De Brief van Minister Forthomme
aan het Gemeentebestuur van Yper
GebruiKt de
REKLAAMZEGEÉS
De brief van Minister Fuzette
aan het Gemeentebestuur van Yper
de
geheel e» ga»**k
itstellen
waar
voordeelig is
voor de
voor de
dubbel
'n vatl
voor de brug
die fabriek naar eea
voor het leger,
-i en eene
1 zeer nadeelig
zal kunnen beschikken over de noodige percee-
len voor het bouwen van dat kunstwerk.
Hetzelfde kan niet gezegd worden
gronden die moeten aangekocht worden
brug van Steenstraete
In ander woorden, de gronden zijn bijna
aangekocht voor de brug van Drie Grachten,
maar er werd nog niets gedaan
van Steenstraete.
’t Is belachelijk
Voor wat de bovenvaart betreft bestaan er
alleen ontwerpen.
’t Zal voor 1926 en 1927... of de volgende
jaren zijn.
De Heer Minister heeft bij het Beheer van
Geldwezen aangedrongen om binnen kort
een ambtenaar te doen aanstellen die met de
onderhandelingen zou belast worden cn ik
twijfel er niet aan of men zal of mijn verzoek
ingaaiï
Wij hopen dat die vraag gunstig zal ont
haald worden en de werken van onteigening
zal bespoedigen, maar wij hebben reeds zoo
veel teleurstellingen gehad, zooveel nooit
vervulde beloften, dat meer dan een van ons
diezinsnede eerder aanziet als een uitvluchtsel
waarvan de Minister gebruik zal maken den
dag waarop wij, eens te meer, verplicht zul
len zijn hem te bewijzen dat hij aan zijne
belofte te kort gebleven is.
Neen, wij zijn niet tevreden, en indien de
heer Minister vuisten ziet opsteken en gemor
hoort oprijzen, ’t is niet zonder reden.
De heer Minister vergete niet dat wij,
evenals zooveel andere medeburgers, ons
konden vestigen in een der steden bevoor
recht door het let van den oorlog of door de
nieuwe werken die de Regeering er op dit
oogenblik laat uitvoeren, en dit brokje Vader
land, waarvan men te Brussel moe wordt, te
niet konden laten gaan.
Maar wij hebben het als een plicht aanzien
samen te werken aan de herleving van onze
streek. Zijne Majesteit en verscheidene Minis
ters hadden ons, ten andere, het volledig
herstel plechtig beloofd.
En sedertdien, wat al brieven, wat al ver
zoekschriften, wat al vruchtelooze voetstap
pen De ontwikkeling van nijverheid en han
del is verlamd, iedere onderneming gedwars
boomd; de werkhuizen die voor Yper bestemd
waren zien wij elders oprijzen.
Handelaars en nijveraars wachten sedert ja
ren om hun magazijn of hu» fabriek langs onzen
waterweg op te bouwen. Ons werkvolk moet
terug in ballingschap... Terwijl wij elders
welvaart en voorspoed zien, slijten wij hier,
in vruchtelooze pogingen, de schoonste jaren
van ons leven, in strijd tegen de lamlendig
heid der Regeering.
Het geduld heeft palen, M. de Minister,
het geduld heeft palen
A S d Nous tenons a faire con
V 3 O naitre a nos lectors
qu’il est de toute evi
dence qu’ils doivent s'adresser chez
VAN NESTE, 29, Grand'Place a Ypres
pr acheter bijoux, orfèvrerie ou
être bien servis, en confiance et au P us 0
prix. —o— Reparations soig»6
Seed dépositaire de la Monire
Ziehier vooreerst dien brief
Ministerie vaa Laedbouw en Openbare Werken
Brussel den 11" December 2924.
Aan den heer COLAERTlid der Kamer
van Volksvertegenwoordigers, te Yper.
Mijnheer de Volksvertegenwoordiger,
Voldoende aan den wensch door U uitge
drukt tijdens het onderhoud dat Wij in mijn
Kabinet gehad hebben, den 3 December 1. 1.
heb ik de eer U te bevestigen dat ik mij voor
stel de herstelling van de vaart van Yper
naar den Yzer op de volgende wijze voort te
zetten
I. Gedurende het jaar 1920.
Herbouwen in gewapend beton van
bruggen van Driegrachten en Steenstraete.
In goeden staat herstellen van de vaartgeul
en aanhoorigheden tusschen Boesinghe en
den Yzer.
De uitvoering van die werken hangt af van
het tijdig verleenen door de wetgeving van de
noodige kredieten en, wat de bruggen betreft,
van het ter beschikking stellen voor mijn
departement van de noodige gronden.
Die gronden moeten aangekocht worden
dóór bemiddeling van het beheer der domei
nen. Volgens mij verstrekte inlichtingen schie
ten de onderhandelingen aangaande de noo
dige gronden voor de brug van Diiegrachten
goed op. Ik hoop dus dat mijn beheer, begin
1925, zal kunne» beschikken over de noodige
perceelen voor het bouwen van dat kunstwerk.
Hetzelfde kan niet gezegd worden voor de
gronden dié moeten aangekocht worden voor
de brug van Steenstraete.
Ik heb aangedrongen bij het departement
van financiën om binnen kort een ambtenaar
te doen aanstellen die met de onde. handelin
gen zou belast worden en ik twijfel er niet
aan of men zal op mijn verzoek ingaan.
II. Gedurende de jaren 1926-1927.
Vervangen van de onder den oorlog vernielde
sluis te Boesinghe door twee sluizen, de eene
gelegen omtrent de plaats van de vroegere
sluis, de andere bovenwaarts van de spoor
lijn.
Vervangen van de vernielde brug te Boe
singhe door een vaste brug.
Herstellen van de vaartgeul tusschen Yper
en Boesinghe.
De uitvoering van die werken hangt af van
dezelfde voorwaarden als de werken van lit-
tera I, te weten het goedkeuren van de kredie
ten en het tijdig aankoopen van de gronden.
Gedurende ons onderhoud hebt gij U wel
willen gelasten de verschillige belanghebben
den met de inzichten bekend te maken waar
van ik U hierboven melding geef ik denk
bijgevolg, mij te kunnen ontslagen van recht
streeks te antwoorden op de verzoekschriften
die mij ovtr dit onderwerp werden overge
maakt.
Aanvaard, Mijnheer de Volksvertegenwoor
diger, de uitdrukking mijner gevoelens van
hooge achting.
Hier volgt dit schrijven
Ministerie van Landsverdediging
Brussel, den 10 December 1924.
Mijne Heeren,
Gedurende het onderhoud dat ik met U heb
gehad, op 3 December 1.1., hebt gij den
wensch uitgedrukt een vliegplein te zien op
richten op het grondgebied der stad Yper gij
hebt mij ook gevraagd de mogelijkheid te
onderzoeken van het overbrengen, naar Yper,
van zekere inrichtingen der Intendantie, ge
vestigd te Roeselaere, en waarvan de pachten
binnen kort zouden ten einde zijn.
Ik heb de eer U te laten wet«n dat, tot
mijn groQt spijt, het inrichten van een vlieg
plein te Yper niet van onmiddellijk belang
schijnt te wezen, zoowel op militair als op
burgerlijk oogpunt.
Inderdaad, voor wat het L»ger betreft,
bezitten wij in Vlaanderen het vliegplein vaa
Kortrijk (Wevelghem) waar de Vliegschool
De Minister,
(get.) Baron RUZETTE.
Bovenstaande nota is een nieuvye teleur
stelling voor al deze die belang stellen in de
herwording van onze geliefde streek.
In zijn schrijven van 5 December 1.1., aan
het Bestuur van den Handel- en N ijverheids-
bond zegde de Minister Het bouwen dezer
nieuwe bruggen noodzaakt het aankoopen
van gronden de onderhandelingen met hunne
eigenaars zijn in gang
In zijne nieuwe nota erkent de heer Minis
ter
Volgens mij verstrekte inlichtingen schieten
de onderhandelingen aangaande de noodige
gronden voor de brug van Driegrachten goed
of. Ik hoop dus dat mijn beheer, begin 1925,
te Roeselaere, zijn de gebouwc
de fabriek voor het vermaken
uitrustingsvoorwerpen, niet gehuurd
aangeworven door den Staat, bij vèrlT
akte in datum van 23 Juli 1920.
De schikking dezer gebouwen naar hun
bestemming en de inrichting der werkhui^
van de fabriek hebben ongeveer loo.ooo fra 1
gekost.
Het overbrengen van
andere stad, zou, zonder nut T”
zeer groote onkosten veroorzaken
werkloosheid teweegbrengen
voor de Schatkist.
Roeselaere is ten andere eene stad
veel arbeidskrachten zijn, wat 1
voor de uitbating onzer inrichtingen.
Aanvaard, Mijne Heeren, de uitdrukkii
mijner onderscheidene gevoelens.
De Minister van Landsverdediging,
(jet.) P. FORTHOMME.
k Voe Victés W»e de overwonnelingen 1 De
buit werd verdeeld in 1919-1920 1 Gij komt te
laat
Ziedaar, in ’t kort, de antwoorden va» den
heer Minister van Landsverdediging.
Deze wijze van antwoorden is zonder twijfel
bestuurlijk juist, zij is waarschijnlijk mili
tair zij is zeker heel hard, zij is in geen
geval Belgisch.
De brief van den Minister toont ons al h»t
belang dat de Krijgsoverheid stelt in al de
nieuw aangeworven eigendommen en waarvan
de aankoop en de inrichting gediend hebben
om onze openbare schuld te vergrooten. Ook
zal er niemand de verwaarloozing kmuien
begrijpen waarin dezelfde Krijgsoverheid hare
eigendommen van Yper en omstreken laat,
eigendommen die haar sedert altijd toebehoo-
ren eia waarvan de kosten van herinrichting
hadden kunnen gebracht worden op reke
ning der sommen invorderbaar op den vijand.
Het bedroeft ons ook te moeten vaststellen
dat de Krijgsoverheid niet vermoedt welke
krisis onze stad doorworstelt en waarvan de
arbeidskrachten, en voornamelijk de kroost
rijke gezinnen, bij gebrek aan werk verplicht
zijn opnieuw den weg van het ballingschap op
te gaan.
Al andere beschouwingen zijn overbodig.
De brutale feiten zijn daar in 1919 hebben
Zijne Majesteit en verscheidene Ministers het
volledig herstel beloofd. In 1924 erkent de
Krijgsoverheid dat zij ons geheel e»
vergeten heeft.
Wij durven hopen dat die vergetelheid zich
niet onbepaald zal verlengen en dat eerlang
diezelfde overheid haar plicht zal begrijp®11
tegenover onze ongelukkige stad.
’t Zou ons grieven te moeten vas’
dat wij bedrogen werden.
ingericht isvoor
vaart aangaat, zou een vliegplein tè
maar kunnen verrechtvaardigen; Per zi«h
heid van hulpterrein van de li" 10edanig-
Londen, over Kales. ',n ^russeh
Welnu, in dit geval, ZOu het
gebruik daarstellen met het vlief?Dl
Kortrijk, op slechts ongeveer 35 kilo
Yper afgelegen. nietervai
Wat.de inrichtingen betreft der inte
en' bezet door
-1 der versleten
maar
-jp.
watdehandelslu^
te YP«r zi^
Jijn B: