CINE FLORA La Femme aux Tigres De Nationale Landbouw- en I DEZEWEEK De BelgiscH-Duitsche onderhandelingen voor de bevoorrading van ons land De inhouding bij de bron van de belastingen Voedingscorporatie Daarbij De Actualiteiten UFA. 486 en een zoowel prachtige als interessante DOCUMENTAIR. Mededeelingen van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie Vereenigde Hofbouwliefhebbers HET YPERSCHE 24 -1 -1941 Een Belgische afvaardiging, onder leiding van Heer T>r V. Leemans, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken, en bestaande onder meer nog uit de Heeren De Winter, secretaris-generaal van het ministerie van Bevoorrading, Prof, Dr Heymans, leider van het Winterhulpswerk en Prof. Dr Nolf, voorzitter van het Belgisch Rcode Kruis, is verleden week naar Berlijn gereisd, ten einde er belangrijke besprekingen te voeren over de zorgwekkende kwestie van de be voorrading van ons land. Aangaande deze besprekingen, die een zeer gunstigen uitslag opleverden, liet de secretaris-generaal Leemans, bij zijn terugkeer te Brussel, Vrijdag laatstleden, zich als volgt uit aan een vertegenwoordiger van het agent schap Belgapress Zooals U bekend, was op deze reis aangedrongen door de betrokken Belgische instanties. De Bevelheb ber voor België en Ncord-Frankrijk, Generaal von Falkenhausen, evenals het Militair Bestuur, met name President Reeder, hebben ons initiatief gesteund en tot een goed einde verholpen. Het ligt voor de hand, hoe belangrijk voor ons de mogelijkheid is, rechtstreeks in contact te kunnen tre den met de Berlijnsche Centrale Diensten, waar op dit oogenblik de mazen van het net der Europeesche vas- telandseccnomie samenloopen. De besprekingen, welke wij gevoerd hebben met vooraanstaande figuren van het Reichswirtschaftsminis- terium, het Reichsernahrungministerium en van het Vierjahresplan, waren allen gekenmerkt door een ruim begrip voor de door onze afvaardiging voorgebrachte noodwendigheden van ons economisch leven. Tijdens onze onderhandelingen werd op essentieele punten akkoord bereikt, en werden ons geruststellende verklaringen afgelegd. De toezeggingen, welke wij verkregen hebben op het gebied van het broodgraan en van de grondstoffen, mogen echter niet den indruk wekken alsof onzerzijds nu alles gedaan en elke inspanning wegens den ernst van den toestand overbodig zou zijn. Integendeel, werd de levering van de ontbrekende hoeveelheden brood graan, afhankelijk gesteld van den stipt vervulden leveringsplicht en van een beslisten afweer van den sluikhandel. Het is inderdaad, in de gegeven omstandigheden, niet te verantwoorden, dat de boer in België het voorhan den broodgraan zou onttrekken aan de breede volks lagen en dat wij ten gevolge daarvan buitenlandsche hulp zouden moeten inroepen. Zelftucht en zelfhulp moeten voorgaan. Op het gebied van den aanvoer van grondstoffen, van de inschakeling van België in de handelsbespre kingen met derden, werd principieele overeenkomst bereikt, welke ten deele in het stadium van uitvoering zijn getreden (aanvoer van textielproducten), terwijl voor de regeling van andere vragen in den eerstko- menden tijd, hetzij te Brussel of te Berlijn, nieuwe besprekingen zullen gevoerd worden. Wij hopen, dat aldus onze economische politiek aan zienlijk zal kunnen geactiveerd worden, terwijl terzelf- dertijd zich de noodzakelijke aanpassing van ons in dustrieel leven zal kunnen voltrekken. Wij zijn tevreden over de resultaten welke wij te Berlijn bereikt hebben en niet het minst over het kli maat waarin de besprekingen werden gevoerd en over de perspectieven welke werden geopend. De eigen mogelijkheden van ons economisch leven zijn grocter geworden. De Heer secretaris-generaal De Winter verklaarde -van zijn kant aan een medewerker van het dagblad Le Soir dat binnen kort een Belgische afvaar diging opnieuw naar Berlijn zal vertrekken, ditmaal voorzien van onderrichtingen en definitieve voorstellen. Van uit Berlijn zal deze afvaardiging daarop waar schijnlijk naar Moskou vertrekken, waar een overeen komst moet worden gesloten. In afwachting, dat wij de Russische granen entvan- gen, levert het rijk ons een zekere hoeveelheid brood graan, van zijn eigen voorraden. Zoodus, besloot de Heer De Winter, mag er van succes worden gesproken, en wij dienen eens te meer den nadruk te leggen, op den machtigen indruk dien wij van de ontvangst der Duitsehe overheden mee dragen. In het Staatsblad van 29 December 1.1. is een besluit versdienen waarbij wijzigingen worden ingevoerd aan het bijhouden en het indienen van de bezoldigings fiches en de naamlijsten betreffende de bij de bron in te houden belastingen. De fiches, samen met de naamlijst, betreffende de tijdens het jaar 1940 uitbetaalde bezoldigingen en de daarop ingehouden belastingen, moeten voortaan door den werkgever vóór 1 Februari van het jaar afgegeven worden niet meer aan de bezoldigden zelf doch aan den controleur der belastingen van de omschrijving van het ontvangkantoor waar de ingehouden belastingen wer den gestort. Een afschrift van de loonfiche, met vermelding al leen van den naam, het bedrag der bezoldiging en der ingehouden belastingen, moet vóór 1 Februari door den werkgever worden afgegeven aan den loon- of wedde- trekkende, om dezen laatste toe te laten zijn eventueel te onderschrijven aangifte inde inkomstenbelasting te doen. Een ander besluit van 30 December 11. voorziet on der meer de inhouding bij de bron van de aanvullende personeele belasting op de bezoldigingen, welke noT- maal toegekend of betaalbaar gesteld worden met in gang van 1 Januari 1941. Van dien datum af moet de inhouding van de be drijfsbelasting. van de nationale crisisbelasting en van de aanvullende personeele belasting gezamenlijk ge schieden. Nieuwe barema's voor inhouding zullen opgemaakt worden, in afwachting dat deze barema's ter beschik king van de werkgevers worden gesteld moet de af te houden som gelijk zijn a) Aan 4 t. h. van het bruto bedrag der bezoldigingen wanneer deze het op de huidige barema's voorkomend vrijgesteld minimum bereiken maar geen 1,000 fr. per maand te boven gaan b) Aan het dubbel van het totaal bedrag van de be drijfsbelasting met inbegrip eventueel van de 100 opeentimes, en van de nationale crisisbelasting, vermeld in de. thans toegepaste barema's, voor de bezoldigingen die het bedoeld vrijgesteld minimum bereiken maar hooger beloopen dan 1,000 fr. per maand. HAAR SAMENSTELLING EN WERKING Een belangwekkend Initiatiefstadskinderen worden bij de landbouwers geplaatst. In een uiteenzetting voor de pers verstrekte de Heer Dr W. Melis, hoofd voor landbouw en voeding, de vol gende interessante inlichtingen De N.L.V.C. is de eerste corporatieve organisatie in ons land. Het belang van deze organisatie voor onze samenleving springt onmiddellijk in het oog. als men bedenkt, dat zij krachtens haar Statuten ongeveer 45 ten honderd van de ekonomische bedrijvigheid van ons land. zal hebben op te nemen en te ccntroleeren. Opgericht door den Sekretaris generaal van het Mi- nisterlé van. Landbouw en Voedselvoorziening op 27 Augustus 1940, begon zij haar werkzaamheden einde September in het gebouw zelf van het Ministerie van Landbouw rp de.Queteletplaats. Op het oogenblik zijn reeds meer dan 4000 leiders en ambtenaren aangesteld en wanneer de uitbouw vol trokken zal zijn, zal dit cijfer ongeveer 8000 bereiken. yf Er zijn thans zes hoofdgroepeeringen aan het werk en de Nationale Boerencorporatie, evenals de Natio nale Corporatie van Distributeurs, zijn bijna volledig uitgebouwd en gereed om morgen hun werk te begin nen. Een der belangrijkste opgaven, die aan de Corporatie werd toevertrouwd, is de marktordening te verzekeren der levensmiddelen er zal in den tegenwoordigen tijd wel niemand te vinden zijn, die het groote belang hier niet van inziet In Duitschland, waar men zich verplicht zag een po litiek van zelfvoorziening te voeren, ten einde het land zijn zelfvertrouwen terug te schenken, kwam de Reichs- nahrstand (Rijksvoedingscentrale) door de wet van 13 September 1933 tot stand. Deze organisatie was vooral het werk van Rijksminister Darré, de Rijks-boeren leider. Doch ook in andere landen, zooals Nederland en De nemarken, heeft men pogingen gedaan om tot een ge leide ekonomie te komen op het gebied der levensmid- delenvoortbrengst en het feit. dat Nederland er op dit oogenblik zooveel beter voor staat dan wij, mag zonder twijfel in verband worden gebracht met de in dat land geschapen organisatie. Wil de N.L.V.C. haar taak naar behooren vervullen, en bereiken dat elk lid van de Belgische volksgemeen schap zijn deel krijge van de nationale vcortbrengst tegen de goedkoopst mogelijke prijzen, dan is het nool dig, dat zij het produkt zal kunnen volgen en beheer- schen vanaf producent tot verbruiker. Zou een enkele schakel aan dit toezicht ontsnappen, dan bleef de prijsordening een doode letter. Daarom maken alle voortbrengers, be- en verwerkers, make laars, handelaars, fabrikanten en verdeelers van levens middelen deel uit van de afdeelingen dezer corporatie. Hiertoe zijn in de eerste plaats tien hoofdgroepee ringen gevormd. Zoo bv. de H. G. Granen en Veevoe ders de H. G. Vee, Vleesch en Bijproduktende H. G. Zuivelprodukten. Eieren èn Vetten, enz. Het valt dan onmiddellijk op. dat er twee groepen van personen zijn, wier ekonomische bedrijvigheid zich over bijna alle voedingsprodukten uitstrekt, nl. de boe ren, als voortbrengers van een gansche reeks levens middelen en de verdeelers van levensmiddelen aan de bevolkingde kruideniers. Voor deze twee groepen heeft men twee eigen orga nisaties in den schoot der corporatie voorzien, nl. de Nationale Boerencorporatie en de Nationale Distributie- corporatie (voorloopig nog Verbond van Verdeelers van Voedingswaren» genoemd). Deze beide organisaties hebben dus hoofdzakelijk een sociaal karakter, terwijl het marktordenend werk verricht wordt in de Hoofdgroepeeringen, bij welker leiding de beide organisaties trouwens vertegenwoor digd zijn. Maar, wat zou de corporatie kunnen uitvoeren, in dien zij een gewone vereeniging ware Zij zou geen macht hebben en zou haar taak niet naar behooren kunnen vervullen. Daarom werd de N.L.V.C. in haar statuut de toela ting verleend van alle bij haar aangesloten een door haarzelf vast te stellen bijdrage te heffen. De Corpo ratie komt daardoor op dezelfde lijn te staan als an dere publiekrechterlijke lichamen in ons land. nl. de provinciën en gemeenten en, evenals voor deze, hebben hare verordeningen en reglementen kracht van wet. De wetgevende bevoegdheid wordt in de Corporatie uitgeoefend door den Corporatieleider en door de voor zitters der verschillende Hoofdgroepeeringen, elk voor hun groep. Een andere eigenaardigheid in de samenstelling van de corporatie is het leidersbeginsel De corporatieleider wordt benoemd door den Sekre- taris-generaal van het Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening. Hij zelf benoemt de leiders en ambtenaren van de corporatie. Op iedere trap is de hooger geplaatste ambtenaar dan ook persoonlijk ver antwoordelijk voor het werk van zijn ondergeschikten. Een laatste beginsel is, dat alle leiders vaklieden moeten zijn. Zoo zullen de boerenleiders aktieve boeren dienen te zijn de leden van de Nat. Corp. van Distri buteurs kruideniers. Hierdoor wordt bereikt, dat men niet in ambtenarij vervalt en de leiding bij personen uit de praktijk blijft. Inmiddels is. behalve ander werk, in den schoot van de Nationale Boerencorporatie een besluit genomen van groote beteekenis in den tegenwoordigen tijd. Er is een vraag tot de boeren gericht of zij niet bereid zijn in de huidige omstandigheden arme kinderen uit onze steden bij zich te nemen. Twee gedachten hebben dit initiatief geleid 1. De gedachte om op een werkdadige wijze deel te nemen aan het lenigen van den grooten nood, die thans in beoaalde centra heerscht 2. Het streven om land en stad deelachtig te maken aan hetzelfde gevoel van diere volksverbondenheid. De reeds binnengekomen antwoorden zijn een spre kend bewijs voor de edelmoedigheid. waarvan onze boerenbevolking nog steeds in zoo groote mate blijk geeft. Deze opzet zal nog worden uitgebreid en zal zeker oneindig grootscheepscher worden nu het om de eigen bevolking gaat, dan vroeger, toen in ons land pogingen werden gedaan om andere noodlijdende volken door Vrijdag, om 7 uur. Zaterdag om 4 en 7 uur. Zondag, om 2 uur, 4 J en 7 uur, (doorloopend). Maandag, om 7 uur. IN De bekoorlijke en puike actrice IIERTHA FEILEK en de niet minder beroemde pracht-acteur HANS SOHNKER, in een van de prachtigste filmen van 't jaar Boeiend geestig. Een superproductie van de beste soort. Een niet te versmaden buitenkansje voor alle cinema- liefhebbers. Gezien het verkeer op straat aan de burgerbevolking verboden is na 8 uur 's avonds, zal er eiken Zaterdag een speciale voorstelling gegeven worden te 4 UUR. Aangifte van stroo. Artikel 7 van het besluit van 7 Januari 1941 verplicht ieder persoon, nlet-voortbrenger van stroo (dus b.v. handelaar in stroo) binnen de vijf dagen bij het pro vinciaal bureel van de Hoofdgroepeering, aangifte te doen van het stroo waarvan hij, met het oog op den verkoop, eigenaar is. De personen die dergelijke aangifte hebben te doen. worden erom verzocht deze, gemakkelijkheidshalve. rechtstreeks aan den Centralen Dienst van de Hoofd groepeering Graangewassen en Veevoeders Wa- randaberg, 4, Brussel, te laten geworden. Aan de Heeren Fabrikanten van Zuurkool Ten einde de Nationale Landbouw- en Voedingscor poratie toe te laten een duidelijk gedacht te vormen van de hoeveelheden blik door de fabrikanten van zuur kool verbruikt, heeft zij de eer U te vragen haar de volgende inlichtingen te willen verstrekken vóór 26 Ja nuari op het volgend adres Hoofdgroepeering Tuin bouwproducten Wetstraat, 163, Brussel 1. De hoeveelheid blik die door de firma rechtstreeks ingevoerd werd in de jaren 1937, 1938, 1939, (invoerbe- wijzen bijvoegen, deze worden na inzage terugge stuurd); 2. de hoeveelheid doozen door de firma verkocht en verzonden in 1937, 1938, 1939 (maten en hoeveelheden aanduiden) Deze gegevens zullen als basis kunnen gebruikt wor den voor de eventueele verdeeling van het blik dat ter beschikking van de fabrikanten zou kunnen gesteld worden. MAATSCHAPPIJ DE OUDE van het Arrondissement Yper Lokaal In de TrompetGroote Markt, Yper. Verslag der Algemeene Vergadering van 5 Januari 1941 De algemeene vergadering wordt te 14 u. 30 geopend, onder het Voorzitterschap van den Heer Vanbeselaere. De schrijfster geeft lezing van het verslag van 1 December 1.1. Dit verslag wordt zonder opmer kingen goedgekeurd. De Heer Voorzitter wenscht een gelukkig nieuwjaar aan al de leden der Maatschappij en wakkert deze aan zooveel mogelijk de vergade ringen bij te wonen. Nieuwe leden. Worden als nieuwe leden aan genomen M. Bailleul V., voorgesteld door M. J. WdussenM. Roose P., voorgesteld door M. J. Lecluyse. De Heer schatbewaarder geeft verslag over den financieelen toestand der Kas en gaat vervolgens over tot de uitbetaling der punten toegekend aan de leden gedurende het jaar 1940. Voordracht. De voordracht gegeven door den Heer Vanbeselaere over Het Kweeken van per zikken onder glas wordt met veel aandacht ge volgd en hartelijk toegejuicht. Aanbrengsten. Worden als juryleden aange duid MM. Buseyne F.; Woussen J.; Vasseur R.: Secretaris Lamps. M. Sinnaeve J. behaalt 4 punten M. Lamps 2 p. De tombola, bestaande uit fruitboomen, wordt alsdan onder de tegenwoordige leden verloot. De Heer Voorzitter bedankt de leden voor hunne tegenwoordigheid, waarop de vergadering om 16 u. 30 gesloten wordt. Op Zondag 2 Februari 1941, om 14 u. 39 ALGEMEENE VERGADERING DAGORDE 1) Lezing van het verslag. 2) Mededeelingen. 3) Aanvaarden van nieuwe leden. 4) Voordracht. 5) Beoordeeling der aanbrengsten. 6) Prijsloterij. De Schrijfster, De Voorzitter, M. Coutrez. V. Vanbeselaere. redding van een deel van hun jeugd werkdadig te hel pen. Zonder twijfel zal dit samenwonen er veel toe bij dragen om de verstandhouding tusschen land en stad te verbeteren en vele bestaande misverstanden op te hef- fen.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 5