eeen gepleegd, zooveel te beter en laat
^ift onderzoek niet vreezen. Vroeg of laat
o(i» "e k jat dit onderzoek toch zal moeten
Ijórfe»
V slotte, heeft de geachte minister ons
"ed bepaalde feiten aan te halen. De
^deelde geteisterden zullen zich tot ons
bena, n Wij zullen onze taak toewijdingsvol
illen. Wij zullen er maar van afzien, als
i'ervU teisterden voldoening zullen hebben
il'e
1,6 fa# Van Opdenhosch (in 't Vlaamsch).—
de opgeëischten te betalen stuurt de
001 tpostassignaties naar de genu enten. De
tenten zijn niet steeds bezorgd om de
^"assignaties spoedig uit te betalen. Ik ken
P°-alIen waar de belanghebbenden fiiaandt n
Leten wachten-
ii- zou willen dat de post-assignaties
Vgtreeks naar de belanghebbenden ge
aard werden door den Staat.
rn 1914 werkten in Frankrijk duizenden
0 Urische.werklieden. Die verloren aldaar, na
f inlijving bij het Belgisch leger, hunne klee
fren en hun alaam. Die menschen krijgen
en schadevergoeding omdat die voorwerpen
jn Frankrijk werden weggenomen.
j)e heer Poullet, minister van justitie (in 't
Vlaamsch). De wet spreekt stellig. Alleen
de schade geleden op Belgisch grondgebied
Hordt vergoed.
De heer Butaye (in 't Vlaamsch). Dat is
toch niet rechtvaardig die soldaten voor de
-eleden schade niet te vergoeden, terwijl men
jjgivoedingen verleent aan de soldaten die op
Belgisch grondgebied schade leden.
De boeten door de bewoners onder den
oorlog aan de Duitschers, betaald, wegens
l^tni'et naleven van de Duitsche voorschrif
ten worden niet vergoed. Zij hadden maar te
gehoorzamen, wordt hun geantwoord .Maar
degenen die gehoorzaamden waren immers
slechte vaderlanders
Aan degenen die tijdens hunne opeisching
een ziekte opdeden en daarvoor schadeloos
stelling vragen, wordt geantwoord dat zij hun
ziekte niet hebben opgedaan tijdens hunne
opeisching, maar te voren, en zij moeten
bewijzen op honderden manieren dat het wel
tijdens hun opeisching was dat zij ziek wer
den. Dat is eene onmenschelijke handelwijze.
Inde overeenkomsten tusschen Staatskom-
missarissen en de private burgers gebeurt
eene echte fopperij. Men rekent, bij voor-
beel 1, 21 centiem voor 1 kilogram rogge en
geen 3o centiem voor 1 kilogram tarwe, en
dat voor't jaar 1917. De Staatskommissaris-
sen zouden toch eerlijke overeenkomsten
moeten voorstellen
Een vrouwtje gedurende den oorlog door
een bom lam geslagen, kan geen vergoeding
krijgen omdat zij de zuster is van een akti-
vist Dit is toch niet mogelijk, heer minister
Ik vraag dus dat er voor dit geval, een nieuw
geding zou worden geopend.
De heer Poncelet. Dezelfde klachten kun
nen voor al de gedeelten des lands gedaan
worden. Overal zijn de klachten dezellde. De
regeering moet zorgen voor eene spoedige
afhandeling der oorlogsschade.
Ik teeken met voldoening de ter zake door
den achtbaren heer eersten minister en den
minister van ekonomische zaken afgelegde
verklaringen op en ik hoop dat zij er zullen
voorzorgen dat hunne verbintenissen nageko
men worden.
Ik houd er echter aan het verschil te doen
"Opmerken dat gemaakt wordt tusschen de
vergoedingen voor wederbelegging en die voor
herstel.
Ik vraag dat men zou letten op het feit dat
eenvoudige vergoedingen voor herstel dikwerf
even belangwekkend zijn als de vergoedingen
voor wederbelegging. Want, in 't algemeen,
betreft het geringe lieden die geld noodig
lebben.
Ik zou ook eene bijzondere behandeling
willen zien voor de kleine geteisterden er
2ou moeten beslist worden dat schadevergoe
ding van minder dan 1,000 frank in geld zal
betaald worden.
Anderzijds ben ik van oordeel dat het von
nis van rechtbank te Dinant, de verreke-
®lng toelatend tusschen door en aan den
Staat verschuldigde, sommen, overal zou moe-
toegepf t worden. Die maatregel voorge-
staan door de voorgaande regeeringen, zou
tijd moe- 1 toegepast worden.
bc niet eens met den heer Debunne,
Je de xlening der oorlogsschade vraagt,
neerv. de herziening der oorlogsschade aan
s bet bewezen is dat er bedrog werd ge-
Pleeg cl,
De heer de Liedekerkeminister van ekono
mische zaken. Natuurlijk, want dan is er
een nieuw feit dat eene herziening rechtvaar
digt.
De heer Poncelet. Maar verder mag men
met gaan. Zooniet zou wantrouwen gezaaid
worden onder de geteisterden in gansch het
land tot groot nadeel van het gerecht. Laat
ons vertrouwen stellen in den nieuwen minis
ter opdat hij den wensch van het land ver-
vulle. (Zeer wel zeerwel optalrijkebanken.)
De heer Doms. Ik heb met aandacht naar
de redevoeringen der beide ministers geluis
terd. De huidige regeering staat voor een
moeilijken toestand daarmede dient er reke
ning te worden gehouden.
Doch hoofdzaak is te weten hoe men betaalt.
Er werden onrechtvaardigheden bedreven.
In 1922 heb ik in de Kamer een reeks schan
dalige feiten aangeklaagd. Niets werd er
gedaan om iie begane missingen te herstellen
of ze te doen ophouden.
Terwijl de rijken overal betaald werden,
zijn er handelaars, kleine landbouwers en
werklieden die nog niets getrokken hebben.
De ministers lie voor dezen stand van zaken
aansprakelijk zijn, zijn niet te verontschuldi
gen. De heer Van de Vyvere heeft niets gedaan
om de verregaande vrijgevigheid van den heer
Renkin te keer te gaan en de dwalingen van
den heer Jaspar te herstellen. Hij had beloofd
maatregelen te nemen om den toestand te
verhelpen. Hij heeft niets gedaan.
De heer Pou let, minister van justitie. Het
is de heer Vande Vyvere die de toezichtsmaat-
regclen heeft ingevoerd waarvan ik zooeven
heb gesproken.
De heer Doms. Ik betwist het niet. Maar
't is ook toe n hij minister was dat de omzend
brieven werden rondgestuurd en dat er beslist
werd het bedrag der schade door de kommis-
sarissen te laten vaststellen.
In h t begin heeft men hooge coëfficiënten
toegepast en het stelsel der uitbetalingen in
specie ingevoerd. Daarna heeft men de coëffi
ciënten verlaagd.
De heer de Liedekerke, minister van ekono
mische zaken. Omdat de wet sedertdien
veranderd werd.
De heer Doms. Er zijn andere soorten
van geteisterden gewet st. Degenen die titels
in plaats van geld hebben ontvangen. Dan is
er nog de feeks der arme lieden geweest,
daarmede heeft men zich om zoo te zeggen
niet bezig gehouden. Ten slotte blijft de reeks
van degenen die nog niets getrokken hebben.
Het is tijd dat er een zelfde rechtsbedee-
ling voor al de geteisterden worde toegepast.
Wanneer ik naga welk verschil er tusschen
de geteisterden te Leuven werd gemaakt, heb
ik het recht te zeggen dat het er niet eerlijk
toegaat.
Naast de geteisterden wier huizen terug
opgebouwd zijn, zijn er anderen die nog altijd
wachten en die hooge huurprijzen moeten
betalen.
Wil men bij voortduur betalen gelijk men
het sedert eex ige jaren doet Of gaatmen ein
delijk gelijk recht aan allen laten toekomen.
Ik zou ten slotte willen weten waarom het
ministerie der ekonomische zaken weigert aan
de volksvertegenwoordigers, die het vragen,
inlichtingen te verschaffen betreffende de
schade aan sommige personen betaald
De heer Debunne. - Die inlichtingen mogen
niet geweigerd worden.
De heer de Liedekerke, minister van ekono
mische zaken. Indien het een gerechtelijke
beslissing betreft, mag de inlichting verschaft
worden.
De heer Buyl. Uit de verklaringen der
regeering schijnt te blijken dat zij bereid zou
zijn zoo haast mogelijk alle oorlogsschade uit
te betalen.
Indien het zoo is, bestaat er een goed
middel om tot een oplossing te komen men
moet zich maar wenden tot de Federatie der
Oorlogsschade.
Ongelukkig, vermijden de Staatskommissa-
rissen de zaken van hun ambtsbevoegdheid
naar de kooperatieven voor oorlogsschade
te verzenden. Ik heb een brief betreffende
het arrondissement Leuven en die mijn be
weering bevestigt.
In een anderen brief uit Monceau-sur-Sam-
bre wordt er op een gelijken toestand gewe
zen.
Uit Mechelen schrijft men dat de Staats-
kommissaris de coöperatief voor oorlogsscha
de heelemaal afwijst.
Welk is de oorzaak van dien toestand Moet
zij gezocht worden in de belangen welke de
ambtenaren van den dienst der oorlogsschade
hebben bij het doen voortduren van een toe
stand waaruit zij profijt trekken Of is de
regeering verantwoordelijk
Ik heb de kwestie gebracht vóör den alge-
meenen raad van het Verbond der samenwer
kende maatschappijen. Ten gevolge daaraan
drukte hij den wensch uit dat de regeering de
Staatskommissarissen zou uitnoodigen, aan
de samenwerkende maatschappijen al de dos-
sieren te onderwerpen die bij minnelijke over
eenkomst kunnen afgehandeld worden.
Zal de regeering gevolg geven op dien
wensch Er wordt gezegd dat zij eerder de
samenwerkende maatschappijen zou willen
afschaffen.
Als besluit op deze interpellatie heb ik met
eenige kollega's de volgende dagorde inge
diend t
De Kamer,
Drukt den wensch uit dat de regeering
terugkome tot het algeheel toepassen van de
wet op de vergoeding van de oorlogsschade,
namelijk door het betalen in gelde van al de
schade onderworpen aan wederbelegging.
En gaat over tot de dagorde.
(Geteekend) Buyl, Amelot, Pierco,
de Selys Longchamps.
Wij vragen dat de wet worde geëerbiedigd,
noch meer, noch min. Ik hoop dan ook dat
onze dagorde zal bijgetreden worden door al
de leden der Kamer die bekommerd zijn om
de belangen der geteisterden.
De Voorzitter. Anderzijds kwam de vol
gende dagorde het-bureel toe
De Kamer,
Na de verklaringen van den heer eersten
minister en van den heer minister van ekono
mische zaken gehoord te hebben
Drukt haar vertrouwen in de regeering uit
opdat deze alle middelen waarover zij be
schikt in het werk stelle om in de toekomst te
zorgen voor de betaling in gelde van alle oor
logsschade met wederbelegging
En gaat over tot de dagorde.
(Geteekend) Debunne, Missiaen,
Doms, Vandemeulebroucke.
De heer de Liedekerke, minister van ekono
mische zaken. De regeering sluit zich aan
bij de dagorde der heeren Debunne en
Missiaen.
De heer Winandy. Ik verzoek de regee
ring aan de geteisterden, die titels zonder we
derbelegging hebben, de hoop niet te ontne
men, eens betaald te worden. Men voert
artikel 53 aan. Maar er zijn steeds middelen
om een wet ruim toe te passen- Ik hoop dat
de achtbare minister die middelen vinden zal.
De Voorzitter. Er zijn geen redenaars
meer ingeschreven. De bespreking is gesloten.
Aanstaanden Woensdag te 3 uur, zal er over
de neergelegde dagorden gestemd worden.
Vtrgadering van Woensdag 20 Januari 1926
De Voorzitter Wij zullen deze bespreking
voor eenige oogenblikken onderbreken om te
stemmen over de dagorden welke Donderdag
laatst werden ingediend als besluit op de
interpellatie betreffende de vereffeningswijze
van de oorlogsschade.
De dagorde der heeren Buyl, Amelot,
Pierco en de Selys Longchamps wordt ver
worpen bij zitten en rechtstaan.
De dagorde der heeren Debunne, Missiaen,
Doms en Vandemeulebroucke, welke door de
regeering werd bijgetreden, wordt aangeno
men bij zitten en rechtstaan.
Ouderdomspensioen
De Lijfrentmaatschappij Help u zeiven
noodigt alle werklieden, zoowel vrouwen als
mannen, en ook de kleine burgerij, vriendelijk
uit zich in regel te stellen met de bepalingen
der nieuwe wet op de ouderdomspensioenen
en vroegtijdigen dood. Die wet is in voege
sedert 1 Januari 1926 en het is voor iedereen
van het hoogste belang te weten wat er te
doen is om de voordeelen er van te kunnen
genieten. De heer L. Van den Hende, schat-'
bewaarder der Maatschappij, houdt, den
Dinsdag en Woensdag van iedere week, van
5 tot 7 uren 's avonds, zitting in den Saumon.
Daar kan iedereen zich laten inschrijven en
alle noodige inlichtingen bekomen. Het is
geraadzaam zich te voorzien van 't trouw
boekje. Namens het Bestuur
De Voorzitter,
R. D. CORDENIER.
STEMMINGEN