ATHLETIEKFEEST
OUD IEPER
22e jaar, Nr 6
Prijs 0.50 fr.
Vrijdag 30 Mei 1941
NIEUWS NOTARIEEL - 6. AANKONDIGINGSWEEKBLAD
VOOR HET ARRONDISSEMENT YPER
Uitgever
DUMORTIER, 34, Boterstraat
Tel. 500 YPER
STAD YPER
Volgorde voor de Vleeschverdeeling
Uitreiking der Rantsoeneeringszegels
Stad Yper Bevoorradingsdienst
Uitreiking der Kleederkaarten
Zondag 1 Juni 1941 (Sinksen)
Loepen - Hoogspringen - Verspringen
Gewicht- en Schijfwerpen
EEN GOEDE REKLAAM
SPREEKT VOOR
EEN GOEDE ZAAL
Zie bladzijde vijf
Mannen uit- één stuk
Op bl. 10 pubficeeren wij de uur
fabel der treinen die tegenwoordig in
dienst zijn op de bijzonderste lijnen die
ons gewest aanbelangen.
Knip deze tabel uit en bewaar ze
Wie wil lachen Wie wil weenen
Komt allen twee gezellige uren door
brengen in de mooiste, ruimste en
frischte zaal der stad.
HET YPERSCHE
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Belgiëéén jaar 25.00 fr.
zes maanden 13.50 fr.
Men kan inschrijven
in alle Belgische Postkantoren
TARIEF van AANKONDIGINGEN
op aanvraag aan de Drukkerij Dumortier
34, Boterstraat, Yper
Tel. 500 Postch. 46.173 - H. R. Yper 220
OP 31 MEI 1941
o
Reeks 2 Verdeelingskaarten Nrs 4001 tot 6500
van 8 tot 9 uur
Reeks 3 Verdeelingskaarten Nrs 6501 tot 9500
van 9 tot 10 uur
Reeks 4 Verdeelingskaarten Nrs 9501 tot 12500
van 10 tot 11 uur
Reeks 5 Verdeelingskaarten Nrs 12501 tot 15500
van 11 tot 12 uur
Reeks 6Verdeelingskaarten Nrs 15501 tot 18300
van 14 tot 15 uur
Reeks 1 Verdeelingskaarten Nrs 1 tot 4600
van 15 tot 16 uur
Het rantsoen is bepaald op 182 gram vleesch
per hoofd, tegen aflevering van 7 zegels.
De Burgemeester, J. Vanderghote.
Voer de periode van 6 Juni tot en met 5 Juli
1941 zal de uitreiking der rantsoeneeringszegels
geschieden volgens de nummers der rantsoenee-
ringskaarten, telkens van 9 u. tot 12 u. en van
14 u. tot 16 uur.
Zaterdag 31 Mei voor de rantsoeneeringskaar-
ten genummerd van 696501 tot en met 698999.
Dinsdag 3 Juni voor de rantsoeneeringskaar-
ten genummerd van 699000 tot en met 701500.
Woensdag 4 Juni voor de rantsoeneeringskaar-
ten genummerd van 701501 tot en met 703999.
Donderdag 5 Juni voor de rantsoeneeringskaar-
ten genummerd van 704000 tot en met 706050.
De personen die NIET op den vastgestelden dag
hun rantsoeneeringszegels komen afhalen, kun
nen <leze ontvangen op Donderdag 5 Juni.
o
Daar wij tot nog toe slechts in het bezit zijn
van de kleederkaarten A en B (mannen en vrou
wen van meer dan 15 jaar), werden nog geen
dagen en uren bepaald voor de uitreiking dezer
kaarten.
De personen die de kaart volstrekt noodig heb
ben, kunnen deze reeds afhalen ten bureele van
den Bevoorradingsdienst.
De dagen en uren voor de overige personen zul
len worden bekend gemaakt van zoodra de klee
derkaarten voor kinderen in ons bezit zijn-
te 15 uur
•p Rfet Ypersch Stadium, Augustinenstraat
o
Algemeene inkomprijs 1 Frank.
Zie volledig programma in onze Sportrubriek.
Vriend lezer, gij kent voorzeker de geschiede
nis van Diogenes. "Zoo gij ze niet kent, wil ik u
deze vertellen.
Op zekeren dag liep die man op klaarlichten
dag door de straten van Athene met eene bran
dende lantaarn in de hand.
Moest zooiets op onze dagen voorvallen, zou
men hem ongetwijfeld gevraagd hebben of hij
een zothuis zocht. Maar de Atheners waren zoo
spotlustig niet en zochten liever te achterhalen,
wat een diepzinnige gedachte den filosoof aan
spoorde tot zijn zonderlinge doenwijze.
Op hunne vraag antwoordde hij dan kort en
bondig Ik zoek een mensch De slimmerik
ken hadden het weldra begrepen de wijsgeer
zocht geen gewone sterveling, maar een mensch
uit één stuk...
In den ouden tijd schijnen die schepsels dus
zeer schaarsch te zijn geweest. Zoo'n raar pot
stuk staat ook op onze dagen niet op elke kast.
Van de halfslachtigheid komt dan ook de groote
miserie van onzen modernen tijd.
Halve godsdienstigen, halve geleerden, halve
helden, half overtuigden, mannen en vrouwen
half te vertrouwen, half voor de goede zaak in
genomen zie, dat volkje vindt men bij de vleet,
maar menschen uit één stuk, dat is wat anders.
Zijt gij dan verwonderd, dat er zooveel half
werk geleverd wordt Van buiten is het al schit
tering klinken en blinken gelijk klatergoud,
maar van binnen... Krabt er het vernis niet van,
want ge houdt maar halve menschen met half
slachtige karakters over.
Maar wat voor een modelmensch is dan die man
uit één stuk
Wat hem kenmerkt is zijn vastberadenheid en
wilskracht.
Zijn kenspreuk is Doe wel en zie niet om
Hij wijkt van zijn spoor niet af en bewandelt
daarom, gelijk voor alle andere deugden, den
gulden middelweg.
Dit schijnt uit zijn aard zeer eenvoudig, maar
de ondervinding leert ons, dat juist de meeste
menschen of door tekortkoming of door overdrij
ving zondigen.
Gij hebt er zeker ontmoet, die doordrijven kost
wat kost, als zij iets voorgenomen hebben dat
zal en dat moet geschieden. Hebben zij iets ge
zegd, dan zullen zij door niets ter wereld te be
wegen zijn om maar een duimbreed van hun ge
zegde af te wijken.
Zijn dat de mannen uit één stuk Zij behooren
tot de soort, maar hebben de gebreken van hunne
hoedanigheden. Zij overdrijven. Zulke menschen
komen terecht in het kamp der koppigaards, der
eigenzinnigen, pedanten en wijsneuzen.
Onder hun overdreven wilskracht zit wel goeds,
namelijk hun vastberadenheid, maar ze bederven
deze door hun eigenwaan. Ze spreken en hande
len alsof ze meer verstand in pacht hadden dan
al de anderen bijeen. Ze schijnen te vergeten, dat
men ook dient rekening te houden met de be
kwaamheid van andere menschen en dat deze
ook met reden en verstand begaafd zijn. Het ont
breekt hun aan inschikkelijkheid en gepaste toe
gevendheid. Het kan prijzenswaardig zijn een
eigen oordeel te opperen en te verdedigen, maar
het is beter, en behoort dikwijls tot het heldhaf
tige, zijn gedacht voor een beter te onderwerpen.
Het spreekwoord luidt geen grooter koning,
dan hij, die zich zelf weet te bedwingen.
Dit wordt vooral duidelijk als men bedenkt, hoe
onuitstaanbaar ze zijn, die naar geen rede kun
nen luisteren. Hier past het woord van een kerk
leeraar, die deze waarheid in 't licht stelt door de
spreuk
Dwalen is menscjielijk
zijne dwaling erkennen is engelachtig
in zijn dwaling volharden is duivelachtig.
Het zal wel onnoodig zijn te vragen, welke
groep het talrijkst is, ofwel zij, die zich bezon
digen omtrent het punt, dat ons bezig houdt of
wel zij, die naar den anderen kant overhellen. T1-
Vraag het liefst aan die personen, die zich voor
een goede zaak ingespannen hebben.
Ze krijgen doorgaans voor antwoord, als het er
op aankomt voor een bepaald goed werk naar
voren te komen Ik zal er nog eens over na
denken Dat nadenken wil zeggen Wat zal
Jan en Peer daarvan zeggen Doen de anderen
het ook Als ze allemaal meedoen, dan ga ik ook
mee
Werd deze taal enkel ingegeven door de voor
zichtigheid, dan viel daarop niets te zeggen, want
het is niet onstichtelijk ooren te hebben voor goe
den raad of voor goede voorbeelden ontvankelijk
te zijn. Maar is het niet eerder geestelijke lam
lendigheid, die zoo spreken doet In de psalmen
staat van de afgoden geschreven Ze hebben
oogen eri ze zién niét, ze hebben ooren en ze höö-
ren niet, ze hebben handen en tasten niet, ze heb
ben voeten en ze wandelen niet.» Van deze men
schen met hunne gepaste voorzichtigheid mag
men toevoegen
Ze hebben hersenen en ze denken niet.
Ze hebben verstand en redeneeren niet.
Voorwaar, is het zoo, dat de spreuk Doe wel
en zie niet om moet verstaan worden
Ze zien eerst om, wat de groote hoop doet...
de groote hoop van... lamlendigen gelijk zij.
Ze bestrijden wel is waar de goede zaak niet
maar ze vormen toch het lam lidmaat in 't li
chaam, dat de vrije ontplooiing der levenskrach
ten stremt.
Mocht de Pinkstergeest, die al wat dor is, ver
levendigt, deze halfslachtigen met warmen gloed
doorstralen om ieverige strijders te maken voor
de goede zaak van al die overdrijvers en achter
blijvers, dan zullen zij manmoedig, zonder men-
schelijk opzicht zonder om te zien het goede
betrachten, waar het te verwezenlijken is.
Aan zulke menschen uit één stuk hebben wij
behoefte.
Door hunne wilskracht in het nazetten van het
goede, bewaren zij den vrede met God en met
zich zeiven door hunne minzame inschikkelijk
heid verzekeren zij met den evennaaste dien
kostbaren schat door God op de wereld gebracht:
Ik geef u mijnen vrede, eenen vrede die de we
reld niet geven kan eenen vrede, die gelegen is
in het stipt nakomen van zijn plichten, in het
weldoen zonder om te zien Dichter Camp-
huijsen zegt kort en goed
Daar moet veel strijds gestreden zijn,
Veel kruis en leeds geleden zijn,
Daar moeten heiige zeden zijn,
Een nauwe weg betreden zijn,
En veel gebeds gebeden zijn.
Zoolang wij hierbeneden zijn.
Zoo zal 't hierna in vrede zijn.
Immer en altijd de beste producties.