ar WETENSCHAPPELIJK HOEKJE Wist ge... Naamdagen. Zon. Maan. Maanstanden. TREKKINGEN Binnenlandsche Leening 5 t. h. met premie van 2 miljoen frank De Winf-erhulp - Loterij Leening der Verwoeste Gewesten 1922 CROOTE FIGUREN DER WEEK Leest en verspreidt HET YPERSCHE HET YPERSCHE 14 - 3 1941 DE GESCHIEDENIS VAN HET KUNSTLICHT IRVING LANGMUIR HET ONTSTAAN DER HALF-WATT-LAMPEN (Slot) De gas vulling bleek nl. groote bezwaren te heb ben. Om bij een electrische lamp een zoo hoog mogelijk nuttig effect te krijgen, moet de gloei- draad zoo heet mogelijk zijn. Om hem op deze hooge temperatuur te houden met een niet te groot stroomverbruik, moet de draad zeer dun zijnen moeten warmteverliezen zooveel moge lijk worden vermeden. Dit laatste nu was bij de vacuumlamp het geval, het luchtledige geleidt de warmte niet, zoodat alleen warmte verloren ging door straling. Het wolfraam verstoof er echter snel in. Kwam men aan dit bezwaar tegemoet, door de lamp met argon te vullen, dan bleken de warmteverliezen enorm te stijgen, omdat het gas. door strooming, de warmte van den draad naar den ballon transporteerde en zoo verloren deed gaan.'t Nuttig effect van de met gas gevulde lamp zakte daardoor onder dat van de vacuumlamp. Nu vond Langmuir, dat de warmteverliezen door geleiding, per vierkante centimeter draadopper vlakte berekend, bij dikke gloeidraden oneindig veel geringer waren dan bij dunne. Voor een hoog nuttig effect had hij echter een dunnen draad noodig. Een geniale inval schafte hier raad hij wond den dunnen draad tot een spiraal met een doorsnede van een dikken. De geleidings- verliezen werden nu als van een dikken draad, lichteffect als van een dunnen. Het lichteffect steeg bij de grootere lampen tot 1 kaars per 0.5 Watt, vandaar de naam Half-Watt-Lampen Voor dit werk ontving Langmuir in 1932 den Nobelprijs. Dit is echter niet het eenige wat deze geleerde verwezenlijkt heeft. o. m. bouwde hij een dei- beste vacuumpompen en een lascfhvlam. ver richtte baanbrekend werk op het gebied der ra diolampen en ontwierp een atoommodel. Lang muir is nog in leven en zonder twijfel zal nog een groot aantal fraaie onderzoekingen van zijn hand in de toekomst het licht zien. Dat een eik die circa 70.000 bladeren draagt in 5 maanden tijd van Juni tot October 110.000 kg. water verdampt Dat één enkel overwinterend wijfje van de kamervlieg na 5 maand meer dan 5 billioen na komelingen zou hebben indien al deze nakome lingen bleven leven Dat, indien voedstof genoegzaam voor han den ware, één enkele bladluis in één seizoen een nakomelingschap zou kunnen leveren, dat 822.000.000 kg. weegt Dat de oude Grieken dachten dat de geheele wereld bestond uit vier oerstoffen nl. aarde, wa ter, lucht en vuur Dat een appel voedsel geeft aan 500 insek- tensoorten Dat de schade, door insekten te weeg ge bracht, in de" Vereenigde Staten, in 1919 de som van 1.500.000.000 dollar bedroeg Dat de longen van een mensch zijn samenge steld uit ongeveer 50.000.000.000 longblaasjes en dat de volledige ontplooiing hiervan een opper vlakte van 150 m2 zou bedekken Dat de spijzen tusschen 1 en 5 uren in de maag verblijven Dat o. a. gezouten haring 5 uren in onze maag vertoeft Dat de totale oppervlakte van de darmslijm vliezen ongeveer 12 m2 bedraagt —Dat men schat dat er op aarde zoowat 40.004 kg. diamant is Dat dit ongeveer een waarde van 400 milliard voorstelt Dat haver ongeveer 90 dagen groeit en in dien tijd 1 ha. 25.000 kg. water uitwasemt Dat de krop der bij 20 cg. honig kan bevatten en dat ze in dit geval 200 maal haar eigen ge wicht aan honig draagt Dat de bij drie enkelvoudige en twee sa mengestelde oogen heeft. Dat in elk net-oog bij de koningin als het ware 5000 oogen aanwezig aijn, bij de werkbijen 6300 en bij de darren wel 13.000 Dat er slechts 92 enkelvoudige stoffen be staan, elementen genoemd doch meer dan 1.000.000 samengestelde stoffen, verbindingen ge noemd Dat de droom der alchimisten, nl. goud te maken uit onedele metalen, niet zoo dom was en dat de moderne natuurkundigen dit probleem op nieuw stellen Dat in de Zuiderzeeën ware onderzeesche wouden gevormd worden door de Lessoniawie- Ten Dat de stengels en de bladeren dezer wie- ®en over de vier meter lengte bereiken Dat op 3 minuten tijd er 25 liter bloed door het hart stroomen en dat dit op een dag meer dan 10.000 liter maakt? Dat ons hart dagelijks zooveel werk levert als een machine die 25 zakken van 100 kg. op een derde verdieping zou heffen Dat er in een druppel water van 2 mm. door meter niet minder dan 139.000.000.000.000.000.000 moleculen aanwezig zijn Dat de laagste mogelijke temperatuur 273" onder nul is en dat het onmogelijk is deze koude te bereiken doch wel te benaderen Dat een bijenkolonie, die 10 kg. honig levert, minstens 400.000.000 bloemen heeft bezocht Dat een koninginbij dagelijks tot 5000 eitjes legt en dit zoo gedurende 2-3 en soms 4 jaar, doch dat 10.000.000 eitjes slechts 1 kg. wegen van 16 tot 22 Maait 1941 Zondag 16 Maart Oculi, Palmyra. Maandag 17 Maart Gertrude. Dinsdag 18 Maart: Gabriel, Cyrillus van Jerusalem. Woensdag 19 Maart Joseph Donderdag 20 Maart Alexandra, Joachim. Vrijdag 21 Maart Benedictus. Zaterdag 22 Maart Lea. Renildis, Basilius. Zondag 16 Maart Maandag 17 Maart Dinsdag 18 Maart Woensdag 19 Maart Donderdag 20 Maart Vrijdag 21 Maart Zaterdag 22 Maart Zondag 16 Maart Maandag 17 Maart Dinsdag 18 Maart Woensdag 19 Maart Donderdag 20 Maart Vrijdag 21 Maart Zaterdag 22 Maart Laatste kwartier den 20 Maart, te 4 u. 51. Nieuwe maan den 27 Maart, te 22 u. 14. Eerste kwartier den 5 April, te 2 u. 12. Volle maan den 11 April, te 23 u. 15 Opgang Ondergang 7 u. 56 19 u. 48 7 u. 54 19 u. 50 7 u. 51 19 u. 51 7 u 49 19 u. 53 7 u. 47 19 u. 55 7 u. 45 19 u. 56 7 u. 42 19 u. 58 Opgang Ondergang 0 u. 02 9 u. 26 1 u. 16 10 u 04 2 u. 00 10 u. 47 2 u. 24 11 u. 35 3 u. 24 12 u. 29 4 u. 16 13 u. 28 5 u. 00 14 u. 32 Op 1 Maart 1941 werd overgegaan tot de loting der definitieve afgestempelde obligaties 5 t h., der binnen landsche leening met premie, uitkeerbaar tegen 750 fr. van den 15 Mei 1941 af. De 76 uitgekomen definitieve afgestempelde eenheids- titels zijn als volgt genummerd Eerste Reeks 64072 95346 107763 137136 150240 185544 185745 226307 289020 314046 439579 449267 557573 632549 659118 679268 763668 879409 986761 992779 Tweede Reeks 47919 86261 278863 494492 532401 641889 703478 745595 810848 930117 944438 963452 977501 977509 Derde Reeks 1911 36020 36025 96539 198222 233758 259909 286540 374444 411974 604357 704817 744039 793730 827735 827773 862129 875309 922559 939730 951634 968594 Vierde Reeks 58562 87899 89281 155549 204727 227646 250147 272123 339134 341325 351707 451677 529917 537095 584639 615677 621312 621400 625693 705702 De definitieve afgestempelde globale titel uitgekomen is als volgt genummerd 1956. De hierboven aangeduide obligaties brengen geen Intrest meer op te beginnen van den dag vastgesteld voor hun uitkeering. Zij zijn betaalbaar bij al de agen ten van den Staatskassier (Nationale Bank'van België), te Brussel en in de provincies, mits overlegging van de titels en van al de intrestbriefjes welke op den dag der eischbaarheid van het kapitaal niet vervallen zijn. Trekking der 2' snede te Brussel Zaterdag namiddag had in het Paleis van Schoone Kunsten te Brussel de trekking plaats van de Winter hulp-Loterij De trekking gaf volgenden uitslag Al de biljetten eindigend op 4 winnen 100 frank. Al de biljetten eindigend op 89 winnen 250 frank. Al de biljetten eindigend op 743 of op 015 winnen 1000 frank Al de biljetten eindigend op 8437 of op 2443 winnen 5000 frank. Al de biljetten eindigend op 1926 winnen 10.000 frank. Al de biljetten eindigend op 95682, op 44664, op 46165, op 17458 op 65389, op 10881 winnen 25,000 frank. Al de biljetten eindigend op 48567, op 02055, op 24661 of op 96772 winnen 50.000 frank. De biljetten dragend een der volgende nummers win nen elk 100,000 frank296694, 195489. 205207, 283102, 159180. Het biljet dragend het nummer 264546 wint het groot lot van één miljoen. Maandag 10 Maart had de 226" trekking plaats van de Leening der Verwoeste Gewesten 1922. Reeks 172933 Nr 16 wint een lot van 250,000 fr. Een lot van 100.000 fr. wordt toegekend aan reeks 196.047, Nr 16 en een lot van 100.000 fr. aan reeks 179.093 Nr 20. De in deze reeksen begrepen obligation waaraan geen lot is toegekend zijn terugbetaalbaar met 312.50 fir. of 300 frank. BERTHELOT Werd te Parijs op 25 October 1827 geboren. Hij is zonder twijfel een der grootste chemici der 19- eeuw geweest. Schier elk gebied der chemie heeft aan hem belangrijke vondsten en publica ties te danken. De jaardag zijner vijftigjarige loopbaan, onafgebroken aan de ontwikkeling der chemie gewijd, werd op den 24 November 1901 met een luisterrijk feest te Parijs gevierd, waaraan vertegenwoordigers van de meeste landen dei- wereld hebben deelgenomen. Hij was lid van bij na alle Academies der oude wereld. Met zijn arbeid over glycerine heeft hij het begrip der meeratomige alcoholen geschapen. De kunstmatige bereiding van mierenzuur, koolwa terstoffen en alcoholen behoort tot de belang rijkste vondsten der organische synthese. Be roemde studies over het ontstaan der esters, on derzoekingen over de explosiestoffen, de gisting, over plantengroei en de assimilatie van de stik stof der atmosfeer, zijn werken over thermoche- mie, zijn beginsel du travail maximum enz. vormen slechts een deel van zijn onmetelijk baanbrekend werk. Ook de geschiedenis der che mie heeft zeer belangrijke werken aan Berthe- lot te danken. Ook werk van cultuurhistorischen aard en talrijke leerboeken zijn uit zijn pen ge vloeid. Hij overleed te Parijs op 18 Maart 1907. LEDEGANCK Karel-Lodewijk Ledeganck werd te Eekloo in 1805 geboren. Hij was werkzaam op 't stadhuis van zijn geboorteplaats, promoveerde in 1835 in de rechten, werd vrederechter te Zomergem en daarna lid van de Provinciale Staten in Oost- Vlaanderen zijn woonplaats was toen Gent. Was een der vooraanstaande figuren in de Vlaamsche beweging. Groote vermaardheid genoot hij voor al om zijn trilogie De drie zustersteden (Gent, Brugge en Antwerpen, 1846). Wij noemen verder nog van hem Het graf mijner moederDe hut in het woud De weduwe en de wees Het burg slot van Zomergem (verhalende poëzie, 1840). Hij overleed te Gent op 17 Maart 1847. In 1856 gaf Herremans zijn Gedichten uit. VAN DYCK Antoon Van Dyck is een onzer beroemdste schilders geweest. Op 22 Maart 1599 geboren t£ Antwerpen als zevende kind van een rijken koop man, trad hij reeds op zijn elfde jaar in de leer om weldra naar de werkplaats van Rubens over te gaan. Op 14 jarigen leeftijd schilderde hij het portret van een grijsaard, waarop hij zijn naam. ouderdom en datum zette. Dit stuk is niet be waard, maar wel een «Kruisdraging» van 1617, die nog lang geen meesterwerk is. Reeds het vol gend jaar echter maakte Van Dyck stukken die Rubens, na ze wat bijgewerkt te hebben, onder zijn eigen naam verkocht, en portretten welke vaak moeilijk te onderscheiden zijn van die van den meester. In 1620 reisde hij naar Londen, waar Jacob I hem tot hofschilder benoemde, maar reeds na drie maanden ging hij met verlof van acht maanden naar Italië. In 1622 was hij weer te Antwerpen, aan het doodsbed van zijn vader. Hij trok dan nogmaals voor 4 jaar naar Italië, om na een kort verblijf in zijn vaderstad in 1632 hofschilder van Karei I te worden. Hij overleed te Londen op 9 December 1641. In Van Dyck treft ons zijn vroegrijpheid, maar toch liet hij nooit af te studeeren en zich te her nieuwen. Hij begon met navolging van Rubens, daarna in zijn religieuze stukken openbaart hij zich als een droomer, maar al vroeger werd hij vóór alles portretschilder. Zijn aangeboren fijn gevoeligheid en aristocratisch wezen deden hem in zijn modellen ook juist zielenadel en distinc tie zoeken, maar hij idealiseerde slechts zoover zijn waarheidsliefde dat toeliet. Met zijn eerste periode (navolging v. Rubens) dagteekent o. a. een Heiligen Martinus, die zijn mantel verdeelt» (symbool van Winterhulp). Uit de tweede periode (2* reis naar Italië), ver melden we een Madonna del RosarioDen Christus gaf Van Dyck vooral weer als den Man van Smarten, zooals bv. op de tragische «Pieta's». Uit de derde periode (2® verblijf in Engeland) stammen zijn beste werken Portretten van Ka- rel I op de jachten zijn prachtigste doek Wil lem II, prins van Oranje en zijn verloofde (Rijksmuseum van Amsterdam). Ook als teekenaar muntte Van Dyck uit. In zijn Iconographieheeft hij 95 portretten ge- teekend. Zijn etsen zijn bijna nooit geheel afge werkt. De lichtverduistering begint met den zonsondergang en eindigt met den zons- opgang.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 9