WETENSCHAPPELIJK HOEKJE DE BLAUWE KLEUR VAN DEN OCEAAN Gediplomeerde Vroedvrouwen De zusters Anna en Marie-|osé LATON, te IEPER, D"k«n Doherestraat, Nr 3. Naamdagen. Zon. Maan. Maanstanden. GROOTE FIGUREN DER WEEK De rantsoeneering van textielwaren en schoenen D° bur?fl'l"ke opnïschingen 0 (Vervolg en slot) Troebelingen in het water hebben natuurlijk groeten invloed op de helderheid. Op ondiepe plaatsen kan bv. fijn zand na hevige stormen en bij zwaren zeegang van den bodem opgewoeld worden wolken van klei of leem worden door reusachtige rivieren als Congo en Amazone tien tallen van mijlen in zee gevoerd en verkleuren den blauwen Oceaan. Maar in volle zee, waar in vloed van den bodem of van nabije kusten niet in aanmerking komt, zijn het kleine zwevende wezentjes, dieren zoowel als planten, alles bij el kaar onder den naam plankton samengevat, die aan het water een groene tint kunnen geven, wanneer zij slechts in grcoten getale aanwezig zijn. Het zijn vooral de Diatomeeën, eencellige kiezelalgen van meest groenachtige bruine kleur, <0e grooten invloed uitoefenen ongetelde mil- liarden van zulke Diatomeeën komen vooral in gematigde en koudere kustwateren voor, waar zij, zooals algemeen bekend is, het oervoedsel der zee uitmaken. Hun kleine lichamen werken als o»YoIkomen spiegels, die het licht, dat daarop vult, terugkaatsen. Belichting, diepte en helderheid van het water, dit zijn dus de voornaamste factoren, die de kleur van het zeewater, zooals wij het zien, bepalen. Volkomen zuiver water van voldoende diepte zou voor ons oog volkomen zwart schijnen, daar alle invallende lichtstralen eenvoudig geabsorbeerd zouden wordenzulk water komt in de natuur niet voor. Maar hoe armer de zee aan plankton is, aooals in den open Oceaan, des te intenser is de blauwe kleur. Be Blauwe Zeezou een pleonasme zijn. Maar wij hebben toch wel een Roode, een Gele, een Zwarte en een Witte Zee. Het laatste is ge makkelijk te begrijpen (sneeuw en ijs). Maar die andere benamingen hoe zijn die cntstaan De Roode Zee schijnt haar naam, die uit oude tijden dagteekent, te danken te hebben aan het optreden van een rood draadwier, dat hier in on noemelijke hoeveelheid tot bundels vereenigd, aan het water een karakteristieke kleur verleent. Misschien heeft bij de benaming de roode tint ▼an het woestijnzand en van de rotsen langs de kwt eveneens een rol gespeeld. De Gele Zee is genoemd naar de wolken van löss, een kalk achtige leemsoort van lichtbruine of okkergele kleur, die door de Hoang-Ho tot ver in zee wor den gestuurd. Met de «Zwarte Zee» is het eenigs- mbs anders gesteld. Deze is natuurlijk niet zwart. Be benaming schijnt afkomstig te zijn van de oudste Grieksche zeevaarders, die haar Pontus axeros ongastvrije zee noemden. Want die eigenschap trad wel zeer op den voorgrond. Wei nig of geen havens waren er aan de rotsachtige kast van Klein-Azië, zoodat een toevlucht moei lijk was te vinden en rondom woonden wilde, barhaarsche volksstammen. Het is waar, dat er geen Blauwe Zee bestaat maar de groote zeestroom van JaDan naar Cali- förnië wordt Kuro-Shiwo genoemd, hetgeen «blauw zout» schijnt te beduiden. Inderdaad kenmerkt deze zeestrooming, evenals de Golf stroom in den Atlantischen Oceaan, zich door een diepblauwe kleur, die vooral onvalt als con trast-werking, wanneer b.v. de Golfstroom aan de randen van de New-Fcundlandbank rechthoe kig stoot op de koude, groene wateren van den ïiabradorstroom en in rafels uiteenvalt. Het hoo- gere zoutgehalte van het warmere water kan op de kleur eemvszins invloed hebben maar groo- ter is zeker de rol der plankton organ ismen, die in mvriaden in het water van lagere temperatuur leven, terwiil in den Golfstroom het plankton ▼eel schaarscher. hoewel in soorten meer geva rieerd is. Zoo zijn ook hier, in d? betrekkelijke nabijheid van nevelige en gevaarliike kusten, en in een gebied, waar gevaar van ijsbergen dreigt, groene slierten in het donkerblauwe water, voor den zeeman een aanwijzing. Het grcene. niet Wet blauwe water, blijkt uit deze uiteenzetting tevens het meer belangrijke, het vruchtbare ge bied voor het eisen leven der zee te zijn. En wij kunnen dit anders niet juister en korter uitdruk ken dan met de wcorden van Schütt. den deel nemer aan de Duitsche plankton-expeditie, on geveer vijftis iaar geledenBlauw is de woes- -tjinVTpur der Oceanen. gediolrmeerde vroedvrouwen, maken bekend aan het geacht publiek van lener en omliggende gemeenten, dat zich zich komen te vestigen Telefoon 518. (2380) HET YPERSCHE 10 -1 -1941 .Zondag 12 Januari Cesaria, Arcadius. Maandag 13 Januari Veronica, Adhemar. Dinsdag 14 Janua:i Hilarius, Felix. Woensdag 15 Januari Paulus, Mauritius. Donderdag 16 Januari Marcel, Honoratus. Vrijdag 17 Januari Antonius. Zaterdag 18 Januari St Pletersstoel te Rome. Zondag 12 Januari Maandag 13 Januari Dinsdag 14 Januari Woensdag 15 Januari Donderdag 16 Januari Vrijdag 17 Januari Zaterdag 18 Januari Zondag 12 Januari Maandag 13 Januari Dinsdag 14 Januari Woensdag 15 Januari Donderdag 16 Januari Vrijdag 17 Januari Zate: dag 18 Januari Volle maan 13 Januari, te 13 u. 4. Laatste kwartier 20 Januari, te 12 u. 1. Nieuwe maan 27 Januari, te 13 u. 3. Eerste kwartier 4 Februari, te 13 u. 42. De lichtverduistering begint met den zonsondergang en eindigt met den zons opgang. DELIBES Léo Delibes werd geboren in 1836 te St Ger main du Val. Na studie aan het Conservatorium (Le Couppey, Bazin, Adam, Benoist) werd hij accompagnateur aan het Théatre Lyrique ën or ganist. Reeds zijn eerste operette, Deux sous de Charbon trok de aandacht, en de volgenden, waaruit steeds meer de begaving van Delibes sprak voor lustig-melodieuze, innemende muziek, bevestigden zijn reputatie meer en meer. Zijn grootste succes behaalde hij met het ballet Cop- pélia Dit, de opera le Roi l'a dithet ballet Sylvia en de opera Lakmé zijn zijn voor naamste werken. Zij veroverden dan ook de too- neelen van gansch de wereld. Delibes schreef ook muziek bij een aantal tooneelstukken, o. a. bij Le Roi s'amuse Hij werd in 1881 tot leeraar in de compositie aan hetConservatorium be noemd en in 1884 opgenomen in de Academie. Hij overleed te Parijs op 16 Januari 1891, dus juist 50 jaar geleden. BENJAMIN FRANKLIN Deze groote staatsman en tevens natuurkundige werd op 17 Januari 1706 te Boston geboren. Hij is een van die vele beroemde Amerikanen die van niets vertrekkende tot de hoogste toppen van den roem klommen. Hij was van eenvoudige afkomst, ging in de leer cp een drukkerij en kocht reeds op 23 jarigen leeftijd de Pennsylvania Gazette en ffaf 3 jaar later de Poor Richard's Almanac uit. Op wetenschappelijk gebied is zijn bliksem afleider algemeen bekend, ook bestudeerde hij den Golfstroom en de winden van Noord Amerika. Bekend is zijn beroemde vliegerproefhij liet een door naalden voorziene vlieger cnder een onweerswolk op, en verkreeg langs het vochtige touw als geleider uit een daaraan opgehangen bos sleutels vonken, die juist dezelfde waren als deze uit een electriseermachine verkregen. Daarmede had hij de eerste de electrische natuur van den bliksem aangetoond. In 1737 werd hij postmeester, verkreeg enkele jaren later zitting in de vertegenwoordiging van Pennsylvanië, ijverde voor het tot stand bren gen van samenwerking tusschen de verschillen de Engelsche kolonies in Amerika, reisde naar Engeland voor staatszaken, en werd in 1776 een der vijf mannen, die de Declaration of Indepen dence opstelden. Hij werd dan met twee anderen uitgezonden om voor de jonge republiek de hulp van Frankrijk in te roepen en de sympathie van Europa.Zijn succes in Frankrijk was groot; in 1778 sloot dit land een verbond met de Amerikaan- sche republiek en kree'g «le grand Franklin» een subside van 26.000.000 francs voor zijn land. Nog enkele jaren bleef hij gezant in Frankrijk. Na zijn terugkeer werd hij lid. weldra voorzitter van den stedelijken raad van Philadelphia, kort daarna gouverneur van Pennsylvanië en lid der conventie die de grondwet ontwierp. Verder nam hij een werkzaam aandeel in de beweging tegen de slavernij. Hij overleed in 1790. MONTESQUIEU Charles de Secondat, baron de la Bréde, gebo ren cp 18 Januari 1689 was een der groote philo. soDhes van de 18° eeuw. Zijn eerste geschriften waren raDporten over natuurkundige «n natuur historische onderwerpen. In 1721 verschenen zijn «Lettres persanes». Eenige jaren later verkocht hij zijn ambt van president van het Parlement 9 van Guienne om zich vrij aan de studie te kur. nen wijden. Hij werd lid van de Academie en ondernam een jstudiereis door Europa, waar hij gedurende twee jaar een menigte gegevens ver zamelde betreffende de regeering, de wetten en de zeden der bezochte landen. In 1734 verschenen les Considérations sur les causes de la grandeui des Romains et de leur décadence die eigenlijk slechts een hoofdstuk zijn van 't werk, dat hem het grootste deel van zijn leven bezighield nl l'Esprit des lois» (1748). Hij overleed, in 1755. In de Lettres persanes een verzameling brieven, die twee Perzen elkaar schrijven, vindt men den geest van het Regentschap terug. Zij bevatten een geestige kritiek op de Parijsche sa menleving van dien tijd, die voortdurend verge leken wordt met de Oostersche, en tal van ka rakterschetsen, waardoor de brieven eenige over eenkomst krijgen met La Bruyère's Caractères. maar La Bruyère is oneindig veel dieper. Het Ministerie van Economische Zaken deelt het vol gende mede betreffende de rantsoeneering van textie. waren en schoenen In verband met de nieuwe reglementeering waarbij de textielproducten en schoenwaren aan rantsoenee ring werden onderworpen, wordt de aandacht er op gevestigd dat degenen die de wettelijke bepalingen be treffende de rantsoeneering niet zouden nakomen, zich niet alleen bloot stellen aan de voorziene straffen, maar bovendien gevaar loopen hun eigen bevoorrading niet te kunnen hernieuwen. Nieuwe bevoorradingen im mers zullen alleen mogelijk zlin met behulp van de machtigingen voorzien bij het besluit. De verbruikers waarvan de voorraden in textielpro ducten of schoenwaren beneden den normalen voorraad blijven, voorzien bij het besluit van 25 December, kun nen bij de gemeentediensten een machtiging tot be voorrading ontvangen voor de gerantsoeneerde pro ducten (textiel- of schoenwaren) welke zij noodlg heb ben. Met deze machtiging, door den gemeentedienst afge leverd, kan de verbruiker zich dan richten tot een kleinhandelaar die hem, tegen de afgifte van de mach tiging tot bevoorrading, de gerantsoeneerde waren kr.n afleveren, op deze machtiging vermeld. In ruil voor de machtigingen tot bevoorrading, die de k'etnhandelaren van hun klienten hebben ontvangen, zal het gemeentebestuur hun één of meerdere machti gingen A per product of categorie van producten, afleveren. De kleinhandelaars zenden dan hun mach tigingen A naar de groothar de'aars hunner keuze, zulks tot slaving van hun bestellingen. De machtigingen A in het bezit van groothande laars moeten door dezen aan het Ministerie worden af geleverd. zulks tot staving van machtigingsaanvragen B die hun door het Departement van Economische Zaken. Dienst voor de Verdeeling en de Voorraden, 36a, Nijverheidsplaats te Brussel, zullen worden gezon den. Met behulp van deze machtigingen B zal de groothandelaar zich kunnen "nerbevoorraden bij den fa brikant. Uit het voorgaande stelsel volgt dat de groot- en kleinhandelaren, die van hun klienten bij levering van textielproducten of schoenwaren, de noodfge machti gingen niet zouden aanvragen, ernstig gevaar lcopen zich niet te kunnen herbevoorraden. De handelaren hebben er dus zelf alle belang bij de wettelijke bepalingen met betrekking tot de rantsoenee ring met de grootste nauwgezetheid na te komen. - Verder gelieve men op te merken dat ook de leverin gen aan Duitsche militairen en burgers slechts kunnen worden gedaan na voorlegging van een Bezugschein regelmatig onderteekend en van het zegel van den mi litairen dienst voorzien. Men lette er ook op dat bij de aflevering van textiel produc'en of schoenwaren, de aankoopers (zoowel Belgen als Duitschers) ontvangst er van moeten melden op de rugzijde van de machti ging. De machtigingen die niet voorzien zijn van de ontvangstberichten, worden als ongeldig beschouwd en kunnen geen aanleiding geven tot herbevoorrading. Een besluit van 30 December betreffende de burger lijke opeischingen luidt Artikel 1. De bepalingen der wet van 5 Maart 1935, be'reffende de Staatsburgers die. bij vrijwillige dienst neming of bij opeisching, in oorlogstijd de werking der openbare diensten moeten verzekeren, alsmede de be palingen van het reglement op de burgerlijke opeischin gen gevoegd bij het koninklijk besluit d.d. 1 Februari 1938 vinden toepassing op de vorder ing van onbezette onroerende goederen of gedeelten van onroerende goe deren, wanneer daaraan ten doe! ligt het tijdelijk voor zien in de huisvesting van personen die, ten gevolge van oorlogsfeiten, vordering en al of niet verplichte evacuatie, van woongelegenheid verstoken zijn. Het bepaalde in het eerste lid geldt Insgeli'ks ten aarzien van het veebeslag en de losse voorraden der landbouwondernemingen waarvoor, ten gevolge van feiten of maatregelen als bedoeld in vorengenoemd lid, gelegenheid tot onderbrenging gemist wordt. Art. 2. Het vorderingsrecht wordt uitgeoefend door de gemeentebesturen of, bij dezer ontstentenis, door de provinciale commissarissen voor 's Lands wederop bouw in een en ander geval worden de aan de pres- tatieplichtigen verschuldigde bedragen uitbetaald door de gemeentebesturen, voor rekening van den Staat. Art. 3. Zij ten behoeve van wie vorderingen wor den gedaan, moe'en aan den Staat het uitgegeven be drag terugbetalen. Art. 4. Niettegenstaande alle verzet, mag he» on roerend goed in bezit genomen worden onmiddellijk na het opmaken der plaatsbeschrijving, tot dewelke, voor wat de gebouwen en lokalen en de gronden be treft zal overgegaan worden. Art. 5. Artikel 45 van gezegd reglement, luidens hetwelk de vroeeere eigenaars de ooeeëlsebte e^e-'eren moeen terugvorderen wanneer het leger op vredesvoet Is teruggebracht, zal niet toepasselijk zijn telkens wan neer een rechtsvordering tot onteigening der opge- ëischte immobiliën begonnen is j in dat géval zal de opeisching voortduren tot de onteigeningsvergoeding gestort is. Opgang 9 u. 41 9 u. 41 9 u. 40 9 u. 39 9 u. 38 9 u. 37 9 u. 37 Opgang 17 u. 35 18 u. 39 19 u. 48 21 u. 00 22 u. 14 23 u. 29 24 u. 44 Ondergang 18 u. 01 18 u. 02 18 u. 03 18 u. 04 18 u. 06 18 u. 08 18 u. 10 Ondergang 8 u. 19 9 u. 05 9 u. 46 10 u. 22 10 u. 53 11 u. 23 11 u. 52

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 9