WCTCN/eHAPPEL'jK André SEDEYN HERSTELLEN ALLE RADIO S 10. Naamdagen. Zon. Maan. Maanstanden. HUIS 2, Rijsselstraat (Groote Markt) Y P E R RADIO S - PICK - UP S PHONO - PLATEN NAALDEN Kontant en Krediet MET WAARBORG Aankoop van oude Platen aan de hoogste prijzen. HET YPERSCHE 5-9 -1941 Dr GALL (Slot) 2 stelling het intellect neemt toe met het toe nemend hersengewicht. Zoo bedraagt het gemiddelde hersengewicht van de Australiërs 1185 gram, van de Negers 1244 gr., van de Indianen 1266 gr., van de Chinee- zen 1332 gr., van de Kaukasiërs 1335 gr. en van de Europeanen 1400 gram. Het gemiddelde gewicht der mannelijke herse nen is ook steeds grooter dan dat der vrouwe lijke Bij geleerden en eminente persoonlijkheden werden vaak zware hersenen gevonden. Venzmer geeft aan, dat van 38 beroemde mannen er 34 hersenen hadden, zwaarder dan het gemiddelde, maar die van Walt Whitman, van Menzel, van Gall zelf en van Anatole France bv. bleven er alle onderAnatole France's hersenen wogen zelfs weinig meer dan 1000 gr. Daar staan cijfers tegenover als Cromwell2233 g.; Tourgerieff 2012 Cuvier 1830 Kant 1600; Schiller 1580 Gauss 1492. Maar de zwaarste hersenen, ooit ge vonden, behoorden toe aan een misdadiger, een idioot en een lijder aan vallende ziekte. Besluitde 2" stelling van Gall is zeer twijfel achtig, tegenwoordig wordt ze niet meer aange nomen. 3 stellingbepaalde geestelijke eigenschappen zijn in bepaalde gedeelten der hersenen geloca- liseerd. Deze stelling is door het moderne onderzoek bevestigd. Gall's princiep was goed, doch hij dreef het veel te ver. Hij beweerde dat bv. trots, trouw, vaderlandsliefde, kinderliefde, hebzuchtigheid, ijdelheid, bewondering, idealisme, zin voor kunst, orde en humor, enz. (hij telde er niet minder dan 27 en zijn leerlingen voegden er nog 8 bijallen een eigen orgaan bezaten. Zoo lag volgens Gall het orgaan van verslagenheid ergens boven het oor, dat van goedmoedigheid boven tegen het schedeldak, dat van wiskundige begaafdheid op zij boven het oog, enz. Deze localisatie was ech ter louter fantasie. Florent Broca (1) bestudeerde deze gegevens nader. Zoo kwam men tot de con clusie dat personen de spraak verliezen wanneer een wel bepaald deel der hersenen een verwon ding ondergaat. Zoo werden verder centra ge vonden die bepaalde spieren bevelen, bv. centra voor de spieren van de teenen, de knie, de bil, de schouders, den mond, het oog, enz. De moderne theorie kent ook centra toe voor het hooren, het spreken, het zien, het schrijven en het rekenen. Ook neemt zij aan, dat de intelligentie als meer omvattend geheel haar zetel heeft in de voor- hoofdskwab der groote hersenen. Maar aan een zoo in finesses uitgewerkte hersenen landkaart als Gall durfde teekenen, waagt zij zich niet. 4- stellingVan buiten zijn aan iemands sche del zijn geestelijke eigenschappen af te lezen. Gall redeneerde als volgtde bouw van den schedel wordt bepaald naar den bouw van de hersenende bouw van de hersenen wordt be paald volgens het verstand, dus heeft het ver stand rechtstreeks invloed op den bouw van den schedel. Een knobbel hier zou aantoonen of de bewuste persoon aanleg vertoont voor wiskunde, een knobbel daar of hij jaloersch is, een groeve hier of hij eerlijk is, een groeve daar of hij ijdel is, enz. We zagen reeds dat Gall's «organen» plaats moesten maken voor veel vagere plaatsaandui dingen en iedereen begrijpt dus dat knobbels en groeven in den menschelijken schedel ons weinig leeren kunnen omtrent zijn karakter en zijn ver standelijke ontwikkeling. Toch mogen we de 4e hypothese zoo maar niet geheel en al verwerpen en wanneer de vraag zeer algemeen gesteld wordtvalt er aan den bouw van den schedel iets af te lezen omtrent de geestelijke hoedanig heden van zijn bezitter dan zou een modern phrenoloog (schedelhersenbouwkenner) u met ja antwoorden. In den laatsten tijd is het vooral Kretschmer, die zich met deze zaken heeft bezig gehouden. Hij drukt zich evenwel heel wat voor- <lj Broca: Fransch anthropoloog, geboren in 1824. geneesheer, hoogleeraar te Parijs en stichter der Ecole d'Anthropologic, overleed in 1880. Anthropologicwetenschap die de lichamelijke eigen schappen bestudeert, waardoor de mensch zich van het dier, en de verschillende rassen zich van elkander onderscheiden. zichtiger uit dan Gall. Hij legt een zeker verband tusschen lange, korte, breede of hooge schedels en allerlei eigenschappen van geest en gemoed. Zooals we dus hebben gezien is een groot ge deelte van Gall's theorieën in den vergeethoek geraakt doch de principes, de kern van zijn werk is gebleven. van 7 tot 13 September 1941. Zendag 7 SeptemberMadelberta, Claud, Regina, Hilduardus. Maandag 8 SeptemberO. L. Vrouw Geboorte. Dinsdag 9 September Omer, Gorgoon, Adrianus. Woensdag 10 SeptemberRichard. Nicolaas van To- lentljn, Theodardus. Donderdag 11 September: Emilianus, Protus, Hya- cinthus, Vinciana. Vrijdag 12 September: Allerheiligste Naam van Ma ria. Raphael. Zaterdag 13 SeptemberGuido, Amatus. Opgang Ondergang Zondag 7 September 7 u. 04 20 u. 16 Maandag 8 September 7 u. 06 20 u. 14 Dinsdag 9 September 7 u. 07 20 u. 12 Woensdag 10 September 7 u. 09 20 u. 10 Donderdag 11 September 7 u. 10 20 u. 07 Vrijdag 12 September 7 u. 12 20 u. 05 Zaterdag 13 September 7 u. 13 20 u. 03 Opgang Ondergang Zondag 7 September 21 u. 03 8 u. 46 Maandag 8 September 21 u. 27 9 u. 51 Dinsdag 9 September 21 u. 53 10 u. 54 Woensdag 10 September 22 u. 21 11 u. 56 Donderdag 11 September 22 u. 52 12 u. 56 Vrijdag 12 September 23 u. 27 13 u. 54 Zaterdag 13 September 0 u. 08 14 u. 50 Laatste kwartier13 September, te 21 u. 31. Nieuwe maan21 September, te 6 u. 38. Eerste kwartier27 September, te 22 u. 9. Volle maan 5 October, te 10 u. 32. aan te toonen en rekent uit hoe de verhoudingen bij bijzienden en bij verzienden zijn. Ten slotte schrijft hij een kleine verhandeling, waarin geen enkel overbodig woord voorkomt en waarin ter nauwernood op de waarde van zijn voiidst wordt gewezen. In 1863 verscheen van zijn hand een werk Lehre von den Tonempfindungeneen phy- siologische grondslag voor de theorie der muziek. In 1881 leidde hij met Keivin (4) het beroemde electrische congres te Parijs, waar de interna tionale maten volt, coulomb, ohm, ampère en farad zijn vastgesteld. Van grooten invloed op von Helmholtz is het werk van Riemann (5) geweest, onder welks in vloed hij meer den mathematisch-physischen kant op is gegaan. Hij overleed te Charlottenburg op 8 September 1894. (1) William Harvey Engelsch geneeskundige (1578- 1658). Hij ontdekte den bloedsomloop. (2) blinde vlekgedeelte van het netvlies waar geen beeldvorming plaats heeft. (3) gele vlekgedeelte van het netvlies waar de beste beeldvorming plaats heeft. (4) Lord Keivin (1824-1907). Engelsch wis- en na tuurkundige. (5) Bernhard Riemann (1826-1866). Duitsch wiskun dige. Bevorderaar der functieleer. Mevr. ESTHER DE BOER VAN RIJN. Deze groote Nederlandsche tooneelspeelster werd op 29 Juli 1853 te Rotterdam geboren en is slechts voor 4 jaren op 7 September 1937 overle den. Ondanks haar zeer hoogen leeftijd trad zij nog op en was zij een der beste actrices onzer Noorderburen. Zij heeft in drie perioden van het tooneel in Nederland in de laatste halve eeuw steeds een leidende plaats vervuld. Haar eerste optreden als beroepstooneelspeel- ster had plaats in 1873; zij speelde toen de rol van Laura, in Cremer's Emma Berthold. Zij huwde den musicus Henri de Boer en trok met hem naar Amsterdam. Toen in 1893 de Nederlandsche Too- neelvereeniging werd gesticht, was zij één van de oprichters. Hier speelde zij na Ibsen, Bjornson, Strindberg, Zola, Hauptman en vooral Heyer- mans. Enkele harer belangrijke rollen waren o. a Kniertje in Op Hoop van Zegen, Engel in Het Zevende Gebod, de titelrol in De Meid en even eens de titelrol in Eva Bonheur, allen stukken van Heyermans. Het Rattenvrouwtje in Ibsen's Klein Eyolf, Beatrix in Bredero's Spaanschen Brabander, Madame Fiquet in De Erfgenamen van Rabourdin, de Moeder in Therèse Raquin, beide van Emile Zola. In hoofdzaak is zij aan de Nederlandsche Too- neelvereeniging, daarna ruim 10 jaar bij het ge zelschap Herman Heyermans en de laatste jaren aan Het Schouwtooneel verbonden geweest. Buiten Nederland trad Mevrouw De Boer op te Londen, Berlijn, Brussel en Parijs. In 1923 ter ge legenheid van haar 70e verjaardag werd zij be noemd tot burgeres van verdienste van Amster dam. VON HELMHOLTZ Hermann von Helmholtz, geboren in 1821 te Potsdam was een Duitsch medicus en natuur kundige van groote veelzijdigheid. Hij studeerde voor docter en werd militair arts in zijn geboor testad. Door bemiddeling van von Humboldt werd hij in 1848 assistent aan het anatomisch museum te Berlijn, het jaar daarop hoogleeraar in de physiologie en anatomie en later in Bonn en Heidelberg. De Heidelbergsche tijd is het hoogtepunt in zijn leven geweesthier voelde hij zich steeds meer tot de natuurkunde aangetrok ken. In 1871 ging hij als professor der physica naar Berlijn. Von Helmholtz werk is buitengewoon veelzij dig geweest en omspant een groot natuurweten schappelijk gebied, gaande van de physica over de physiologie tot de philosophische wiskunde. De jonge von Helmholtz is een echte zoon van de negentiende eeuw, critisch, alles metend en wegend en hartstochtelijk experimentator. Lang heeft hij aan den ouden droom van het perpe tuum mobile(eeuwigdurende beweging) ge loofd en daarover geëxperimenteerd, dat hij met zekerheid bewijzen kan, dat deze onbestaanbaar is en dat een ideale machine, die vanzelf loopt en nooit zou stilstaan, nooit loopen zalAlzoo stelde hij de eerste hoofdwet der thermodyna mica op. Drie jaren later, in 1850, deed hij een ontdek king, die van fundamenteele beteekenis voor de oogheelkunde is geweest, en nog is de oogspie gel. Een spiegel om in het oog te kijkenRudolf Tiel vertelt hierover Als Helmholtz echter eindelijk zijn theorie vervuld ziet en als hij werkelijk in het rose sche merende, sprookjesachtige binnenste van een levenden oogappel mag zien, dan vergeet hij toch alle berekening en den brekingshoek. Dan staart hij stom verbaasd, kinderlijk verheugd en toch zoo nieuwsgierig naar dit beeld, dat vóór hem nog nooit iemand heeft aanschouwd, dan boort hij zijn blikken diep in de ontsluierde geheimen van de pupil, tot zijn assistent, ver blind door het te schelle licht, om genade vraagt. Helmholtz gunt hem niet veel tijd om uit te rus ten. Den volgenden morgen is de arme ternau wernood in staat om zijn rood beloopen oogleden te openen. Helmholtz kiest zich een nieuw slacht offer, om hem tot op den bodem van zijn ziel te zien. Thans onderscheidt hij duidelijk de arteriën en de venen. Wat zou Harvey (1) wel voor een blik van dezen aard hebben overgehad. Hij ziet de blinde vlek (2) met de daar in de diepte ver dwijnende vaten en de kleine, gele vlek (3). Helmholtz bekijkt den achtergrond van het oog van alle zijden systematisch. Spoedig is hij ook in staat op deze wijze de bewegingen van de lens

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 10