SEPP'L -VOETBAL- 22e Jaar, Nr 31 Prijs 0.75 tr. Vrijdag 21 November 1941 NIEUWS NOTARIEEL - 6. AANKONDIGINGSWEEKBLAD VOOR HET ARRONDISSEMENT VPER Uitgever DUMORTIER. 34, Boterstraat Tel. 500 YPER STAD YPER BEVOORRADINGSDIENST Vervoer van Brandstoffen Zondag 23 November 1941 C. S. YPER B - WHITE STAR A KARAKTERVORMING HET YPERSCHE ABONNEMENTCPRUS Voor Belgiëéén jaar36.00 fr. zes maanden18.00 fr. Men kan inschrijven in alle Belgische Postkantoren TARIEF van AANKONDIGINGEN op aanvraag aan de Drukkerij Dumortier 34, Boterstraat, Yper Tel. 500 - Postch. 46.173 - H. R. Yper 220 i IIHIHIIHWWWWWWW Uitreiking deir Rantsoeneeringszegels De uitreiking der rantsoeneeringszegels voor de pe riode van 3 December 1941 tot en 'met 1 Januari 1942, zal geschieden volgens de nummers der rantsoenee ringskaarten, telkens van 9 tot 12 uur en van 14 tot 16 uur. Dinsdag 25 November voor de rantsoeneeringskaarten genummerd van 688900 tot en met 691500. Woensdag 26 November voor de rantsoeneeringskaarten genummerd van 691501 tot en met 694000. Donderdag 27 November voor de rantsoeneeringskaarten genummerd van 694001 tot en met 696500. Vrijdag 28 November; voor de rantsoeneeringskaarten genummerd van 696501 tot en met 699000. Zaterdag 29 November voor de rantsoeneeringskaarten genummerd van 699001 tot en met 701500. Maandag 1 December voer de rantsoeneeringskaarten genummerd van 701501 tot en met 704000. Dinsdag 2 December voor de rantsoeneeringskaarten genummerd van 704001 tot en met 706500. Alsook voor de rantsoeneeringskaarten genummerd van 814100 tot en met 814500. De personen die hun zegels NIET op den vastgestël- den dag komen afhalen, kunnen deze SLECHTS ont vangen op Woensdag 3 December 1941. N. B. Gelieve bij het afhalen der rantsoeneerings zegels de rantsoenkaarten te RANGSCHIKKEN per NUMMER. OPMERKINGEN 1. Er wordt ter kennis gebracht van het publiek, dat er gedurende de periode vanaf 25 November tot en met 3 December 1941, zijnde de' uitreiking der rantsoe neeringszegels, GEEN zeepkaarten zullen worden afge leverd. 2. De werklieden komende in verlof uit Duitsch- land of Frankrijk kunnen, gedurende bovengenoemde periode, hun rantsoeneeringszegels bekomen tusschen 12 en 13 uur aan loket Nr 1. Zondag 23 November - Maandag 24 November Zondag 30 November 1941 respectievelijk te 15 uur, te 19 uur en te 15 uur stipt. PRACHTIGE OPVOERING VAN De fijne operette van Hullebroeck, De Vriendt en Lambrechts. 3 Bedrijven met groot orkest, gemengd koor en balletten. 75 uitvoerders De prijzen der plaatsen werden vastgesteld op 15 12 8 en 5 FRANK Dus naar ieders beurs Inlichtingen over aankoop en bespreking der plaatsen op de volgende bladzijde. Iedere aanvraag voor Brandstoffenvervoer, uit te voeren buiten de schikkingen voorzien bij de van kracht zijnde Besluiten (bijvoorbeeld brandstoffenver voer bij verhuizing) moet aan het Arrondissements secretariaat van de Bedrijfsgroepeering Kolenkleinhan. del geadresseerd worden, dat een akkoord zal aangaan voor de noodige machtigingen, met het Ministerie van Economische Zaken, Dienst voor Controle en Onderzoek. MEDEDEELING De Bureelen der Bedrijfsgroepeermg Kolenkleinhan- del, Arrondissement leper, Eiverdinghestraat, 9, te leper, zullen voortaan voor het publiek open zijn, den Dinsdag en Donderdag van iedere week, van 9 tot 12 uur en van 14 tot 17 uur, en 's Zaterdags, van 9 tot 12 u. 30. Slechts personen van een ultnoodiging voorzien, zul len op andere dagen of uren toegelaten warden K B V B. 1941-1942 op het Ypersch Stadium, Augustijnenstraat OM 14.30 UUR Infaomprijs1 fr. 50 Tribuneopleg 1 fr. Volgens de beginselen der zielkunde ontstaat het willen uit het begeeren, indien dit onder steund wordt door voldoende hulpvoorstellingen. Voordat ons begeeren een willen wordt, den ken wij na of wij kunnen. Wie niet kan, of zich voorstelt, dat hij niet kan, die wil niet. Verstandig kan alleen dit willen zijn, indien het bestuurd wordt door een juist oordeel over de middelen. Vrij willen is niet alles kunnen willen, het goede zoowel als het kwade, maar willen vol gens aangenomen zedelijke beginselen. Beginsellooze menschen handelen nu eens goed. dan weer slecht, al naar de omstandigheden er aanleiding toe geven. Zij spreken de waarheid, als zij er voordeel bij verwachten, maar liegen, wanneer de waarheid hun nadeel zou kunnen berokkenen. Wie konsekwent wil, toont karakterwiens willen veranderlijk is, toont zich karakterloos. Karakter is dus de bestendigheid van het wil len, hetzij goed of kwaad, ten gevolge van aan genomen beginselen. Een volkomen zedelijk karakter heeft iemand, die altijd naar zedelijke beginselen wil en han delt. Zulk een volmaakt karakter is een ideaal, dat slechs uitzonderlijk bereikt wordt, laat ons zeg gen nooit. De vorming van het zedelijk karakter is noch tans het doel der opvoeding. Willen wij ons karakter vormen, moeten wij beginnen met onszelf te kennen. Maar hoe ken nen wij onszelf? Wij kennen niéts tenzij door vergelijking. Wij bepalen de waarde van een persoon door zijn persoonlijke eigenschappen van lichaam en geest, die wij met die van anderen vergelijken. Dit passen wij ook op „onszelf toe, maar hier dreigt het gevaar van groote zelfmisleiding. Ja renlang kunnen wij ons wijs maken, dat het met ons beter staat dan het werkelijk het geval is. Op zekeren dag ontmoeten wij echter een per soon, die de geheimzinnige kracht van een per soonlijk leven uitstraalt. Wonderlijk is de macht van zelfopenbaring, die aldus door een ander mensch tot ons kan komen. In deszelfs volmaakt heid zien wij onze eigen onvolmaaktheden en in deszelfs welslagen onze eigen mislukkingen. Dan zien we eerst, wat we zijn en wat we hadden kun_ nen zijn. In zijn licht zien wij ons licht. Na een ernstig zelfonderzoek ontdekken wij dan een nieuw na te streven ideaal, dat natuur lijk het hoogste ideaal is, dat wij uitdenken kun nen. Een lager ideaal zou ons slechts verder mis leiden. Kunnen wij dit ideaal bereiken Op het gebied van ons kunnen, ligt voor ons een onontdekte wereld. Veel is er, dat men doen en laten kan, ofschoon men dit zelf niet weet. In elk geval kan men meer doen dan men tot hiertoe gedaan heeft. Alle hinderpalen kunnen bovendien veranderd worden in hefboomen van geluk en alle tegen werking kan in medewerking herschapen worden. Wel hem, die 't uit den diepsten grond Zijns harten losweg peinzend, En voor geen onspoed deinzend, Het kloeke woord heeft in den mond 'k Zal mij geen uitvlucht gunnen, Ik doe mijn lastig werk terstond... 'k Moet kunnen Als het niet kan, dan kan het niet, Is slechts de leus van tragen, Die lui, lamlendig klagen En moeiten vreezen in 't verschiet. Wie zoekt een last te tillen, Te slagen op zijn werkgebied, Moet willen Bij een gematigd zelfvertrouwen, gesteund op eigen kracht, zonder zelfoverschatting, dient IHebt ge al iets gedaan voor Winterhulp Neen Doe dan iets nukoop een kaart voor Sepp'I. men te weten, dat ieder de maker is van zijn lot en dat het toeval niet bestaat, waar er gestreefd wordt naar succes. Het spreekwoordwie wel doet, wel ontmoetwordt steeds bewaarheid en iedere rechtvaardige zaak wint. Om zijn wil te doen besturen door een beginsel is dan geestkracht en opofferingsgeest noodig. Zonder geestkracht vormt men geen karakter, maar geestkracht zonder karakter is gevaarlijk. En wie geestkracht heeft, bezit nog geen karak ter. Slechts door oefening, door het herhaaldelijk probeeren van wat moeilijk valt en de herhaalde krachtinspanning naar een bepaald doel, verkrij gen wij energie, die des te grooter moet zijn naarmate wij kracht om vol te houden noodig hebben. Opofferingsgeest moet hier aan een volkomen harmonische ontwikkeling paren ons leven weze matig in voedsel en rust en genotmiddelen zoo veel mogelijk vermeden. Die opofferingsgeest openbare zich in werkzaamheid en lijdzaamheid. Wie niet werkt en lijdt kan zijn karakter niet vormen. Wie in het bosch wil komen, moet het kreupelhout door De steilte van den arbeid af, Het water van het lijden, door, Een andre weg is er niet!... De karaktervormer ziet er misschien velen aan zijn zijde, die zich minder moeite geven dan hij, die feesten, slapen of rust pemen, wanneer hij aan den arbeid is. Gedurende al dien tijd lijdt hij, maar ondertusschen vormt hij een krach tige persoonlijkheid, dié hem bestand maakt tegen den tegenspoed en hem staande houdt, wanneer zijn tegenstrevers reeds lang gevallen zijn. Dit alles dankt hij aan het levensbeginsel, dat hij aanvankelijk koos. Het gold voor hem als de zelfopgelegde plicht om voor het leven te blijven Aan de keuze van dat beginsel heeft hij al zijn aandacht gewijd en zijn leven lang blijft hij het getrouw. Zijn ver stand en de lessen der ervaring leiden hem bij deszelfs toepassing en zelfs voor de minste bij zonderheden wijkt hij niet terug, tenzij hij be merkt dat hij in een dwaalspoor verdwaald ge raakte. Dat levensbeginsel is de omschrijving van zijn levensprogramma, dat volgens zijn krachten werd opgemaakt, hem leidt en ondersteunt. Dat levensprogramma is bnontbeerlijk voor eenieder van ons. Het zou misdadig zijn er maar op los te leven, zonder doel en toevalligerwijs. Wij zouden onze beste gaven verspillen en ten slotte de verveling ten prijs, ons verderf te ge- moet loopen. Een goed levensprogramma regelt onze werk zaamheden tot in de vereischte details, zoowel rust. als werkuren, want niets is den mensch zoo nadeelig als de onzekerheid van den wil. Bepaal dus het uur van opstaan en slapengaan. Hangt het van u af, doe dan op de eerste plaats wat dringend is en wat gij slechts met afkeer doet. Stel niet uit tot morgen, wat gij heden doen kuntweze steeds de leus. Zoo staalt zich het karakter en verkrijgt men goede gewoonten, die een tweede natuur vormen. Ze zijn nu juist geen noodzakelijk bestanddeel van een goed karakter, maar ze zijn een goed middel om karaktervorming. Onverpoosd roeie men alle slechte gewoonten uit, hetzij ze rechtstreeks de organen betreffen, zooals zinnelijkheid en gulzigheid of verband houden met de zeden- en plichtenleer, zooals lichtzinnigheid, jaloerschheid, gramschap, vrees, enz. De heerschende drift moet vooral in be dwang gehouden worden en bevochten door de tegenovergestelde deugd. Dit alles dient met zorg aangestipt doch zoo, dat men het getal zijner goede voornemens niet overdrijftwij ontwor-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1941 | | pagina 1