Edg. MISSIAEN
Federatie der Ceteisterden van het
Arrondissement Yper
ZAKENKABINET
Oude Houtmarkl■sl,raaf,, 6, Yper
10'
O
Verslag der Vergadering van 20 April 1941
De vergadering, waarop de afgevaardigden van ge
meenten en de geteisterden zeer talrijk zijn opgekomen,
wordt te 15 u. geopend. Nemen plaats aan het bureel
de Heeren burgemeester Vanderghote, voorzitter; advo-
kaat A. Butaye, eerevoorzitter, en advokaat Delobel,
ondervoorzitter der Federatie.
De Heer advokaat Butaye verleent dadelijk het woord
aan den Heer advokaat Delobel, die eraan herinnert hoe
er hier tijdens de vergaderingen verleden jaar belegd,
nog geen vaste inlichtingen betreffende het herstel der
oorlogsschade aan de geteisterden konden bezorgd wor
den, doordat de secretarissen-generaal zelf de te volgen
proceduur neg niet in een besluit vastgelegd hadden.
Er werd hier dan dcor ons gewezen op de noodzakelijk
heid zoo spoedig mogelijk een welbepaalde regeling voor
de vaststelling der oorlogsschade te bekomen en, met
net doel hiervoor aan te dringen, werd een afvaar
diging, bestaande uit de Heeren Vanderghote, Missiaen
en ik zelf, benoemd en een verhoor met den Heer Ccm-
missaris-generaal voor den Wederopbouw gevraagd.
Begin November werden de Heeren Vanderghote en Mis
siaen. op dit oogenblik kon ik ze wegens onpasselijk
heid niet vergezellen, door den Heer Verwilghen ont
vangen en er werd hen geantwoord dat een besluit, de
kwestie der oorlogsschade regelende, in gereedheid ge
bracht werd en weldra verschijnen zou. Nadien werd
door de Federatie nogmaals aangedrongen en men ver
zekerde ons dat het besluit in de eerste dagen zou ge-
leekend worden.
Wat ons begin November beloofd werd, heeft zich
eindelijk den 15 Maart 11., door het besluit van dien da
tum verschenen in het Staatsblad van 6 April 1941, ver
wezenlijkt en thans bezitten wij een goed afgelijnde
regeling, een vaste basis vcor de vaststelling der oor
logsschade. Ten einde nochtans alle verwarring te ver
mijden, dient er voorafgaandelijk op gewezen dat er in
dit besluit hoegenaamd geen kwestie is van het herstel
der schade en dat het evenmin een belofte bevat aan
gaande het betalen der geleden schade. Daarover wordt
niets gezegd en de eenige regeling in het besluit bevat
s de vaststelling en raming der schade. Deze regeling
is zoodanig wel bepaald dat alwie zich thans in orde
-telt, later dan geen de minste moeilijkheden meer moet
vreezen.
Een eerste vraag die zich stelt is Wat is oorlogs
schade
Het besluit antwoordt daarop en begint in artikel één
met de definitie te geven van wat als oorlogsschade aan
zien wordt Om te beginnen zijn er twee tijdstippen
voorzien, vooreerst voor de schade gebeurd tusschen
den 9 en 31 Mei 1940, en dan het tweede tijdstip voor
de schade die na den 31 hjei 1940 aangericht werd.
De schade gebeurd tusschen den 9 en 31 Mei 1940
wordt als oorlogsschade aanzien als ze rechtstreeks
veroorzaakt werd door oorlogsgeweld, en het besluit
voegt hiervan een paar voorbeelden bij, zooals beschie
ting. ontploffing, vernieling, wegneming door de legers
of hun leden. Hierbij kan ook nog andere schade ge
voegd worden, bijvoorbeeld koopwaren die verzonden
waren en die tijdens genoemd tijdstip tengevolge van
oorlogsfeiten verloren gingen. Wordt echter uitgesloten
de schade geleden tengevolge van opeischingen. daar
zulks geen rechtstreeksch gevolg is van het oorlogs
geweld.
De schade na 31 Mei gebeurd wordt als oorlogsschade
aanzien voor zoover zij veroorzaakt werd door een daad
van vijandelijkheid vanwege een strijdformatie, zooals
bijvoorbeeld luchtbombardement, afweergeschut, enz.
of ook nog de schade berokkend door den aanleg van
lucht- of zeebases of van gevechtsstellingen.
Er is ook nog een derde categorie schade die als oor
logsschade aanzien wordt, te weten deze voortspruiten
de uit plundering, diefstal of vernieling gepleegd binst
den ocrlog en welke haar onmiddellijken oorsprong
vindt in oorlogsgeweld ofwel een gevolg is van een
maatregel door de burgerlijke of militaire overheid ge
troffen. op één voorwaarde echter en ze is dat de be
langhebbende of benadeelde partij voor' die plundering
klacht heeft neergelegd bij het strafgerecht.
Buiten deze drie hierboven aangehaalde gevallen is
er dus geen andere werkelijke oorlogsschade. Het be
sluit zegt ook nog dat uitgesloten wordt alle schade die
niet "t rechtstreeksch en onmiddellijk gevolg is van oor
logsfeiten, zooals bijvoorbeeld het verlies aan gewin of
2cnot. Alleen de materieele schade aan roerende of on
roerende goederen toegebracht op het grondgebied van
België kan als oorlogsschade aangerekend worden. Zoo
bijvoorbeeld voor een huis dat vernield werd, kan alleen
de stoffelijke schade ln aanmerking genomen worden,
doch niet de schade geleden wegens het n:et bewonen
of verhuren van het huis. daar zulks onrechtstreeksche
schade is.
Zijn eveneens uitgesloten de schade aan de openbare
gebouwen, daar de Staat zelf het herstel hiervan te
zijnen laste neemt zooals reeds voorzien werd ln een
vroeger besluit van 30 Augustus 1940, en de schade aan
schepen die het voorwerp eener speciale regeling uit
maken zal.
Wie zal nu de vaststelling der schade doen
Hiervoor zullen speciale commissies van vaststelling
en schatting ingericht worden. Volgens de bepalingen
van het besluit zullen er in ieder provincie een of meer
dergelijke commissies door den Commissaris-Generaal
voor 's lands wederopbouw ingesteld worden.
Die commissies zijn samengesteld uit drie leden en
een griffier of soms uit vier leden. Het voorzitterschap
wordt waargenomen door een magistraat of door een
advokaat en de twee bijzitters zijn de eene een ambte
naar van het kadaster of van de registratie en domei
nen, en de andere een technicus. Deze drie leden als
mede de griffier worden door den Commissaris-Gene
raal benoemd. Soms wordt neg een vierde lid toege
voegd, namelijk een afgevaardigde der kredietinstelling
die voor een bepaalde zaak een leenlng toestaat, doch
deze tusschenkomst geschiedt op voorstel en op kosten
der kredietinstelling zelf.
Welke is de bevoegdheid dier commissies
Deze commissies zijn hoofdzakelijk belast met het
vaststellen en schatten der oorlogsschade. Zij zullen
zeggen dat die of gene persoon tengevolge van dit feit
of die oorzaak voor zooveel schade geleden heeft. Soms
ook mogen de commissies den wensch uitdrukken een
HET YPERSCHE 25 - 4 1941
vernield of beschadigd goed te zien herstellen in
het algemeen belang, en mogen zij voorstellen dat
een vergoeding gegeven worde voor het onmiddel
lijk herstel indien zulks ten voordeele van het alge
meen belang geschiedt, zooals bijvoorbeeld wanneer de
economie van het land er voordeel bij heeft. Derge
lijke gevallen zijn onder meer het herstellen eener
fabriek, het herbouwen van werkmanswoningen daar
waar er woningnood zou heerschen, ofwel ook nog de
urbanisatie waarvoor thans ln vele steden een plan
opgemaak wordt. Deze wensch van de commissie moet
dus altijd uitgedrukt worden met het oog op het alge
meen belang, en niet ten aanzien van het privaat belang.
Hoe moet de aanvraag ingediend en wat moet er ge
daan worden
De aanvraag meet geschieden op speciale formulieren
tn driedubbel. Voor het oogenblik bestaan die formu
lieren nog niet, doch er wordt voorzien dat zij door de
zorgen der gemeentebesturen zullen uitgedeeld worden.
Ook de commissies zijn thans nog niet benoemd.
De aanvraag dient de volgende aanduidingen te ver
melden naam, voornamen, beroep, nationaliteit en
woonplaats of verblijf van den geteisterde, de hoeda
nigheid van dengene die de aanvraag indient, de op
somming der geteisterde goederen de raming van het
beloop der schade met, eventueel, voor iedere bescha
diging de juiste opgave van oorsprong en omstandig
heden waaronder de schade toegebracht werd, alsmede
den datum waarop een kredietaanvraag ingediend werd,
De aanvraag moet onderteekend worden na de hierna
volgende verklaring er op geschreven te hebben Ik
bevestig op mijn eer dat onderhavige aanvraag oprecht
en waarachtig is. Ik verklaar kennis te hebben van de
sancties waaraan ik mij blootstel door het afleggen van
eenige valsche verklaring of door het aanwenden van
bedriegelljke handelingen tot staving of bij de raming
der schade
De voorziene straffen voor valsche verklaring of be-
driegelijke handelingen gaan van een maand tot vijf
jaar gevang en van 100 tot 100.000 frank boete.
Er is een speciale regeling voorzien voor eigendom
men die aan verscheidene personen toebehooren in on
verdeeldheid. Voor de vaststelling en raming der schade
aan dergelijke goederen moeten de aanvragen onder
teekend worden door al de mede-eigenaars, doch er
dient een der eigenaars aangeduid te worden die han
delt in naam van al de anderen
Wanneer de geteisterde in den vreemde verblijft,
moet hij in zijne aanvraag woonst kiezen in België. In
dien echter de geteisterde ln het buitenland verblijft
en in de onmogelijkheid is een aanvraag in te dienen,
dan wordt deze aanvraag gedaan van ambtswege door
den Provincialen Commissaris zelf, doch bij terugkeer
van den geteisterde heeft deze nog drie maanden tijd
om er de herziening van te vragen.
Bij de aanvraag dienen ook nog alle nuttige stuk
ken geveegd te worden, 't zij in origineel, 't zij in af
schrift dat door den burgemeester gelijkvormig ver
klaard werd ofwel door de verzekeringsmaatschappij
wanneer het een afschrift der verzekeringspolis betreft.
Alle processen-verbaal van schatting moeten door
een deskundige in driedubbel opgemaakt worden.
Welke zijn de deskundigen die schattingen mogen
doen
Het is best de schattingen alleen te laten opmaken
door de burgerlijke ingenieurs, de bouwmeesters aan
vaard door de provinciale commissie en de landmeters
deskundigen inzake onroerende goederen.
Voor het vaststellen en ramen van landbouwschade,
moet op de landbouwingenieurs beroep gedaan worden.
Ieder deskundige is, voor het uitvoeren van zijn op
dracht, gemachtigd beroep te doen op een bevoegd spe
cialist, zooals bijvoorbeeld voor de raming der schade
aan de centrale verwarming, gezien zulks een bijzon
der vak vormt.
Worden als deskundigen uitgesloten alle ambtenaren
en beambten van Staat, provincie en gemeente.
Indien men geen beroep op een deskundige wil doen,
mag de schatting gedaan worden door locale comité's
die werken onder toezicht of met toelating van het ge
meentebestuur of provincie en die door den Commis
saris-Generaal aanvaard werden. Deze comité's bestaan
nog niet, doch het ware wenschelijk dat er in iedere
gemeente gevormd worden, ten einde aan de geteis
terden, vooral wanneer het geringe schade betreft, zoo
veel mogelijk onkosten te vermijden.
Andere verslagen kunnen door de commissie verwor
pen worden, dus, wanneer de schatting niet gedaan
werd volgens de bepalingen in het besluit voorzien,
bestaat er gevaar de schatting te zien verwerpen.
Hoe moet de schade geschat worden
Het besluit is hierover zeer breedvoerig en de werk
wijze is zoodanig klaar aangeduid dat bijna nooit be
twisting zal mogelijk zijn. Het artikel van het besluit
hierop betrek hebbende schijnt ingewikkeld, maar is
in feite toch zeer eenvoudig wanneer men iedere ca
tegorie van schade afzonderlijk neemt. Alzoo hebben
wij
1®) De schade aan gebouwen.
Alle schade aan gebouwen dient geschat op waarde
van 31 Augustus 1939, dus niet op den dag der schade,
volgens de eenheidsprijzen opgenomen in den Belgi
schen Bouwcatalogus van het derde kwartaal 1939.
De aftrek wegens ouderdom of vetusteit moet altijd
afzonderlijk berekend en afgetrokken worden.
En ten derde moet er rekening gehouden worden
met de waarde van het wederbruikbaar materiaal en
met de nog bruikbare onderdeelen, en anderzijds met
de kosten voor voorloopige werken van bewaring. De
(op 100 meters van de Groote Markt Albert I)
SPREEKURENDinsdag, Donderdag
en Zaterdag voormiddag, van 8 tot 11 uren
Raadpleging en alle zaken Briefwisseling
Schatting en opmaken van oorlogsschade
Huren en verhuren Aankoop en verkoop, enz.
Verzekeringen op het leven, Tegen hrand, Onge
vallen, Burgerlijke verantwoordelijkheid, enz...
voorloopig uitgevoerde werken mogen dus bij de scha
de gevoegd worden.
Daarenboven wordt nog een onderscheid gemaakt
tusschen gedeeltelijke en volledige vernieling. Als ge
deeltelijke vernieling wordt aanzien wanneer er minder
dan de twee derden van het goed geteisterd zijn, en
wanneer meer dan twee derden van het goed bescha
digd zijn, dan wordt zulks als volledige vernieling be
schouwd.
In geval van gedeeltelijke vernieling moet' men een
beschrijving geven van het goed zooals het is, alsmede
een beschrijving der uit te voeren werken van herstel
en hiervan een bestek opmaken op datum van 31 Au
gustus 1939.
Voor geheele vernieling dient men de volgende op
gaven te doen de beschrijving der puinen ofwel een
fotographische opname ervan, met zoo mogelijk aan
duiding van het gebruikt materiaal een plan van het
gelijkvloers en der verdiepingen de werken van her
bouw schatten per kubieken meter of vierkanten meter
volgens de waarde op 31 Augustus 1939 de verkoop
waarde aanduiden van den grond en van het gebouw,
en eindelijk de vetusteit afzonderlijk bepalen.
2f Schade aan huisraad, linnen, kleederen.
De schade hieraan aangebracht moet geraamd wor
den aan de handelswaarde der goederen op datum van
de beschadiging. Het besluit bepaalt den datum voor
de schade aangericht tusschen den 9 Mei en 1 Augustus
1940. op den 9 Mei 1940. Voor de schade gebeurd na
den i Augustus 1940, moet de waarde gerekend worden
op den werkelijken datum der schade. Sleet en waar
devermindering op deze voorwerpen moeten afzonder
lijk afgetrokken worden.
3®) Schade aan machines, materiaal en gereedschap.
Deze schade wordt geraamd op basis van den aan
koopprijs, vermeerderd met de kosten van vervoer en
monteering alsmede met de taksen. De sleet en waar
devermindering dienen steeds afzonderlijk aangeduid
te worden. In geval van gedeeltelijke beschadiging
moet de raming op zelfde basis geschieden en moeten
daarenboven de kosten van herstelling geschat wor
den op datum der beschadiging.
4®) Schade aan grondstoffen, koopwaren en afgewerk
te producten.
Die voorwerpen worden geraamd aan hun handels
waarde op datum van de beschadiging, vermeerderd
met de kosten van aankoop.
5®) Schade aan den veestapel.
De veestapel wordt geschat op voet van den gemid
delden prijs op den datum der schade volgens een offi
cieel tarief dat zal verschijnen. De opbrengst van de
geslachte of gedoode dieren, zoo deze nog konden ver
kocht worden, moet desgevallend afzonderlijk aange
duid worden.
0®) Schade aan landbouw.
De vruchten te velde en de jaarlijksche teelten moe
ten gerekend worden aan den prijs der streek op da
tum der beschadiging. Hiervan dient men echter de
kosten af te trekken welke men niet gedaan heeft. Bij
voorbeeld voor een partij tarwe die verwoest werd
vóór den oogst, moet rekening gehouden worden met
de werken van verzorging en oogst die men niet heeft
moeten doen. En men moet daarbij van de geleden
schade ook nog aftrekken de opbrengst der vruchten
die men in de plaats der vernielde teelten heeft kun
nen opdoen.
Voor de vaste gewassen en fruitaanplantingen moet
de schade volledig aangerekend worden, vermeerderd
met de kosten van wederaanbouw en nieuwe beplan
tingen.
De boerderij producten worden geraamd aan hun ver
koopprijs op den datum der schade.
De schade aan landerijen wordt gerekend naar de
kosten van herstel op datum der beschadiging.
De schade aan afsluitingen met palen in ijzer of be
ton (in het besluit is er geen spraak van houten pa
len) wordt geraamd aan den prijs per loopenden me
ter op datum van 31 Augustus 1939, rekening houdende
met sleet en ouderdom.
De schade aan bosschen zal bepaald worden door
een speciaal reglement dat later uitkomen zal. De waar
de van het hout wordt gerekend volgens de prijzen
geldende op 1 Januari 1940.
Hoe zal de commissie van vaststelling en schatting
werken
De aanvragen tot vaststelling en schatting van de
schade die nu bestaat moeten, op straf van verval, vóór
den 31 December 1941 ingediend worden. Voor de toe
komstige schade, die gebeurlijk nog zou kunnen aan
gericht worden, moeten de aanvragen ingediend wor
den binnen het jaar te rekenen van den datum der be
schadiging, dit eveneens op straf van verval, doch de
commissie kan om bijzondere redenen uitstel verlee-
nen.
De aanvragen moeten opgesteld worden op bijzon
dere formulieren in driedubbel en onder aangeteeken-
den omslag gericht aan den provincialen commissaris,
dit is. voor wat onze provincie betreft, aan den Heer
ingenieur De Meyere, Doornl'kstraat, 63, te Kortrijk.
Wanneer de geteisterde goederen in verscheidene pro
vincies gelegen zijn. dan moet de aanvraag gezonden
wo:den naar den Commissaris-Generaal, die daarna
den bevoegden Provincialen Commissaris aanduidt en
hem het dossier overmaakt.
De Provinciale Commissaris meldt ontvangst van de
aanvraag en maakt den bundel over naar de bevoegde
commissie.
De voorzitter der commissie duidt een verslaggever
aan, die den bundel bestudeert en erover op de eerst-
mogelijke zitting van de commissie verslag uitbrengt.
De commissie oordeelt dan zoo de zaak in staat van
wijzen is en of de bundel volledig is en stelt in dit ge
val den datum vast voor het afhandelen der zaak. Is
de bundel niet volledig, dan mag de commissie een des
kundige aanstellen. Deze deskundige die men niet ver
warren mag met den deskundige door den geteisterde
aangesteld, moet zijn verslag binnen een bepaalden tijd
neerleggen. Hij doet zijn onderzoek in aanwezigheid
van al de partijen en stelt zijn verslag op in vierdubbel,
waarvan een exemplaar bestemd is voor den geteisterde,
een voor den Commissaris-Generaal, een aan de krediet
instelling die gebeurlijk verzocht werd een leening toe
te staan, en eindelijk een vierde exemplaar voor de
commissie.
Daarna roept de voorzitter den geteisterde om te
verschijnen en doet zulks per aangeteekenden brief
tien dagen op voorhand. Wanneer de geteisterde niet
verschijnt, wordt de zaak verschoven en de geteisterde
nogmaals geroepen tien dagen op voorhand. Indien hij