Claeyssens- Léon GRILLET WETENSCHAPPELIJK HOEKJE VERVOER - VERHUIZINGEN AUTO- TAPISSIÈRE 118, Dickebuschsteenweg, 118 YPER Telefoon 189 Naamdagen. Zon. Maan. Maanstanden. TREKKINGEN Gemeentekrediet van België 4 t.h. 1938 Lotenleening 1938 19 Meenenstraat 19 YPER TITELS KOEPONS BEURSORDERS GROOTE FIGUREN PER WEEK HET YPERSCHE 7 -3 -1941 DE GESCHIEDENIS VAN HET KUNSTLICHT (Vervolg) D. IRVING LANGMUIR HET ONTSTAAN DER HALF-WATT-LAMPEN Het gebeurt vaak dat het werk van een groot geleerde, en vooral van een Nobelprijswinnaar voor chemie, voor den gewonen mensch onbe grijpelijk is. Het hoofdwerk van den Amerikaan Langmuir spreekt echter direct tot den leek en wel via zijn geldbeugel, daar hij ons vele fran ken op onze lichtrekening heeft helpen bespa ren, zijn onderzoekingen immers hebben geleid tot de constructie van de economische electrische lamp met gasvulling. Geboren in 1881 ontving Langmuir zijn opvoe ding in Amerika en Parijs en promoveerde in Göttingen. Hij werd leeraar in de chemie. In 1909 kwam hij voor zijn zomervacantie naar Sche nectady (Staat New-York) om hier een paar maand te werken in het onderzoekslaboratorium van de General Electric Company. Nooit echter keerde hij weer naar zijn school, daar, dank zij het toedoen van den directeur van het laborato rium, Dr Whitney, Langmuir aan de General Electric Company verbonden werd. In het laboratorium was een groot deel van de medewerkers bezig te zoeken naar de oorzaken van het te snel breken der wolfraamdraden in de, toen nog luchtledige, gloeilampen. Langmuir bracht dit in verband met wat hij gelezen had over metalen, die bij gloeien groote massa's gassen afgaven. Hij zou dit onderwerp bestudee- ren doch hij was overtuigd, dat uit dit werk niets practisch bruikbaars te voorschijn zou kunnen komen. Op dat oogenblik meende men, dat men het le ven van een lamp kon verlengen door het va cuum (luchtledige), waarin de draad gloeide, te verbeteren. Hoe minder lucht er in de lamp over. bleef, des te langer zou zij duren meende men. Langmuir pakte het probleem van den anderen kant aan. Hij ging nu systematisch den invloed na, dien verschillende gassen op den gloeienden wolfraamdraad hebben. Bij dit onderzoek bleek dat geen twee gassen zich op dezelfde manier ge droegen. Zuurstof tastte het wolfraam aan en vormde een wit oxyde. Waterstof gedroeg zich zonderling de wolfraamdraad splitste de waterstofmoleculen in atomen. Na langdurige en geduldige onderzoekingen vond hij ook vanwaar de groote hoeveelheden gas, die hij bij zijn eerste proeven had verkregen vandaan kwamen. Deze werden veroorzaakt door het water, dat in kleine hoeveelheden, ondanks het luchtledig maken, op de wanden van den bal. Jon was achtergebleven. Werd de lamp warm, dan ontstond waterdamp, deze tastte den draad aan, waarbij wolfraamoxyde en waterstofgas ontstonden. (1) Het oxyde zette zich op den bal lon vast, het waterstofgas werd, wanneer men het niet wegpompte, door den gloeienden draad in atomen gesplitst, deze atomen tastten het oxyde weer aan, waarbij opnieuw water ontstond en het wolfraam als een dun zwart laagje op het glas achterbleef. Zoo was dus een uiterst kleine hoe veelheid water in staat een groot deel van den gloeidraad naar den glasballon te vervoeren. Langmuir meende hierin de oorzaak van het zwart worden der lampen, de tweede factor, die den levensduur beperkte, gevonden te hebben, "•►en hij echter proeven nam, waarbij zorgvuldig ieder spoor water vermeden was, bleek, dat de lamp haast even snel zwart werd, omdat het wolfraamdraadje, wanneer het in het luchtledige fltoeit, verstuift en het verstoven metaal zich op het glas afzet. Deze verstuiving nu, ontdekte hij, iwas in een met gas gevulde lamp veel minder Sterk. Hij moest natuurlijk een gas gebruiken, dat den gloeienden wolfraamdraad niet aan tastte en dit vond hij in het argon-gas, dat zich, ■•ook bij de hoogste temperaturen, niet met het wolfraam verbond. Dit gas maakt 1,3 van onze atmosfeer uit en kan daaruit gewonnen worden. m werd zoodus de verstuiving meester, doch be merkte spoedig, dat hij van den regen in den drop Was geraakt. (Slot volgt). (1) Water: een molecule water bestaat uit 2 atomen Waterstof en 1 atoom zuurstof. De zuurstof vormt hier wet het metaal wolfraam een oxyde en de waterstof hüjft over. in binnen- en buitenland met Ncrzorgd werk. Matige prijzen. van 9 tot 15 Maart 1941. Zondag 9 MaartReminiscere. Maandag 10 MaartXL Martelaars van Sebastiaan. Dinsdag 11 MaartFirmin, Rcsina, Fredericus. Woensdag 12 MaartGregorius de Groote. Donderdag 13 MaartRodrigue, Christina. Euphrasia. Vrijdag 14 Maart: Mathilde. Zaterdag 15 MaartLonginus. Opgang Ondergang Zondag 9 Maart 8 u. 11 19 u. 36 Maandag 10 Maart 8 u. 09 19 u. 38 Dinsdag 11 Maart 8 u. 07 19 u. 40 Woensdag 12 Maart 8 u. 05 19 u. 41 Donderdag 13 Maart 8 u. 02 19 u. 43 Vrijdag 14 Maart 8 u. 00 19 u. 44 Zaterdag 15 Maart 7 u. 58 19 u. 46 Opgang Ondergang Zondag 9 Maart 15 u. 06 5 u. 30 Maandag 10 Maart 16 u. 14 6 u. 10 Dinsdag 11 Maart 17 u. 27 6 u. 47 Woensdag 12 Maart 18 u. 44 7 u. 20 Donderdag 13 Maart 20 u. 03 7 u. 51 Vrijdag 14 Maart 21 u. 23 8 u. 22 Zaterdag 15 Maart 22 u. 43 8 u. 53 Volle maan: 13 Maart, te 13 u. 47. Laatste kwartier20 Maart, te 4 u. 51. Nieuwe maan 27 Maart te 22 u. 14. Eerste kwartier5 April te 2 u. 12. De lichtverduistering begint met den zonsondergang en eindigt met den zons opgang. 28' Trekking van 4 Maart 1941 Het lot van 1 miljoen frank is toegekend aan de serie 286205. Dertig loten van 10.000 fr. zijn toegekend aan de vol gende series 102789 120794 122743 125713 131628 139187 140042 142107 169931 170309 182798 183643 183982 187611 204746 210203 214625 225329 245894 256925 259604 274350 283469 283747 292956 304714 306639 308051 312207 316026 Trekking van 5 Maart 1941 Woensdag had de 21'" trekking plaats van de Staats- lotenleening 1938. Het lot van 500.000 fr. is toegekend aan reeks 153.684. De 30 volgende reeksen winnen elk 25.000 frank. 106881 111008 112115 133093 134765 135178 137885 169821 193659 227037 139833 171938 195403 247451 140720 179727 207319 263190 155199 185111 208769 266058 156792 189286 211616 281220 163148 192730 212206 286381 Wisselagent - Correspondent bij de Beurs van Brussel. (Wettelijke borgsom nedergelegd bij de Nationale Bank van België). Aanbevolen geldplaatsingen Kasbons op EEN JAAR van het Gemeentekrediet van België3,60 netto. Tienjaarlijksche Schatkistobligaties 4 uitgegeven aan 97.50 Kostelooze Financieele Inlichtingen Stipte geheimhouding. In het belang uwer eigen veiligheid en deze uwer medeburgers, zorgt steeds dat alle vertrek ken van uw woning volledig verduisterd zijn en dat niet het minste licht naar buiten schijne. Beroemd is hij vooral geworden door het groote bijbelsche epos op het voetspoor van Milton's Paradise Lost «Der Messias» (1748-73), waarvan de niet zeer epische stof, de verlossing van het menschengeslacht door den offerdood van Chris tus, door Klopstock's orthodoxe Christusopvat ting (meer God dan mensch) en den onaanschou- welijken stijl artistiek niet heeft gewonnende schoonheid is voornamelijk van lyrisch-muzika- len aard. Vandaar, dat men thans Klopstock's be- teekenis hoofdzakelijk ziet in zijn Oden, die door hun geweldige gevoelsintensiteit, hun meest klas sieke metra en hun origineele woordkeus iets voor dien tijd geheel nieuws zijn. JAN FRANS WILLEMS Geboren op II Maart 1793 te Bouchout. Reeds vroeg schreef hij gedichten en tooneelstukken, doch zijn voornaamste en blijvende beteeken jv ligt in zijn onvermoeide werkzaamheid voor de erkenning en waardeering van het Nederlandsch in Vlaanderen. In den tijd van het vereenigde koninkrijk wees hij op het groote vergeten let terkundig verleden van Vlaanderen en Brabant, naast de bekende Noord-Nederlandsche letter kunde in 1824 verscheen zijn bekende Verhan deling over de Nederduytsche tael en letter kunde opzigtelijk de Zuydelijke provintien dei- NederlandenHij was in die jaren ontvanger der registratie te Antwerpen in 1827 werd hij lid der koninklijke commissie van geschiedenis. De Belgische omwenteling maakte een einde aan de vreedzame ontwikkeling vah zijn idealen naar Eecloo verplaatst, leefde hij als een balling, maar werkte intusschen aan zijn Middelneder- landsche uitgaven. In 1835 volgde zijn aanstelling te Gent*en werd hij ook tot lid der Koninklijke Academie voor Wetenschappen en fraaie Lette ren van België benoemdhij was dus weer er kend als geleerde en historicus in het nieuwe ko ninkrijk. Tevens was hij de leider der toen in zettende Vlaamsche beweging. Hij bracht degenen, voor wie wetenschap, be-* schaving en omgang in het Nederlandsch een be hoefte was, te zamen, en knoopte de banden weer aan, die onder het Nederlandsch gezag in de Bel gische provincies hadden bestaan. Herstel van het gebruik der taal en de studie der oude Vlaam sche letterkunde vormden de gemeenschappe lijke belangstelling, eerherstel dus binnen den Belgischen staat en zelfstandige ontginning van het rijke aandeel der Nederlanden in de historie der Germaansche Middeleeuwen, waarvoor toen juist ook in Duitschland een zoo sterke belang stelling bestond bij de romantische philologen. Li_ beralen en Katholieken gingen hierin samen Willems en de geleerde priester David stonden aan één zijde. Zijn belangrijkste uitgaven zijn Reinaert de Vos», (1836), waarvan hij al eerder een moderne berijming had doen verschijnen (1834) Rijm kroniek van Jan van Heelu» (1836); «Brabant- sche Geesten» (1839-43). In 1836 stichtte hij de Maatschappij tot bevordering der Nederduytsche Taal- en Letterkunde, die van 1837-46 de 10 dee- len van het Belgisch Museum deed verschijnen, waarin hij met medewerking van anderen tal van studies en teksten uitgaf. Na zijn dood deed Snel- laert nog de door hem verzamelde Oude Vlaem- sche liederen(1848) verschijnen. Zijn brieven werden in 1874 uitgegeven door Max Rooses, die ook een «Keur uit zijn dicht, en prozawerken» uitgaf Op 25 Februari 1851 werd het Willemsfonds, als hulde aan de nagedachtenis van den Vader der Vlaan\sche Beweging opgericht. LEVERRIER Urbain Leverrier, geboren op 11 Maart 1811 te Saint Ló (Manche), werd in 1846 hoogleeraar en acht jaar later directeur der sterrewacht te Parijs. Zijn eerste geschriften behandelden scheikun dige onderwerpen, maar daarna heeft hij zich bijna uitsluitend bezig gehouden met de theore tische sterrenkunde, op welk gebied hij zeer groo- ten naam bezat. Bekendst is zijn ontdekking du bout de sa plumezooals Arago het uitdrukte van de planeet Neptunus (1846). Inderdaad is deze ontdekking merkwaardig: Bouvard had in 1821 tafels van Uranus gegeven, die echter al spoedig de beweging dezer planeet niet goed bleken voor te stellen. Twee jonge astronomen, de Franschman Leverrier en de En- gelschman Adams, trachtten de zaak te verklaren door de aantrekkende werking van een onbe kende, ver buiten Uranus om de zon loopende planeet. Zij kwamen, geheel onafhankelijk van elkaar, tot eenzelfde resultaat. Leverrier schreef er over aan Galle te Berlijn, die in het bezit van uitstekende kaarten was, en inderdaad vond deze astronoom den 23 September 1846, nog geen graad van de voorspelde plaats verwijderd, een ster der 8® grootte, die reeds den volgenden dag door haar beweging haar planetennatuur verra den had. Neptunus de nieuwe planeet werd 17 maal zwaarder gevonden dan onze aarde. Leverrier heeft de Parijsche sterrenwacht nieuw ingericht, haar van moderne instrumenten voorzien, en haar tot hernieuwden hoogen bloei gebracht. Hij overleed in 1877. KLOPSTOCK Friedrich Gottlieb Klopstock, geboren in 1724, studeerde de theologie, werd huisonderwijzer, was gast van den koning van Denemarken, ver bleef te Hamburg, dan te Karlsruhe en daarna weer te Hamburg waar hij op 14 Maart 1803 over. leed. (Zie vervolg onderaan vorige kolom)

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 9