Marie-Louise ORBIE Een belangrijke rede van den Fuehrer IEPERSCH KRONIEKSKE Stad Yper Bevoorradingsdienst Aanvragen voor machtigingen voor fietsbanden CEDIPLOMEERDE VROEDVROUW Yperslraat, 76 POPERINGHE Geldigverklaring der handelingen van de Comiteiten die na 10 Mei 1940 de gemeentebesturen voorloopig hebben vervangen STAMBOEKKEURING Veekweeksyndikaat leper HET YPERSCHE 10 -10-1941 O tijd een slaaf. Hij bezwijkt voor een vrouwen- lonk voor een beker met gloeiertden tvfjn5 ge vuld. Hij strekt zijn hand uit naar het verbodene, de drift komt over hem als een niet te keeren vloed over het strand. Zoo heeft de mensch zijn vijand in zichzelf, meer nog dan in de natuur. Maar als het schip een roer. zoo bezit hij in zichzelf ook de kracht, die hem in de goede richting houdt. Nu en dan heeft hij het bewustzijn ik mag niet. De ver loochening van dat besef komt hem te staan op vernietiging. De gehoorzaamheid eraan verheft hem boven elke macht van menschen, al gingen ze gekleed in hermelijn Dat besef is de zoutkor rel, die de spijze bewaart voor bederf. Het ver bindt de menschen aan elkander en brengt ze al te zamen aan de voeten van een Hoogere Macht. BEDELAARS. We hebben persoonlijk steeds veel medelijden be toond voor arme menschen. Maar het moeten dan ook werkelijk behoeftigen zijn. Nochtans is een goeie groep kerels erop uit het medelijden van sommige goedhar tige menschen uit te buiten. Dit wordt misdadig wan neer men bedenkt dat wat de menschen aan deze be driegers geven niet meer aan werkelijke noodlijdenden kan gegeven worden. Zoo bijvoorbeeld zijn er van die bedelaars» die, wanneer ze voldoende boterhammen hebben verza meld voor een brood, hun zegels gaan verkoopen aan 5 fr. het stuk ofwel hun rantsoeneeringsbrood aan 20 ir. De boter hebben ze dan meestal gratis erbij ge kregen. Het is ons ook meermalen gebeurd dat een handelaar ons vertelt dat bedelaars in zijn winkel allerlei dure en weinig voedende snoeperijen koopen. Aan zulke practijken dient een einde gesteld. Bede len is nog altijd verboden en nu meer dan ooit dienen de goedhartige menschen uit hun oogen te zien. PIJP EN PERSOONLIJKHEID. Sedert de tabakschaarschte gekomen is, heeft de pijp zich meer verspreid. Dit is geen tegenspraak. Wie een pijp had behield haar en wie geen pijp had kocht er een om de tabak te rooken die hij kan bemachtigen, want sigaretten zijn niet steeds voorhanden meer. Ik zou haast zeggen dat de pijp meer persoonlijkheid heeft Sigaretten zijn altijd eenvormig immer dezelf de witte stokjes. Maar de pijp kan lang of kort zijn, groot of klein, rond, vierkantig, achthoekig, zwart, bruin, wit, geel. Elk kiest er een uit volgens zijn eigen voor keur en smaak en daardoor herkent men in de pijp de persoonlijkheid van den rooker. De pijp, beweerde Hoffmann, is als de kleedij, zij vereenzelvigt zich met den rooker, en wordt om zoo te zeggen, een onafscheidbaar deel van zijn persoon. Zijn karakter, zijn hartstochten, zijn indrukken vertolken zich in de manier waarop hij zijn pijp stopt, waarop hij ze houdt, de rook intrekt en uitblaast. Ik lees zoo goed zijn gedachten in de rookwolkjes die uit zijn mond komen, als het me gegeven ware in zijn geest te lezen HAAR GESCHIEDENIS. Men kan zeggen dat de mensch altijd gerookt heeft. Te Toul en in de Romeinsche kampen heeft men Ro- meinsche pijpen in ijzer gevonden. In het museum van het Louvre kan men Romeinsche pijpen in brons zien, maar in de Bernische Jura werden voorhistorische pij pen gevonden. Wanneer men denkt dat de pijp geen oorsprong heeft voor de ontdekking van de Antillen door Christophorus Colombus, vergeet men dat de Europeanen en de Ame rikanen. bijna alleen de tabak rookten. De volkeren van Azië en Afrika gebruiken, om tot dronkenschap en droomen te komen, de gedroogde, vergiftige padde stoelen. wortels van verscheidene planten, de schors van wilgen, de hennep, de opium, rozebladeren, thee bladeren, notelaarsbladeren, ijzerkruid, lavendel, enz. De Portugeezen waren de eerste die de Indianen na bootsten in hun manier van tabak te rooken en in 1560 bracht Jean Nicot, gezant van Frankrijk te Lissa bon. pijp en tabak naar Parijs mede. Het gebruik ver spreidde zich spoedig bij de lagere klassen. Lodewijk XIV gaf aan eiken soldaat zijn pijp. De soldaat die rookte vergat dat hij te weinig eten had. DE VROUWEN EN DE GROOTEN... Maar ook de vrouwen (reeds dat feminisme!) legden de hand op deze nieuwigheid. De princessen die te Marly dachten alleen te zijn, zonden in 't geniep iemand naar de Zwitsersche Garde, en ze begonnen te rooken als Turken. De XVIII1' eeuw is de triomf van de pijp. De groote heeren rooken echter niet. Diderot, Voltaire, d'Alem- bert. Rousseau hebben nooit de pijp gekend, evenmin als Danton. Robespierre, Mirabeau en al de groote re- volutionnairs. De overheersching van de pijp dateert eigenlijk maar van het Consulaat en het Imperium. Al de soldaten kwamen van Egypte met een pijp; en gedurende den verschrikkelijker terugtocht uit Rusland hield de pijp den wegzinkenden moed eenigszins op. Lassalle en Oudinat deden den stormloop met de pi p in den mond. Moreau rookte de pijp terwijl men hem de twee beenen afzette. Al de poëten hebben de pijp bezongen. Ze werd de tiende muze, diegene waar aan men Droom en Inspiratie vroeg. Heden ten dage maakt de pijp deel uit van onzen huisraad en in België kent men de rookerswedstrij- den Fernand DE BRUYN. Ingevolge het overgroot aantal aanvragen tot het be komen van machtigingen voor rubberfietsbanden inge bracht op 25 September 11.. zijn er thans GEEN MACH TIGINGEN MEER BESCHIKBAAR tot op 1 Februari a. s.. daar het contingent, dat voor de Stad Yper slechts 130 bedraagt, reeds bereikt is voor de maanden October, November, December en Januarf e. k. De datum waarop de aanvragen voor Februari zullen worden aanvaard, zal naderhand worden bekend ge maakt. Het is dus nutteloos zich tot den Bevoorradingsdienst te wenden vóór de bekendmaking van dezen datum, daar het contingent hierboven vermeld, onder geen enkel voorwendsel mag worden overschreden. Ter gelegenheid van den inzet van den derden Winter hulp-veldtocht heeft Adolf Hitler, die met dit doel speciaal van het Oostelijk front was gekomen. Vrijdag laatst in het Sportpaleis te Berlijn een groote rede ge houden waarin hij. namens de millioenen soldaten, die op dit oogenblik den grooten strijd tegen het Bolsje- visme hebben aangevat, aan de Duitschers vroeg om ook dit jaar nog. benevens de gewone offers, de bijko mende offers voor het oorlogswinterhulpwerk te willen brengen. Hij verklaarde dat het niet het doel van deze rede is een van die staatslieden een antwoord te geven, welke onlangs hun verwondering tot uitdrukking brachten, omdat hij zoolang gezwegen heeft. Het nageslacht zal eens overwegen en vaststellen wat gedurende deze maanden het meeste belang had: de redevoeringen van den heer Churchill of de handelingen van den Fuehrer. De Fuehrer legde er vervolgens den nadruk op, dat het bijwonen van deze manifestaties hem bijzonder moeilijk viel. daar juist op dit oogenblik aan het Ooste lijk front de uitvoering van ingezette operaties een nieuw geweldig resultaat aankondigt Sedert 48 uren is opnieuw een krijgsverrichting van reusachtigen omvang aangang. Zij zal meehelpen den vijand in het Oosten te verpletteren. De Fuehrer herinnerde vervolgens aan het feit, dat ook hij dezen oorlog niet gewild had en dat hij slechts een doel voor oogen had. dat in werkelijkheid in het programma der nationaal-socialistisehe partij besloten lag. Nooit ben ik dit doel ontrouw geworden, riep hij uit, en heb ik mijn programma opgegeven. Wat wij ge durende deze jaren in vreedzamen opbouw hebben be reikt, is iets eenigs. Ik, en wij allen, hadden dezen oor log niet noodig. Om onzen naam te vereeuwigen had het vredeswerk kunnen volstaan. Wij waren eveneens niet aan het einde van onze prestaties gekomen; inte gendeel. wij bevonden ons op vele gebieden slechts in het beginstadium.» Wat ik beoogde was de binnenlandsche consolida tie van de Duitsche natie, de rechtsgelijkheid van het Reich naar buiten uit en de hervereeniging van het Duitsche volk. Nooit hebben wij daarmede naar een oorlog gestreefd, maar wij waren toch eveneens vast besloten onder geen omstandigheden ook af te zien van het herstel der Duitsche vrijheid en daarmee van eenige der voorwaarden voor de Duitsche wederopstan ding. Vanuit dit gezichtspunt heb ik aan de wereld reeds zeer vele voorstellen gemaakt. Al mijne vredes voorstellen, evenals voorstellen voor ontwapening of tot vreedzame en verstandelijke economische nieuwe ordening werden door de wereld afgewezen. Niettemin slaagde ik erin een aantal bondgenooten te winnen: Italië, Japan en Hongarije, waarbij zich dan nog andere staten hebben aangesloten. Alleen Engeland, gesteund door het internationale Jodendom, dien we reldvijand, was niet te bereiken. Gedurende de maanden dat ik mij inspande om tot een verstandhouding te komen, had de Heer Churchill immer slechts dit eene woord Ik wil een oorlog heb ben Nu heeft hij hem en zoo waar als ik hier sta ver klaar ik dat deze oorlog voor Engeland geen mooie zaak zal worden. De oorlogsopruiers zijn er eerst in geslaagd Polen naar voren te schuiven niet slechts de opruiers van de oude maar ook de opruiers van de nieuwe wereld. Dit was de tijd, toen Engeland de wereld nog niet rondge- bedeld had om hulp. maar nog grootmoedig aan een ieder zijn hulp beloofde. Destijds heb ik ten overstaan van Polen voorstellen gedaan waarvan ik heden, nu de gebeurtenissen tegen onzen wil een ander verloop heb- hen genomen, zeggen moethet was toch de almachtige voorzienigheid, die destijds verhinderd heeft, dat mijn aanbod aangenomen werd. Sindsdien werd de strijd ingezet tusschen de waar heid en de leugen. En zooals steeds zal deze strijd op het einde zegevierend uitvallen voor de waarheid. Dit beteekent met andere woordenwat ook de Britsche propaganda, wat ook het Internationale wereldjoden- dom en zijn democratische handlangers mogen samen- liegen, aan de historische feiten valt niet te tornen. En het is een historisch feit, dat thans sedert twee jaren Duitschland den eenen tegenstrever na den anderen heeft neergeslagen (Stormachtige bijval) Steeds met het doel den omvang van den oorlog te beperken, heb ik in het jaar 1939 besloten, mijnen mi nister naar Moskou te sturen. Dit was de bitterste over winning op mijn gevoel. Ik heb getracht, hier een overeenkomst te bereiken. U zelf weet best hoe eerlijk ik deze verplichtingen nagekomen ben. Jammer genoeg is de andere zijde de hare van bij het begin niet na gekomen. Het gevolg van deze kuiperijen was een ver raad, dat in de eerste plaats geheel het Noord-Oosten van Europa likwideerde. Wat het toentertijd voor ons beteekende, stilzwijgend te moeten toezien, toen het kleine Finsche volk gewurgd werd, weet u allen zelf. Wat het tenslotte beteekende dat de Baltische Staten eveneens overweldigd werden, kan slechts hij besef fen, die de Duitsche geschiedenis kent en weet, dat er ginds geen vierkante kilometer grond is, die niet door een brok Dultschen pioniersarbeid binnen het bereik werd gebracht van de menschelijke kuituur en bescha ving. Desondanks heb ik bij dit alles gezwegen. Pas dan wanneer ik van week tot week meer en meer ondervond, dat Rusland thans het oogenblik gekomen achtte om tegen ons op te treden, toen ik stilaan kennis nam van de gegevens waaruit bleek, dat aan onze grens het ééne vliegveld na het andere werd aangelegd, dat de ééne divisie na de andere uit het geheel reusachtige Rijk der Sowjets naar hier werd samengetrokken was ik aan mijn kant eindelijk zelf verplicht bezorgd te zijn Want in de geschiedenis geldt er geen verontschul diging voor een dwaling. Ik voel me nu eenmaal aan het hoofd van het Duitsche Reich verantwoordelijk voor het Duitsche volk, voor zijn bestaan, voor zijn heden en zoover mogelijk ook voor zijn toekomst, Ik was daarom gedwongen, langzaam ook mijnerzijds af- weermaatregelen te treffen. Zij waren van zuiver de fensieven aard, maar immer meer werd het reeds in Augustus en September van het vorig jaar merkbaar, dat een botsing met Engeland in het Westen, welke vooral het gansche Duitsche luchtwapen zou gebonden hebben, niet meer mogelijk was. want in mijn rug bevond zich een staat, die zich reeds klaar maakte om op dergelijk oogenblik tegen ons te ageeren. Welk sta dium deze voorbereidingen reeds bereikt hadden, heb ben wij thans eerst in vollen omvang leeren kennen. Ik wilde toen eens en voor goed het gansche vraag stuk oplossen en noodigde destijds Molotov uit op een bezoek aan Berlijn. Hij stelde mij toen vier voorwaar den, die u kent. doch deze eischen heb ik moeten af wijzen. Van toen af heb ik Rusland zorgvuldig In het oog ge houden. In de maand Mei reeds had de toestand zich zoodanig verscherpt dat het geen ttvijfel meer leed dat Rusland het inzicht had ons bij de eerste gele genheid te overvallen. Ik heb toen, alhoewel mij zulks zwaar viel, gezwegen tot op het oogenblik dat ik besloot zelf den eersten stap te doen. Op 22 Juni 's morgens ving dan deze grootste strijd van de wereldgeschiedenis aan. Sedertdien zijn iets meer dan drie maanden en half verstreken en ik mag hier allereerst een vaststelling doenvan dat oogen blik af is alles planmatig verloopen. (Stormachtige n bijval). Wij hebben ons niet vergist in de juistheid der plan nen, in de historisch weergalooze dapperhéid der Duit sche soldaten, in de degelijkheid onzer wapens en onzer frontorganisatie, noch in de Duitsche heimat. Slechts in een punt hebben,wij ons vergist Wij hadden er-geen idee van, hoe reusachtig de voor bereidingen van dezen vijand tegen Duitsrilland en Europa waren. Hoe ongemeen groot het gevaar was en hoe wij ditmaal, op het randje af, aan de vernietiging ontkomen waren, niet alleen van Duitschland, maar van gansch Europa. Dat kan ik heden hier wel zeggen. Ik verklaar dit eerst vandaag, omdat ik thans mag zeggen, dat deze vijand reeds gebroken is en nooit meer zal opstaan. (Minutenlange toejuichingen). Hier had zich tegen Europa een macht samengetrok ken, waarvan spijtig genoeg de meesten geen idee had den en velen zelfs op dit oogenblik geen vermoeden hebben. Dat dit gevaar kon afgewend worden, danken wij in de eerste plaats aan de dapperheid, het uithou dingsvermogen, den offerzin van onze Duitsche soldaten en ook aan de offers van al dezen, die samen met ons marcheerden. Want voor de eerste maal is thans zoo iets als een Europeesch ontwaken door dit continent gevallen. Samen met onze soldaten strijden in het Noorden de heldhaftige Finnen, in het Zuiden de Roemenen, en verder ook nog de Italianen, de Slowaken, de Kroaten, de Spanjaarden, de Belgen, Hollanders. Denen, Noren, tot zelfs de Franschen toe. Het Duitsche legerbericht is steeds een waarheidsge trouw bericht. Volgens de Engelsche versie hebben wij in het Oos ten sedert drie maanden de eene nederlaag na de an dere geleden. Maar wij staan ten Oosten van Smolensk, wij staan vóór Leningrad en wij staan aan de Zwarte Zee. Wij staan vóór den Krim en niet de Russen staan zoowat aan den Rijn. (Gelach). Indien de Russen dus voortdurend de overwinning behaalden, dan hebben zij in ieder geval hun overwinning niet weten te gebrui ken, maar zijn zij integendeel na elke zegepraal honderd of tweehonderd kilometer achteruit gemarcheerd, waar schijnlijk om ons in de diepte van htm gebied te lok ken. (Vroolijkheid). Voor het overige onderstrepen enkele cijfers de om vangrijkheid van dezen strijd. Het aantal gevangenen is thans tot ongeveer 2,5 miüioen Russen gestegen Het aantal buitgemaakte of vernielde maar zich in onze handen bevindende stukken geschut bedraagt thans reeds ongeveer 22.000, Het aantal buitgemaakte of ver nielde dus zich in onze handen bevindende pant serwagens bedraagt thans meer dan 18.000het aantal vernielde, verwoeste en neergehaalde vliegtuigen meer dan 14.500 en daarnaast hebben wij nog een gebied ver overd, dat tweemaal zoo groot is als het Duitsche was, toen ik in 1933 aan de leiding kwam, of viermaal zoo groot als Engeland. Na nogmaals hulde gebracht te hebben aan de dap perheid der Duitsche soldaten, eindigde de Fuehrer zijne rede als volgt Wanneer deze oorlog zal gedaan zijn. dan zal de Duitsche soldaat hem gewonnen hebben, en dan zal het Duitsche vaderland hem gewonnen hebben met zijn I millioenen arbeidende menschen. Wanneer deze oorlog zal gedaan zijn, dan zal ik er uit terugkeeren als een nog veel fanatieker nationaal-socialist dan ik vroeger was. Eens keer ik uit dezen oorlog weer met mijn oud- partijprogramma, aan de uitvoering waarvan mij thans nog veel meer gelegen is en nog veel meer gelegen schijnt dan. wellicht, op den eersten dag. Het Staatsblad van 5 October bevat volgend besluit, betreffende de bekrachtiging van de handelingen der organismen welke, sinds 10 Mei 1940. de wettelijke ge meentebesturen vervangen hebben. Artikel 1. De handelingen, welke binnen de be voegdheid van den burgemeester gesteld zijn door de personen, die het burgemeesterschap hebben waarge nomen sinds 10 Mei 1940 tot wanneer aan hun werk zaamheden, hetzij door het weder in dienst treden van den titularis, hetzij door de benoeming van dezes op volger, wettelijk een einde werd gemaakt, worden, voor zoover noodig, geldig verklaard. Art. 2. De handelingen, welke binnen de bevoegd heid der schepencolleges door de ter vervanging van genoemde colleges ingestelde korpsen verricht zjjn sinds 10 Mei 1940 tot op het tijdstip dat aan hun werk zaamheden, hetzij door het weder in dienst treden der titularissen, hetzij door de benoeming hunner- opvol gers, wettelijk een einde is gekomen, worden, voor zoo ver noodig, geldig verklaard. Art. 3. De handelingen, welke binnen de bevoegd heid van den gemeenteraad door beheerscomité's of andere ter vervanging van den gemeenteraad ingestelde korpsen verricht zijn sinds 10 Mei 1940 tot wanneer aan hun werkzaamheden, hetzij door het weder in dienst treden van de titelvoerende raadsleden, hetzij door het stopzetten der werkzaamheden van genoemden raad, wettelijk een einde werd gemaakt, worden, voor zoover noodig. geldig verklaard. Art. 4. De bedoelde handelingen worden geldig verklaard onverminderd de toepassing der bepalingen van artikel 7 der wet van 10 Mei 1940. Art. 5. Dit besluit treedt in werking op den dag zijner afkondiging in het Staatsblad. o I De keuring voor inschrijving van vrouwelijke dieren in het stamboek zal plaats hebben opWoensdag 15 Oc tober, Vrijdag 17 October en Maandag 20 October. SecretarisM. Camiel Vermeulen, St Jan (leper). De landbouwers, welke dieren wenschen in te schrij ven, moeten die onmiddellijk aangeven bij den secre taris. M. Vermeulen, die dan intijds aan de landbou wers, de plaatsen en uren van verzameling zal mee deden, alwaar de Jury de opname zal doen. Dit syndikaat omvat volgende gemeenten Meessen Ploegsteert Waasten West-Nieuwkerke Wul- vergem Wytschaete Dranouter Kemmel Loker Zuidschote Bikschote Boezinge Elver- dinge Langemark Poelcapelle Woesten Brie- len St Jan Vlamertinge Voormezeele leper Zillebeke Komen Geluvelt Geluwe Hol- lebeke Houtem Neder-Waasten Wervik Zandvoorde Dikkebusch Becelare Passchen- daele Zonnebeke Renlnghelst Westouter.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 2