'r wet van pe trekken I Luidruchtig gelach.) 1919 op de oorlogsschade zegt jijk in artikel 52 dat de geteisterde na uitspraak der rechtbank, een naam krijgt, welke hem naar gelang lite10p, -n„en van zijn heropbouw in gelde u vome 0 die wijze UJt dat de geteisterde een 't *s vjn(it voor het herbouwen van zijn ^noeiner^at jjg aannemer in de banken kre- hais'en f bekomt- heeft het parlement verklaard dat ^^'grden voor de kleine en niet aan onderworpen schade in titels aan gouden worden vergoed, welke vanaf bij uitloting- zouden uitgekeerd worden. poor aakt de wet werd uitdrukkelijk onderscheid tusschen aan wederbeleg onderwor pen hade en niet aan wederbeleg onderwor- hade. iel tie \[aar in Juni laatst heeft men de belang eenden verwittigd, dat de Staat zijne h talingen staakte en dat de titels op naam sten uitgewisseld worden tegen titels aan Toner, uitkeerbaar vanaf ig36. Pat was de stellige overtreding van de wet. fe voren had men gedurende een jaar in Spaarkas de titels van oorlogsschade ter ]iskonteering aanvaard, ten beloopen van 80 h Dat was reeds eene zware opoffering voor de geteisterden. pie voorschotten werden enkel voor het lerbouwen van huizen verleend. Maar het ■oorschot werd niet verleend, indien de ge teisterde meer dan 7,5oo frank bestaansmid delen bezat. Tegenover de bedreiging met ontslag vanwege de leden der kommissies, moest de heer minister eene oplossing zoeken strookende met de wet. Er waren twee reek sen geteisterden de bevoorrechten en de be nadeelden. De eersten werden overeenkom stig de wet betaald de anderen niet. Ten voordeele van de nijveraars en de hndelaars werden maatregelen getroffen. Is iet waar dat de kleine ambachtslieden ervan uitgesloten zijn en dat zij er niet kunnen van nieten voor het wederbeleg van hun gereed- Een werkman van Meenen heeft een titel ran 1,200 frank bekomen. In plaats van hem id gelde te betalen, heeft men hem obligaties gegeven. Daar hij verzet aanteekende, werd lij aan de deur gezet. Is het rechtvaardig aldus een geteisterde te behandelen, die zich stipt naar de wet heeft gedragen Ziehier een ander feit waarbij dient stil gebleven. Het geldt een geteisterde die een vonnis bekomen heeft waarbij hem eene ver goeding voor wederbeleg toegezegd werd die tam zou uitbetaald worden naarmate de ■wederoprichting van zijne gebouwen. Welnu, taden zijn de beide hoeven die hij deed bou ten onder dak en hij heeft nog niets getrok ken De heer de Seïys Longchamps. Talrijke geteisterden verkeeren in dat geval. De heer Debunne. Ik weet het. Soortge lijke gevallen kan men aanhalen bij de vleet. -Ziehier een ander ongehoord feit. Een geteis- tode heeft van een notaris eene som ontvan gen van 17.000 frank op den titel die hem ter Rnd werd gesteld en die 25.000 fr. bedroeg. Welnu, plots vervangt men zijn eersten titel ^°or een tweeden die eerst binnen jaren uit- ,eerbaar is. De notaris eischt natuurlijk den Merest van zijn geld, wat voor den geteis- fede een zware last is. Een ander geval nog. Een ambachtsman 'e uitbetaling van zijn titel wegens oorlogs- a^e heeft bekomen, wordt gedwongen de Jttvangen som terug te betalen, onder voor- goede zaken doet 1 Welnu, die yan heeft de ontvangen som verbruikt om rs- diende leveranciers te betalen die hem ^Scllotten hadden gedaan. Hij acht heele- hem terecht dat er geen spraak kan van zijn 6en SOm te ^oen terugbetalen die hem IkhChtSWe8e toehoort- °°P dat de uitleggingen die zullen gege ven worden de geteisterden zullen gerust stellen. Het komt er inzonderheid op aan dat de Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid hare stortingen hervatte, die thans al te gering zijn. Een kwestie die de aandacht van den minis ter moet vestigen is de uitwisseling van de titels op naam. In plaats van in specie te betalen, heeft de agent der schatkist schuld- obligatiën overhandigd. Koppige Vlamingen... De heer de Selys Longchamps. Wij zullen het ook zijn 1 De heer Debunne. En gij hebt gelijk Koppige Vlamingen hebben de uitwisseling geweigerd. Zij hebben hun schuldvordering op den Staat gehandhaafd De heer Boens. Zij hebben wel gelijk gehad. De heer Debunne. Heden werden sommi gen onder hen uitbetaald, terwijl de andere, die aan de wet gehoorzaamd hebben, nog altijd wachten Gaat de regeering de ongelukkigen, die het groot ongelijk hebben gehad vertrouwen te stellen in de door haar afgekondigde beslis singen, om den tuin blijven leiden Het ministerie van ekonomische zaken ant woordt, naar het schijnt, dat indien het dos sier aan de orde komt, men de betaling zal kunnen doen. Ik verzet mij tegen zulke doenwijzen, welke lieden treffen die gehoorzaamden aan de onderrichtingen der regeering en die hun titels ruilden. Zij die weerstand boden tegen die onderrichtingen bekomen voldoening. De heer Missiaen. Wel neen, men betaalt niets meer. De heer Debunne. Die toestand is zeer erg. Hij schept een revolutionnairen geest in het land. Ik weet dat geteisterden die hun titels niet ruilden, in zekere mate voldoening bekwamen. Deheer Housiaux. Tal van burgemeesters van het arrondissement Dinant dreigden ont slag te nemen, indien er geen recht geschiedde jegens hun bestuurden, die geteisterd werden. De heer Missiaen. Zij deden na wat de burgemeesters van het arrondissement Yper deden. (Onderbrekingen.) De heer Debunne. Het antwoord dat de ekonomische zaken aan de geteisterden geven is het volgende Wij zullen u betalen wan neer wij geld hebben. Dat is niet te dulden In zijn redevoering te Haecht zei de eerste minister, toegejuicht door heel het land, dat hij geen twee categorieën van geteisterden wilde maken. Wij gelooven in zijne beloften, maar wij verwachten daden. De uitbetaling van de oorlogsschade, die spoedig had moeten gedaan zijn, sleept aan, Volgens mijne inlichtingen is er nog 5oo mil- lioen frank noodig om het herstel te voltooien. De regeering moet een laatste krachtinspan ning doen om dat geld te vinden... De heer Hoen. Dat men de groote schade vergoedingen herzie De heer Debunne. Men kan enkel de regeering verzoeken de noodige maatregelen te nemen. Het vertrouwen moet herleven. Daarvoor moet men nieuwe belastingen stem men en de begrooting in evenwicht brengen. Dan zal men de noodige kredieten vinden voor de herstellingen in het land. De eenige kwestie voor hen is betaald te worden. De regeering moet de maatregelen nemen die het haar mogelijk maken hare verbintenissen na te komen. Ik kom thans tot de kwestie der verantwoor delijkheid voor dien toestand. De heer de Sélys Longchamp! zegde dat het regeeringsbolche- visme geldt. Ik denk niet dat de huidige regeering verantwoordelijk is. De heer de Sélys Longchamps. De ver antwoordelijken zijn de ministers van ekono mische zaken die wij sedert den wapenstil stand achtereenvolgens hebben gehad. De heer Dierkens. Wij zijn het eens. De heer Cartonminister van koloniën. Mengt de politiek niet bij deze zaak. De heer Winandy. Gij ziet in deze inter pellatie slechts de politiek. Uw dagorde be derft alles. De heer Debunne. Er wordt dikwijls ge zegd regeeren is vooruitzien. Welnu, de vorige regeering heeft niet weten vooruit te zien, om aan de geteisterden recht te laten wedervaren en wij mogen daar wel eens te meer op wijzen. Het oogenblik is gekomen om de verantwoordelijkheden voor dien toe stand te bepalen. De heer Carton, minister van koloniën. De toestand is kommervol niet alleen in Bel gië maar in gansch Europa. Men zou de poli tiek bij besprekingen van dezen aard niet mo gen mengen. De heer de Sélys Longchamps.Wij mengen de politiek hoegenaamd niet bij deze zaak. Wij vragen dat tot wettelijkheid worde terug gekomen l De heer Debunne. Ik houd er aan de ver antwoordelijkheden aan te duiden.De minister van koloniën verdedigt de vorige regeering. De heer Carton, minister van koloniën. Ik zoek de waarheid en wil de politiek van kant laten in 't belang der rechtvaardigheid. De heer Debunne. Het is noodig op de verantwoordelijkheden te wijzen. De heer Pierco. De heer minister van koloniën behoorde tot de vorige regeering. De heer Carton, minister van koloniën. De bespreking blijft niet op de haar passende hoogte. Men zegt dat de geteisterden het eens zijn, maar uit uw houding blijkt zulks niet. (Gerucht.) De heer de Sélys Longchamps. Allen vra gen eenvoudig dat de wet worde nageleefd. De heer Carton, minister van koloniën. Ziedaar den echten grond der bespreking, en daarover zijn wij het overigens allen eens. In dien men naar aanleiding dezer interpellatie de algemeene politiek der regeering wil be spreken, waar gaat dat ons brengen De heer Mostaert. De katholieken hebben verleden jaar geweigerd nieuwe belastingen te stemmen. Vandaar komt al het kwaad. De heer A llewaert in 't Vlaamsch). De schuld valt niet op de vorige regeering, doch wel op die van 1921. (Allerhande onderbre kingen in het Vlaamsch). De heer Debunne. Dei? woorden van den heer Allewaert bewijzen dat de vorige regee ringen de schuld dragen. Doch waar en wan neer heeft hij verzet aangeteekend tegen den heer Van de Vyvere, verkozene voor hetzelf de arrondissement als hij (Opspraak). Thans komt het er op aan het kwaad goed te maken. Daarom richt ik een dringenden oproep tot den minister opdat men terugkome tot een eerlijke toepassing van de wet op de oorlogsschade. De geteisterden vragen niets meer. Zij zijn niet veeleischend Dat men den kalvarieberg herdenke dier lieden die gansch den oorlogjdoor zoo wreed geleden hebben. Laat ons zorgen dat hun lijden ophoude en dat er hun recht geschiede l Zeer wel op de socialistische banken). De heer Périquet. Ik beaam volkomen de beschouwingen der heeren Missiaen en De bunne. Ik vraag den minister de noodige maatregelen te nemen opdat de geteisterden betaald zouden geraken. Ik vraag ook dat er gedaan zou worden gemaakt met de verschillende reeksen van geteisterden en vooral dat men ophoude die genen te begunstigen die hoegenaamd geen of uiterst geringe schade geleden hebben en rij kelijk werden vergoed Er zijn er velen die ten onrechte getrokken hebben. Beveelt een onderzoek in het arrondissement Dinant en ge zult verstomd staan 1 (Onderbrekingen). De laatste onderrichtingen van den acht baren minister zeggen dat de handelaars zich moeten wenden tot de Nationale Maatschap pij van Kre'diet voor de Nijverheid. Men stelt kleine winkeliers en herbergiers, gelijk met vati oi>der

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1925 | | pagina 5