HET YPERSCHE LA REGION D'YPRES Bijvoegsel Supplement fran de ^emeeniekiezers ï\u$ Électeurs Communal^ i« Jaargang, Nr 52. - 16 APRIL 1921 1re Année, Nü 52. - 16 AVRIL 1921 3-== der Stad Yper =-t HEEREN en damen, De kiezing om den gemeenteraad te vernieuwen was gesteld op Zondag, 24 April. Maar omdat er maar eene regelmatige lijst voorgesteld werdt, zijn de ondergeteekende gekozen. De twee groote partijen die, sedert lange jaren, de verovering van 't stadhuis betwistten, waren dus overeengekomen om eene lijst van eendracht op te stellen en U de diensten hunner kandidaten aan te bieden. Eene plaats van schepen is aan een der liberale gekozenen toegekend. Zonder van onze godsdienstige of wijsgeerige grondbeginsels af te zien, hebben wij een gemeen zaam programma aangenomen, dat eerst en vooral den Heropbouw beoogt van onze geliefde stad, zoo deerlijk door de duitsche barbaren vernield. Men heeft den wederopbouw van onze 4600 woningen aangevangen dit werk moet krachtda dig voortgezet worden, binst de zes jaren dat het mandaat zal duren, welke gij hebt gelieven ons toe te vertrouwen. Onze landerijen en hoeven moeten ook teene- maal hersteld worden in't belang van den landbouw, een onzer meeste behoeften. Yper is het middenpunt eener rijke landelijke streek het belang van stad en dit der streek zijn onafscheidelijk van elkander. Handel en nijverheid vermogen maar te her bloeien, dan door het herinrichten onzer verkeer- wegen, te lande en te water. r Beide hoeven beschermd te worden door alle middels te onzer beschikking. Ter zelvertijde als onze woningen, willen wij onze praalgebouwen, groote en kleine, zien her rijzen, ten einde aan de stad hare geschiedenis, haar uitzicht en hare ziel van vroeger dagen weer te geven. Ten dien einde zal men de studie dienen'voort te zetten van het grootsch ontwerp van leening met loten, tegen 5 tot 6 per honderd, wier interesten en jaarkortingen in 90 jaren, de Staat zou waarborgen en in zijne jaarlijksche begrooting inschrijven. Daar is, volgens den bevoegden Minister, en ons inziens, de eenigste middel om het Yper van vroeger te doen herleven. De'opbrengst der leening zou aangewend worden om ons rijk gemeentelijk domein te herstellen onze Hallen, eenig in haar soort van gansch de wereld, onze parochiekerken en bijzonderlijk onze heerlijke Kathedraal, onze scholen en andere stads- gebouwen en ook onze oude gevels. Die leening zou tevens toelaten de kosten te be talen der onteigeningen, welke de Staat ons oplegt, ten einde de gezondheid of het gemak van verkeer te bevoordeeligen, en die de stad tot heden toe bedreigd is te moeten afdragen. Het hoeft niet gezegd te worden dat de nood wendigheden van den werkman en van den behoef tige steeds het voorwerp zullen uitmaken van onze gestadige bezorgdheid, zonder die der bazen, van den middenstand, en bijzonderlijk der kleine bur gerij te vergeten, die even zooveel, zoo niet meer 'ijdt dan de werkersstand. Vol eerbied voor de wetten en de rechten van eenieder, zijn wij besloten, naar haar letter en in aar §eest, met de beste goede wil, de bepalingen toe te passen betrekkelijk het gebruik der talen, in bestuurlijk opzicht. Wij vervullen een plicht van liefde jegens de ~°ngelukkige slachtoffers der beschieting der stad, en van dankbaarheid jegens onze dappere Ypersche Strijders, op 't eereveld gevallen, met te hunner nagedachtenis een gedenkstuk op te richten, .weer- dig van hunnen heldenmoed. Wij zullen ook aan een innig gevoelen van ons hert beantwoorden met onze Oud-Strijders, welkede dood gelukkiglijk gespaard heeft, te verheerlijken. Zulkdanig zijn de hoofdpunten van ons pro gramma. Zoo zij uwe goedkeuring verkrijgen, zult gij öns vertrouwen schenken. Wij zullen de hoop koesteren dat er eendracht zal blijven ontstaan tusschen Yperlingen, die allen beslist zijn mede te helpen om den wederopbouw en de heropbeuring van onze schoone en oude Stad, die door haar lang lijden en haar krachtige wil tot het leven te herrij zen, een der roemrijkste van gansch de wereld is geworden. In die hoop bidden wij U, Heeren en Damen, de uitdrukking te willen aan veerden onzer volstrekte genegenheid. Yper, den 10 April 1921. De gekozenen R. Colaert, H. Sobry, M. Reynaert, Ch. D'Huvet- tere, L. Van Alleynnes, R. Bouquet, A. Van Nieu wen hove, J. Vander Mersch, A. Donck, H. Iweins d'Eeckhoutte, C. Lemahieu, R. Glorie, G. Delahaye, R. Declercq, H. Delhem. de la Ville d'Ypres MESSIEURS, MESDAMES, L'élection pour le renouvellement du Conseil Communal était fixée au Dimanche, 24 Avril. Elle n'aura pas lieu, une seule liste ayant été régulière- ment présentée. Les deux grands partis qui disputaient, depuis de longues années, la conquête de l'Hötel de Ville, s'étaient done entendus pour former une listed'union et vous offrir les services de leurs candidats. Un mandat d'échevin est réservé a un élu du parti libéral. Sans abdiquer aucun de nos principes religieux ou philosophiques, nous avons adopté un pro gramme commun, qui sera avant tout le reïève- ment de notre chère cité, si cruellement dé- vastée par la barbarie teutonne. La reconstruction de nos 4600 demeures est com- mencée elle doit être poursuivie activement au cours des six années que durera le mandat que vous voulez bien nous confier. Nos terres et nos fermes aussi doivent être res- taurées entièrement, pour favoriserl'agriculturequi est un de nos plus grands besoins. Ypres étant le centre d'une richecontrée agricole, l'intérêt de la ville etde sa région sont inséparables. Le commerce et l'industrie ne peuvent renaitre que grace au rétablissement de nos voies de com munication par terre et par eau. L'un et l'autre doivent être protégés par tous les moyens dont nous pouvons disposer. En même temps que nos demeures, nous voulons voir renaitre nos monuments, principaux et secon- daires, afin de rendre a la ville son histoire, son aspect et son Ame d'autrefois. Pour atteindre ce but, il faudra continuer l'étude d'ün vaste projet d'emprunt a lots, dont les intéréts de 5 a 6 et l'amortissement en 90 années, se- raient garantis par l'État et inscrits a son budget annuel. C'est a nos yeux, comme aux yeux du Ministre compétent, le seul moyen de refaire un Ypres digne de l'ancien. L'emprunt servirait a reconstruire notre riche domaine communalnos Halles uniques au monde, nos églises paroissiales et surtout notre superbe Cathédrale, nos écoles et autres édifices commu- naux, et nos facades anciennes. II permettrait aussi de payer les frais des expro priations, qui nous sont imposées par l'État en vue de l'hygiène et de la facilité de la circulation, et dont jusqu'ici la ville est menacée de devoir subir la charge. II va sans dire que les besoins de l'ouvrier et de l'indigent seront l'objet de nos constantes preoccu pations, sans oublier ceux des patrons, des classes moyennes et surtout de la petite bourgeoisie qui souffre autant, si non davantage, que la classe ouvrière. Respectueux des lois et des droits de tous, nous entendons appliquer, dans leur texte et dans leur esprit avec le maximum de bonne volonté, les dispositions relatives a I'emploi des langues en matière administrative. Nous obéissons a un devoir de piété envers les malheureuses victimes du bombardement de la ville, et de reconnaissance a l'égard de nos braves combattants Yprois tombés au champ d'honneur, en érigeant a leur mémoire un monument digne de leur héroïsme. Nous répondrons aussi a un besoin de nos cceurs reconnaissants en glorifiant nos anciens combat tants, que Ia mort a heureusement épargnés. Tels sont les points principaux de notre pro gramme. Nous sommes convaincus qu'ils répon- dent k votre légitime attente et nous osons espérer que l'union continuera d'exister entre Yprois, tous décidés a coopérer a la resurrection et au relève- ment de notre belle cité, devenue une des plus illus- tres du monde par son long martyre et par sa volonté arrêtée de renaitre a la vie. C'est dans eet espoir que nous, vous prions, Messieurs et Mesdames, d'agréer I'assurance de notre absolu dévouement Ypres, le 10 Avril 1921. Les élus R. Colaert, H. Sobry, M. Reynaert, Ch. D'Huvet- tere, L. Van Alleynnes, R. Bouquet, A. Van Nieu- wenhove, Vander Mersch, A. Donck, H. Iweins d'Eeckhoutte, C. Lemahieu, R. Glorie,, G. Delahaye R. Declercq, H. Delhem. YPER Betooging ter eere van den Heer ARTHUR STOFFEL Op 5 Mei t. k. (O. H. Hemelvaart) zal Yper in feest zijn. Een comiteit werd er ingericht en zal eene betooging op touw zetten op dewelke de reeds teruggekeerde Yperlingen en deze welke nog binnen en buiten het land vertoeven hunne erkentelijkheid zullen bewijzen aan hunnen dapperen medeburger, den heer Arthur Stoffel. Wanneer, in November 1914, M. Stoffel besloot, aan het hoofd van een voorloopig bestuur, samen gesteld uit gewone burgers, de belangen der in woners in hand te nemen, was de stad Yper niet alleenlijk dagelijksch door de Duitsche artillerie beschoten, vooral met brandstichtende bommen die op elk oogenblik aan de vier hoeken der stede vuur staken, maar sedert verschillige dagen ontbrak de levensvoorraad geweldig, de inwoners waren zon der brood, zonder vleesch en elke bevoorrading scheen onmogelijk. Met eene gestadige koelbloedigheid, een voor- beeldigen burgermoed wist M. Stoffel aan al die vreeselijke moeilijkheden het hoofd te bieden. Hij wist de orde te handhaven in de beschoten en ver brande stede, den moed der bevolking te onder steunen, haar dringendste behoeften te lenigen, haar heul en allerhande hulp te verschaffen. Op 5 Mei 1915 moesten M. Stpffel en zijn comi teit, na zes maanden strijd, opoffering en ontbe ringen, aan de 4.000 overblijvende inwoners het bevel van ontruiming melden, gegeven door de

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1921 | | pagina 3