en dank te betuigen aan de Ypersche Zonen, ten getalle van i55, die hun bloed en leven ten offer brachten voor onze vrijheid en voor de onafhankelijkheid van ons dierbaar Va derland. Dat offer was pijnlijk, maar 't was verheven en edel ook, omdat het getuigt van onwrik bare burgerdeugd en onuitbluschbare vader landsliefde. Toen onze onzijdigheid zoo eerloos ge schonden werd en de vijand onze grenzen overschreed, trokken die moedige mannen onverschrokken te velde. Uit plichtbesef ver lieten zij hunne ouders, hunne broeders en zusters, hunne vrouwen en kroost, hunne bloedverwanten en vrienden, hun werk en broodwinning om hun lichaam tot borstweer te stellen van ons goed, van onze haardstede, van ons recht en van al wat ons het dierbaarst .is op aarde. Dat afscheid was pijnlijk, hartverscheurend, omdat zij hunne dierbare wezens zoo diep be droefd, zoo angstig zagen. En toch vertrokken zij met den glimlach op de lippen, maar met een bloedend hart. Immers het lot was zoo onzeker. Zouden zij al de geliefde wezens nog ooit terug, zien Zij wisten dat de vijand overmachtig was en zij zoo dun gezaaid. De moed ontviel hun echter niet. Dapper vingen zij den ongelijken strijd aan en hielden hem jaren lang onver droten vol. De grootste gevaren, de wreedste ontberingen trotseerden zij. h'och lijden, noch smart konden hun den moed ontnemen. Zij waadden door water, door sneeuw en modder, Iedm honger cn koude, of zuchten onder smachtende hitte te midden de vreeselijkste gevaren, blootgesteld aan doodend schi oot en alles vendelende hemmen. Rondom zich za gen zij hunne strijdgezellen gekwetst en ster vend neervallen, totdat ook zij neergeveld werdenIn de hachelijkste toestandenwanneer de stoutmoedigsten aarzelden, dan wisten zij elkander door eer.e boertige spreuk op te beuren en nieuwen moed te geven. Het is aan die taaie, heldhaftige volharding dat eindelijk de overwinning en onze onaf hankelijkheid te danken zijn. En die kranige houding, den heldenmoed van ons klein leger wekte eene begeesterende bewondering in geheel de wereld, die allen aandreef om ons bij te springen of ons zedelijk te ondersteunen. Die hel len hebben recht op onze levendig ste erkentenis. Vergeten wij ook niet de g25 burgerlijke slachtoffers, gevallen voor hunnen plicht. Deze rechtzinnige hulde en vereering gaat niet alleen uit van hunne overlevende strijdmakkers, maar van degansche bevolking. De oprichting van dit gedenkstuk is het beste bewijs dat die hulde en dankbaarheid heden uit alle gemoederen hoog opvlamt. De Heeren Afgevaardigden van Z, M. den Koning, van het Staatsbestuur en van de Be vriende Volkeren, die ons in den strijd ter zijde stonden, bewijzen door hunne tegen woordigheid dat ook zij de verdienste en den heldenmoed onzer gevallen dapperen in eere houden, hunne opoffering verheerlijken en naar waarde schatten. Daarvoor bedanken wij hen uit ganscher harte. Mijnheeren Burgemeester, Schepenen en Stadsoverheden. Ook u zijn wij erkentelijk omdat gij deze plechtigheid door uwe aanwezigheid opluistert en daardoor bewijst dat ook uwe harten ver vuld zijn van liefde en dankbaarheid jegens hen allen, die zoo moedig en met zulke lof- bare zelfopoffering ons Vaderland en onze vrije instellingen verdedigden. Wij overhandigen U dit prachtig gedenk- teeken, overtuigd als wij zijn dat het immers goed door U zal verzorgd en bewaard blijven. Allen die hier voorbijkomen zullen een dank baren blik zenden aan die heldhaftige en koene helden. De huidige jeugd en de latere geslachten zullen eraan herinnerd worden, I hoe het gansche leger in 1914 zijn plicht be greep en hun aantoonen dat, als onze onaf- 1 hankelijkheid en ons zelfbestaan nog mochten bedreigd worden, ook zij op hunne beurt bloed en leven moeten veil hebben ter verde diging van Koning en ons dierbaar Beige n land. Hartelijk dank aan hun allen, die eemger- wijze bijdroegen tot het oprichten can het gedenkteeken en die hier samenstroomden om op deze indrukwekkende plechtigheid onze helden hulde te bewijzen, te vereeren en er kentelijkheid te betuigen. Het cveze aan de naastbcstaanden in hun smartelijken rouw een troost te weten dat het vereerend aandenken diep in alter harten ge groefd is en onuitcvischbaar erin bewaard zal blij ven De Nationale Vlag wordt van het gedenk teeken weggehaald, klaroenen blazen de Velde en de Brabanijonr.e weergalmt in een indrukwekkende stilte- Redevoering van den heer Burgemeester René COLAERT Oudstrijders, Met innige liefde en diepe erkentelijkheid heeft de Stad het hare bijgebracht om met l dit feest te doen gelukken en alzoo hulde te bewijzen aan onze slachtoffers vandeng;uwe- lijken wereldoorlog. Na veel onderhandelingen werd er door de Stad vastgesteld, en door de Cornmis-ie een- pariglijk aanvaard, dat een prachtig Ypersch gedenkmaal zou opgericht worden hier waar het hart van Yper nog klopt en waar de geest van vroeger nog zweeft. Is het van hier r iet dat onze ridders van i3o2 naar Groeninghe vertrokken, er het grootste deel der victorie behaalden, hier weêikeerden met lauweren beladen en, gelijk de helden, met tranen in 'c gezicht Is het niet in de hoogten van ons zoo wreed gemarteld Belfort dat in 1383 het Magistraat zetelde en zes Weken lang de Stad deed ver dedigen tegen de gepaarde Engelscheen Gent- sche legerbenden tot dat dan eindelijk in Oogstmaand, de vijand het opgaf en deerlijk de streek verliet Is het hier niet dat in 1202 Baldwin van Konstantinopel den eersten steen legde van de lakenhalle die eeuwen lang het Paleis van Nijverheid was onzer voorvaders, die groei en bloei medebracht en die wij, niettegen staande alle moeilijkheden, willen' zien her leven Het is ook van hier dat in 1914 onze jongens vertrokken, van 't gevaar bewust maar be sloten liever te sterven dan den vijand te zien zegepralen en slaven te worden van vreemde overwinnaars. Het is, bezield met zulke gevoelens, dat velen onder U het gevaar tegengingen, na, gelijk hunne voorouders, een laatsten blik aan de moederstad gegeven te hebben en een laatste gebed voor hunne ziele zaligheid. Wij zullen vereenigd van zin samenwerken om dit prachtig gedenkteeken te onderhou den, te doen eerbiedigen opdat het onge schonden zou overgaan tot onze verste na komelingen. Ik dank U, Oudstrijders, om uwe deel neming in de hulde die wij aan onze gesneu velden verschuldigd zijn. Op U hopen wij te mogen, gelijk gij op ons, rekenen om het onze bij te brengen opdat eene kunstige gaanderij hier zou komen in de voege van het vernield Nieuwerk, om het gedenkmaal in zijn geheel te mogen beschouwen, te veredelen en te bewaren. De Cantate Op woorden van den heer schepene Sobrv (zie tekst Mer cantate in ons vorig nummer) heeft de heer Albert van Egroo, bestuurder onzer Muziekschool, eene muziek geschreven die terecht een kunstgewrocht wordt ge noemd, waardig van de Helden die het hul digt en waardig van het ander kunstgewrocht dat in steen en brons hun naam. en. faam zal vereeuwigen. Albert Van Egroo, met zijne Harmonie Ypriana en zijn hom zangeressen en zangers, heeft zijn pracl met zooveel kunde, met zooveel g]c zooveel innigheid vertolkt dat de ónt menigte zijn eigen hulde en eigen erker heid voor de roemrijke dooden als een 1, in 't diepste van haar gemoed voelde opv Rede van h' Generaal-Majoor CHl In naam van den Heer Minister van I verdediging, breng ik aan de heldhaftige van Yper, aan de glorierijke dooden vai grooten oorlog, den groet des Leger: groet zijnde de innige uiting zijns al^ dankbaarheid en bewondering. Edele verdedigers van het miskend hebt ge aan de machtige stem van het land gehoor gegeven, van het Vaderk gevaar, om aan de zijde van wapenbro aller rang, uw .heiligen en grootschen te vervullen. Niet alleen zag men U, O Helden, sti tusschen Maas en Schelde, tusschen Sc en Yzer, maar men zag U op de oeven dit toen nietig en onbekend riviertje zoo machtig groot in ieders geheugen, het stoe*e van Uw verzet. En, alsof de opoffering Yper's strijd zonen niet v oldoende was, viel aan uw boortestad het dure lot te beurt, bestor worden door eene jarenlange beschietim talrijke menschtnlevens kostte en de ve ling uwer haardsteden, medebracht. De wereld zag U pal slaan De wereld zag LT overwinnen 1 Door U allen, O Helden, die gevallet voor de verdediging van ons land, werd Bi groot gemaakt. Steeds zult ge leven in onze herinnerinj Steeds zult ge leven in onze harten Het gedenkteeken dat zich fier en si hier verheft, het gedenkteeken, blijk der dere eikentelijkheid en bewondering u medeburgers, zal immer van uwe deugdei glorie getuigen. Nooit zullen wij veq wij aan U, O groote en lieve dooden, verlossing en onze vrijheid verschuldigd Nogmaals roem en 1 er voor de stoere, j de dappere Kinderen van Yper, die doorl verheven opoffering, het recht hebben zegevieren en de gansche menschheid rcd| brachten. Dierbare dooden, Uw naam leve Discours du Général CL1VE Attaché militaire a 1'Ambassade Bntan\ d Paris Désigné pour représenter le Gouvernel de Sa Majesté et tous les peuples de l'Ej Britannique, a cette cérémonie émouj je vous prie de croire que les sentiment! j'essaierai d'exprimer sont partagés mes compatriotes, soit dans le Royaum^ soit dans les Dominions. Ypres tientune place unique danslesl des Anglais. Pour apprécier la proloj l'étendue de cette sympathie, il fauteil cher les causes, et on les trouve en rap! le caractère spécial qui distinguait la l livrée autour de cette ville. Ce fut, ensf une seule bataille, commencée au mo| tobre 1914 et terminée en aoüt 19^' taille d'usure faisant partie de celle 1"| un front de six cents kilomètres. La I dans le secteur d'Ypres se caractérisel violence, par l'intensité continue de s4 bats. Pendant toutes ces quatre anj saillant d'Ypres n'a jamais été un même aux moments oü il n'y ava'I progrès une offensive de grande enl d'une part ou de l'autre, c'était touj| saillant alerte et actif. Cette violence a commence des miers jours de la bataille d'Yp>"eS', Ypres, par conséquent, que les autofi^j ont été amenées a renforcer la puissaj taire de leurs armées paria coord"! leurs efforts, et d'adopter les PrinC| rgeted

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1926 | | pagina 2