Léon GRILLET
Plechtige Communie
Drukkerij Dumortier
Naamdagen.
Aon.
Maan.
Maanstanden.
TREKKINGEN
Lotenleening 1932
Y P E R
TITELS KOEPONS
BEURSORDERS
9
KERKBOEKEN
COMMUNIEBEELDEKENS
PATERNOSTERS
34, Boterstraat YPER
CHRISTIAAN HUYGENS
(Vervolg)
In Parijs heeft Huygens een tijd van groote
werkzaamheid beleefd, de onafgebroken studie
benadeelde zijn gezondheid en maakte hem
zwaarmoedig. Hij ging dan ook rust zoeken in
het vaderland. Tijdens zijn afwezigheid overleed
in 1683 zijn beschermer Colbert, waarna de in
vloed van den minister van oorlog Louvois, die
Huygens niet gunstig gezind was, voor goed aan
diens verblijf te Parijs een einde maakte.
Christiaan woonde dan in het goede jaargetijde
(en daarvan nog 6 jaar met zijn bejaarden vader)
op Hofwyck in den winter betrok hij het ouder
lijk huis op het Plein in den Haag. Hij bleef ech
ter met zijn vroegere medeleden in correspon
dentie.
In de laatste veertien jaren van zijn leven heeft
hij de schoonste oogenblikken met zijn broer
Constantijn doorleefd. Hij overleed in Den Haag
den 8 Juli 1695 op 66 jarigen leeftijd.
"Wetenschappelijke briefwisseling onderhield
Huygens na zijn terugkeer in het vaderland, met
de Royal Society te Londen, en hij is zelfs nog
eenmaal, namelijk in 1689, naar Engeland over
gestoken om Newton te ontmoeten, wiens klas
siek werk kort te voren was verschenen. Beide
mannen gevoelden bewondering voor elkanders
genie. Newton heeft Huygens als summus Hu-
genius betiteld en hield hem voor den meest
weisprekenden wiskunstenaar en den uitnemend,
sten navolger der Grieken
Huygens had in één zaak Newton als mededin
ger. Beiden hadden een theorie der lichtverschijn
selen ontworpen. Het groote gezag van Newton
was echter zoo groot dat men niet aan de juist
heid zijner uitspraken scheen te durven twijfelen
en zoo kwam het dat de theorie van Huygens die,
zooals later bleek, de juiste was, slechts een eeuw
later aanvaard werd.
De theorie van Newton draagt den naam van
emissietheorie volgens deze worden van een
lichtbron stoffelijke kleine deeltjes (1) wegge
schoten, die, wanneer ze tegen het netvlies stoo-
ten, bij ons een lichtindruk teweeg brengen. Om
de terugkaatsing en de breking van het licht te
verklaren moest Newton zijn theorie ingewikkel
der maken. Uit deze theorie bleek o. a. dat de
voortplantingssnelheid van het licht in water
grooter is dan die in de lucht.
Huygens onderstelt dat een lichtstraal het
voortplanten is van trillingen die zich als golven
voortplanten in een overal aanwezige, gewicht-
looze stof, de aether. Komt deze golfbeweging van
den aether op ons netvlies aan, dan ontvangen we
-daardoor een lichtindruk. Uit deze zg. undula-
tietheorie volgde dat de voortplantingssnel
heid van het licht in water kleiner is dan in de
lucht
Teen nu door Foucault in het midden der 19"
eeuw bevonden werd dat dit laatste juist was,
werd de emissietheorie, nadat ze ruim anderhalve
eeuw boven de theorie van Huygens verkozen
was, definitief verworpen.
"Wat buiten het gezag van Newton ten nadeele
van Huygens undulatietheorie sprak, was die
mysterieuse gewichtlooze stof, de aether, een
stof die overal, zelfs daar waar... niets is, aan
wezig is Deze aether, dit onmaterieel medium,
dat alle lichamen doordringt, heeft verder in de
natuurkundegeschiedenis een buitengewone rol
gespeeld. Hoe men ook tegenover den aether
staan mag velen komt zijn bestaan tegenwoor
dig ietwat twijfelachtig voor, anderen spreken er
liefst heelemaal niet over de hypothese van
zijn bestaan is buitengewoon gemakkelijk om
zaken uit te drukken die anders buitengewoon
moeilijk of heelemaal niet te verklaren vallen.
Ongeveer in denzelfden tijd, dat Huygens theo
rie van het licht ontstond, hield hij zich ook bezig
met zijn verhandeling over de oorzaak der
zwaarte, waarin voor het eerst gewag wordt ge
maakt van de afplatting deir aarde aan de polen.
(1) Men moet zich deze deeltjes ultra klein voor
stellen iets in den aard van electronen, zulke deeltjes
■kunnen door vaste stoffen dringen.
(2) In de eerste helft der 18* eeuw werd door recht-
streeksche graadmetingen bewezen, dat het door
Huygens ontwikkelde denkbeeld der afplatting juist was
en dat deze nog aanzienlijk grooter was dan Huygens
uit zijn berekeningen had afgeleid.
HET YPERSCHE 30 - 5 -1941
Door berekening vond hij, dat de verhouding van
den straal der aarde naar den evenaar en dien
naar de pool gelijk 578 577 was. (2)
Een ander natuurkundig onderwerp, waarover
Huygens zijn gedachten heeft laten gaan, is het
magnetisme. Onder zijn nagelaten handschriften
bevond zich een Traité de l'Aimantwaarin
hij de magnetische werkingen aan den invloed
van een middenstof toeschrijft. In de bekende
proef van Descartes met het ijzervijlsel zag hij
een bevestiging van zijn opvatting, dat er een of
andere stof is, die door en buiten om den magneet
stroomt, en dat de snoeren van ijzervijlsel de ba
nen zijn, die door den stroom gevolgd worden.
Zoo was Huygens op dit gebied de voorlooper van
Faraday.
Dit is echter niet alles, zijn werk is ontzaglijk
groot; hij liet vrijwel geen gebied der exacte we
tenschappen onbetreden en verrijkte ze alle.
(Slot volgt).
van 1 tot 7 Juni 1941
Zondag 1 Juni Sinksen, Jacobus. Pamphilius.
Maandag 2 Juni Emilia, Erasmus, Blondina. Marcel-
linus, Petrus.
Dinsdag 3 Juni Clotildis.
Woensdag 4 Juni Antonfa, Emma, Franciscus Ca-
racciolo.
Donderdag 5 Juni Heloïsa. Claudius, Bonifatius.
Vrijdag 6 Juni Norbertus.
Zaterdag 7 Juni Paulina. Robertus, Valentinus, Can-
didus.
Opgang
Ondergang
Zondag 1 Juni
5 u. 35
21 u. 46
Maandag 2 Juni
5 u. 34
21 u. 47
Dinsdag 3 Juni
5 u. 33
21 u. 48
Woensdag 4 Juni
5 u. 33
21 u. 49
Donderdag 5 Juni
5 u. 32
21 u. 50
Vrijdag 6 Juni
5 u. 31
21 u. 51
Zaterdag 7 Juni
5 u. 31
21 u. 52
Opgang
Ondergang
Zondag 1 Juni
11 u. 43
1 u. 49
Maandag 2 Juni
12 u. 53
2 u. 00
Dinsdag 3 Juni
14 u. 6
2 u. 18
Woensdag 4 Juni
15 u. 20
2 u. 46
Donderdag 5 Juni
16 u. 38
3 u. 15
Vrijdag 6 Juni
17 u. 56
3 u. 45
Zaterdag 7 Juni
19 u. 14
4 u. 20
Eerste kwartier 2 Juni, te 23 u. 56.
Volle maan 9 Juni, te 14 u. 34.
Laatste kwartier 16 Juni, te 17 u. 45.
Nieuwe maan 24 Juni, te 21 u. 22.
De lichtverduistering begint met den
zonsondergang en eindigt met den zons
opgang.
Op 24 Mei had de 111* trekking plaats dezer leening.
Ziehier de uitslagen
Eén lot van 500.000 fr„ reeks 276999.
Twintig loten van 25.000 fr. Reeksen
102000 113165 113182 141506 142395 157032
171686 178162 178768 191314 .201214 210331
216274 238724 240132 246599 254851 285713
287297 156031
Lijst der tot heden toe uitgekomen reeksen obliga-
tiën bij de lotingen van het tiende jaar (nummers 109
tot 111) en terugbetaalbaar van 15 Maart 1942 af
102000
102704
112286
113165
113182
113461
114292
116504
121772
124268
125045
125825
125839
130123
132980
141506
142395
142633
145490
146973
154733
156031
156208
157032
157997
162532
163536
165542
170849
171686
172943
176330
178162
178768
182240
185665
191314
196758
200343
201214
204826
210331
211030
212927
215946
216274
218596
219191
231049
233872
233932
238724
240132
246599
254430
254796
254851
256018
261431
262536
265250
266120
268362
276999
284605
285713
287297
289329
«MMMHHnnnnM
Wisselagent - Correspondent
bij de Beurs van Brussel.
19 Meenenstraat 19
(Wettelijke borgsom nedergelegd
bij de Nationale Bank van België).
Aanbevolen geldplaatsingen
Kasbons op EEN JAAR van het Gemeentekrediet
van België3,60 netto.
Tienjaarlijksche Schatkistobligaties 4
uitgegeven aan 97.50
Kostelooze Financieele Inlichtingen
Stipte geheimhouding.
VENUS VAN MILO
In 1820 werd op het eiland Milos, het oude
Melos, door een boer een standbeeld gevonden,
dat door den Franschen gezant te Constantinopel
gekocht werd en aan koning Lodewijk XVIII van
Frankrijk cadeau gedaan. Sedert dien bevindt
zich de Venus van Milo in het Louvre te Parijs.
Langen tijd gold dit beeld, waarschijnlijk uit het
laatst der 2* eeuw voor Christus, voor het ideaal
van schoonheid. De armen ontbreken vandaar
talrijke ontwerpen van den oorspronkelijken toe.
stand
FLAUBERT
Gustave Flaubert werd te Rouaan in 1821 ge
boren. Hij ging naar Parijs rechten studeeren,
maar werd door de letteren aangetrokken en liet
tenslotte zijn studie in den steek en vestigde zich
bij zijn moeder op den buiten te Croisset. bij
Rouaan. Naast de Bijbel blijkt zijn lievelingslec
tuur geweest te zijn Ronsard, Montaigne, Cer
vantes, Shakespeare en Goethe. Het Oosten trekt
hem aan en hij maakt een reis door Egypte, Klein
Azië, Griekenland, Turkije en Italië. Voor de to-
pographie van zijn roman Salammbó zou hij
later de Noordkust van Afrika bezoeken. Na den
dood van zijn moeder, zijn zuster en zijn beste
vrienden, voelde hij zich eenzaam. George Sand
wist hem met haar warme vriendschap en haar
onverwoestbaar idealisme menigmaal op te beu
ren. Na vele jaren van lijden, overleed hij op
5 Jurii 1880.
Van huis uit was Flaubert romantisch, zooals dit
blijkt uit zijn jeugdwerk het Oosten trekt hem
aan; hij houdt van het geheimzinnige, van droef
heid hij is pessimist en overlaadt den bour
geois met spot.
In sommige werken laat hij zijn verbeelding,
zijn zucht naar pracht en schitterende lichteffec
ten den vrijen teugel, bv. in zijn Tentation de
Saint Antoine
De algemeene opzet van zijn Carthaagschen
roman Salammbó is romantisch, terwijl de
uitvoering onbetwistbaar tot de realistische kunst
behoort.
Zijn romans van precieze observatie zijn Ma
dame Bovary (1857) en l'Education sentimen-
tale
«Madame Bovary» is naast een diepe psycholo
gische en moreele studie, een acte van beschuldi
ging tegen den geest van de slechte romantiek.
Flaubert toont aan, welke verwoestingen deze
aanricht in het gemoed van een vrouw, die eerst
onder den invloed van haar lectuur, dan door
haar afkeer van de werkelijkheid tot liefdes
avonturen en zelfmoord gedreven wordt. Om de
heldin groepeeren zich uitvoerig geteekende figu
ren als Charles Bovary, de verpersoonlijkte plat
heid, en de ijdele apotheker Homais.
Van zijn hand verschenen nog Trois Contes,
Hérodias, Correspondance (waarin hij zijn theo
rieën over realisme' en kunst mededeelt), Bou-
vard et Pécuchet (een groote aanklacht tegen de
burgerlijke platheid), enz.
PLEYEL
Ignas Joseph Pleyel zag het levenslicht op I"
Juni 1757 te Ruppersthal. Hij genoot eenige jaren
het onderricht van Jos. Haydn. Hij leefde een
tijdlang in Italië, was daarna kapelmeester aan
den Dom te Straatsburg, ging naar Londen, waar
de directie der professional concerts trachtte hem
uit te spelen tegen Haydn, die zijn symphonieën
in de concerten van Salomon dirigeerde, en ves
tigde zich eindelijk te Parijs, waar hij eerst een
uitgeverszaak en later een pianofabriek vestigde
(1795). Het merk «Pleyel is wereldberoemd ge
worden en zijn naam is daardoor vooral bekend
gebleven.
Het was een buitengewoon vruchtbaar compo
nist en zijn zeer talrijke composities zijn ge
schreven in den trant van Haydn, maar staan
verre ten achter in muzikale en artistieke hoeda
nigheid.