DE MINNEZANGER -In de Puppen- Huis AIME GRUW EZ Alle Bouwstoffen en Kolen L. MONKERHEY-VAN NESTE Ceramo - Tegels- Eternit Producten Alle Drukwerken, DRUKKERIJ DUMORTIER Vuylsteke Gebr. MEUBELEN Marcel SOETE - BOERHAVE 12. ONS MENGELWERK Nr 2 In het goedkoopste Meubelhuir- bij Pierre CHRISTIAENS 6 en 10, Noordlaan YPER 2, Boterstraat, 2 - YPER 34 Boterstraat, 34 YPER Tel. 500 112-114, Bruggestraat Tel. 63 MEENEN - Statiestraat, 39, IEP ER - Tel. 182 - MET YPERSCHE 1-8-1941 door HENDRIK CONSCIENCE o (Vervolg) Wilfried scheen gelukkighij lachte, hij hijgde met opgespannen longen, hij zwaaide soms de handen in de hoogte en mengde zijne vreugde roepen met het koortsig gebas der honden. Na een half uur van zulk snel draven naderde men den zoom van het woud; dan zag de jonge ling tegen dank zich gedwongen tot het matigen zijner vaart, dewijl hij niet wist in welke rich ting hij de schuilplaats van het hert zou berei ken. Hij liet dus een paar jagers als leidsmannen voorrijden en volgde hen met kloppenden boe zem Na een tweede half uur door het hoogstammig woud te hebben vooruitgedrongen, kwamen zij eindelijk in eene meer vlakke streek, die slechts hier en daar met gevallige heesterbosschen was bedekt. Haropharop halihala klonk het van alle zijden, en de paarden kregen de spoor in de lenden, en de honden blaften los, en de jagers sprongen recht in de stijgbeugels, legden het hoofd op den nek huns dravers en snelden, den wind vooruit, het wondere dier achterna, dat niet verre van hen uit een bosch was opgestaan en over de vlakte wegvlood. Wat onbegrijpelijke drift om het hert te be reiken, den jongen graaf van Isersteen meer en meer kwam ontvlammen, is niet te verklaren. Zijn paard zelf scheen gedreven en weggerukt door eene zelfde aanhitsing: want het had woord noch spoorslag meer noodigals eene stormwolk kliefde het de lucht en scheen met zijne voeten den grond niet meer te raken. Het werd den meesten jagers en honden al spoedig onmogelijk den jongeling te volgen ook bleven zij allengs moedeloos en afgemat achter uit... en toen ook de laatste het moest opgeven, morde hij verbaasd in zich zeiven Vergeve mij God, het is niet natuurlijk Ser Wilfried is betooverd, of de booze geest voert hem weg Maar de jonge graaf dacht niet aan zijne die naars. Hij hield den ontvlamden blik op het bonte hert en op zijne reusachtige hoorns gericht en smachtte en snakte om het in te halen. Som wijlen Won hij veel afstand op het dier en juichte op voorhand over de zegepraal: maar dan sprong het weder met bliksemsnelheid door de vlakte opnieuw vooruit. Ware Wilfried niet zoo verblind geweest door de heete koorts der begeerte, hij had waarschijn lijk insgelijks getwijfeld, of hij niet ten speelbal eener geheimzinnige begoocheling diendewant het hert scheen hem met inzicht te verlokken maar hij was gansch buiten zich zeiven, en al hoewel zijn paard alle paarden in snelheid over trof, sloeg hij het soms nog het bloed uit de len den en raasde en tierde, om het tot eene onmoge lijke inspanning van krachten aan te zetten. Dus draafde hij zonder omzien over heuvelen en dalen, door poelen en plassen, door heesters en bosschen, totdat het zweet hem van het voor hoofd stroomde en zijn dampend paard overdekt was met schuim als met vlokken sneeuw. Lang, zeer lang duurde deze woeste vaart. Wel vier uren gaans kon hij achter zich gelaten heb ben, toen hij in eene hem onbekende landstreek kwam, waar de grond als door eene aardbeving scheen omgewoeld en alles den stempel eener akelige vernieling droeg. Daar zag hij aan het einde der hobbelige vlak te, in de richting welke het vluchtend hert zichtbaar volgde, eene zware bonkige hoogte als een rotsige heuvel. Welhaast toch werden de echte vormen daarvan voor hem onderscheide- lijk, en dan erkende hij, dat het de bouwvallen van eenen ouden burcht moesten zijn. Uit den klomp der puinen staken nog hier en daar brok ken van gekanteelde muren, en zelfs verhief zich aan de eene zijde een breede toren half neder- gestort, doch in zijn onderste gedeelte tot op ze kere hoogte nog geheel. Waar vroeger de burcht had gestaan, scheen alles begraven onder puin en aarde, waarin wilde gewassen hunne stam men hadden geworteld, ja zelfs op de afgeknotte kruin des torens wiegelden verwarde dwerg- boomen hunne kruinen in den wind. Slechts met vluchtigen blik had Wilfried deze bouwvallen beschouwd want nu scheen hij se dert eene wijl veel op het vliedend hert te win nen, en, aangevuurd door de hoop dat hij het ging bereiken, sloeg hij zijn paard wreedelijk. Het gefolterde dier huilde van pijn en woede en vloog zoo bliksemsnel vooruit, dat de ruiter er duizelig van werd en zijnen adem voelde bre ken... Het hert had geene honderd stappen meer op hem vooruithet waggelde op zijne beenen, het was ten einde van krachten. Ha, hij ging het inhalen en nedervellen Maar o hemel, wat beduidde dit Daar was het hert de bouwvallen van den ouden burcht genaderd en eensklaps in den grond verzonken Verbaasd en twijfelend hield Wilfried zijn paard staan en steeg af. Dan bemerkte hij ter plaatse waar het hert uit zijn gezicht was ver dwenen, eene soort van spelonk, die zich verre onder den grond scheen te verlengen. Het was een overwelfde gang van den ouden burcht. Ongetwijfeld moest het welfsel hier en daar ingestort zijn, want in de verr^ diepte drong het buitenlicht door meer dan ééne opening tot op den vochtigen bodem. De zekerheid, dat het vervolgde hert, uitgeput van krachten, eene schuilplaats in deze spelonk had gezocht, ontstak opnieuw de begeerte des jongelings en riep den zegevierenden lach weder op zijne lippen Hij bond zijn paard op eene grasrijke plaats aan eenen heesterstam en trad dan, beraden en vol hoop, in den onderaardschen gang. In den eerste stapte hij door het midden der krocht en struikelde veelmaals over steenbonken of slib berde op doorweekt leemslijkmaar welhaast bespeurde hij, dat aan de eene zijde van den gang een vrije wegel was gebaand, waarop hij indruk ken van manneschoeisels ontwaarde. Was de oude burcht nog bewoond of had een gevallijke bezoeker als hij die sporen nagelaten Deze overweging hield hem echter niet terug hij bemerkte tevens de indrukken van des herts voeten, en dit was genoeg om hem onweerstaan baar tot het opzoeken van het begeerde dier aan te drijven. Bij het einde van den gang stiet hij op eene- verbrokkelde steenen trap, die ongetwijfeld op klom tot in het overgeblevene gedeelte van den toren. Geen andere uitgang vertoonde zich daar. Hij moest dus de trap bestijgen of zijne vervol ging opgeven Nauwelijks was hij echter boven het welfsel geraakt, of hem trof eene angstige verrassing en hij bleef beweegloos voor eene opene kamer staan, als kon hij zijne oogen niet gelooven. Wat hij zag, scheen hem onverklaarbaar. Aan de ingevreten en gescheurde wanden dezer ka mer, op ruwe berderen of op den grond, hingen of lagen honderderlei zonderlinge voorwerpen, waarvan hij er slechts eenige herkende taferee- len met gedaanten van zon, maan en sterren, op gevulde dieren, geraamten, oude versletene boe ken, fornuizen, potten, flesschen, zandloopers en kleine wassen beelden, alles verward, ontschikt,, gebroken en half verborgen onder zwart besto ven spinne webben. Maar wat na den eersten blik zijne aandacht onafkeerbaar hield geboeid, was een menschen- beeld, dat te midden der kamer zat met een groot boek op de knieën en over de bladzijden gebogen als iemand, die verslonden is in eene- aangrijpende öf diepzinnige lezing. Dit beeld, volgens Wilfrieds meening, ver toonde eenen ouden man met zilverwitte haren en grijzen baard. Indien de kunstenaar de wan gen en het voorhoofd met wat vleeschverf had aangestreken, zou men zeker geloofd hebben, dat het beeld leefdemaar nu, met eene dorre huid,, geel en toonloos als gerimpeld perkament, liet het genoeg blijken, dat er geen bloed in zijn bin nenste rondstroomde. De jongeling moest evenwel in zich zeiven be kennen, dat het wonderbaar op het leven was nagemaakt. Door nieuwsgierigheid gedreven, meende hij- het beeld te naderen en deed eenen stap voor uit... maar hij sprong verstomd terug, toen hij. zag, dat het een blad van zijn boek omsloeg. Het was een levend mensch Maar als vermoedde hij de tegenwoordigheid des jongelings geenszins, boog hij zich dieper nog. over het boek en bleef even afgetrokken in zijne lezing verslonden ('t Vervolgt) Telefoon 68 Posteheck. 37.177 HUIS VAN VERTROUWEN Prachtige keus van Mantelstoffen, allerlaatste mode. Groote kens van Kleerstoffen, zwarte en alle modekleuren. Wollen en Zijdenstoffen. Volledig assortiment van alle Kinderartikelen. Merceriën en Breigoed Katoenen en Wellen Dekens. Gordijnen Specialiteit van Stoors. Wit artikelen en alle Ellegoederen. Specialiteit van Roode Vlies. Gerantsoeneerde artikelen worden alleen tegen bevoorradingsmachtigingen afgeleverd Telefoon 128 9, Koeimarkt, YPER Telefoon 12* .ouvière en der ALLEENVERKOOPER voor Yper en omstreken der van La Louvière en der van Kapelle- op den - Bosch ZooalsGolfplaten, Vlakke Platen, Buizen, Geëmailleerde Eternit plates voor lambrizeeringen en tafelbladen, enz. Doopkaarten Trouw brie ven- Rouwbrieven Gedachtenissen r Briefhoofden en -omslagen Wissels Adreskaarten en alle ander drukwerk. Notarieele- en andere Plakbrieven. WORDEN MET ZORG UITGEVOERD TER TRANSPORT en VERHUIZINGEN MET PERSONENWAGENS OF GECAPITONNEERDE AUTOS Huis sedert lang bekend om zijn en zijn stiptheid. EETPLAATSEN SLAAPKAMERS Alle slach van zetels, stoelen, kinderbedden, keukenbuffetten, enz MATRASSEN (wol, kapok, flocon, windhaar). Levering met waarborg Matige prijzen Druk. Dumortier, 34, Boterstraat, w leptr Tel. 500

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 12