Eerst zaaien, dan maaien Hef plan van Yper lieu de Cresussen, aan wie. een vijf jarige Piuhelmische bezetting misschien wel eenige honderden franken ontnam, maar in vergelding vele duizende inarken bezorgde, die naderhand tóch goedzakkig in franken werden omgezet in de vooróórlogsche verhouding van honderd vijf en twintig franken per honderd mark. Hoe geniaal, finantieel', kolossaal (lij zoudt denken dat ik gekscheer 0 heen ik ben integendeel zeer ernstig en wil hoege naamd niet een sekonde uw onuitputtelijk ver trouwen in uwe gezaghebbenden aan 't wan kelen brengen. Twijfel ei' maar niet aan men meent het ginder van hoogerhand heel goed met U, al vraagt uien er wat veel van uw geduld Maar wij ook. wij meenen het goed met U En Het Ypersche in bewondering voor uw geduldige kalmte, roept u vriendelijk toe: komt allen tot mij, gij gekrenkten in uwe rech ten en ik zal u licht en vertroosting verschaf fen. 1 Ik zal uw geleiden tol de hooge ooines die U uw haardstede, uw veld, uw paard of schaap moeten terug geven. Ik zal bij die hoögmogenden uwe billijke eischeu steunen. Al ben ik maar jong, ik heb beschermers, die vee'l meer weten dan ik zelf maar die mij en U welwillend met raad en daad willen ter zijde staan in de benarde (om standigheden die (lij le doorworstelen hebt (ieteistei'den vari Yper en 't arrondissement, schaart l allen als één man rond de Ypersche Clubs, waar zij ook gevestigd mogen wezen. Schaart 1 rond Het Ypersche (leeft het de eereplaats in uw huis of barak Hel zal de vuurbaken wezen die t vóórlichten zal Het is en wil steeds blijven uw trouwste makker Het Ypersche weze uw aller stem die luid 'en forsch het land door weergaime (leef ons onze steden èii dorpen weer schoon als ze wa ren en hare omgeving weelderig en v rucht baar als voorheen of zoo niet 1 )e Ypersche Klub. gevestigd Ie Poperhtghe, met het doel de algemeene belangen van t ar rondissement Yper en dezer inwoners Ie ver dedigen, had reeds in hare eerste vergadering de 'belangrijkheid erkend van een speciaal weekblad lol.'hare'beschikking Ie hebben. (lp 'i Congres gehouden te Yper op Maart 1.1. werd nogmaals gewezen óp de noodzake lijkheid der stichting van ecu dergelijk blad dil voorstel vond een algemeenen bijval. En inderdaad, in vele dagbladen vinden wij om zoo te zeggen dagelijks artikelen over 1 per. Het meeste deel, om niet te zeggen ai' deze artikelen, zijn in strijd met onze bedoeling' i en dus ook niet de belangen der steek en die nen dus bestreden te worden. Wat wij willen YV ij willen meester zijn en blijven over 't geen ons toebehoort wij willen onze lieve steden en dorpen zien herle ven zooals wij ze steeds gekend en lief gehad hebben wij willen ze in den kortst mogelij - ken tijd terugzien zooals ze vroeger waren En daarom is h,ei dat onze gemeenteraadsheer- ren hier het hooge woord moeten voeren dat de stem der Yperlingen en bewoners van t ar rondissement moet gehoord worden en dat geen wie of wat hij ook moge zijn. hier den haas kome spelen en alles inrichten en oprichten volgens' zijne grillen en voor ons zoo vreemde opvattingen. ,1a, onze stem moet gehoord worden, en ze moet boven alle andere klinken, en dal niet alleen in onze vergaderingen, maar in t pu bliek en daarom is het 'stichten van ons blad noodzakelijk, ja. onontbeerlijk. Ons blad zal ook eene soort van vrije tribuun zijn, waar iedereen zijne denkwijze zal mogen kenbaar maken en verdedigen, voor zooveel deze ziens- en denkwijze binnen de palen van ons beperkt programma valt. Uil wil zeggen dat wij bereid zijn alle gegronde klachten" en grieven te ondersteunen en zoo mogelijk recht te doen wedervaren. Daarom ook moeten alle weldenkende Yperlingen en pmslreken zich bij ons aansluiten, en zich aan'ons blad «Het Ypersche» abonneeren dit blad onder vrienden en bekenden verspreiden en aanbe velen. Er dient propaganda gemaakt le wor den. en iedereen is daartoe in staat, zoo hij maar wil. Onze vaderlandsche spreukEen dracht maakt macht vindt hier immers ook hare heleekenis. Reecis veel hebben wij in deze laatste dagen gewonnen hij de hoogere overheid, maar er dient nog en voortdurend gewerkt le worden om het einddoel te bereiken. Wij moeten strij den, onverpoosd, en dat wij den goeden.recht vaardigen strijd voeren, zulks moet ons den noodigen moed en de volharding geven. Het Ypersche zou zich gelukkig achIen in elke 'gemeente eau 'l arrondissement een correspondent te ontmoeten die zich yelasl ons op de hoopte te houden run cd wat aldaar belangrijks zou roor- v allen. Op mannen ran goeden teil. wij rekenen op it. Zich te leenden lol de Redactie. Les écumeurs des ruiriies d'Ypres L'ouragan de l'er et do feu est passé; et, de la cite entiére. il ne reste plus qu'un ainas de ruines fouiilées journellemeiit jusqne dans leurs entrail- les par des cherchèurs de souvenirs qui. sans scrupule, ernportant cc qu élles recèienl encore de sacré pour leurs legitimes propriétaires, consorft- metit. par leur vandalisme, des pertes dé ja irrép'a- rables. En vain. Ie sacrifice de ces millirrs de héros qui les ont arrosées de leur sang; les profiteurs l'ignorent, mème. si une gonttc non dcsséchée vienl leur rougir les cloigts trop longs. One leur importe la profanation de ces ruines sacrées, pourvii qu'ils pnissent profiler et comment—du fruit de leur vol. Kt Ces voleurs, dont les consciences perverses el muettes aiirnient dó êi're épprëes par les exem- ]des d'liéroïsme évoqués par ces lieux nièines. sont légion. L'ahsence forcée des jnnpfiélaires. el l'insuffi- sance notoire des forces de police qui doivent veiller a faire respecter le bien d'autrui, leur (tonnen! toutes les'occasions, de jour et de nuit. pour pro céder impuncmenl a leurs rapines. Ne devrait-oiv pas surveiiler de prés, tons ces nivéleurs ét rangiers quP. indifférents au sorl des habitants de nut re viIle, ne sont attirés dans ups remparts que par les gros safaires qu'ilsescoinp- tent arrohdir par des trouvailles qu'ils déroberont facilemenl aux veux des surveillants des travaux. Pourrait-ou croire que tons ceux qui font de la récupé ration pour la Franco-Beige, peuvent tou- jours discerne-r, ce qu'ils p'güveut prendre el ce qu'ils doivenf laisser, saus risquer de se Ironipcr a leur avanlage. Songe-t-on ii s'assurer de l'tclentifé d" tons ceux qui rödent dans nos ruines dans un lint autre que de rendre hommage ii tons ceux qui soul tombés pour la defense de notre ville. Une surveillance élroite et de tons les instants s'impose; que ceux qui doivent l'organiser prennent les aides iudis- pensahles et les mésures nécessaires, sin'on nos concitnyens ruines. qui se voient dépouiller encore de ce qui leur reste. pourraient bien un jour. leur en faire le repïoche. Als voorbeeld van heigeen men bekomen kan indien men zich te.samen schaad en krachtdadig, zonder aarzelen handelen wil, laai ons een woord zeggen over liet plan van Yp.e'r. Sedert moer dan een jaar was er spraak van de geheimvolle hislorie van dit ongelukkig plan. Het was een waar komediespel geko men Intusschentijd waren de ongelukkige Yperlingen in de onmogelijkheid gesteld van hunne huizen te herhouwen, zelf van voorloo- pige barakken te stichten. Hoeveel werd er daarover niét gesproken, geklaagd, gemord, gewanh'oopd Welnu het Emigres van de Yperlingen. hij- eengeroepen le Yper door de Ypersche (Hubs van Pqperingfie, Brugge, Oostende en Brussel, op Zondag 7 Maart laatst, besloot een delegatie te zenden rechtstreeks tot den Koning. Een Koninklijk gehoor werd gevraagd en bekomen, i'ien Yperlingen wendden zich er naartoe als afgevaardigde van hunne stadsgenooten. Het gehoor nam plaats den 'HO Maart. Er wierd een (uir.laug, in tegenwoordigheid um den Koning, mei den Minister geredetwist. En drié dagen nadien kwamen de plans de stad in. grootendeels goedgekeurd In 3 weken, hadden de Yperlingen gewon nen hetgeen de (gemeentelijke overheden nog niet hadden kunnen bekomen in meer dan een jaar tijds Dat blijve in ons geheugen Wij wilden wat was recht en wonnen wat wij wilden. In het toekomende zal hel nog zoo zijn. Hel zal waarschijnlijk onze lezers aange naam zijn. den tekst hier onder opgen te heli- ben van het smeekschrift dat die Delegatie van de Yperlingen aan Zijne Majesteit afgege ven heeft. Tekst van het aanzoekschrift aan den Koning afgelezen door* de deEegatie van de Ypersche Giubs. Aan Z. M. den Koning der Heigen. Sire, Onze 1 persche Clubs, in verschillende steden van I land gesticht, tellen onder hunne loden honderde huisgezinnen, die na 5 jaren balling schap terüg gekeerd zijn en die tol. heden ï'uClitèlüos wachten dal de toelating hun gege- \eu zij om in hunne stad weer te keeren en er ut.une vermeide woningen te herbouwen. Tij den. het congres, door deze Clubs gehouden le Yper oji 7 Maart l'.l., kwamen verscheidene lucidciue Yperlingen.die in de stad voprloupig barakenienten opgericht hebben, hunne klach ten hij de onze wiegen. I Is dus namens al de klassen van de Yper sche bevolking dat wij onzen toevlucht komen nemen tot l we welwillende iussehenkomst. W ij hebben alles verloren, volstrekt alles, en onze ten onder gebrachte familiën zijn ver spreid en afgezonderd in vreemde streken, (iccne. bevolking heeft geledoa, gelijk de onze. Indien 8 milJioen Belgen hunne haardstede, hunne vrijheid en alles wal het leven aange naam maakt bewaard hebben. 1 is wel aan. ons heldhaftig leger door l aangevoerd! dat zi j zulks verschuldigd, zijn, maar 'I is ook ten p.rijze der vernieling van gansch den omtrek van 1 per. Y\ ij hebben verdiend ddt België op zijne beurt zorgvuldig rekening boude van onze noodwendigheden en van onze gevoelens. I is daarom. Sire, dat wij 1 heden een drin gend aanzoek komen doen. Sinds meer dan een jaar belet men ons onze fwiniugen te herbouwen omdat een groep schooiiheidsgezinden cle stad Yper niet wil la- t,en heroprichten zooals ze vóór Uen oorlog was! Zonder zich te bekommeren met onzen toe stand [Rich met onze gevoelens, willen zij liet midden der stad iu een uitgestrekt doodenveld herschapen om er aldus een mijmferingsge- bied zooals zij zulks noemen, van te maken. Wij. Y perlingen. wij komen. Sire, ons daar tegen krachtdadig verzetten en voegen onze stemmen bij deze "van onze magistraten op- dal het grondplan Onzer raadsheeren goedge keurd worde en geen ander. Wij willen dat onze stad blijv.e zooals zij sedert haar bestaan geweest is, met hare stra ten en haar uiterlijk van eertijds. De pmnhno- pen onzer groote praalgeliuuvvenj zullen wij eerbiedigen, want onze kleinkinderen zullen daaromtrent, in latere tijden, de nood'ige be slissingen le nemen hebben. Maar ondertus- schen willen wij onze woonsteden heropbou wen daar waar zij stonden, waar onze ouders en wij zelf geboren werden, waar wij groot geworden zijn en waar wij de genoegens en. de smarten des levens gekend hebben. Y per is 't Vaderland der Yperlingen zoowel als België ons aller Vaderland is. Het staat aan geen vreemdeling de oude bewoners er uit te verjagen onder voorwendsel er iets kunstigs van te maken. Het schoonheidsgevoel mag wel nageleefd worden maar nooit wanneer het moet geschieden ten koste van den ondergang

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1920 | | pagina 2