ail HI I lilrl! lllll '1 !||ll I i» i Ifc rill H i it K 11 Rapport du Conseil d’Administration een v. Federation des Cooperatives pour Dommages de Guerre Société Cooperative 7 17 90 42 72 17 3 Assemble Générale I :i 1 stellen omtrent de betaling van de nog verschuldigde interes ten, hen over de wijzen van de toekomstige betalingen te on derrichten, en eene briefwisseling te vermijden, die slechts tot gevolg zou hebben eene vertragi'ng van de verrichtingen van vereffening. De vermeldingen waarvan kwestie, zullen, ten ander, maar een kortstondig bestaan hebben, aangezien van 1 januari aanstaande geene titels op naam meer zullen uitgegeven worden. Over de wettelijkheid der ministerieele on derrichtingen werden drie uitnemende rechts geleerden geraadpleegd die eenparig hunne goedkeuring aan die onderrichtingen gaven. Wij, die geen rechtsgeleerden zijn, kunnen ons alléén beroepen op de wet die klaar en duidelijk het volgende bepaalt (zie samen gevatte wetten van ion Mei 1919 en 6n Sep tember 1921) Art. 55 Kunnen afgestaan of in pand gegeven worden 1) Het recht op herstel, bij deze wet geregeld 2) De tegem retkomingen bij vorrraad en de vergoedingen voorgoed toegekend ter uit.oerlng der bovenstaande be palingen. Art. 56 Het recht op herstel betreffende roerende en onroerende goederen, waarvoor de wederbelegging is goed gekeurd of opgelegd overeenkomstig bovenstaand hoofdstuk lil, alsmede de vergoedingen en de tegemoetkomingen bij voorraad, verleend mits verplichte wederbelegging, kun nen slechts afgestaan en in pand gegeven worden, mits de afgestane vergoedingen op het bedrag der gewaarborgde eening gebruikt worden tot herstel, heropbouw of vervan ging der beschadigde, vernielde, opgeëischte of ontvreemde goederen. Waar zoekt de Regeering hier het recht de vergoedingen aan de overnemers (cessionnai- res) te betalen in titels die in obligatiën zullen veranderd worden, of in obligatiën waarvan de w’irile heel waarschijnlijk verre beneden het. pari zal vallen gelijk de andere van de Belgische Openbare Schuld. Wij vinden ook nog in de wet Art. 53. Het tijdstip en de wijze van uitbetaling der titels, die.de vergoedingen vertegenwoordigen, worden vastgesteld bij Koninklijk Besluit. Zijn de vergoedingen aan wederbe legging onderworpen, dan worden het tijdstip en de wijze van uitbetaling dier titels vastgesteld derwijze, dat de noo- dige fondsen, ten gepasten tijde, ter beschikking van de ge teisterden gesteld worden om hen toe te laten de wederbe legging te doen op de tijdstippen die dpor de rechtsmachten voor oorlogsschade vastgesteld worden. Wordt dit artikel der wet dus nietig voor de ..overnemers die de wederbelegging der oorlogschade moeten doen De heer Beanpain, Voorzitter van het Na tionaal Verbond der Geteisterden, heeft op de vergadering van het Verbond der Samen werkende Vennootschappen voor Oorlog schade krachtdadig protest aangeteekend tegen de ministerieele onderrichtingen die steeds inbreuk maken op de Wet op het her stel der oorlogschade. Hij deed daar bijzon derlijk de volgende punten uitkomen i® Dat men in den beginne al degenen betaalde wier recht op vergoeding door den Staat wettig erkend was. Van al de tegen woordig gekende uitvluchtsels en beperkingen was er dan geen sprake 2° Dat het Verbond der Samenwerkende Vennootschappen voor Oorlogschade volmon dig erkent dat de voorschriften en bepalingen der Wet moeten toegepast worden 3° Dat gezegd Verbond, alhoewel in be trekking met de Regeering, een private inrich ting is, dat de geteisterden steunen moet in hunne rechtvaardige eischèn 4° Dat een Koninklijk Besluit van 23 Octo ber 1918 het recht voor de Belgen bekrach tigde, tot herstel, door de Natie, van de schade in Belgie veroorzaakt door oorlogs- feiten 5° Dat de wet van 10 Mei 1919 gesteund is op liet karakter van Nationale wederzijdsche verplichting en dat die wet het herstel bij rechte ofdegt ten laste van de Belgische gemeenzaamheid; 6° Dat men altijd beweert dat de omzend brieven alléén de wijze en den termijn van betaling vaststellen. Er zijn.nochtans voorzitters van.rechtban ken die zich tegen deze zienswijze verzetten en uitdrukkelijk verklaren dat de wet niet door ministerieele omzendbrieven kan gewijzigd worden. 7° Dat het onrechtvaardig is b. Messieurs, Nous avo is l’honneur de soumettre a votre approbation, conformément aux prescriptions des art. q5 et 5g de nos statuts, les comptes du 5e exrrcice social de la Federation des Coo peratives pour Dommages de Guerre. A la lecture du bilan vous constaterez que, malgré la réduction du nombre des Coopéra- tives groupées autour de la Fédération, les chiffres marquant le résultat des opérations de l’exercice indiquent une progressionremar- quable sur ceux du bilan de l’année précédente. Les Cooperatives se répartissaient comme suit au 3i décembre 1923 Province d’ANVERS Province du Brabant Province de la Flandre Occidentale Province de la Flandre Oriëntale. Province du Hainaut Province de Liége Province du LïMBOURG Province du Luxembourg Province de Namur Total29[ Elies étaient au nombre de 319 au 3i dé cembre 1922. Ainsi quë nous le constations déja 1’an der nier, la diminution du nombre des Coopera tives est surtout due ace que, après plus de 4 années d’existence, de nombreuses Sociétés ont terminé ou sont sur le point de voir termi ner leurs affaires. D’autres encore, afin de supprimer des frais généraux qui n’étaient plus' com pensés par des entrées sufifisantes, ont estimé devoir opérer leur fusion avec des Sociétés voisines. C’est ainsi que sur les 291 Cooperatives qul existaient encore a fin décembre IQ23, avaient procédé a leur dissolution a fin 1924. A cette dernière date il ne restait done pl®8 que 276 Sociétés, affiliées a la Fédératio®> lesquelles auront, conformément a nos statuts, a approuver les comptes de gestion de I’exer- cice ig23. L’activité, dont la Fédération et ses filial®8 ont fait preuve dans le courant de l’année I92^ veue appai aiira clahcment par la lecture a®8 quelques chiffres suivants Les crédits ouverts qui étaient de l35 eI1 1919 ont passé successivement a 20.665 eI1 1920, a 69.947 en 1921, 120.903 en I922’ pour atteindre 192.655 au 3i décembre I925' Le naontant de ces crédits s’est élevé resp®° tivement pour ces diverses années a 1.843-7°° Frs, 258.144.700 Frs, 840.512.xi5,46 1.424.091.584,67 Frs etau 3i décembre 19^ a 2.232.806.462.47 Frs, dont 338.g40-8^’^ Frs furent accordés a l’aide des fonds ®1S voeren en om een voldoende vergoeding <]a voor toe te kennen. Nochtans mag een zekere som niet 0Ve schreden worden. Er moet natuurlijk een kou trakt geteekend worden. Eene bespreking ontstaat vervolgens over die zaak. De heeren Delen, Bruneel de MOtl[ pettier en Bettoni Fermenten dringen ten zeer' ste aan op de noodzakelijkheid degelijk-werk te verrichten en de heer Delen geeft in korte woorden eenige nuttige wenken over de doel, matigste wijze van draineeren Om te eindigen wordt de eerstkomende vergadering vastgesteld op den tweeden Zon dag van September en, na een hartelijk woord van dank van den heer Voorzitter wordt de vergadering om 16 1/2 uur geheven. schade van goo fr. in speciën uit te betalen en een andere, van noofr., in niet uitwisselbare titels 8° Dat men nergens eene wettige bepaling vinden kan die het recht verleent de mobilaire schade enkel tot 10.000 fr. in specie te betalen; g" Dat de wet geen onderscheid maakt tus- schen de overnemers van een oorlogschade en de overnemers van verscheidene oorlog- schaden io° Dat, indien de schatkist ledig is, het ongehoord is de geteisterden daarom opnieuw te slachtofferen. ii° Dat de voorgestelde verdeeling der ge teisterden in verschillige categoriën onrecht vaardig is. Een betere verdeehng ware de volgende eerst degenen die alles verloren hebben, dan degenen die b. v. 75 van hun bezit vernield zagen en zoo voorts, om geheel op het laatst diegenen te bedienen die slechts heel geringe schade leden of wat koper of wol kwijt geraakten 12° Dat de geteisterden alleen maar de toe passing vragen van de Wet en eerbied voor het Recht. Het flink optreden van den heer Beaupain wordt eenparig goedgekeurd en de vergade ring beslist hem den innigsten dank van de geteisterden te betuigen. Ook wordt de ondervraging van den heer E. Nolf in den Senaat besproken. Uit het verslag der zitting van 25 Juni 1.1. blijkt dat de heer E. Nolf insgelijks nadruk heeft gelegd op het princiep geen twee categoriën van geteisterden te maken. Wat de geschillen aan gaat die tusschen geteisterden en het toezicht van het herbeleg oprijzen, moeten die door de Rechtbank van ooilogschade vereffend worden. De heer E. Nolf sprak ook ten voordeele van de onmisbare werken in onze streek uit te voeren en van de noodzakelijkheid er al de openbare instellingen-terug te brengen die er vroeger bestonden. Over het toezicht van het herbeleg wijst de heer Bruneel de Montpellier op de verkeerde opvattingen van sommige opzichters. Zij moeten zich uitsluitelijk bezig houden met vast te stellen of de verleende vergoedingen wel en degelijk werden gebruikt zooals be paald in de uitgesproken vonnissen. Bij den bevoegden Minister zal in dien zin 'aangedrongen worden. De heer Delen zegt dat er menige klachten ontstaan over de vergoedingen toegekend voor hét. draineeren. Sommigen denken dat men van de onkosten gansch de waarde aftrekt der buizen die nog in den grond gevonden worden of dat men de buizen juist op dezelfde plaatsen moet leggen. Dit alles is onjuist. Uit genomen inlichtingen blijkt 1U Dat de eigenaar of zijn gevolmachtigde eene aanvraag moet indienen 2° Dat de dienst van het landbouwherstel den landbouwer verwittigt dat men den toe stand der oude draineefing zal komen nazien en schatten. Men verzoekt hem tevens de noodige peilingen te doen op de partijen land (men zegt hoeveel) en de bestaande buizen bloot te leggen om na te gaan hoe breed zij waren en op welke diepte zij lagen. De land bouwer krijgt ook het adres der schatters welke hij zelf verwittigt als de peilingen gereed zijn 3° Dat de schatters ter plaatse komen be- statigen welke dc diameter der buizen is, Loe diep ze liggen en het getal der rijen. fn geval niets meer gevonden wordt steunt men zich op de verklaringen van twee eerlijke getuigen wier handteekening gewettigd wordt. 4° Dat de vergoedingen betaald worden volgens den graad van vernieling van het land en bepaald door de som die noodig was voor het herstellen of effen maken van den grond. '5° Dat men geen verplichting oplegt het zelfde plan te volgen. Men zoekt om de drai- neering in de beste voorwaarden te doen uit- I li! I - 10 33 du 24 Juin 19724- wil? Fs-i-r - mih '4 h ft: J 'LH I

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1924 | | pagina 2