Caisse Commerciale de Roulers Tijdperk van 25 Mei tot 10 Juni5,75 's jaars Voorheen G. DE LAERE G° HALFMAANDELIJKSCHE REKENINGEN mindering van de bedrijvigheid van het Ver bond, bedrijvigheid die steeds zal verminderen omdat, volgens de inlichtingen van de diensten der Economische Zaken, op de 100.000 nog te vereffenen zaken, zeer weinig bundels per overeenkomst moeten opgelost worden, want er dient in acht genomen te worden dat een gedeelte van de nog betwistbare bundels zal moeten opgelost worden door de Rechtbanken en dat, ten andere, een groot aantal bundels niet kunnen opgemaakt worden ten gevolge van nalatigheid der geteisterden, van afsterven van deze of van onverschilligheid van hunne rechthebbende. Voor wat het bedrag van de nog toe te staan vergoedingen betreft, heeft de Minister van Economische Zaken verklaard dat, de nijverheids- en handelsschaden niet inbegrepen de som van de nog te betalen schadeloosstel lingen kon geschat worden op 5oo tot 600 millioen in speciën maar deze vereffeningen zijn zonder belang voor het werk van het Ver bond, aangezien zij gebeuren door het Depar tement. Uit de inwijding die wij genomen hebben, uit de voetstappen die wij aangewend hebben, j uit den arbeid die wij verricht hebben, uit alles wat wij gezegd hebben in onze voor gaande verslagen, kunnen wij op vaste wijze besluiten, en niemand zal het betwisten, dat het werk van het Verbond nuttig is geweest aan het openbaar belang, dat het vruchtbaar is geweest voor het algemeen welzijn van het Vaderland. Wanneer wij een blik werpen in het verle den en ons de puinhoopen herinneren van het Land den dag na den Wapenstilstand, wan neer wij anderzijds, per gedachte, den afge- loopen weg volgen en de schoone, lachende gebouwen bemerken welke opgericht werden in alle oorden die slechts voren des doods waren, kunnen wij, Mijnheeren, gij vooreerst en wij na U, tevreden zijn over hetgeen wij volbracht hebben, aangezien de plicht van opoffering die wij ons edelmoedig opgelegd hadden door ons gewetensvol werd vervuld tot op het punt waar het ons mogelijk was te geraken. Mijnheeren, alles op deze wereld heeft een einde. Noodzakelijk bereiken wij ons doeleinde. Wij achten niet hierdoor te verklaren dat de herstelling der oorlogsschade volbracht is, want wij spreken slechts van de handelende en rechtstreeksche rol van het Verbond. Zooals gij het weet zijn de fondsen van onze achtereenvolgende leeningen uitgeput en wij verrichten geene enkele betaling zonder de tusschenkomst van het Departement door middel van de fondsen van den Staat. Ten andere blijven er zeer weinig bundels op te lossen door overeenkomsten. In deze voor waarden zijn wij genegen te gelooven dat het Verbond moet denken aan de ontbinding en in vereffening treden maar gelief, van nu af, op te meiken.dat de ontbinding en de veref fening, wanneer gij zult oordeelen ze te beslis sen, niet noodzakelijk de onmiddellijke ver dwijning van het Verbond medesleept. Ziehier hoe, volgens ons, de zaken zich zullen voordoen uwe huidige beheerders zouden vereffenaars benoemd worden, en, in deze hoedanigheid, de laatste verrichtingen verwezenlijken die nu in onze bedrijvigheid begrepen zijn. Gij zult ongetwijfeld tegenwerpen dat aan gezien het Verbond zijne werkzaamheid onder dezen nieuwen vorm kan voortzetten, het on- noodig is de inrichting af te schaffen. Wij achten het nochtans als een plicht te doen uitschijnen dat de rol van het Verbond weldra zal vervuld zijn, en dat het kerkelijk in tijd van vereffening zal treden. Inderdaad het aan. gaan van eene nieuwe leening is niet te aan schouwen en het onderzoek van bundels door overeenkomst loopt ten einde. Zou het diens volgens redelijk wezen ze gansch staande te houden voor eenige zeldzame zaken Gij zult ons waarschijnlijk vragen of de ont binding van het Verbond noodzakelijk de verdwijning der Samenwerkende Vennoot schappen voor gevolg heeft. Wij verhaasten ons ontkennend te antwoor den al de Coöperatieven zullen kunnen voortgaan te handelen met onze vereffenaars gelijk zij het gedaan hebben met onze be heerders. Wij moeten nochtans uwe aandacht vestigen op dit punt het is voorzeker weinig wenschelijk zekere Samenwerkende Vennoot schappen, waarvan het werk bijna uitgeput is, algemeene onkosten te zien verrichten buiten verhouding met de opbrengst. Aan de ze Coöperatieven bevelen wij ten sterkste aan te ontbinden van een anderen kant breiden wij het gebied van degene die blijven bestaan uit, op zulke wijze dat er altijd Coöperatieven ter beschikking blijven van de geteisterde waartoe deze zich nuttig zal kunnen wenden, niet alleen voor de zaken waarvan het onder zoek begonnen is, maar ook voor de zaken van oorlogsschade die in hunne bevoegdheid vallen tot het einde toe. De vraag van het in vereffening treden van het Verbond staat niet op onze dagorde, gij zult dus heden geene uitspraak moeten doen over dit voorwerp, maar wij hebben het nut tig geoordeeld er gansch uwe aandacht op te vestigen, opdat gij er mocht over nadenken en, indien het voorvalt, U voorbereiden tot deze gebeurlijkheid die zich, volgens ons, weldra zal opdringen. Het spreekt van zelfs dat het lot van ons Verbond geenszins verbonden is aan dit van de Nationale Federatie der Geteisterden. Deze laatste zal altijd hare bedrijvigheid kunnen voortzetten zoolang de herstelling der oor logsschade niet volledig zal vereffend zijn. DECLARATION faite a l'Assembiée Générale de la Fédération des Coopératives par M. L. GEUTEN En ma qualité de difecteur de la Coopéra- tive de Wervicq, j'ai l'honneur d'adresser au Président et membres du Conseil général de la Fédération, l'expression de nos sentiments de reconnaissance et d'admiration pour les services rendus aux sinistrés et au pays entier. C'est avec une véritable satisfaction que nous rendons hommage au Directeur et au personnel de eet organisme unique dont «travail, persévérance, honnêteté, altruisme» ont été la devise. Aussi longtemps que la liquidation des dommages a été faite par vous, Messieurs, jamais aucune réclamation ne s'est produite, vous avez droit a tous les éloges. C'était le temps oh l'on pouvait afhrmer que la résurrection de la Belgique touchait au miracle. Malheureusement l'oeuvre est incomplète. Permettez moi, Messieurs, de sortir un tant soit peu du cadre de notre Fédération, et de signaler certaines choses qui sont sur le point de faire tort aux avantages de l'oeuvre pro- duite. Nous parierons avant tout des dommages totaux des commerqants et des industriels. Ceux ci ne parviennent plus a toucher quoi- que ce soit. La société générale du Crédit a l'Industrie a été fondóe, a une époque oü les fonds manquaient, pour liquider les gros dommages des industriels, dommages qui se chiffraient par millions. On a étendu le sens des mols Industriels et Commerqants et on y a compris les simples cordonniers, les charpentiers, les boulangers. Cet abus a en- trainé la ruine de nos regions. II ne suffit pas d'avoir des maisons, il faut que ceux qui les habitent gagnent leur pain quotidien. La restriction faite a la liquidation des dommages a produit des effets déplora- bles des milliers d'ouvriers s'expatrient, des cultivateurs s'en vont en France et des indus tries disparaissent. Ne croyez pas a l'exagération, Messieurs. C'est avec le cceur serré que nous signalons cette situation au pays. Puisse l'écho de cet état de choses se faire entendre dans d'autres sphères, oü l'on pourrait prendre des mesures que comporte la situation avant que la ruine soit compléte. Nous reconnaissons que la situation finan- cière du pays laisse a désirer, mais les inno- centes victimes de la guerre, doivent-elles en supporter toujours et seuls toutes les consé- quences Sera-t il inscrit dans l'histoire de la Belgique que les vainqueurs ne peuvent être remis dans leur situation d'avant guerre, alors qu'on a fait un cadeau de 7 milliards de mark a l'envahisseur vaincu Sera-t-il inscrit que les centaines de millions perdus sur les bois et briques auront profité aux spécula- teurs pendant que le petit commerqant ou industriel n'étaient pas a même de se recon- stituer Qu'on nous donne les moyens de travailler et nous nous mettrons a l'oeuvre, nous vien- drons en aide a l'Etat, le courage fiscal ne nous fera pas défaut. Un immense tort a été commis, il y a cinq ans. Nous demandions alors la priorité pour les dommages totaux c'eüt été judicieux on a passé outre. La conséquence est que le priviligié est indemnisé, l'autre pas, et voila l'inégalité des Beiges devant la loi. Comme conclusion, nous demandons i° Que justice soit rendue a tous. 2° Que la Fédération des Coopératives reste en activité jusqu'au payement du dernier sinistré. 3° Que non seulement elle persévère dans ses travaux, mais qu'elle reprenne une partie des services des dommages de guerre coüteux a l'Etat, pour les faire gratuitement au profit de tous. En vous exposant brièvement la situation, nos intentions sont pures, nous poursuivons modestement notre idéal le relèvement de la Belgique et la suppression du coin des éprouvés. Nous dornerons la semaine prochaine le rap port de M. Wittelet de Charleroi et le bilan de la Fédération des Coopératives. E»E«EHE«EÖE8B«SnEm«38E«E«E:tEttEttBÖEÖÜ GESCHIEDENIS VAN YPER HISTOIRE D'YPRES HISTORY OF YPRES Zelfde werk, met gravuren Pauwelszaal Thuyndaglied - Air de N. D. de Thuyne Hymn of Ypres Vlaamsch, fransch en engelsch, acct. piano. Pr. 3 en 3.50 fr. Bureel en muziekverkoopers, BUBUEUEUETJEttBttEttEttUBtJBJtEÖEUEUBttEJtBttE Aangesloten bij de BRMQUE DE BRU)(ELLE5 (Kapitaal 200.000,000 - Reservefonds 94.440.000) Rekeningen 6 maanden 5,73 p. h. 1 jaar S.OO p. h.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1926 | | pagina 3