De vervaardiging van vleeschkonserven en gerockte vleeschwaren verboden 3 Het slachten van vee Maximaprijzen der Huiden en Vellen BOEKEN voor AANGIFTE van SLACHTING dig is ze in den herfst af te nemen, om deze te bevrij den en de schadelijke te dooden. Bovendien moet er aan worden gedacht, dat een aantal rupsen achter de banden kruipt, terwijl een veel grcoter aantal elders -op de boomen een schuilplaats zoekt en vindt. Indien dus de vangband goed wordt gebruikt, dan moet men hem in den zomer gedurende eenigen tijd. minstens elke week, nazien en in den herfst moet men de ge vangen dieren sorteeren. Dat alles kost met de aan schaffing van banden en touw en met het aanleggen zeer veel geld, terwijl men slechts een heel klein resul taat kan bereiken. Dr. Lehmann onderscheidt bestrij ding en economische bestrijding en rangschikt het aan leggen van vangbanden zeer beslist onder de eerste groep. Het verzamelen van afgevallen, wormstekige vruch ten heeft weinig zin, omdat slechts een klein aantal nog door de larven bewoond is. Men zou deze vruch ten moeten afschudden, om iets van beteekenis te be reiken. Ook deze bestrijdingsmethode levert slecht resultaat en kost daarbij te veel geld en veel arbeids tijd. als er zooveel ander werk te doen is in het bedrijf. Het dooden der ingesponnen rupsen in de bewaar plaatsen is natuurlijk goed maar op geen stukken na afdoende. Er worden nog enkele andere bestrijdingsmiddelen en methoden beschreven die we verder laten rusten. Dr. Lehmann heeft tegen allen bezwaar en wel voor namelijk deze twee bezwaren Ten eerste, dat zij meest allen pas werken nadat de schade is geleden (het ver zamelen van afgevallen vruchten, het aanleggen van vangbanden. het dooden van ingesponnen rupsen op de bewaarplaatsen) en ten tweede, dat men slechts een deel van de vlinders op eigen terrein heeft en die op dat van de buren in 't geheel niet. Wat moet er dan gebeuren? Bijna 40 jaar geleden heeft de Amerikaan Slingerland gewezen op het ge bruik van arsenicumpreparaten ter bestrijding van Carpocapsa, en in 1902 verscheen het eerste artikel er over in den Praktischen Ratgeber im Obst- und GartenbauEr werden bezwaren geuit, vrees voor vergiftiging werd uitgesproken en neergeschreven, maar waar men proeven nam, was men zeer tevreden. Maar algemeen werd deze bestrijdingsmethode nog geenszins, ook in Nederland en België niet. Het is het doel van Dr. Lehmann, om de bestrijding van Carpocapsa door middel van eene bespuiting met een maaggift, die hij de eenige economische bestrijding noemt, algemeen te maken, terwijl alle andere metho den worden verlaten als niet-economisch. Wie zijn geschrift leest, zal hem gelijk geven, zoodat ik meen de niet te mogen nalaten mede te werken door zijn woorden over te brengen. In Nederland is het gebruik van arsenicumprepara ten ter bestrijding van Carpocapsa bekend (zie o. a. «Ziekten en beschadigingen der tuinbouwgewassen maar werd ook door ons in 't genoemde boek neg te veel op den achtergrond gehouden. Hoe en wanneer wordt een arsenicumpreparaat ge bruikt Men spuit het in het voorjaar, zoodra de vruchtjes zijn gezet, op een zoodanige wijze, dat de vloeistof in de kelkholte doordringt. Als daar later de jengé rupsjes komen om te vreten, dan vinden ze daar vergiftigd voedsel en zij sterven alvorens eenige schade te hebben kunnen doen. En aangezien plm. 85 pet. der Tupsjes naar de kelkholte gaat en van deze diertjes een groot percentage na een goed uitgevoerde bespuiting inderdaad wordt vergiftigd, meet het resultaat gunstig zijn. Dr. Lehmann geeft cijfers omtrent eigen en andere proeven en wijst er daarbij op, dat de vruchten van bespoten boomen grooter zijn, dan die van niet be sproeide boomen, zoodat het voordeel dubbel ist. Zeer waarschijnlijk doodt men door eene bespuiting met een arsenicumpreparaat bovendien niet alleen Carpocapsa, maar ook andere insecten, die van de jonge bladeren vreten. De tijd van toepassing duurt niet lang, omdat de kelkholte na korten tijd wordt gesloten door de zich toebuigende kelkbladeren. Men moet dus vóór dien hebben besproeid, waarmee vooral in een gemengde aanplanting, waarin de boomen niet gelijktijdig bloeien, rekening moet worden gehouden. Het best is het te sproeien direct na den bloei. Het is voldoende éénmaal te spuiten, maar er kan niet genoeg op gewezen worden, dat de besproeiing zeer zorgvuldig meet geschieden. Aangezien Carpo capsa het eene jaar aan de eene appel- of peresoort voorkeur geeft en het volgende jaar weer aan een andere variëteit, moet men alle appels en peren be sproeien. Dr. Lehmann schrijft alleen over het gebruik van Uraniagroen, waarvan plm. 1 pet. wordt genomen en dat bij goede toepassing het beste resultaat heeft ge geven. Het bezinkt in kalkwater evenwel snel, zoodat men gevaar loopt eerst een sterke oplossing te ver spuiten, waardoor de boomen worden beschadigd en -daarna met kalkwater zonder of met weinig Urania groen, zoodat het resultaat slecht moet zijn. De schrijver raadt daarom aan Uraniagroen steeds te versproeien met Bordeauxsche pap. Om 100 Liter te maken, gebruikt hij 120 gram Uraniagroen en 1.5 K.G. droge, gebluschte kalk benevens 0,5 K. G. kopervitriool. Om de pap gedurende eenigen tijd te kunnen laten staan, moet 100 gram suiker worden toegevoegd. Peren lijden door eene bespuiting met 120 gram Uraniagroen in 100 Liter vloeistof, zoodat men voor •deze 80 gram van het arsenicumpreparaat moet ne men, in welk geval 1.125 K. G. kalk voldoende is. De pap moet alkalisch reageeren, dus een rcod lak moespapiertje blauw kleuren, of het witte phenolphtha- leine-papier rood. Zoolang dit niet het geval is, moet nog kalk worden toegevoegd. De schrijver geeft een voorschrift voor de bereiding van Bordeauxsche pap met Uraniagroen, dat ik hier tenslotte nog weergeef In een vat, dat ruim 100 L. inhoud heeft, doet men de droge, gebluschte kalk met het Uraniagroen en voegt er zooveel water aan toe, dat men een dunne brij kan maken. Daarna wordt onder omroeren het vat tot 50 liter met water gevuld en tenslotte giet men de 50 liter kopervitriool-oplossing langzaam in de kalk melk met Uraniagroen, waarbij flink wordt geroerd. Het is noodzakelijk aldus te handelen, om een goede oplossing te verkrijgen en telkens, als een spuit wordt gevuld, moet men de vloeistof omroeren, omdat ook in goed bereide pap langzaam maar zeker neerslag ontstaat. Oude pap kan ook door het krachtigste om roeren niet meer bruikbaar worden gemaakt, of men moet er bij de bereiding suiker aan hebben toegevoegd. Uraniagroen mag niet met Burgondische pap wor den gebruikt. o Vrijstellingen kunnen bekomen worden. Het Staatsblad van 1L-12 Oktober 1940, meidt het volgende Bij besluit van 10 Oktober 1940 betreffende de fabri- katie en den handel in vleeschkonserven, verduurzaam de gerookte vleeschwaren en droge worstsoorten van allen aard, wordt afgekondigd Art. 1. De fabrikatie van vleeschconserven, ver duurzaamde gerookte vleeschwaren en droge worst soorten van allen aard wordt verboden. Dit verbod treedt onmiddellijk in werking. Art. 2. De voorzitter van de Hoofdgroepeering Vee. Vleesch, Eierenkan vrijstelling toestaan op het bij artikel 1 voorziene verbod hij kan deze vrij stelling geheel of gedeeltelijk verleenen, in voorkomend geval gebonden aan zekere verplichtingen, onder de volgende voorwaarden 1° Het bedrijfshoofd moet, door het voorleggen van desbetreffende bescheiden, het bewijs leveren dat hij vóór 1 Januari 1940 vleeschconserven, verduurzaamde gerookte vleeschwaren en droge worstsoorten fabri ceerde 2" Het bedrijf moet beschikken over de noodige in richtingen, die voldoen aan alle technische en hygië nische vereischten en moet een regelmatig bijgehouden handelsboekhouding bezitten 3' De technische bedrijfsleider moet betrouwbaar zijn en moet zich schriftelijk er toe verbinden stipt alle onderrichtingen na te leven, welke hem door den voorzitter van de Hoofdgroepeering Vee. Vleesch, Eierenzullen gegeven worden inzake de fabricatie, het opslaan en den afzet van de waar. Aanvragen tot vrijstelling van het verbod moeten ten laatste binnen de vijf dagen na het verschijnen van dit besluit gericht worden tot den voorzitter van de Hoofd groepeering «Vee, Vleesch, Eieren» te Brussel. Quetelet- plaats, Nr 7. De na dien datum toegekomen vragen worden niet in aanmerking genomen. De aanvraag tot vrijstelling moet de volgende aan duidingen bevatten lu Het juiste adres van den aanvrager (naam en voornamen, eventueel firma, gemeente, straat) 2° De aanduiding van de vóór 1 Januari 1940 gefa briceerde producten, met bijvoeging van de vereischte bescheiden ten titel van bewijs 3° De aangifte van de loopende bestellingen uitgaan de van de diensten van het Duitsche leger of van an dere Duitsche diensten, met bijvoeging van afschrif ten van de bestelbrieven. De echtheid dezer afschriften moet uitdrukkelijk bevestigd worden door de hand- teekening en het zegel van de firma 4° De aangifte van de dagelijksche productie in kilo gram 5" De aangifte betreffende de capaciteit van de op slagplaatsen in kilogram. De machtiging kan voorloopig zijn en kan ook voor een beperkte periode verleend worden. Art. 3. De groothandelsbedrijven van vleeschcon serven, verduurzaamde gerookte vleeschwaren en droge worstsoorten moeten een verklaring afleggen overeen komstig artikel 2. De vrijstelling van het verbod tot het uitoefenen van een handel in vleeschconserven, ver duurzaamde gerookte vleeschwaren en droge worst soorten is aan volgende voorwaarden onderworpen 1° dat de handel werd uitgeoefend vóór 1 Januari 1940 en daarvan het bewijs geleverd wordt 2° het bedrijfshoofd moet betrouwbaar zijn en een handelsboekhouding moet voorhanden zijn 3° het bedrijf moet beschikken over haar toebehco- rende of gehuurde lokalen, waarin het opslaan van de waar mogelijk is. Die voorwaarde geldt alleen als ver vuld wanneer het bewezen wordt dat deze toestand op 1 Januari 1940 bestond. Art. 4. Alle bedrijven, welke ook hun juridische vorm zij, en die bij het in werking treden van dit besluit vleeschconserven, verduurzaamde gerookte vleeschwa ren en droge worstsoorten hebben gefabriceerd of in het groot verhandeld hebben, moeten een nauwkeurige lijst opmaken van hun stocks en deze binnen de vijf dagen na het verschijnen van dit besluit toesturen, in driedubbel exemplaar, aan de voormelde hoofdgroepee ring. Die lijst moet omvatten 1° Het nauwkeurig adres (naam en voornaam, even tueel firma, plaats en straat) 2° De voorhanden zijnde gefabriceerde stocks, met aanduiding van hun soort en van het aantal kilogram: 3U De stocks aan conserveverpakking (ingedeeld naar den inhoud en materiaalblik, glas, paraffinebeker, enz.); 4° De aangifte van de loopende bestellingen die kun nen uitgevoerd worden met de voorhanden zijnde stocks op den datum van aangifte, ingedeeld als volgt a) bestellingen uitgaande van de diensten van het, Duitsche leger of van andere Duitsche diensten, met aangifte van de juiste hoeveelheden en der diensten b) de andere bestellingen 5° De aangifte van de bestellingen welke niet kunnen uitgevoerd worden met de voorhanden zijnde stocks en waartoe de grondstoffen ontbreken, met onderver deeling van de bestellingen, overeenkomstig 4». Art. 5. De levering van waren overeenkomstig be stellingen vóór het in werking treden van dit besluit toegekomen, doch niet uitgevoerd, wordt verboden, uit gezonderd de bestellingen door de diensten van het Duitsche leger gedaan. De uitvoering van alle andere bestellingen wordt on dergeschikt aan de machtiging van de voormelde hoofdgroepeering. Art. 6. De inbreuken op dit besluit worden opge zocht, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalin gen van artikel 6 tot 10 van de besluitwet van 27 Oc tober 1939. Voorziene straffen 1» Geldboete, met inbegrip van de opdecimen700 tot 700.000 frank 2° Gevangenzetting van vijftien dagen tot drie jaren; 3° Inbeslagneming van de eet- en koopwaren 4" Sluiting van de inrichting. Bij herhaling worden deze straffen verdubbeld. Art. 7. Dit besluit treedt in werking den dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. In het Staatsblad is een besluit verschenen betref fende het slachten van vee, waaraan wij het volgende ontleenen De bepalingen tot regeling van het slachten en het vervoeren van dieren, waarvan het vleesch bestemd is voor den groot- en halfgroothandel, dienen gewijzigd en aangevuld. Het slachten van dieren voor den groothandel en den halfgroothandel (verkoop per geheel dier, per half dier of per voet) mag enkel in de openbare slachthui zen geschieden. De thans overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 Augustus 1935 erkende exportslachterijen, worden met de openbare slachthuizen gelijkgesteld inzake de toepassing van dit besluit en van het besluit van 15 Juni 1940, gewijzigd bij dat van 8 Juli dito en later door het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorzie ning erkende exportslachthuizen genieten van dezelfde gelijkstelling. Blijkt het noodig, dan kunnen andere private slacht huizen tot het slachten voor den groothandel en den half-groothandel worden gemachtigd, mits gunstig ad vies van den Vleeschkeuringsdienst van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening. De exploitant moet dagelijks in een register boeken het aanbal ingebrachte dieren, het uur van het on derzoek voor het slachten, het uur van de slachting en deze van de keuring, de bestemming van het vleesch en, eventueel, de hoeveelheid afgekeurd vleesch. De slachtingsverrichtingen zoomede de keuring mogen slechts tusschen zonsop- en zonsondergang geschieden. Het vleesch voortkomend van dieren die geslacht zijn, in niet overeenkomstig bovenstaande bepalingen gamachtigde private slachterijen bij partikulieren. mag niet worden vervoerd buiten de gemeente waar de slachting plaats had. Uitzondering hierop wordt gemaakt voor het ver voeren van het vleesch, voortkomende van in nood geslacht groot vee. Het rechtstreeksch vervoer van kleine hoeveelheden vleesch naar de woning van de in een naburige ge meente woonachtige verbruikers is geoorloofd. De beschikkingen van een besluit regelen de ver- koopen van den producent aan den groothandelaar of aan het verkoopsyndikaat en van dezen aan den ver werker van huiden en vellen. Zij zijn toepasselijk niet alleen op de huiden en vellen der toekomstige slach tingen, maar ook op alle huiden en vellen die nog niet aan een verwerker verkocht werden op het oogenblik waarop dit besluit in werking treedt. Zij zijn boven dien toepasselijk op de leveringen gedaan onder voor behoud, dat de prijzen ervan zouden vastgesteld wor den op basis der naderhand uit te geven regeling. De prijzen zijn A. Hoornveehuiden Per kg. Koeien en vaarzen wegende 29.5 kg. en minder fr. 6.30 Koeien en vaarzen wegende 30 tot 34.5 kg. 6.25 Kceien en vaarzen wegende 35 tot 39.5 kg. 6.25 Koeien en vaarzen wegende 40 kg. en meer 6.20 Ossen 30 tot 34.5 kg. 6.25 Ossen 35 tot 44.5 kg. 6.40 Ossen 45 kg. en meer 6.51 Stieren 33 kg. en minder 4.72 Stieren 33.5 kg. tot 44.5 kg. 4.47 Stieren 45 kg. en meer 4.04 Uitschot-huiden 4. Per stuk. B. Paardenhuiden van 220 cm. en meer fr. 125. Per kg. C. Kalfsvellen, zonder kop, wegende 7 kg. en minder fr. 12.80 ld. meer dan 7 kg. 11.13 Grasvellen, zonder kop 7.56 D. Schaapvellen, met volle wol, zonder kop 9. Met halve wol, zonder kop 8.30 Heraangewassen bloten 7.80 Per stuk. Bloten fr. 14.50 Lamvellen 13. De maxima-prijzen hierboven gelden voor levering franco wagon ijzerenweg, ladingschip of ander ver voermiddel, ex magazijn van den verkooper. De maxima-prijzen gelden voor huiden zonder snuit. De maxima-prijzen zijn verminderd met 3 t. h. voor de gekeelde huiden. Bij den aankoop van versche inlandsche hoornvee huiden bij den voortbrenger (slachter) zijn de hande laars of syndikaten ertoe verplicht aan elke huid. om deze later te kunnen vereenzelvigen, een houten of lederen strookje te hechten, waarop hun naam of hun merk en het volgnummer der huid vermeld staat. Dit volgnummer moet overeenstemmen met het nummer voortkomende op de afrekening. Dit strookje moet aan de huid gehecht blijven tot ze geweekt wordt. De betrokken handelaars, op alle graden, zijn verant woordelijk voor het aanwezig zijn van het eenzelvig heidsstrookje. Indien dit ontbreekt bij de overdracht eener huid. moet de overnemer het doen opmerken aan den overgever en dit doen vernielden op alle exemplaren der rekening. Bij aankoop van versche inlandsche groote huiden, kalfs-, schaap- en lamsvellen, moet de kooper aan den verkooper een afrekening overmaken. Deze afrekening zal vermelden het volgnummer, de dagteekening, de feilen, het gewicht, de prijs per kilogram, en de totale prijs der huiden of vellen. De afschriften dezer afre keningen moeten in volgorde en ononderbroken ge nummerd bewaard worden door den verkooper. Bij verkoop van inlandsche huiden en vellen, moet de verkooper een verkoopsattest opstellen. De exem plaren dezer attesten moeten in volgorde en ononder broken genummerd bewaard worden door den ver kooper. Het opstellen van een verkoopsattest is niet verplichtend, indien de faktuur, betrekkelijk den ver koop, alle aanduidingen aangaande de verkoopsvoor- waaiden en den prijs, vermeld op het verkoopsattest, bevat en indien de fakturen in ononderbroken volgor de genummerd en bewaard blijven door den verkooper. te verkrijgen ten bureele dezer

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1940 | | pagina 3