure.
Zondag doorgaand vanaf 2 ure.
In het Staatsblad» van 15 Augustus verscheen vol
gend besluit van den wn. Secretaris-Generaal van het
Ministerie van Volksgezondheid en Ravitailleering. en
den wn. Secretaris-Generaal van het Ministerie van
Economische Zaken en Middenstand
Artikel 1. In afwijking van de bepalingen van het
besluit dd. 3 Juli 1940 betreffende de vaststelling der
prijzen
a) de verkooper die er toe verplicht is een product
of waar te leveren in het magazijn van zijn kooper om
dat hij op 10 Mei 1940 gewoonlijk dezen last zelf droeg,
is er toe gemachtigd, dezen laatste twee derden van
het verschil tusschen 't huidig bedrag van de onver
mijdelijke vervoerkosten, eigen aan deze levering, en
het bedrag dezer vervoerkosten op 10 Mei 1940, aan te
rekenen
b) de kooper die er toe verplicht is een product of
een waar bij zijn verkooper af te halen omdat hij op
10 Mei 1940 gewoonlijk dezen last op zich nam, mag in
geval van voortverkoop zijn kooper twee derden van het
verschil tusschen hel; huidig bedrag der voor dit weg
halen onvermijdelijke vervoerkosten en het bedrag de
zer kosten op 10 Mei 1940 aanrekenen, op voorwaarde
dat dit product of deze waar zonder omwerking op de
markt wordt gebracht
c) de voortverkooper van een product of waar mag
zijn kooper aanrekenen, het nettobedrag der verhoo
ging wegens vervoerkosten hem ten laste gelegd door
zijn verkooper in uitvoering van de bepalingen vervat
onder a) en b) hierboven, en dit op voorwaarde dat dit
product of deze waar zonder omwerking op de markt
wordt gebracht.
Art. 2. Iedere verhooging voor vervoerkosten ten
laste gelegd van den kooper, moet door den verkooper
en de verschillende voortverkoopers op hun facturen
afzonderlijk vermeld worden, echter niet op de facturen
die eventueel door kleinhandelaars opgemaakt worden
voor de verbruikers.
Art. 3. De Secretaris-Generaal van het Ministerie
van Volksgezondheid en Ravitailleering pf de Secreta
ris-Generaal van het Ministerie van Economische Za
ken en Middenstand kan afwijkingen toestaan van de
bepalingen van dit besluit, telkens als speciale omstan
digheden dit wettigen.
Art. 4. De verkoop en de voortverkoop van pro
ducten of waren waarvan de prijzen werden vastge
steld, vallen niet onder toepassing van dit besluit.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking den dag van
zijn bekendmaking in het Staatsblad
AANVULLEND BESLUIT
Het Staatsblad van 19-20 Augustus bevat volgend be
sluit van den wn. Secretaris-Generaal van het Ministe
rie van Economische Zaken en Middenstand:
Herzien het besluit van 5 Juli 1940 betreffende telling
der voorraden en de reglementeering van de fabricage
en den omloop van scheikundige producten.
Besluit
Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van 5 Juli 1940
wordt aangevuld als volgt
Worden evenwel ontslagen van den aangifteplicht,
voor de goederen welke zij in voorraad mogen hebben,
de apothekers, de drogisten, de kleinhandelaars in verf
waren, voor zoover zij over niet meer beschikken dan
A. Anorganische producten.
1.
Antimoniumoxyde en antimoniaten
1
kgr.
2.
Watervrij arseniekzuur
10
3.
Borax
10
4.
Boorzuur
10
7.
Ruw en geraffineerd iodium
500 gram
8.
Ruwe en geraffineerde zwavel
50
kgr.
B. Organische producten.
13.
Was van bijen
1
kgr
14.
Carnaubawas
1
15.
Natuurlijke gom en hars
5
17.
Colophonium
5
19.
Terpentijngeest
5
23.
Gelatine
10
25.
Looistoffen en looiextracten
1
26.
Cresol
10
27.
Phenol
10
30.
Kaasstof
10
C. Pharmaceutische producten.
31.
Agar-Agar
1
kgr
32.
Kinkinaschors
1
33.
Kinine en zouten
150 gram
34.
Kokabladeren
250
35.
Cocaïne en zouten
15
36.
Co4eïne en zouten
100
37.
Cafeïne
100
38.
Theobromine
250
39.
Morphine en de daarvan afgeleide produc
ten
50
41.
Alcaloïden voorkomende van opium, elders
niet genoemd
100
Art. 2. Dit besluit treedt in werking den dag na de
bekendmaking er van in het Belgisch Staatsblad.