pe
ypersche Club van Poperinghe
Chez le nouveau Ministre
g,gjl& in 't veriedemi
ge*1
,t vooruitzicht der betooging ingericht
11 van onzen verdienstelijken voorzitter,
BUTAYE, hebben wij niet
Arthur
n het Verslagboek doorbladerd van
fn0(^Yperschen Club destijds gevestigd te
^Vooral de eerste bladzijden zijn merkwaar-
zjjn van de hand van den diepbetreurden
er Jules Brulez, wiens dierbare ge
SCchtenis wij steeds met liefde zullen bewaren.
Hier volgen eenige uittreksels dier ver
dagen
In verschillige steden, waar een aantal
Yperlingen een toevluchtsoord gevonden
hebben, werd er een Club tot stand gebracht,
et het doel 'de algemeene belangen der
tad en der bevolking te bespreken en des
noods te verdedigen....
Op dezen weg mochten de Yperlingen, te
„Poperinghe en in de omstreken verblijvende,
niet ten achter blijven ja de noodzakelijk
heid eener dergelijke inrichting deed zich
s dagelijks meer en meer gevoelen en des te
meer omdat wij ons hier, te Poperinghe, het
dichtsbij van onze lievelingsstede bevinden
„en dus meer dan anderen in betrekking
komen met de tegenwoordige bevolking van
Yper en met den toestand en de belangen
der stad beter bekend zijn.
a'tls onder den onvveerstaanbaren druk
„van deze omstandigheden dat eenige wel-
denkende Yperlingen onder dewelke wij
J met genoegen melden de heeren Hector
«Schmidt, Aimé Gruwez en Henri Lacante
«het op zich namen eene vergadering te
«beleggen waarheen de Yperlingen uitgenoo-
«digd werden.
Hun oproep werd met een veelbelovenden
«uitslag bekroond een dertigtal mannen
bevonden zich op het gestelde uur in 't aan
geduide lokaal en den 16 Januari 1920, om
ure 's avonds, werd de zitting geopend.
Namen plaats aan 't voorloopig bureel
de heeren Schmidt Hector, Gruwez Aimé,
Lacante Henri.
De heer Schmidt neemt het woord. Hij
bedankt de aanwezigen zoo talrijk aan zijn
oproep beantwoord te hebben en drukt de
hoop uit dat, bij een volgende bijeenkomst
al de Yperlingen dezer streek zich zullen
aansluiten bij den Club. Daarna geeft hij
lezing van een reglement betrekkelijk den
Club. Dit reglement wordt na een korte
bespreking goedgekeurd en aangenomen.
Het luidt als volgt
Ypersche Club van Poperinghe.
I. Stichting Er wordt, buiten en boven alle
politieke bedoeling, in date 16 Januari 1920,
te Poperinghe, ten lokale bij M. Lobeau,
eene maatschappij onder benaming Yper
sche Club gesticht, waarvan iedereen, die
ln vóór de oorlogsverklaring te Yper
°f in 't omliggende woonde en thans in of
r°nd Poperinghe verblijft recht heeft lid te
worden.
II Doel Talrijk zijn onze grieven en
gegrond boven twijjel staat het dat onze alge-
"leene belangen eendrachtig dienen verdedigd
worden.
Het doel der maatschappij zij dus in
gezellige samenwerking aller leden, tot
nut en vermaak, eensgezind op elk mo-
in het bijzonder en in het alge
meen verbetering en herstel te bewerken...
P algemeene aanvraag wordt er vervol
gens overgegaan tot het verkiezen van het
bureel.
£ebeime stemming wordt de heer Afthu*
aye niet algemeene stemmen tot voorzitter
herkozen.
ieders
stemming, de heeren Schmidt Hector,
Lacante Henri en Brulez Jules, respectie
velijk tot ondervoorzitter, penningmeester
en schiijver uitgeroepen, de eerste met 25
de tweede met 27 en laatstgenoemde met
algemeene stemmen (28).
Eindelijk worden de heeren Glorie Rob.,
an der Mersch Joseph en Castel Georges
tot raadsleden van den Club verkozen.
Den 3o Januari 1920 telde de Ypersche
Club van Poperinghe omtrent honderd leden.
Op voorstel van M. Arthur Butaye wor-
den bij luidruchtig handgeklap benoemd tot
2 ondervoorzitter M. Aimé Gruwez en tot
vakkundige raadsheer M. Amedée Dumon.
De heer Jules Tasseel is van meening dat
er van tijd tot tijd muziek en zang zou kun-
nen gemaakt worden, aldus zou 't aange-
name met het nuttige kunnen gepaard gaan.
Dit vsorstel wordt met geestdrift aange-
nomen.
Er werden inderdaad, dank aan den Heer
Aimé Gruwez en zijn ieverige medewerksters-
en werkers veel mooie en gezellige feesten
ingericht, maar het nuttige werd daarom niet
verwaarloosd, wel integendeel.
Ten bewijze daarvan den hardnekkigen en
onverpoosden strijd voor Yper en de geteister-
den. Terloops herinneren wij aan het merk
waardig verhoor dat Z. M. den Koning
verleende aan de afvaardiging der tYpersche
Clubs de heeren Arthur Butaye en Aimé
Gruwez (Y. C. Poperinghe), Jules Versailles
en Eduard Toussaert (Y. C. Oostende),
Robert Froidure (Y. C. Brugge), Jules Delie
en Georges Decoene (Y. C. Brussel), Gustave
Bruneel de Montpellier (senator), Max Glorie
en René Colaert (volksvertegenwoordigers).
In de vergadering van 9 April 1920 werd
eindelijk besloten een weekblad uit te geven.
De opstelraad bestond op dat oogenblik uit
de heeren Arthur Butaye, Hector Schmidt,
Robert Glorie, Joseph Van der Mersch,
Gustaaf Flamey en Jules Brulez.
Het Ypersche was geboren.
Wat het tot stand heeft gebracht zullen zijn
overtalrijke lezers wel zelf weten te verkon
digen.
Maar de strijd is niet ten einde en met meer
nadruk dan ooit herhalen wij Talrijk zijn
onze grieven en gegrond boven twijfel
staat het dat onze algemeene belangen
eendrachtig dienen verdedigd te wor
den
En dat zal
Het verleden van Arthur Butaye staat borg
voor de toekomst.
Zijn sommige van zijn vroegere medewer
kers verdwenen, anderen, veel talrijker, staan
heden als één man strijdvaardig rond hun
leider geschaard.
Van hen ook zal men later wel eens mogen
getuigen dat
Zij wilden wat was recht
En wonnen wat zij wilden.
*Een
'niH-
daverend handgeklap begroet die benoe-
11 Ve:
rvolgens worden, insgelijks bij geheime
Notre situation est de nouveau grave paree que
le gouvernement se platte d'avoir apaisê I'indigna
tion de nos autorités communales. II se trornpe.
Les délégués des sinistrés des arrondissements
d'Ypres et de Dinant d la dernière entrevue
ministérielle, ont adressé d Monsieur le premier
ministre la lettre ci-après, dont les termes méri-
tent, malgré leur extréme modération, toute
1'attention du pays et de la grande presse.
Monsieur le Premier Ministre,
Nous avons eu l'honneur il y a quelque
deux mois d'être auprès de vous les interprê-
tes des sentiments qui agitaient les sinistrés
de notre region.
A ce moment, votre gouvernement avait
suspendu le paiement en espèces des indem-
nités de dommages de guerre, et cette mesure
illégale avait profondément frappé le coeur
des pauvres gens que cette injustice atteignait.
Nous avions l'honneur de représenter spé-
cialement Ypres et Dinant. Ces deux noms
éveillent des souvenirs de douleurs et d'hé-
roïsme devant lesquels il est permis a un
gouvernement de s'incliner. Nous nous som
mes présentés devant vous en citoyens, qui
ont beaucoup souffert, forts -de notre bon
droit, et décidés fermement a faire valoir les
legitimes revendications de nos mandants.
Nous avons fait appel a votre raison en
invoquant la loi et le respect des engagements
solennellement contractés et jusque la exécn-
tés. Nous avons fait appel aussi a votre cceur
en évoquant l'image de la détresse, des an-
goisses, des troubles, de la misère, des larmes
que la carence de l'Etat provoquait dans tant
de foyers respectables. Ne sont-Ce pas la
d'ailleurs les conséquences habituelles de la
violation du droit
Le 6 novembre, en votre cabinet, les sous-
signés ont requ de vous l'assurance forme,11e
qu'il était mis fin aux injustices et aux abus
dont les sinistrés se plaignaient. Nous avions
tenu a avoir cette assurance de votre bouche
mème. Nous avons regu en même temps les
précisions et les affirmations que nous deman-
dions pour lever nos doutes et effacer en
notre esprit un scepticisme dont vous vous
êtes étonné.
Vous n'aviez pas été saus vous émouvoir
du traitement de défaveur qui était fait par
votre Département aux sinistrés, commerqants
ou industriels. Vous avez promis d'y porter
remède. Vous avez voulu marquer par un
communiqué a la Presse le résultat de nos
démarches et la décision louable du gouver
nement. Vous étiez alors Ministre.des Affaires
Economiques et les affaires de dommages de
guerre dépendaient done de votre Départe
ment.
Or, voici oü vous quittez ce département,
comment vos assurances se trouvent-elles
réalisées
Rien n'est modifié ni même envisagé quant
au régime dont se plaignent a juste citre les
sinistrés, commerqants ou industriels.
Et pour le reste Paiement intégral en
espèces de toutes les indemnités sujettes a
remploi aviez-vous affirmé
Or, on paie, oui, mais on mesure les paie-
ments au cómpte-gouttes Car co-mme il faut
un mandat pour être payé, le sinistré peut
attendre, se plaindre, crier l'émission de ce
rnandat est retardée tant qu'il plait au Minis
tère. Quand des centaines de malheureux
attendent avec impatience depuis des mois,
des fonds qui leur sont düs et qui les sauve-
ront de la ruine, un seul, deux ou trois peut-
être parmi eux, choisis pas toujours judicieu-
sement, reqoivent en pature les maigres
diêponibilités du jour ou de la semaine.
Les ressources que la Caisse d'Epargne
met a la disposition de l'Etat, sont limitées,
trés limitées, parait-il. Vous l'ignoriez saus
doute, M. le Premier Ministre, quand vous
avez pris l'engagement de payer les quelque
5oo millions qu'il faut pour satisfaire tous les
sinistrés a remploi. Mais vous le savez main-
tenant. D'après le montant de ces disponibi-
lités que vos agents doivent veiller d ne pas
dépasser, vous pourriez peut-être nous dire
combien d'années, combien de lustres il fau-
dra pour apurer la dette de l'Etat envers les
sinistrés.
Dès lors, le Département retarde par tons
les moyens, y compris celui de laisser sans
réponse les lettres de réclamation, le règie-
ment des indemnités promises. II apparait
trés clairement que vos engagements et vos
instructions sont sabotés, et que nous sommes
encore une fois leurrés et sacrifiés.
Nous voulons croire, M. le Premier Minis
tre, après les paroles que nous avons enten-
dues de votre bouche, que ce plan nemane
pas de vous et que, loin de vous ètre joué de
nous, vous avez été vous-mème méconnu.
Mais vous restez a la tète du gouvernement,
et vous pouvez imposer a votre successeur
aux Affaires Economiques, de faire en sorte
qu'il ne soit plus manqué a la parole que vous
nous avez donnée et aux égards que méritent
ceux qui ont tout perdu pour la cause de la
Belgique.
C'est pourquoi nous avons l'honneur de
vous demander de toute urgence une audience
a laquelle nous voudrions rencontrer avec
vous M. le Ministre des Affaires Economiques
de Liedekerke.
Dans l'espoir que l'état des esprits dans
nos régions de nouveau surexcité pourra
être apaisé par le résultat de cette nouvelle et
ultime démarche, nous nous permettons de
communiquercopiede la présente a la Presse.
Nous avons l'honneur de vous présenter,
M. le Premier Ministre, l'assurance de nos
sentiments les plus distingués.