De Arme Edelman
Hst leven van Winston Chnrchill
12
ONS MENGELWERK N 18
HET YPERSCHE 7 -3 -1941
door HENDRIK CONSCIENCE
(Vervolg)
Het gezicht van dit haar te zeer bekend loover
werkt machtig op haar gemoed een onverstaan
bare lach verschijnt op haar gelaat, hare oogen
schieten vol waterin hevige spanning des gees-
tes schijnt zij de frissche lentelucht en het zoele
licht der zon met volle teugen in te ademen. De
drukking haars aangezichts verandert menig
maal men zou zeggen, dat zij met hare inbeel
ding heenwandelt tusschen beminde wezens, en
dat zij hen spreekt van geluk en vreugde. Hare
lippen vormen eenen onvatbaren klank, die tel
kens van eenen kwijnenden glimlach vergezeld
gaat. Wellicht murmelt zij den naam van
eenen afwezigen vriend
Daar staat zij nu, met medelijdenden blik, voor
den goudvink, die onrustig rond zijn huisken
springt en met den bek geweld doet om de traliën
zijner gevangenis te breken. Zij ziet den vogel
eene wijl in droomachtige vergetelheid aan en
zegt dan met zoete stemme
«Waarom zoudt gij ons nu verlaten, lieve Gij,
onze getrouwe gezel in het verdriet Wees toch
vroolijk. Vader is genezenNu zullen wij weder
geproost en gelukkig leven... Maar wat is het
toch, dat u aandrijft om zoo zwoegend rond te
vliegen. O, het is pijnlijk, niet waar, mijn vink
je, gevangen te zijn, als men weet, dat daar bui
ten vrijheid en blijdschap heerschen? Als men
in de ruimte der velden en bosschen is geboren
als men weet, dat daar alleen, onder Gods schoone
zonne, leven en vreugde te genieten zijn Ach,
arme vogel, ik ben een kind der natuur gelijk
gijik ook, ik ben weggerukt van mijne geboor
teplaats ik ook betreur de grootste eenzaamheid
mijner kinderjaren en het stille loover, dat mijne
wieg overschaduwde... Maar, is u, als mij, voor
eeuwig een vriend ontnomen Mengt zich in uwe
droefheid het beeld van dengenen, dien gij een
maal bemindet Betreurt gij ook iets meer nog
dan vrijheid en ruimte Wat vraag ik u toch
De liefdetijd is weder verschenen, niet waar Be.
minnen is ook voor u het schoonste raadselwoord
des levensIk heb u in betere tijden gekocht
gij waart zoo lang mijn eenig gezelschap, mijn
vriend en mijn vermaak...»
De maagd bracht bij deze woorden de hand aan
de vogelkooi en zeide
Maar ik doorgrond uw lijden ik wil niet lan
ger voor u zijn wat het onverbiddelijk lot voor
mij is... Daar, neem uw vlucht! Dat God u be-
schermeGa en geniet in volle maat de twee
grootste noodwendigheden van al wat leeftvrij.
heid en liefde!.. Ah, hoe schatert gij van blijd
schap, hoe machtig slaat gij uwe vlerken uit
Vaarwel, vaarwel, gelukkige!...»
Lenora zag den vogel een oogenblik na, terwijl
hij pijlsnel door lucht en licht ten hemel op
schoot en keerde dan, met eenen glimlach van
zoete tevredenheid, op haren stoel terug, waar
zij het linnen weder op den schoot nam, en, als
voren, met groote haast begon te arbeiden.
Nog een kwart uurs zette zij in stilte haar werk
voort. Dan hief zij het hoofd eensklaps op en
zeide met blijdschap, terwijl zij op eenig gerucht
luisterde
«Ah, daar is vader Mocht hij gelukkig geweest
zijn
Zij verliet haren stoel en ging naar de deur.
Mijnheer Van Vlierbeke trad de kamer in, eene
rol papier in de hand houdende, en naderde met
loome treden tot eenen stoel, waarin hij zich af
gemat en hijgend nederzakken liet.
Zeer mager was hij geworden zijne oogen ston
den eenigszins in hunne holen gezonken, zijn blik
was weifelend, zijne wangen bleek, zijn gansche
aangezicht verslenst. Men kon bespeuren, dat
eene zware ziekte hem dus had uitgemergeld, en
terzelfdertijd in hem de krachten des lichaams
en der ziel hadden verminderd.
Zijne kleeding was waarlijk armoedig. Wel kon
men nog zien, dat er lang was geworsteld gewor
den om de teekenen der ellende te verbergen
nog kon men geene vlek, geen stofje er op ont
dekken maar versleten was alles tot den draad;
daarbij hier en daar met zichtbare naden ont
sierd, en, in alle geval, te wijd en te breed voor
zijn vermagerd lichaam. Wellicht hadden ramp
spoed en ziekte de manhaftige ziele des edelmans
neergedruktwellicht was zijn moed verbrijzeld
en zijn hart gebroken
Lenora zag hem een oogenblik met diepe be
kommernis. aan en vroeg
O, God, vader, zijt gij \yeder ziek
Ach, neen, Lenora,was het antwoord, maar
ik ben zoo ongelukkig
De maagd omhelsde hem teederlijk en sprak,
terwijl zij met troostende streeling zijne hand
aangreep
«Vader, vader, vóór acht dagen laagt gij nog
ziek te bed. Wij hebben om uwe gezondheid ge
beden, als om het hoogste geluk, dat ons op aarde
kon ten deel worden. God heeft cns verhoord gij
zijt genezen... En gij treurt al weder bij den
eersten tegenspoedUwe pogingen zijn heden
mislukt, niet waar Ik zie het op uw droef ge
laat. Welnu, wat geeft dit Wat ontbreekt ons
om gelukkig te zijn? Kom, kom, laat ons als te
voren tegen het lot opstaan laat ons sterk zijn
en met opgeheven hoofde de armoede in het aan
gezicht zien de moed is ook een rijkdom. Nu,
nu, vader, vergeet dit verdrietzie mij aan, ben
ik droef Laat ik mij neerdrukken door wan
hopige gedachten Ja, ik heb geweend, ik heb
getreurd en geleden, omdat de ziekte mijnen va
der had aangedaan... maar nu, nu gij genezen
zijt... nu kome wat wil, uwe Lenora zal God al
tijd danken voor zijne goedheid
De vader blikte zijne begeesterende dochter
met een stillen glimlach in de oogen en zuchtte
Arme Lenora, gij geeft u zelve moed om mij
te steunen en te troosten. De hemel vergoede u
zooveel liefdeIk ken de bron, waaruit gij zulke
krachten puten nochtans, engel, door God mij
geschonken, uw woord, uw lach zijn machtig op
mij, als ginge met deze een deel uwer ziel in
mijne ziel over. Ik ben teruggekeerd met een
verpletterd hart, met verbijsterde zinnen en be
zwijkend van wanhoopuw aanblik is genoeg
om troost in mijnen boezem te gieten...»
Kom, vader,viel de maagd hem in de rede,
terwijl zij hare bewijzen van teederheid nog ver
meerderde, vertel mij uw wedervarenik zal u
daarna iets zeggen, dat u verblijden moet.
Eilaas, mijn kind, ik heb mij in de kostschool
van den heer Roncevaux aangeboden om mijne
Engelsche lessen te hernemen. Gedurende mijne
ziekte is een Engelschman er mede belast gewor
den ons is dus het beste stuk brood ontroofd
En de Dqitsche les bij mejuffer Pauline
Mejuffer Pauline is naar Strasburg vertrok
ken zij keert niet meer weder. Aldus, Lenora,
alles in eenmaal verlorenHad ik niet gegronde
redenen om mij te bedroeven? Gij zelve schijnt
door deze ongelukkige tijding getroffen gij ver
bleekt, dunkt mij
Inderdaad, het meisje had de oogen neergesla
gen en scheen door verbaasdheid en verdriet aan
gedaan doch de oproep haars vaders gaf haar de
bewustheid weder. Zij antwoordde, terwijl zij
zich geweld aandeed om opgeruimd te schijnen
Ik dacht aan de pijn, die u door deze afwij
zing moet getroffen hebben, vaderen waarlijk,
ik gevoelde diepe smartmaar toch vind ik nog
redenen om vroolijk te zijn... Ja, vader; want
ik ten minste heb goed nieuws.('t Vervolgt)
(Vervoig)
Tijdens een proces der Engelsche Kroon tegen Lord
Douglas, wordt Churchill als getuige gedagvaard. Een
advokaat sprak alsdan een algemeen karakteristiek van
den politicus uitHij is net als rook wanneer men
hem zijn hoogdravende titel afneemt, blijft er slechts
een beroeps politieker over en een beroepspolitieker
heeft men afgeschilderd als een man met de huid van
een Nijlpaard, met het kleurenspel van een cameleon
en de ruwheid van den duivel
Een treffende uitlating, welke de Churchill van vroe
ger en de Churchill van heden ten voeten uitteekent.
De Groote Derby
De wilde sprongen van den minister van binnenland-
sche zaken werden zoo onzinnig, dat men hem weldra
een andere taak moest toevertrouwen. In 1911 wordt
hij eerste Lord der Admiraliteit met de opdracht de
vloot voor het aanstaande conflict met Duitschland
stri dvaardig te maken. Dit is iets wat hem aanstaat.
Had hij zich niet als officier als volgt uitgedrukt:
Het strijden der Indiërs vergeleken bij een werke-
lijken Europeeschen oorlog is als eenvoudige jacht ver
geleken bij den groeten Derby.
Met heel zijn hart hunkert hij naar dezen oorlog. In
den oorlog, denkt hij, zal zijn uur komen. Het uur,
waarop hij met andere inzetten zal kunnen spelenniet
meer met een troepje soldaten, met een zetel in het
Lagerhuis, met een ministerpost of met enkele politie-
afdeelingen, doch met reuzenlegers, wellicht met het
gansche Britsche Rijk. Zijn geweldige eerzucht hunkert
naar dezen oorlog en in het kabinet Asquith laat hij
geen gelegenheid voorbij gaan om den loop der gebeur
tenissen te bespoedigen. Churchill was de leider der
oorlogspartij in het kabinet Asquith met deze woor
den begint Lord Beaverbrook in zijn gedenkschriften
het hoofdstuk over het uitbreken van den oorlog.
Wanneer men dan eind Juli 1914 nadert, kan hij het'
uitbreken van den oorlog niet meer afwachten. Reeds
op 29 Juli aldus 6 dagen voor de Engelsche oorlogs
verklaring zendt hij het warning telegram aan alle
escaderbevelhebbers, dat zij zich moeten paraat hou
den. Op 30 Juli terwijl nog onderhandelingen tus
schen Duitschland en Rusland plaats hebben deelt
hij reeds aan den bevelhebber der vloot in de Middel-
landsche Zee medeOnze eerste zorg moet zijn,
Frankrijk bij het vervoer zijner troepen uit Afrika te
helpeni
De toenmalige Fransche president Poincaré vertelt
1> zijn Mémoires dat de maatregelen van Churchill
de Fransche regeering ten zeerste hebben beïnvloed en
tot den oorlog aangezet.
Beaverbrook was op 1 Augustus bij Churchill, toen
het bericht binnenkwam van een zoogezegde Duitsch-
Russische ontspanning. Beaverbrook was ten zeerste
verrast over Churchill's uitlating, dat dit slecht nieuws
was Terzelfdertijd had Churchill, zooals bekend, in
strijd met het kabinetsbesluit en op eigen verantwoor
delijkheid de marinereserves opgeroepen. In de ge
denkschriften van Lady Asquith over het uitbreken van
den Duitsch-Engelschen oorlogstoestand in den nacht
van 3 op 4 Augustus, wordt onder meer gezegd, dat
Winston Churchill met een stralend gezicht op de dub
bele deur van het kabinetsbureau toetrad.
De groote wedstrijd was begonnen, en het werd de
groote ontgoocheling van zijn leven. Hij had slechts
een streven, zijn eigen persoon naar voren te brengen.
Zender de minste scrupules, doch ook met de groot
ste verwarring, die tot fouten leidde, voedt hij zijn on
verzadigbare eerzucht. De groote experimenten van
Churchill op militair gebied hebben aan honderddui
zenden soldaten het leven gekostdoch deze offers wa
ren vergeefs, want de geschiedenis was eerlijk genoeg
om den avontuurlijken Churchill niet den roem te ge
ven, iets van beslissenden aard tijdens den oorlog te
laten presteeren.
Reeds in de maand September 1914 verklaart hij met
hooge borsthij zal de Duitsche vloot, indien zij niet
uit haar schuilplaats komt, als ratten in hun nest ver
stikken. Den daarop volgenden dag, na deze fiere
woorden, ontvangt hij reeds het antwoordniet minder
dan 3 Britsche slagkruisers werden door één enkele
Duitsche duikboot gekelderd.
Teneinde de kritiek het zwijgen op te leggen, ontwik
kelt hij een grootsch plan, teneinde van uit Antwerpen,
dat door de Duitsche troepen wordt belegerd, het Duit
sche leger in de flank aan te vallen. Het blijft evenwel
onbegrijpelijk, wat hij met deze 30 a 40.000 man. die hij
aan België beloofde, zou hebben uitgericht, indien hij
ze werkelijk naar Antwerpen had gezonden. Het Duit
sche leger, dat millioenen soldaten telde, zou nooit ern
stig door zoo'n gering aantal bedreigd geweest zijn.
Met een blind fanatisme gelooft Churchill, dat hij
thans geroepen is tot het volbrengen van een groote
daad. Hij zelf reist naar Antwerpen. Van deze merk
waardige episode meldt Lord Ridell in zijn oorlogsdag
boek. «Toen Churchill te Antwerpen aankwam, verklaar
de hij stoutweg: «De toestand is mij volledig duidelijk.
Deze stad moet tot den laatsten man verdedigd worden.
De Belgische infanterie moet straat voor straat den
vijand betwisten indien het noodzakelijk zal blijken
Churchill's biograaf, Martin, vertelt hierover nogHij
overtuigde de Belgische regeering met groot omhaal van
woorden, dat reeds 30 a 40.000 man onder kommando
van generaal Rawlinson onder weg waren. Zijn verze
keringen werkten overtuigend, daar Churchill er zelf
aan geloofde
Wie denkt bij deze scene niet aan de rol van Churchill
in Juli 1940, toen hij de Fransche regeering op dezelfde
wijze beloog, alleen om haar te verhinderen een wa
penstilstand te sluiten
Ook toen kon hij het niet verhelpen dat de Duitsche
artillerie een krachtiger uitwerking had dan zijn. fan
tasie. Toen het Duitsche legerkommando van het be
leg tot den aanval op Antwerpen zou overgaan, viel
dit bolwerk in enkele dagen tijds met groote verliezen
voor de Belgen. Het fiasco te Antwerpen is voor Chur
chill echter geen les, het is hem eerder een aanmoedi
ging. Hij streeft thans openlijk naar een militair kom
mando, nog steeds als te voren houdt hij den oorlog
voor de groote gelegenheid in zijn leven en zonder te-
denken aan de slachtoffers is 'hij vast besloten deze niet
te laten voorbijgaan. De toenmalige Engelsche minis
terpresident Asquith, meldt in zijn dagboek een epi
sode in October 1914, die het ware karakter van Chur
chill op treffende wijze schildert. Winston Churchill
verzocht mij, vormelijk beleefd, zijn toekomst niet op
te vatten in een conventioneelen vorm. Nadat hij voor
zijn eigen woorden te Antwerpen bloed had gero
ken begint hij thans als een menschenverscheu-
rende tijger» meer bloed te eischen... en vraagt mij
hem te ontslaan van zijn kommandopost bij de admi
raliteit, en hem een militair bevel toe te vertrouwen..
Hij beweert, dat de zeeoorlog praktisch reeds gestre
den is en dat er daar geen successen meer te behalen
zijn. Hij verklaart, dat een politieke carrière voor hem
geen beteekenis heeft in vergelijking met militairen
roem
In dezelfde dagen bericht de Engelsche veldmaar
schalk Wilson laconisch Ik 'heb Churchill slechts vijf
minuten gesproken., doch hij vertelde zoo'n militairen
onzin, dat ik reeds onmiddellijk met hem in strijd was».
Doch de menschenvretende tijger rust niet, hij
wenscht zijn deel te hebben aan het spel, dat met aoo
groote inzetten wordt gespeeld. Hij wil het lot dwingen.
hij wordt haast gek door zijn krankzinnige jacht naar
roem. Nu of nooitDit nu of nooitkost echter
30.000 Engelsche soldaten het leven. Zij sneuvelden tij
dens het gevecht bij de Dardanelles dat Churchill
tijdens den Winter zorgvuldig had voorbereid en waar
hij in 1915 aanvalt.
Het wordt een der grootste nederlagen der geal
lieerden tijdens den wereldoorlog. Na maandenlanger:
nutteloozen strijd moet het gevecht opgegeven worden.
De krankzinnige manie van Churchill iets buitenge
woons te verrichten, kostte Engeland opnieuw een
zwaar verlies.
Tijdens zijn activiteit bij de admiraliteit had Chur
chill nog een zijner andere eigenschappen met succes
ontwikkeld en op deze eigenschappen bouwt hij heden
zijn heele binnenlandsche politiek. Het volk in den
waan laten betreffende de eigen verliezen. Reeds voor
den oorlog heeft hij met trots gesproken over de groote
en onbetwistbaar onontbeerlijke rol, die de zwendel
speelt in het bestaan der groote volken, welke van een
democratische vrijheid genieten. Voor hen is de ïenfi-
gen tijdens den oorlog niet alleen een. noodzakelijkheid,
doch ook een requisiet, waarmede groote politiek ge
maakt wordt.
Afgezien van den propagandischen grooten aanval,
heeft Churchill de kunst verstaan de verliezen der vloot
zoo geheim te houden, dat Engeland zich eerst in het
jaar 1919 van de talrijke en ernstige tegenslagen 'be
wust werd. Reeds onmiddellijk na het begin van den
oorlog had hij aan den verwonderden Lord Ridell ver
klaard op een toon als van de beleedigde onschuld.
Wij zeggen steeds de waarheid. Wij kunnen met Teebt
beweren, dat men ons gelooft. Tot op heden hebben wd
niets anders geheim gehouden dan het verlies van de
Auddancicus en eenige duikbooten.
Belgapress ('t Vervolgt).
Drukkerij Dumertier, 34. Baterstraat, Y»«r Tak SM