WETCN/CHAPPEL'j Voor uw Glas- en Loodwerken Walter TAVENIER - BEDDEL.EEM Naamdagen. Maan. Opgang Ondergang Maanstanden. TREKKINGEN Verwoeste Gewesten 1922 Provinciale Leencng van 3.500.000 Fr. wendt U bij Tempelstraat, 4 YPER Matige prijzen. Spoedige bediening. HET YPERSCHE 17 -10 -1941 HET BUSKRUIT Hij heeft het poeder (of kruit) niet uitgevon den zegt men van iemand die niet bijzonder verstandig is en tevens toont men door deze uit drukking den eerbied dien men steeds gekoesterd heeft voor den uitvinder van het zwarte, gevaar lijke goedje. Wie was die uitvinder Men zou evengoed kun nen vragen, wie was de uitvinder van het vuur, van het wiel of van den ploeg. De uitvinding van 't poeder moet men niet zoeken bij een man, het is één van die uitvindingen waaraan de geheele wereld heeft geholpen. Toch wordt steeds een naam vooruitgeschoven, dezen van den Freiburg- schen monnik Berthold Schwairz. Hij werd in het midden der 14'' eeuw geboren, hij behoorde tot de orde der Benedictijnen of Franciscaners en hield zich veel met scheikunde bezig. Reeds in de oudheid gingen de menschen el kander met vuur te lijfmen had brandbare mengsels, die men, aan een spies bevestigd, op den vijand slingerde. Dit gebruik treft men bij de Indiërs en Chineezen aan. Waarschijnlijk is de oorsprong van het buskruit dan ook in het Wes ten te zoeken. Oud-Indische geschriften spreken van het kruit als van een zaak, die reeds sedert onheuglijke tijden in gebruik was. In de T eeuw, vinden we het gebruik van het vuur bij de Grieken en deze hebben misschien de kunst wel verder gebracht. Hun wapen was het veelbesproken Grieksche Vuur In een artikel uit De Dag, van November 1940, lezen we hierover het volgende Een museum te Konstantinopel bezit een oud- byzantijnsch miniatuur, dat op zeer primitieve wijze een voorstelling geeft van het gebruik van het Grieksche vuur in een zeeslag. Het toont een byzantijnsch schip, dat door roeiers wordt voort bewogen. Vóór op het vaartuig staat een man, die een lange buis in de hand houdt, waaruit een vervaarlijke vlam spuit. De vlammen omhullen een vijandelijk schip, waarvan de bemanning, door panischen schrik aangegrepen, de riemen laat vallen. Het vuur heeft het schip en opva renden aangetast. Uit overlevering is bekend, dat het Grieksche vuur ook bij den strijd te land werd gebezigd. De vlammen reikten verder dan de pijlen en speren van den vijand en doodden mensch en. dier, die er mee in aanraking kwamen. Sommigen verhalen, hoe het vuur plotseling in wijde bo gen over het slagveld schoot en alles vernietigde. Anderen weer spreken van zware ontploffingen, die aan de vuurstralen voorafgingen en zóó krachtig waren, dat de strijders verdoofd ineen zakten. Doch hoofdzakelijk bedienden de Byzan tijnen zich van het wapen bij zeeslagen, want het vuur had de eigenschap, dat het onder het water bleef branden. Alle berichtgevers stemmen hierin overeen, dat er geen middel bestond om het vuur te blusschen. Bijzonder vreesaanjagend waren de z.g. syphonsspeciaal bij zeegevechten ge bruikt in een koude, vloeibare massa waren lange buizen gestoken, die de verreikende vuur stralen uitspoten. Hoe het Grieksche vuur werd verkregen is nog steeds niet met zekerheid bekend. Men ver~ onderstelt, dat het bestond uit een mengsel van zwavel, salpeter, pek en petroleum met nog ze kere toevoegsels De thans gangbare meening is dat het «Griek, sche vuurafkomstig is van Arabische alche misten. De explosieve werking zou verkregen zijn, doordat petroleum en salpeterbuskruit, ver mengd met ongebluschte kalk (CaO), zoodra deze laatste met het water in aanraking kwam, zoo danig verhit werd, dat*ontbranding plaats vond, terwijl de petroleumdampen ontploften Later zien wij het krijgsvuurwerk in de han den der Arabieren, die het van de Grieken of rechtstreeks uit Azië verkregen hadden. In de Kruistochten maakten zij tegen de Christenlegers een uitgebreid gebruik ervan en jaagden zij de kruisvaarders niet weinig schrik aan. Dit 'laatste blijkt uit de mededeelingen, die men bezit omtrent het bezoek aan Byzantium van den Franschen koning Lodewijk VII. Deze vorst was te zamen met den Duitschen keizei Koenraad III ten tweeden Kruistocht (1147-1149) uitgetrokken. Keizer Manuel I Comnenus ontving zijn gasten met uitzonderlijke eerbewijzen, maar wilde toch de kruisvaarders, aan wie hij zelf, zijn vader en zijn grootvader weinig aangename her inneringen hadden, liefst zoo spoedig mogelijk weer kwijt Hij liet te hunner eere een geweldig vuurwerk afsteken, waarbij het hoogtepunt ge vormd werd door een vertooning van het Griek sche vuur. Toen de Fransche koning zag, dat de vlammen onder water brandden, zonk hij ontzet op de knieën en bad luide O Heer, erbarm U over onsDen volgenden dag reeds gaf hij be vel tot het vertrek. van 19 tot 25 October 1941 Zondag 19 October Petrus van Alcantara, Savinïus. Maandag 20 October Johannes van Kenty, Aurelia- nus, Paula. Dinsdag 21 October Ursula, Oscar, Hilarion. Woensdag 22 October Overbrenging H. Aubinus, Mellon, Cordula. Donderdag 23 October Severinus, Moderan, Oda. Vrijdag 24 October Raphaël, Evergistus, Magloire. Zaterdag 25 October Crispinus, Chrysanthus, Doria. Zon Opgang Ondergang Zondag 19 October 8 u. 11 18 u. 43 fandag 20 October 8 u. 13 18 u. 41 Dinsdag 21 October 8 u. 14 18 u. 39 Woensdag 22 October 8 u. 16 18 u. 37 Donderdag 23 October 8 u. 18 18 u. 35 Vrijdag 24 October 8 u. 20 18 u. 33 Zaterdag 25 October 8 u. 21 18 u. 32 Zondag 19 October 6 u. 26 18 u. 23 Maandag 20 October 7 u. 46 18 u. 55 Dinsdag 21 October 9 u. 6, 19 u. 30 Woensdag 22 October 10 u. 25 20 u. 11 Donderdag 23 October 11 u. 41 20 u. 59 Vrijdag 24 October 12 u. 49 21 u. 53 Zaterdag 25 October 13 u, 47 22 u. 54 Nieuwe maan 20 October, te 16 u. 20. Eerste kwartier 27 October, te 7 u. 4. Volle maan 4 November, te 4 u. Laatste kwartier 12 November, te 6 u. 53. De lichtverduistering begint met den zonsondergang en eindigt met den zons opgang. O Trekking op 10 October 1941 Serie 99071 Nr 12 is terugbetaalbaar met 250.000 fr. Serie 99071 Nr 3 en serie 112981 Nr 17 zijn terugbe taalbaar, elk met 100.000 fr. De andere nummers van deze series en al de num mers van serie 155059 zijn terugbetaalbaar zonder pre mie. Provincie West-Vlaanderen aan 3 toegestaan door Koninklijk Besluit van 29 November 1892. Nr 98 - Trekking van 3 October 1941 Nog te delgen kapitaalFr. 1 172.500. Schuldbrieven in trekking van 3 October 1941 uitge komen en betaalbaar in de Bank van BrusselRe- gentiestraat, Nr 2, te Brussel of in de Bank der So- ciété Générale de Belgique Vlamingstraat. Nr 54, te Brugge met 1 Januari 1942. Zijn uitkeerbaar tegen 500 frank de volgende num mers 18 31 269 272 315 317 327 373 441 527 934 1102 1281 1340 1367 1445 1724 1754 1841 1999 2131 2192 2214 2354 2378 2569 2655 2713 2755 2918 3173 3250 3590 3631 3681 3718 3760 3776 3857 4022 4136 4301 4391 4482 4653 4810. Zijn uitkeerbaar tegen 100 fr. de volgende nummers 7021 7022 7023 7024 7025 7211 7212 7213 7214 —.7215. Herhalingslijst der nummers die in vroegere trekkingen uitgeloot werden maar tot heden niet aangeboden geweest zijn 240 363 416 420 446 448 470 592 608 611 654 773 935 966 1127 1157 1203 1206 1233 1270 1337 1383 1388 1395 1423 1426 1447 1464 1507 1757 1801 1832 2041 2127 2136 2235 2306 2532 2665 2666 2675 2831 2962 3008 3077 3327 3414 3422 3426 3708 3765 4076 4080 4201 4219 4422 4452 4462 4519 4550 4604 6943 6945 6982 6983 6985 7089 7090 JONATHAN SWIFT De bekende auteur van Gulliver's travels de reizen van Gulliver) werd te Dublin, hoofdstad van Ierland, in 1667, geboren. Zijn va der overleed vóór zijn geboorte en hij werd in zeer armoedelijke omstandigheden grootgebracht. Na zijn studies te hebben volbracht aan de Ier- sche universiteit werd hij secretaris van Sir Wil liam Temple, een verren bloedverwant en Britsch staatsman In 1694 ging hij naar Ierland terug, waar hij een onbeteekende predikantsplaats be kleedde. Twee jaar daarna ging hij terug naar Sir William Temple, in wiens huis hij Esther Johnson (Stella) ontmoette. In 1699 ging hij weer naar Ierland. De elf volgende jaren vertoefde hij het meest te Laracor in Ierland of te Londen waar hij den aartsbisschop van Dublin vertegen woordigde. In de jaren 1679-1680 ontstonden in Engeland twee groote politieke groepen, die elkaar steeds bestreden hebbende Whigs en de Tories. De naam Whig is afgeleid van Whiggamore, een benaming, die gegeven werd aan de boeren bevolking van West-Schotland, omdat men daar gewend was de paarden aan te drijven met het geroep Whiggam Zij waren voorstanders van een sterke machtspositie van het parlement, van een monopoliepositie op handelsgebied en van een anti-Fransche politiek De naam Tone is eigenlijk een scheldnaam, die bandiet beteekenthij werd door de Whigs gegeven en de Tories namen hem als partijnaam aan. De Toriespartij stelde zich op het standpunt dat de landbouw de basis is, waarop de welvaart van den staat rust. Voor industrie voelde zij wei nig. Op handelsgebied was zij een tegenstander van monopolies en was afkeerig van invoerrech ten. Zij wilde een verdeeling der lasten over het geheele volk. Zij was pro-Fransch. In het begin der 19* eeuw was zij voorstander van de afschaf fing der slavernij Jonathan Swift was van 1680 tot 1710 een Whig geweest, doch daar deze partij zich niet bekom merde om kerkelijke aangelegenheden en hem ook persoonlijk veronachtzaamde ging hij over tot de Tories. Hij bestreed de politiek die de Whigs in den Spaanschen successieoorlog gevoerd hadden in een paar beroemd geworden geschrif ten. Als eenige belooning voor zijn vele diensten aan de Tories bewezen, werd hij benoemd tot «dean» (deken) te Dublin. Toen de Whigs later terug aan het bewind kwamen, trok Swift zich terug in Ierland, waar hij de rest van zijn leven doorbracht in groote verbittering. In 1713 was hij zijn Journal to Stellabegonnen, waarin hij de gebeurtenissen van eiken dag beschrijfthet geeft een goed in zicht in Swift's karakter en toont ons wat in hem omging. In 1726 verscheen zijn Gulliver's Travels zijn meest bekende werk, een satire in 4 deelen, gericht tegen de zeden en de gewoonten van zijn tijd (Lilliput en Brobdingnag) en een verdedi ging van Bolingbroke (deel 1 en 2) (1), verder tegen de Royal Society (2) en Newton (deel 3) en tegen de menschheid in haar geheel in het bittere 4* en laatste deel. Hij werd op het laatst van zijn leven krankzin nig en overleed te Dublin op 19 October 1745. (1) Bolingbroke: (1678-1751), leider der Tories en mi nister, zekere onderhandelingen en zijn houding bij het tot stand brengen van den vrede van Utrecht brach ten hem in verdenking van verraad te hebben gepleegd. Hij ageerde tegen de corruptie die zich baan begon te breken in het partijleven, daar meer de privé-belan- gen werden gediend dan die van den staat. (2) Royal Societyacademie ontstaan in 1662. Zij bevordert de natuurwetenschappen en de wiskunde. Het aantal leden bedraagt ten hoogste 450 benevens 50 buitenlandsche. Newton, de grootste geleerde van zijn tijd, was er lid van. Christiaan Huygens was een der eerste buitenland sche leden. T'r'e'irirerergrgrgrergjtfrar i ccrcn rirnfiiiii

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 9