ARTHUR BUTAYE Hulde aan den Heer Arthur BUTAYE 'NL. But aye Censeur Arthur Buts, ye Onze erkentelijkheid tegenover onzen geliefden Voorzitter, M. Arthur BUTAYE, is zoo overweldigend groot dat wij, op gevaar af zijne bescheidenheid te kwetsen, hieronder in korte woorden de rol moeten schetsen die hij bij de gebeurtenissen dezer laatste jaren in onze streek heeft vervuld. Den 2 Juli i860 te Waasten geboren (zijne moeder was eene Yperlinge), deed ARTHUR BUTAYE zijne eerste studiën in de school te Meessen, op dit oogenulik bestuurd door den betreurden geleerde Deleu. Doctor in de rechten benoemd bij het verlaten der Leuvensche Hoogeschool, in 1882, kwam hij zich vestigen in onze stad vanaf i883 en werd toegevoegde rechter het volgende jaar. Wanneer, in 1914, onze stad werd geofferd voor de verdediging van het Land, vertrok Arthur BUTAYE in ballingschap naar Engeland waar hij aan het Consulaat verbon den w. rd, wat h- m toeliet aan zijne land- genooten nog menige diensten te bewijzen. De dienstvaardigheid is bij hem een inge boren hoedanigheid. Bij het eindigen van den oorlog verhaastte hij zich te Poperinghe te vestigen, in de nabijheid zijner geliefde stad. Daar stelde hij zich moedig aan het werk van den heropbouw en, met de hulp en de medewerking van eenige verkleefde burgers, stichtte hij ons blad Het Ypersche dat, in zijn oogen, het vervveerwapen der geteisterden moest uitmaken. En den dag waarop hij zich rekening gaf duL de belangen der geteisterden (belangen die voor het Land heilig hadden moeten zijn door de natuurlijke wetten van gelijkheid en solidariteit) door schraapzuchtige regeerders gingen bestormd worden, stichtte hij de Federatie en aanvaardde haar voorzitter te zijn. Strijdlustige geest, ware verdediger van de rechtveerdigheid, van de eer, van het recht en van de gelijkheid, onverschillig aan zijne persoonlijke belangen zoodra de algemeene belangen in 't gedrang komen, nam hij deel, van dan af, aan al de betoogingen, aan iederen kamp ingericht tegen degenen die den onder gang onzer streek bewerkten. Hij werd, om zeggens, de ziel van de verdediging der geteisterden tegen de wille keur der openbare machten. De grootsche en onvergetelijke betoogingen van in Oogst 1920 en van i3 April 1924 waren zijn werk. En moeten wij den laatsten strijd herin neren ondernomen ter gelegenheid van het volledig stopzetten der betalingen, strijd die eens te meer zijn edele en krachtdadige natuur deed uitschijnen Overal bracht hij zijn welsprekend en over tuigend woord. Hij richtte de verdediging in, predikte de eendracht onder de bonden, deed zooveel en zoowel dat, op dit oogenblik, al de samen- gehoopte vereenigingen onder één en 't zelfde vaandel eene macht uitmaken door dewelke de eindzegepraal ons weldra zal verworven zijn'. Arthur BUTAYE is de Foch van het léger der geteisterden. Gansch zijn werk spreekt aan onze oogen in de herwording van onze geliefde stad. Wij meenen te mogen beweren, zonder van overdrijving bestempeld te worden, dat hij het derde zijner werkuren aan de verdediging onzer rechten heeft geofferd. Sluiten wij deze levensbeschrijving met te zeggen dat Arthur BUTAYE een wakkere vaderlander is en dat machtige banden hem binden aan onze stad die hij als burger even als kunstenaar bemint. Uitmuntend voordrachtgever, kan hij, als grondige kenner, de oudheidkundige schoon heden van ons oud Yper roemen, door den oorlog verdelgd. Buiten de lastige taak die hij op zich neemt als voorzitter der geteisterden, is uj ncU ondervoorzitter der Koninklijke ïee^an St Sebastiaan en voorzitter der nntus Franchises Ziedaar, in breede trekken geschetst, he portret van onzen wakkeren leider waai van de moed, ver van te verzwakken, nog s< hei per wordt door de duizend en een hinderpalen op zijn weg gestrooid. Om onze schoone en edele zaak te vc.r e- digen hadden wij behoefte aan een moedigen woordvoerder die het wagen durfde de onge nade der Ministers en der Regeering op te Ioopen, die niet vreesde zich te offeren voor het algemeen welzijn. 't Is dit waardig en edel figuur dat wij morgen zullen toejuichen in den peisoon van onzen geliefden Voorzitter. Duizenden stemmen zullen zich bij de onze voegen om hem de hulde onzer innige eiken- telijkheid uit te drukken. En, wanneer het uur der zegepraal zal hebben geslagen, mocht hij dan nog lange jaren behouden worden aan onzen eerbied en aan onze dankbaarheid De Opstelraad. Nous commissions tous M. BUTAYE, avocat, grand voyageur, grand cycliste. N'est- ce pas lui qui eüt de sérieux ennuis paree que, membre du barreau, il pratiquait le sport acrobatique de la bicyclette, il y a de cela bien 35 ans Mais il faut le voir dans notre salie de rédaction Chaque article est épluché, émondé, les mots violents suppri- més et la ponctuatiojn rectifiée. Je voulus un jour lui communiquer un pastiche et j'avais déja accouché de deux vers Dors-tu content Deraaf et ton liideux sourire Voltige-t-il encore sous ton pij... empourpré Je n'ai jamais requ le bon a tirer et je me suis résolu a écrire en prose quelques articles quelconques, qui d'ailleurs eurent grand profit de passer par la censure. Je n'ai jamais vu M. BUTAYE sortir de son calme, jamais, même les Après les circulaires restrSj% none, les mesures contre les s 'a frappaient notamment nos hkPeCülat% res, enfin tout ce que en,riste mventa pour punt, '«fie smistrés, on le voyait affafi-A CrittteJ istt 1 dnaire épreuves, dirigeant, conseillant c°rrie, et que sous cette figure débonnair le te«aCe »esc 'Seant nante se cachait une volpntT? mande, volonté de fer qui ne c ^'ace e. ne connait pas l'obstacle. Les sinistrés ne sauront jamais Setitait I 'Set cier le dévouement et le ciésintéres M. l'Avocat BUTAYE. SonindénT^ Président lui valut d' I limP0! anCede premiers Détail curieux, M. BUTAYE rares Beiges non décorés. nteclgf L'homme de toutes les s'agit de patriotisme, de droit et ,1 ae justice, «uvres dès familli Excellent époux, bon père de cueillant la cause des humbles avec le entier dévouement que celle des iortunèT™' vie, tant privée que publique, consti^! merveilleux exemple pour nos jeunes tions. leè généra Mais la, oü il nous apparait dans to,:, rayonnement de sa parfaite bonté, c'est dar. l'ceuvre de défense des intéréts des sinistrés" A cette oeuvre, il s'est voué tout entie, corps et aine, sans tenir compte du préjudic qu'il savait apporter a ses intéréts privés' lui a prodigué ses efforts constants, dépêi sant sans compter ses talents d'écrivain, se qualités de jurisconsulte, en un mot, on peE dire qu'il y a sac ifié la plus grande partiei son temps. Et vainement chercherait on dans l'histoin de notre ville, pareil exemple d'abnégatii de courage civique, d'esprit de sacrifice Quel est le sinistré, même dans le com1 plus reculé du pays, qui ne connait sa malt noble figure Car il fut partout oü il sentait quelari tance était sur le point de fléchir. Et partout, au moyen de quelques parols que seule, était capable de lui dicter, si profonde confiance dans une victoire Mi il parvenait a frire renaitre l'espoir dans li coeurs désespérés, il réussissait a inculf sa foi aux pessimistes les plus convaincus, Lorsque, il y a quelques jours, la situatio semblait nous apparaitre sans issue, ce lui encore, qui dans une idéé geniale, pao" a éviter l'écroulement de nos espoirs en f- voquant la levée en masse des bourgmes^ Depuis lors, il est parvenu par son ink sable activité a assurer l'union de.toutesk fédérations de sinistrés de Belgique qui tont1 obéissent a un seul et même mot d ordre. Aucune manifestation n'est capable régler la dette de reconnaissance que 1 Preside® av'ons contractée envers vous, ener r Votre joie sera grande pourtant, eb co tant les sympathies dont vous jouissez le monde des sinistrés. Mais nous savons, connaissant votre téressement, que le seul but que vou i êtes assigné, sans espoir de recom^nSyj'ctoire même de reconnaissance, eest vers laquelle vous nous conduis chef que nul obstacle, si gran s rebute. nts <jf Aussi, nous sentons-nous vant pareil altruisme, a phrases ou par des mots l'ardente que nous professons envers vous fi ïissance nel Notre inaltérable reconnaI se témoigner que par un seul ffl qui part du fond de notre cceur l'émotion Merci. IÏ0'1, Un non-w qui vous a jug*1 Zangwijze Arteveldelied I. Wie herschiep tot een puin onze gouwe, Machtig schoon Wie verdreef uit de streek man en vrouwe, Dochter, zoon 't Duitsche heir, tuk op prooi, bracht hier nood 't allenkant. Krijg herschiep tot een puin onze gouwe, Machtig schoon. II. Wie verjoeg 's vijands heir uit het trouwe Yzerland •Wie vocht vrij grond en volk, lang door rouwe Overmand 't Belgisch heir streed met moed, ging vooruit t'allènkant. Het verjoeg 's vijands heir uit het trouwe Belgenland. III. Wie vroeg weer, die week uit Kom, verlaat je Ballingsoord Wié zei ons Ik herstel at uw schaad', je Hebt mijn woord. 'k Geef terug zei deStaat, woon en land, g'lijk 't behoort. Hierop juichtte iedereen Ik verlaat je, Ballingsoord. IV. Wie schond na korten tijd recht en wetten, Valsch en snood Wie wrong Zin, Eed en Woord, boos als sletten, Lam en dood Ambtenaars, slecht van wil, dus niet eens zielegroet, Daar zij met laster ons faam besmetten, Valsch en snood. V. Wie sprong in, als de streek droef verlaten Lag en kween Streed voor 't Recht, zette schaak de onverlaten, Stom en kleen Dat waart gij, Vriend Arthur, door raad en daad meteen. Gij sprongt in, als de streek droef verlaten Lag en kween. DIXIT. Yperden 20 November 1925. C. z TcIVaq Qhi .j, aï>se2g ;se«ieni ei at j p7 fill

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1925 | | pagina 2