André SEDEYN
HERSTELLEN
ALLE RADIO'S
10
ONTRUPSING
De herben uttiging van ontboschte
gronden
De tabakvoorraad in ons land
Forfaitaire overdrachtstaks op waters
en limonaden
De Aardappelvoorraad
Raadgeving tof het bewaren van
aardappelen
HUIS
2, Rijsselstraat (Groote Markt)
YPER
RADIO S - PICK - UP S
PHONO - PLATEN NAALDEN
Kontant en Krediet
MET WAARBORG
Aankoop van oude Platen aan de
hoogste prijzen.
Vervanging van bedorven aardappelen
De onvoldoende leveringen uit den
Oogst 1940
Maximum-prijzen voor het1 stroo
van den oogst 1941
De Gouverneur a. L van West-Vlaanderen,
Gezien het landelijk wetboek;
Gezien het Koninklijk Besluit van 20 Januari 1887,
genomen in uitvoering van gezegd wetboek.
BESLUIT
Art. L Alle eigenaar, pachter, huurder, vruchtge
bruiker of andere gebruiker, die zijn eigene erven of
die van anderen beheert, is gehouden vóór 15 Februari
1042 de boomen, struiken, hagen of kreupelhout, op ge
melde erven staande, te ontrupsen of te doen ontrup-
sen en dadelijk de beurzen of webben, die rupsennesten
uitmaken, te verbranden. m
De Ondernemers van het onderhoud der beplantin
gen langs de wegen zijn aan dezelfde verplichtingen
onderworpen.
Art. 2. Ingeval de belanghebbenden verwaarloozen
zich binnen den gestelden tijd naar de schikkingen van
vorig artikel te gedragen, zal de bewerking van ambts
wege en ten koste der overtreders verricht worden, op
bevel van den Burgemeester, en ongeminderd de straf
fen waarmede artikel 5 van het tegenwoordig besluit
dreigt. De kosten der bewerking zullen, in voorkomend
geval, door het plaatselijk bestuur ingevorderd worden,
gelijk in zake van belastingen
Art. 3. Benevens de ambtenaren en agenten der
gerechtelijke politie, zijn de agenten van den Wegen-
dienst, van Bruggen en Wegen, van den Provincialen
Technischen Dienst en van het Boschbeheer van den
Staat, gelast de inbreuken op het tegenwoordig besluit,
•p te sporen en vast te stellen.
Art. 4. De Burgemeester waakt op de stipte uitvoe
ring der maatregelen door het tegenwoordig besluit
voorgeschreven.
Art. 5. De overtreding der schikkingen van artikel
1, zullen gestraft worden met een boete van 5.tot 15 fr.
De boete zal kunnen verminderd worden indien er
verzachtende omstandigheden bestaanzij zal in geen
geval minder dan 1 fr. mogen wezen.
Art. 6. Het tegenwoordig besluit zal in de gemeen
ten der Provincie afgekondigd en aangeplakt worden.
Brugge den 15 October 1941,
(get.) M. BULCKAERT.
Yper den 10 November 1941.
De Burgemeester, J. VANDERGHOTE.
Vóór dezen oorlog werd ons verbruik aan hout groo-
tendeels door den invoer gedekt. Thans zijn onze be
hoeften nog gestegen, terwijl de invoer fel verminderd is.
Wij hebben dus, meer nog dan voorheen, beroep moe
ten doen op onze eigen reserven in hout. De bestaande
bosschen, die reeds een betrekkelijk geringe oppervlakte
beslaan, ongeveer 500.000 Ha. volgens de statistieken
van 1939 werden dus fel ingedund en vele kale vlek
ken komen reeds voor.
Wij zullen de maatregelen niet onderzoeken die zou
den moeten getroffen worden opdat deze abnormale bij
drage, door onze bosschen op te brengen, niet al te
schadelijk zou zijn en geen blijvende verarming zou
beteekenen voor ons land. Wij zullen alleen wijzen op
het feit dat de door de ontbossching vrij gekomen gron
den, zoo spoedig mogelijk opnieuw In gebruik moeten
genomen worden.
Inderdaad, een ontboschte grond, aan zon en regen
blootgesteld, ondergaat door de uitstraling en de drai-
neeringswateren een substantieel verlies aan humus en
andere voor de vruchtbaarheid onmisbare stoffen die
voor de volgende aanplantingen hoogst noodig zijn.
Men moet dus ofwel opnieuw bebosschen, ofwel deze
gronden, indien de aard en de vochtigheid zulks toe
laten, als bouwland in gebruik nemen.
Een goede herbebossching moet door een min of meer
belangrijke bewerking van den grond, naar gelang deze
zich open of hard voordoet, voorafgega&n worden. De
open plaats in het bosch moet ten nutte gemaakt wor
den om de afwatering te regelen, om verbetering te
brengen in den wegenaanleg, om de stompen te rooien;
deze nebben thans groote waarde. De humuslaag moet
goed bewaard wordenzij zal kunnen actief gemaakt
worden door het toedienen van 1.000 of 2.000 kg. kalk of
■riergel per Ha.; het wellukken van de herbebossching
cal des te beter verzekerd zijn, als men vlugger de
slaiting van het nieuwe bosch zal bekomen.
Een bosch is een levensgemeenschap en geen mono
cultuur van één enkele soort hout. Bij de hoofdsoort
moeten ondergeschikte beplantingen gevoegd worden.
In droge gronden zal best grove den (pinus silvestris)
aangeplant worden en, indien de grondstructuur er zich
toe leent, zal men enkele eikels van inlandschen of
Amerikaanschen eik uitzaaien (100 150 kg. per Ha.).
De elk zal de humusvorming vergemakkelijken, waf het
gansche bosch zal ten goede komen. In natte gronden
plaatst men tusschen de rijen Lariks of Douglas een
rij heesters (els of lijsterbessenstruik, enz.) die de snelle
sluiting van het bosch in de hand zullen werken.
Maar indien deze nieuwe gronden als bouwland kun
nen In gebruik genomen worden, zal men niet aarzelen
in het belang van 's Lands bevoorrading.
Bij grootere oppervlakten zal men nieuwe landbouw
exploitaties in het leven kunnen roepen door de op
richting van hofsteden. Zij die over de geldmiddelen
niet beschikken om een nieuwe hofstede op te richten,
kunnen een leening, tegen lagen rentevoet 2,50 bij de
Nationale Maatschappij voor den Kleinen Landeigen
dom (26, Steenweg op Charleroi, te Brussel) bekomen.
Deze Maatschappij werd in 1935 door de Regeering
opgericht met het doel de binnenlandsche kolonisatie te
bevorderen en de oprichting van nieuwe landbouwex
ploitaties in de hand te werken, alsmede elke verrich
ting te vergemakkelijken die er toe strekt den minbe-
goeden landsman eigenaar te maken van zijn bedrijf.
HET YPERSCHE 14-11-1941
Bij een op 1 Juli 1940 gehouden telling is gebleken
dat op dit oogenblik zich nog een hoeveelheid van 25
miljoen 430.000 kilo ruwe tabak in het land bevonden,
waarvan ongeveer 4 miljoen inlandsche tabak. Daar de
import voortaan was afgesneden werd het verbruik der
beschikbare hoeveelheid door het inmiddels opgerichte
Belgische Ambt van den Tabak gecontingenteerd, opdat
de gansche voorraad niet In korten tijd van de markt
zou verdwijnen. Als basis wordt genomen de hoeveel
heid die door de verschillende fabrieken en firma's in
1939 werden bewerkt. De eerste maanden na den oor
log werd nog normaal doorgewerkt, doch sedert 1 No
vember 1940 reeds moest het toegestane contingent
trapsgewijze verminderd worden. In September 1941
was dit contingent 30 voor sigaren en sigarillos en
75 voor sigaretten, rook-, rol- en snuiftabak.
Tengevolge der omstandigheden werd aanvang 1941
het planten van Inlandschen tabak zeer uitgebreid, zoo-
dat men dit jaar op een oogst zal kunnen rekenen van
6 miljoen kilo, 't is te zeggen, ongeveer drie miljoen kilo
meer dan de vorige jaren.
Sedert 10 November werden de bedragen der over
drachtstaks. welke voorkomen in artikel 31-10, par. 2,
van de algemeene verordening op de met het zegel ge-
b k gestelde taksen, als volgt veranderd
D t van 6 centiem op 7,8 centiem.
Dit van 8.7 centiem op 10,9 centiem.
D:t van 11.3 centiem op 13,9 centiem.
Dit van 14 centiem op 16,9 centiem.
Dit van 24 centiem op 114 centiem.
O
In het Staatsblad van 6 November verscheen een
rondzendbrief van het ministerie van Landbouw en
Voedselvoorziening, waarin o. a. staat
De personen, die zich slechts een gedeelte hebben
kunnen aanschaffen van de hoeveelheid aardappelen,
vermeld op de hun afgeleverde machtiging tot levering
en vervoer, kunnen, tot beloop van de door den pro
ducent niet geleverde hoeveelheid, hetzij eene nieuwe
machtiging tot levering en vervoer bekomen, hetzij
maandelijksche coupons of zegels voor aardappelen.
Te dien einde, moet de burgemeester van de gemeen
te, waar de aardappelen zich bevinden, of zijn afge
vaardigde, de drie exemplaren van de machtiging tot
levering en vervoer wijzigen door daarop, in cijfers en
letters ,de werkelijk geleverde hoeveelheid te vermel
den de wijziging moet daarenboven door dien burge
meester of zijn afgevaardigde worden onderteekend en
gedateerd.
Wanneer het vervoer per spoorweg is geschied, vol
staat het dat de aanvrager bij den gemeentedienst waar
hij is gedomicilieerd, de gebezigde machtiging tot leve
ring en vervoer voorlegt, met daarbij de strooken van
den vrachtbrief. In dit geval, zal deze gemeente den
dienst van de gemeente waar de producent is gedomi
cilieerd verwittigen nopens de wijziging welke dient
aangebracht op de machtiging tot levering en vervoer,
in het bezit van dezen laatste, alsook op de producent
steekkaart.
Op zicht van die documenten, en tot beloop van de
aan belanghebbenden nog verschuldigde hoeveelheden,
zal de gemeentedienst voor ravitailleering en rantsoe
neering overgaan tot de aflevering hetzij van machti
gingen tot levering en vervoer, hetzij van aardappel-
kaartdn met een overeenstemmend getal cpupons,
hetzij van aardappelzegels.
De personen die deze zegels bekomen, mogen, des
noods, voor de loopende maand, worden bevoorraad op
de eventueel In het bezit der kleinhandelaars zijnde
reserve.
Het Ministerie van Landbouw en Bevoorrading deelt
het volgende mede
Laat ons er nog eens aan herinneren, dat de bewa
ring van aardappelen in een frissche, droge, donkere en
vorstvrije plaats moet geschieden. De beste tempera
tuur is die welke zich op gelijke wijze tusschen 5 en 6
graden handhaaft. Een temperatuur boven 8 graden
dient vermeden. Meestendeels worden de aardappelen
bewaard in den kelder.
Men mag de aardappelen niet rechtstreeks met den
grond in aanraking brengen. Men bedekt dezen laatste
vooraf met takken, planken of stroo. De aardappelen
mogen niet hooger dan één meter opgestapeld worden.
Moet men, bij gebrek aan plaats, de aardappelen in
kisten bewaren, dan zorge men er voor dat de bodem
en de wanden lucht doorlaten. De aardappelen moeten
kunnen ademen.
Het is geraden de aardappelen met gebluschte kalk
te bestrooien. Men gebruike ongeveer 1 kgr. per 100 kgr.
aardappelen. De vensters en de openingen van de be
waarplaatsen moeten zoo lang mogelijk open blijven.
Vriest het, dan worden ze gesloten en men bedekt des
noods de hoopen aardappelen met zakken.
De aardappelen schuwen het licht. Aan het daglicht
blootgesteld worden ze groen, verliezen hun smaak en
worden ongeschikt voor het gebruik. Men moet ze dus
in een donkere of alleszins weinig verlichte plaats be
waren.
Na een verblijf van 6 of 7 weken, in den kelder, moet
men ze opnieuw sorteeren om zich er van te vergewis
sen of de bedorven aardappelen de andere niet besmet
ten. De verdachte aardappelen moeten onmiddellijk
verbruikt worden.
Het is ten zeerste geraden de aardappelen voorzichtig
te behandelen, ze niet te werpen of te storten. Door een
te wilde behandeling, worden de aardappelen gekwetst
of geplektDie kneuzingen verzwakken hun weerT
standsvermogen tegen eiekten. Een bedorven aardappel
bederft dien waarmede hij in aanraking is. De rotting
breidt zich uit over den heelen voorraad, met een snel
heid die afhangt van de temperatuur en van den voch
tigheidsgraad van de bewaarplaats.
Om te eindigen, een laatste raadgeving, misschien
wel de belangrijkstedat iedereen er nauwgezet op
wake zijn voorraad niet te verspillen door meer dan
het normaal rantsoen te verbruiken.
Er dient rekening gehouden met het feit, dat de aard
appelen gedurende hun bewaring aan gewicht verlie
zen. Dat iedereen dus zijn dagelijksch rantsoen mete,
rekening houdend met dat verlies aan gewicht, zoodanig
dat hij tot het volgend seizoen op zijn voorraad kunne
leven.
Laten wij zuinig zijnde Winter is lang. Niettegen
staande den schijn, is de Lente het niet minder. Gij
bewijst u dus zelf een grooten dienst door nooit uit het
oog te verliezen, dat gij met uw voorraad tot begin Juli
1942 moet kunnen toekomen.
In het Staatsblad van 7 November verscheen ee» om
zendbrief van het ministerie van Landbouw en Voedsel
voorziening betreffende de vervanging van bedorven
aardappelen
De verbruikers niet-producenten, wier voorraad aard
appelen, wegens verrotting, heelemaal of gedeeltelijk
ongeschikt voor het verbruik zou geworden zijn, mogen
zich uiterlijk tot 16 November, tot den controledienst of
tot den gemeentelijken ravitailleerings- en rantsoemee-
ringsdienst wenden, om een proces-verbaal van bevin
ding te doen opmaken.
Elke aanvraag moet gepaard gaan met een verklaring
opgesteld als volgt
Ik bevestig op mijn eer dat de bedorven aardappe
len, die zich bij mij thuis bevinden, voortkomen van den
voorraad die ik voor mijn huishouden heb gekregen
op 1941, onder overlegging van de mach
tiging tot levering en vervoer Nr afgeleverd door
de gemeente op
Ik machtig hierbij iederen controleur der ravitail-
leering, agent van de gemeentelijke politie, afgevaar
digde van den gemeentelijken ravitailleerings- en rant-
soeneeringsdienst bij mij een huiszoeking te doen, om
tot elke nuttig geachte controol over te gaan.
De aangestelde van den controoldienst moet, bij zijn
onderzoek, niet alleen de hoeveelheid bedorven aard
appelen, maar tevens het bedrag van den overblijven-
den voorraad vaststellen.
Zoodra de belanghebbende het proces-verbaal van
bevinding van den controleur ontvangt, moet hij zich in
verbinding stellen met den Dienst voor voedselafval,
Oudkleerkoopersstraat, 24, te Brussel, of met den door
dit organisme erkenden plaatselijken dienst, die de be
dorven aardappelen zal weghalen en een ontvangstbe
wijs voor de opgeladen hoeveelheid zal afleveren.
Tegen afgifte van bedoeld ontvangstbewijs en van
het proces-verbaal van bevinding van den controleur,
mogen de gemeentebesturen aan de belanghebbenden
aardappelkaarten afleveren, met een overeenkomstig
aantal koepons, ofwel, eventueel, machtigingen tot leve
ring en vervoer voor een gezamenlijke hoeveelheid
aardappelen gelijk aan de helft van degene die verlo
ren ging.
Aan de aanvragen in kwestie mag slechts gevolg wor
den gegeven tot een beloop van 40 t h. van den regle-
mentairen voorraad voor het nog te loopen tijdperk. De
hoeveelheden die geen 15 kilogram bedragen per per
soon deel uitmakend van het gezin worden niet ver
vangen
In geval van afgifte van aardappelkaarten, dienen de
gemeentebesturen de noodige maandelijksche koepons
aan den talon gehecht te laten, te beginnen met den
laatsten in de volgende orde10°, 8*, 6®, enz.
Is de hoeveelheid waarvoor aardappelkaarten worden
gegeven, geen veelvoud van 15, dan wordt deze afge
rond op het hoogere veelvoud van 15, als het overschot
meer dan 7 kilogram of 7 kilogram bedraagt en op het
lagere veelvoud als 't overschot minder dan 7 kg. be
draagt.
Wij lezen hierover in Volk en Bodem
De landbouwers, op wie een beboeting toegepast
wordt wegens onvoldoende leveringen uit den oogst
1940 en die desaangaande ernstige reden hebben om een
verhaal in te dienen, hebben er alle belang bij dit ver
haal uitsluitend in te dienen bij de Scheidsrechterlijke
Commissie van Eersten Aanleg bij de Corporatie,
Nieuwstraat, 50, te Brussel. Deze Commissie is een echte
rechtbank bestaande uit personen, die geenszins afhan
kelijk zijn van de Corporatie. De kantonnale secreta
rissen beschikken over verzoekschriften voor verhaal,
die volgens hun aanduidingen moeten ingevuld worden.
De landbouwers, die reeds een verhaal tegen de ge
troffen beboeting ingediend hebben, zullen binnen kort
een vragenlijst ontvangen die moet ingevuld worden en
teruggezonden aan de Corporatie, aan bovengemeld
adres. Al de voorgelegdè stukken worden nauwkeurig
onderzocht. De Corporatie stelt er inderdaad prijs op,
in dit domein zooals in alle andere, volledige rechtvaar
digheid te doen heerschen jegens iedereen.
Ingevolge het besluit van 30 Juli 1941, waarbij de
Scheidsrechterlijke Commissie opgericht werd, is het
niet toegelaten één verhaal in te dienen voor meerdere
personen of opgesteld in naam van andere personen.
Aldus mogen de burgemeesters of vertrouwensman
nen geen verhalen of klachten indienen in naam van
hun onderhoorigen. Alle dergelijke stukken komen niet
in aanmerking. Alleen die verhalen zijn. geldig die op
gemaakt zijn volgens het model dat in het bezit is van
de kantonnale secretarissen.
Talrijke belanghebbenden beperken er zich toe een
eenvoudig getuigschrift in te zenden. Hier ook verwij
zen wij naar de voorschriften vermeld op de gedrukte
verzoekschriften voor verhaal.
In het Staatsblad van 7 November is een besluit ver
schenen houdende vaststelling van de maximumprijzen
voor het strooi van den oogst 1941 en van de bezoldi
ging der stroohandelaars.
De maximum-verkoopprijzen voor het stroo aan de
producenten te betalen, waar geladen op de diehtstbij-
gelegen verzendingsplaats (per spoor, schip, enz.), zijn
vastgesteld als volgt
Tarwestroo 35 fr.
Roggestroo, gedorscht met de machine35 fr.
Roggestroo, gedorscht met den vlegel 39 fr.
Haverstroo 35 fr.
Gerststroo 35 fr.
Speltstroo 35 fr.
Masteluinstroo 35 fr.
Niet gereinigd graankaf 37 fr.
Levert de producent de waar op een plaats die ver
der gelegen is dan de dichtstbijzijnde verzendingsp'laats,
dan mogen deze prijzen verhoogd worden als volgt
2 frank per 10Ó kgr., wanneer de afstand van de
•hoeve tot de leveringsplaats 2 tot 5 kilometer bedraagt;
50 centiem per 100 kilogram, voor eiken kilometer
boven 5 kilometer.
Levert de producent het stroo in geperste balen van
hooge densiteit, dan is hij er toe gemachtigd den prijs
met maximum 6 frank per 100 kilogram te verhoogen.
De lading wordt gedaan door den handelaar-lader,
die daarvoor, van de in artikel 1 vastgestelde maximum
prijzen, 1 fr. 50 per 100 kgr. mag afrekenen.
De bezoldiging van den handelaar-lader is forfaitair
vastgesteld op maximum 5 frank per 100 kgr.
De bezoldiging van den kleinhandelaar is forfaitair
vastgesteld op maximum 7 frank per 100 kgr.
De bezoldiging van de personen, die optreden tus
schen de handelaars-laders en de handelaars-verdeelers,
komt voor rekening van deze laatsten.
De vervoerkosten, van de verzendingsplaats of van
het magazijn van den handelaar af, kosten voor r.ell-
overdekking inbegrepen, komen voor rekening vaa dea
koepor.