Kamer der Volksvertegenwoordigers
Interpellatie Missiaen - Debunne
Beknopt Verslag
Vergadering van Donderdag 14 Januari 1926
(vervolg)
Voorzitterschap van den heer Brunei, voorzitter.
De heer Housiaux. Na de talrijke uitge
sproken redevoeringen, blijft er niet veel te
zeggen.
Ik wensch de Kamer nochtans eenigeoogen-
blikken te onderhouden over de geteisterden
der streek van Dinanten te bewijzen dat het
ophouden van de betalingen een werkelijkheid
was en niet een praatje, zooals de heer minis
ter zei.
In mijn dossier hib ik brieven bewijzende
dat bevelen aan de agenten der Schatkist
gegeven werden om de betalingen te schor
sen. Een geteisterde van Waulsort schreei mij
dat hij die onderrichtingen gezien had. Een
geteisterde die zich naar Brussel begeven
had, kon spoedig tot de zekerheid komen dat
hij niet zou betaald worden. Hij ging van
bureel tot bureel zonder iets te bekomen.
Een geringe bediende, die acht kinderen
ten laste heeft, eveneens uit Waulsort, ver
keert in denzelfden toestand.
Een hoeve nabij Dinant werd afgebrand en
de drie zonen werden door de Duitschers
doodgeschoten. De dochters alleen konden
ontkomen. Een dochter, die thans gehuwd is,
kon nog hare schade niet trekken.
De heer Poullet, minister van justitie.
Geef nadere aanduidingen. Waarvan is er
spraak Was er een vonnis 1
De heer Housiaux. De rechtbank kende
in alles 60,000 frank toe. Die persoon heeft
haren litel, maar zij geraakt niet aan haar
geld, ondanks haar en mijn aandringen. Alle
landbouwers verkeeren in dien toestand.
De heer de Selys Longchamps. Gij hebt
gelijk
De heer-WinandyIk ken een landbou
wer wien men 24 koeien heeft ontnomen en
die nog geen duit getrokken heeft.
De heer Housiaux. De heer minister ver
klaart dat men de geteisterden tegen de
openbare machten ophitst. Ik antwoord dat
wij de belangen der geteisterden alleen ver
dedigen en als wij soms wat hevig zijn, dan is
het omdat de misbruiken wat al te erg en 10
in 't oog loo.pend zijn. Aldus heeft de kamer
van koophandel van Dinant ontdekt dat de
wet overtreden was geworden door het hoofd
bestuur en zij heeft den minister om een
Onderhoud verzocht. Deze heefc geantwoord
dat hij dat onderhoud niet kon toestaan om
dat het onmogelijk tot een praktischen uitslag
kon leiden. Men gaf te kennen dat, van 2 No
vember tot 19 December, 25 millioen frank
betaald geworden was aan al de geteisterden
samen. Aan de kamer van koophandel te V'per
schreef men dat, gedurende dat zelfde tijdver
loop, 6 millioen waren betaald geworden door
bemiddeling van den agent der schatkist te
Yper. Wij zouden willen weten hoeveel, gedu
rende dien tijd, werd betaald aan de geteister
den te Dinant, ten einde te kunnen vergelijken.
Hecis overbodig u te zeggen dat de kamer
van koophandel te Dinant en het komiteit dat
belast was te onderhandelen, niet zeer waren
ingenomen met het antwoord van het bestuur
van economische zaken. Zoo is de briefwisse
ling te verklaren waarover de geachte minis
ter gewaagde, en die een misverstand voor
gevolg had betreffende het oordeel door die
inrichtingen uitgebracht.
In een laatsten brief welke de kamer van
koophandel aan den heer minister heeft ge
zonden, vindt men de klachten der geteister
den, naar aanleiding van gelijkluidende ver
klaringen van ambtenaren van 't ministerie
van ekonomische zaken. Men wijst ook op
bepaalde gevallen van niet-betaling van aan
geteisterden verschuldigde sommen. Daar is
inderdaad het geval van den heer Dewinter,
een geteisterde uit Dinant, die eenerzijds
i5.ooo fr. verschuldigd is aan den Staat uit
hoofde van belastingen, terwijl deze hem nog
i85.ooo frank heeft te betalen wegens oorlogs
schade De Staat wilde beslag leggen op de
goederen van betrokkene Maar de rechtbank
te Dinant heeft onlangs een vonnis geveld
zeggende dat de Staat wel wat kan wachten
op de betaling van de i5.ooo frank, aangezien
hij zelf aan den belanghebbende i85.ooo frank
verschuldigd was
De heer de Selys Longchamps. Dat geval
komt meer voor.
De heer Housiaux. - Ik weet het. Doch ik
haal het aan omdat het kenschetsend is.
Het is de toestand beschoren aan de ge
teisterden van mijn arrondissement die nnj er
toe aanzet mijne stem te voegen bij die rr
voorgaande redenaars om aan de regeenng te
vragen dat zij spoed maken zou.
De heer de Liedekerkeminister van ekono
mische zaken. Het spijt mij da.t ik aan
eiken redenaar niet antwoorden kan 111 de tra
door hem gebruikt. Doch met de Vlaamsche
taal ben ik niet al te zeer vertrouwd.
De huidige minister van ekonomische zaken
is gedurende vier jaar verslaggever geweest
van de begrooting der verhaalbare uitgaven
als zoodanig heb ik in verschillende verslagen
geschreven dat er geen twee reeksen van ge
teisterden mochten zijn Wat ik dacht als ver
slaggever, denk ik ook als minister. Doch wij
moeten rekening houden met de financieele
moeilijkheden die het land te bestrijden heefc.
Men verklaart dat de uitbetaling van de ver
goedingen voor ooilogssehade te veel vertra
ging ondergaat. Wij doen wat we kunnen.
Indien het op sommige oogenLlikken niet
goed vooruitging, was het omdat er geld ont
brak Doch thans betaalt men opnieuw.
Men klaagt dat de kleine handelaars en nij-
veraars er zoo lastig toe geraken hunne titels
voor oorlogsschade te waarde te maken.
Vergeet niet dat de Société nationale de
Crédit a l'industrie reeds 2 milliard aan de
geteisterden voorgeschoten heelt. In 19-4
weiden hun opnieuw honderd millioen uitge
keerd en talrijke nituwe zaken liggen ter
"studie.
Wanneer 'de kleine handelaars en nijveraars
geen voldoening bekomen, wanneer men hen
van de eene inrichting naar de andere zendt,
moeten zij zich tot mijn ministerie wenden,
dat alles in 't weik stellen z d om het te
waarde mak- n van hun titel voor oorlogs
schade te vergemakkelijken.
De heeren Missiaen en Debunne spraken
van de gepastheid om de groote oorlogs-
schade-gedi gen te herzien. Ik wijs er hun op
dat er voor gansch België slechts 1,100 von
nissen van meer dan 000,000 frank geveld
werden. Dat is betrekkelijk zeer weinig.
Alvorens zich te begeven op een weg die het
gezag van het-gerecht kan verminderen moet
men tweemaal nadenken.
De heer Missiaen.Maar men herziet alle
dagen vonnissen betreffende de wederbeleg-
gi»g-
De heer de Liedekerke, minister van ekono
mische zaken. Dwaling Het is niet moge
lijk die vonnissen te herzien.
Ik wil ook alle personen geruststellen, die
hun titel op naam onderworpen aan wede-r-
belegging en wisselden tegen een titel aan
toonder. Zij zullen bevoorrecht worden in de
uitbetaling van hun titel.
De heer Debunne. Er zijn een heel leger
ongelukkigen die niet kunnen wachten.
De heer de Liedekerke, minister van ekono
mische zaken. Dat degenen die werkelijk
ongelukkig zijn, zich tot mij wenden cn ik zal
elk geval mee al de mogelijke welwillendheid
en spoed onderzoeken. Ik antwoord den heer
Winandy dat ik persoonlijk voor de Belgen
der bevrijde kantons alles doen zal wat ik
kan. Maar ik moet de wet eerbiedigen. Vindt
de Kamer ze slecht, dan kan ze die wet her
zien. Maar zoolang de wet bestaat, moet de
regeering ze toepassen.
De heer Winandy. Met de heer David
zullen wij een wetsontwerp in hun voordeel
indienen.
De heer de Liedekerke', minister van ekono
mische zaken. Dat is een punt, waarover
het parlement zal oordeelen.
De heer de Pierpont sprak van de kleine
handelaars ik houd er mij mee bezig. De
heer Butaye handelde over bijzondere geval
len ik vraag hem rechtstreeks met mijn be
stuur te handelen, Ik zal dus trachten den
heer Housiaux voldoening te schenken.
De heer Housiaux. Ik zou cijfers willen
betreffende de sommen te Dinant betaald.
De heer de Liedekerke, minister van ekono
mische zaken. Ik zal trachten u voldoening
te schenken.
Fen gunste van de slachtoffers der over
stroomingen hebben wij bevel gegeven dat
hun oorlogsschade hun onverwijld en bij
voorkeur betaald worde.
Wij gaven eveneens bevel bij voorkeur de
titels van oorlogsschade te betalen van de
slachtoffers der overstroomingen, waarvan de
zaak reeds gevonnisd werd. Ik deed 80 barak-
VlI^n
4-V
>°oo ff,
ken van het Koning Alberts
zenden. ndsöaarn.
Wij zullen alles doen Wat 'ni
Dinant en Hoei en vragen 4 WlJ k%ien
opgave der betaalde somme^"
De heer Declercq had een';
gediend aangaande de moeili
kleine get. 1 sterden moeten ede«
een vonnis te bekomen. 0ver\V- e
Welnu, te BrussH werden
kleine dossiers van minder a" 1925
afgedaan. aari I
In heel het land werden t a
van minder dan 1,000 ffanl- '7o°
1925 afgedaan.
Te Leuven werden 2
1925 afgedaan. uosSjers
De heer Missiaen. - 14
terden Zljn geen ge(e;
De heer de Liedekerkemini«t«
mische zaker. - Gij die een streek V1
waar groote geteisterden zijn hZ 6'
opvatting niet hebben als wij'aa^T
vonnissen. ailgaande
Ik herhaal dat ik al het moeelii't.
om voldoening te schenken bij al ,l!k dl
gevallen die mij zullen bekend
den. Dat is de zienswijze van 1Vo
aö
m den io,GSsie'
'0;>0 kleine d0!
regeering.
banken.)
Zeer wel
zeer wel
ganscl
De heer Ainelot. - Ik wees u 0
van de afkoopers die in gelde werZih?
De heer de Liedekerke
minister var a
mische zaken. Ik zal inlichtingen
dienaangaande.
De heer Amelot. - Het is niet billijk üai
geteisterden een bijzondere behandeling
nieten. M
De heer Debunne. - Deze interpellatie,
noodig, zooals blijkt uit de uitgebreidheidd
besprekingen en de verstrekte
De achtbare eerste minister en de achtbaS
minister van economische zaken deden*
schoone be.olien. klaar beiden hebbeniv
aarzeling betoond. s
Zeker, geteisterden zijn betaald,
andere hebben niets getrokken. Beterwarel
bekennen dat de Staat gebrek heelt aan gel,
middelen. Geteisterden die sedert maai
recht hebben o m betaald te worden in «tl
trokken niets en verkeeren in groote moei)
heden.
De verantwoordelijkheden wegen vooralt
de vorige regeeringen Het nieaw ministeri
zooals de achtbare eerste minister 's
stond voor een ledige kis. Maar met dat all!
dient gedaan g, maakt. Met 600 tot700
lioen kunnen al de vergoedingen betaaldwo
den. Een nieuwe leening zou vast en zei
mislukken, zegde de achtbare minister.Mi
de financieele stabilizeering zal de regeeri
in staat stellen de noodige geldmiddelen
vinden.
Ik denk dat de regeering het mogelijke!
doen om de geteisterden te betalen overtel
komstig de wet.
De heer minister heeft gesproken oven)
titels op naam met wederbelegging en™
werden -uitgewisseld tegen titels aantoon®
Waar het vooral op aankomt is te weten'
zij die hun titels op naam hebben kek0'»
zullen betaald worden vóór hen die he
gehoorzaamd aan de onderrichtingen van1
Staat
Ik dank den minister voor zijne belofte
belangwekkende gevallen, waarop iem
worden gewezen, te onderzoeken.
Ik zou aan de regeering ook willen Jr4
of zij een bepaalde politiek heelt wa
de afkoopers. Daarin dient men fm3koopers
zijn. Indien het er op aankomt
te vervolgen die gespekuleerd ie
men ook rekening houden met ^en
dragen hebben tot het herste en
verwoeste streken.
Zooeven heeft men gesproken
vonnis der rechtbank te Dinant
Wordt d»1
mK re um»"-- j. m
niet voortaan als geldende,ieC ^ie geld
schouwd en zullen de geteis e
verschuldigd zijn, zich niet vC'
Staat die hun ook geld
elk geval acht ik dat de zaauitbeta'
verdient en u aanzetten moe _Xinpn
ling van de oorlogsschade
te bespt"
edigen
ihade
Wat betreft de vonnissen tjcr? er ®i"'stfjf
frank, de .„nphw
heeft al de toezichtsorganist^
r schade
belang
onder de 5oo,ooo
heeft al de toezicht's'fijj
die de vereffeninv der scha op^eve[
Ik meen dat het niettemin
voldoening te schenken aan
ning die,
er
misbruiken zijn gepje 8
rec>
iO0i
mg
»00,