HET YPERSCHE
LA RÊGION D'YPRES
E Bijvoegde!
Supplément
2e Jaargang, Nr 12. - 9 JULI 1921
2 Année, N 12. 9 JUiLLET 1921
LeS Journalistes Anglais a Ypres
En fin de leur tour de Belgique, nos confrères
vinrenta Ypres, le 4 juillet, a midi tapant. Les
presentations eurent lieu au tribunal des dommages
de guerre On salua et resaiua on fit des salama-
lecs qu'on entrecoupa de vigoureux shake-hand.
petjt succès de curiosité pour 4e ministre des
Affaires Économiques et grand succès de curiosité
pour miss StruttCavell, cousine de la célèbre nurse
On se tassa on se groupa et en route pour les
Halles et la Cathédrale, oü ministre, bourgmestre,
tiaut-commissaire, expliquèrent ce qu'il fallait. Au
tombeau de Jansénius, un néo-zélaridais demanda
si c'étaitunamiral qui reposaitsous lacélèbrédalle.
Non, reprit le bourgmestre, c'est un évêque
et le maïeur de dire qui était Jansénius et quelle
était son ceuvre. Tout cela, compend'ieuSement,
bien entendu.
Après cela, comme la caravane avait cent kilo-
mètres dans les jantes de ses automobiles, on fut
déjeuner a Excelsior La table d'honneur réunit
le ministre qui était fort en verve. Monsieur Colaert
qui avait apporté du sel attique, Monsieur Moreau
qui semblait goguenard et Monsieur Esquelin qui
paraissait narquo.is et le haut commissaire royal de
Bruges, qui comme d'habitude, portait beau son
torse de grenadier....
Monsieur Esquelin semblait narqüois, dis-je,
paree qu'en regardant le menu il y voyait un plat
appelé «Barquette des Alliés et qu'il se deman-
dait si cette barquette n'était pas un bateau...
...Monsieur Moreau paraissait goguenard, paree
qu'il se demandait'intérieurement, si le peu d'or
que le Gouvernement avait encore dans sa caisse
n'avait pas passé dans les lithographies vermeilles
jjjdu programme des réjouissances gastronomiques...
Plus loin, alatablequi faisaitle troncduTmajus
cule, voisinait Monsieur Robert Ciinckemaille avec
l'le Docteur Maxwell, conseiller au ministère de
l'hygiène et qui assuraitdpctoralernent We
are to morrow what we putto day in our stomach...
I y avait aussi M. Arthur Butaye, toujoürs prêt a
défendre les intéréts des slnistrés prés du ministre
etailleurs. II y avaitencorele célèbre.Clive Holland,
auteur du livre A travers la Belgique avec un
camarade. II y avait encore, Monsieur Edgard
Delbröuck. secrétaire du Haut Commissaire Royal
d'Ypres, et Monsieur l'architecte Coomans un des
'reconstructeurs de Ia cité... II y avait encore...
maisje dois m'arrêter dans cette nomenclature faite
au courant de la plume.
On mangea bien, même trés bien... on eu fort
peu a bqire.paree qu'assurait ma voisineDans
le désert du pays dévasté, il faut la sobriété du
Chameau. Monsieur Joset, directeur du service
la Presse au Ministère des Chemins de Fer,
approuva fort ces sages paroles.
A l'heure du .fruit, on toasta et on retóasta le
ministre en anglais, le bourgmestre en francais,
ajinoncant qu'il demanderait le concours de la presse
britannique pourplacerles titresde l'emprunt que Ia
ville compte émettre.Un journaliste Anglais nous
c°ngratula dans sa langue nationale. On cria Old
England for everYpres for ever
Ensuite on alluma le cigare de l'amitié et on prit
'e café de I'entente cordiale. On attendit le départ
du ministre pour servir une larme de fine cham
pagne et Monsieur Joset, directeur du service de
'a Pfesse au Ministère des Chemins de Fer, ap-
Prouva, une fois encore, cette manière de faire
P'cine de tact et d'opportunité... Et puis, pilotée
Par Monsieur le Haut Commissaire Degroote, la
Paravane fila au travers du secteur Poelcapelle-
'xmude-Furnes vers la reine de nos plages.
M. R.
Rechtbank
doo'' Besluit is het ontslag gegeven
^or Af £)e Tavemier, notaris te Poelcapelle, van
ambt van ondervoorzitter bij onze rechtbank
P°r oorlogsschade aanveerd.
De landbouw op het Congres
der Geteisterden te Wervick
Het verslag over den landbouwtoestand in de
verwoeste gewesten werd voorgedragen door den
heer Hubert Van Elslande van Wervick die zich
volgenderwijze uitdrukt
Mijne" Floeren,
In eene vergadering Maandag laatst ge-
houden door de landbouwers dér -streek,
werd ik door hen afgevaardigd om U hunne
grieven bloot te leggen.
Hun eerste klacht betreft de vertraging
gebracht aan de uitbetaling der hun verschul
digde sommen voor het herstellen van gron
den zonder kontract. Van de eerste dagen van
ipiq keerden de: landbouwers talrijk naar
■hunne streek terug en begprinen hun land te
vereffenen zonder 'voorafgaande overeen
komst, maar met, de verzekering door dé
overheid gegeven dat al hun kosten zouden
vergoed zijn. In Januari laatst werd ons een
Commissie gestuurd dopr den Dienst van
Herstel, ten einde de sommen verschuldigd
aan eenieder,-vast te stellen. Op weinig uit
zonderingen na konden deze sommen worden
bepaald betaling ervan werd ons geloofd in
de eerste dagen, maar- de.tijd spoedt heen en
niets komt af. Deze handelwijze laat niet van
velen onder ons, die belangrijke uitgaven
deden, en gelukkig zouden zijn dit geld in
hunne zaken te stekén, op hun ongemak te
brengen.
Een tweede klacht moet ik U voorleggen,
aangaande de wederbelegging tot heden den
landbouwers door de tribunalen voor oor
logsschade toegestaan. Deze schenken ons
den vermenigvuldiger van 2 1/2 voor het
vee, van 3 voor landbouwgetuig. De Herin-
zamelingsdienst van zijnen kant eischt van
-ons het coefficient van 31/2 voor 't vee en'4,
5 ja soms voor het getuig. Kan men hst
rechtvaardig vinden dat de Staat zijn verme
nigvuldiger verandert al naar gelang hij ons
verkoopt of betalen moet Wij vragen ook
schadeloosstelling voor hetzaad van 't eerste
landbouwjaar, van het veevoeden tot den
eersten oogst en in zekere gevallen voor
navette. Ik veronderstel dat niemand onder
U dit zal.verwarren met koopwaren
•- Een laatste punt heeft.'betrekking op dé
prijzen door de tribunalen Vastgesteld voor
de oogsten die ons werden ontnomen in 1915,
1916 en 1917.
Dit wordt allemaal gerekend aan den prijs
1914, waarom de^officieele comiteitsprijs van
elk jaar niet genomen Weet gij wel dat ons
graan, strooi en hooi teenemaal werden ont
nomen door de Duitschers? Vervolgens werd
ons 1 1 /2 kilo haver per peerd en per dag toe
gestaan, dat wij moesten betalen aan 0,36 c.
den kilo hadden we meer noodig, het moest
in den duik gekocht worden aan vëel hoöger
prijzen. Gemalen rogge voor het vee werd
ons verkocht aan 0,50 c. den kilo. En we
zouden schadeloos gesteld zijn voor deze
voortbrengselen op den grondslag slechts
van 1.5 tot 20 c. den kilo. Dat kan niet
Ik durf verhopen, Mijne Heeren, dat' gij
onze eischen zult steunen bij de bevoegde
overheid opdat recht geschiede voor eene
bevolking die alhoewel uiterst beproefd,
wakker en werkzaam terugkeerde naar de
verlatene frontvelden die zijalhoewel gansch
verwoest, toch op weinig tijd zal herscha
pen hebben in de bloeiende landerijen van
weleer, indien de bevoegde overheid ons
den noodigen steun niet ontzegt..
Na de lezing van dit verslag opent M. Van-
dromme, Volksvertegenwoordiger
de Bespreking
Na een woord van dank te hebben toegesluurd
aan den heer Minister van Landbouw en aan M.
Boereboom, drukt hij de volgende wenschèn uit
AHerstellingskosten der landerijen, door per
soonlijk initiatief gedaan, dienen zbowel betaald te
worden als de vereffening-van staatswege voltooid;
B) De vonnissen in zake landbouw blijven te
lang uit en zouden spoediger moeten afgehandeld
en de toegekende gelden uitbetaald worden
C) De landbouwers die al vluchtende voor den
vijand hun vee en paarden aan een spotprijs- hqb-
ben moeten verkoopen zouden moeten in toepassing
van art 2 wet van 10 mei 1919 tot de schadever
goeding toegelaten worden
D) De coëfficiënten voor het herbeleg van vee,
paarden en zwijnen zijn totaal onvoldoende, zij
zouden moeten verhoogd worden
M. Glorie, Volksvertegenwoordiger, stelt
voor de afschaffing der coëfficiënten te vragen
M. Verhaege, bestendige afgevaardigde, wil
den prijs van den dag zien toekennen.
E) Maatregelen dienen getroffen te worden opdat
de geteisterde landbouwers, die om de eene of de
andere reden niet kunnen terugkeeren op ee'ne hof
stede en die derhalve het herbeleg van hunne land-
bouwontginning niet kunnen doen, en alléén recht
hebben op de waarde 1914, niet zouden benadee-
ligd blijven.
Daarna komt M^ Desmet van Staden aan de
spreekbeurt én vraagt dat de schadevergoeding
voor vereffening van gronden rechtstreeks zou toe
gekend worden aan den pachter, als wezenlijk
geledene schade, voor zooveel dat zij door den
pachter gedaan werd. De kosten van vereffening
verklaard hij, als zij door de landelijke commissie
geschat zijn, worden, met de toestemming van
den eigenaar, aan den belanghebbenden pachter
.uitbetaald.
Nochtans in geval yan weigering," blijft deze
schadevergoeding hangen. Wie weet of de eigenaar
zelf in zijn inventaris van geledene schade, ook
deze vereffeningskosten niet aangegeven heeft'en
misschien-z.elfs door vonnis, vergoeding ervan
bekomen heeft ten nadeele van den pachter. Hij
drukt den wensch uit dat de staatskommissarissen
de bedoelde pachters zouden willen verwittigen
van elk dergelijk vonnis.
M. Boereboom, afgevaardigde van den Héér
Minister van landbouw antwoordt aan de sprekers:
Voor wat aangaat de opmerking gemaakt doör
M. Desmet van Staden, M. Boereboom verklaart
dat hij het eens is met M. Esquelin, hoofdstaats-
kornmissaris der rechtbank van oorlogsschadë"te,
Yper, om, in geval de eigenaar weigert procuratie
teverleenen aan den pachter die gronden vereffende,
geene vonnissen te laten vellen rakende herstelling
van landerijen, ten voordeele van dezen eigenaar,
zonder eerst den pachter te verwittigen. Op deze
wijze zullen de belanghebbende pachters hunne
rechten op vergoeding kunnen laten gelden.
Wat de uitbetaling der kosten van vereffening
van landbouwgronden betreft, hij verzekert dat
deze uitbetaling weldra zal beginnen nu' de lande
lijke kommissiën hun werk van schatting geëindigd
hebben, en dat de dossiers ervan aan het hooger
bestuur overgemaakt werden. Deze uitbetaling
eens begonnen zal met spoed doorgedreven worden.
Sprekende over het plaatsen van afsluitingen op
de hofsteden, M. Boereboom kondigt aan, dat de
nog te plaatsen afsluitingen, na voorafgaande
schatting, zullen uitbetaald worden naarmate Zij
zullen geplaatst worden. De afsluitingen die nu
reeds bestaan zullen door de rechtbanken van oor
logsschade vergoed worden.
M. Glorie spaart zijne gelukwenschen niet aan
den Heer Minister van Landbouw en inzonder
aan M. Boereboom, dien hij den bijzondersten
bewerker noemt van onze landbouwherstelling.
M. Boereboom, eindigt, hulde brengende aan
onze moedige vlaamsche boeren, die met taaie wils
kracht, met koppige vastberadenheid den verwoes
ten grond aantasten, zwoegende bewerkten en met
hun zweet opnieuw hebben vruchtbaar gemaakt.
Boert'e: