Gemeenteraad van Yper discuter cette question, qu'il y avait lieu d'attendre avant de la discutgr que 1'on con- nut une décision de l'autorité supérieure relative a ce même sujet,, et que par consé quent la demande de discussion, introduite cependant valablement par M. Missiaen, ne devait pas.être admise. En vain M. Glorie s'associa a M. Missiaen pour faire respecter la loi. Formidable 5) M. Missiaen se fache. On se facherait a moins II exige que sa question soit in- scrite et discutée séance tenante. Le président imagine alors que seul un vote préalable d'urgence pourrait produire l'efifet désiré, et comme il n'y a pas urgence., D'autres émettent l'avis de voter l'urgence! Et finalement, M. Sobry fait voter sur l'urgence.,.. Quel gach s 6°) Furieux, M. Missiaen et tous les con- seillers qui l'appuyaient s'abstiennent paree que le vote de l'urgence n'était pas la la pro cédure a adopter, si bien que l'urgence n'est votée que par quatre oui contre un non (M. Sobry) et il y a 6 abstentions. On admet parfaitement les motifs des abstenants et il se comprend que, dans 1'effer- vescence du moment, leur indignation i'ait emporté sur la réflexion. Mais il leur eüt suffi d'une simple declaration pour dissiper tout malentendu sur la signification de leur vote, et, l'urgence votée pour la forme. M. Mi ssiaen aurait pu développer sa proposition. C'eut été plus pratique.... 7°) Mécontents a juste titre, les conseillers socialistes se retirent, M. Glorie les suit, et...., le conseil n'étant plus en nombre. la séance doit être levée. Tant pis pour toutes les autres questions a i'ordre du jour 8°) Le jour suivant, nouvelle réunion extra ordinaire convoquée légalement, ala demande de cinq conseillers, avec,a I'ordre dujourcette fois, la proposition non admise la veille. Et qu'arrive t-il Tous les conseillers qui out voté la sup pression de l'école bilingue s'abstiennent d'assister ala réunion. Si.bien que celle-ci n'a pu avoir lieu. C'est le gachis en plein Nous ne pensbns pas qu'une seule vilie en Belgique, pas même un seul'village,' présente a ses habitants un spectacle aussi écoeurant, et aussi décourageant pour les hommes d'affai res et pour tous ceux qui s'intéressent a la prospérité de la ville. Ah les dirigeants de nos partis out bien travaillé a la veille des dernières élections, et nos électeurs et électrices ont fait alors de la belle ouvrage lis ont voulu a l'Hótel de ville certains comédiens, iJs les ont Quand une dissolution de tout le conseil donnera-t-elle ['occasion de remettre de I'ordre dans la pétaudière de 1'Hotel de Ville? Patience, on va fatalement en venir la Verslag der Zitting van 29 Oogst 1927 ■Na de overhandiging der diploma's, door de leerlingen van stads- en aangenomen scho len behaald in den eindwedstrijd van den 4" graad, wordt het publiek, dat dezen keer zeer talrijk opgekomen was, om 6 u. i5 in de ver gaderzaal toegelaten en de zitting geopend verklaard. Zijn tegenwoordig de Heeren Sobry, dd. burgemeester-voorzitter, Declercq en Lema- hieu, schepenen D'Huvettere, Glorie, Van- damme, VanderghoteMissiaen, Bonnet, Bossaerten Leuridan, raadsleden Versailles, secretaris. Afwezig de Heeren Colaert, Van Nieuwen- hove, Capoen en Laton. I. Proces-verbaal der zitting van 4 Oogst 1927. De Heer Secretaris geeft er lezing van en het wordt hierop zonder opmerkingen een parig goedgekeurd. M. D'Hnvettere. Ik doe het voor stel in te gaan op het verzoek van het Bestuur van den Openbaren Onderstand, dat de goed keuring vraagt bij hoogdringendheid van de aanbesteding gedaan Vrijdag 11. voor de vol tooiing van de huizen gelegen rond het Belle Godshuis in de Rijselstraat. Ik meen dat dit voorstel geen aanleiding kan geven tot de minste discussie, gezien dit werk zoowel in 't voordeel is der stad als van 't werkvolk en veel zal bijdragen tot de verfraaiing der Rijsel straat. Ik vraag dus dat het den gemeenteraac zou believen deze aanbesteding goed te keuren. M. Sobry. Wij zijn gelukkig dat de heer D'Huvettere dit voorstel heeft willen doen, daar het schepenencollege insgelijks van mee ning was zelfde vraag te stellen. Hierop geeft M. Sobry lezing van het ver zoek der Commissie van Openbaren Onder stand, waaruit blijkt dat voor deze aanbeste ding zeven aannemers onderschreven hebben, waarvan M. Bollengier Joseph, aannemer te Yper, de laagste aanbieder is met de som van 96.872 fr. 04. Deze aanbesteding wordt met eenparigheid van stemmen goedgekeurd. M. Sobry. Er is nog een tweede vraag van de Commissie van Openbaren On derstand betrekkelijk de aanbesteding gedaan den 12 Oogst 11. voor herstellingswerken op de hotstede Maurice Leuridan teOostvleteren De voorgestelde adjudicataris voor deze wer ken is heer Leon Decarne, aannemer te Yper, laagste aanbieder met 22.743 fr. Daar zelfde hoogdringendheid aangenomen werd voor de vorige vraag, leg ik dit voorstel eveneens ter stemming. Al de raadsleden stemmen ja, alleen M. Leuridan onthoudt zich. M. Missiaen. Den Woensdag, 24 Oogst, heb ik aan het schepenencollege een vraag gezonden strekkende tot het kosteloos maken, mits betaling door de ouders van de noodige schoolbehoeften, van de betalende lagere gemeenteschool, en gevraagd dit voor stel op de dagorde der eerstkomende zitting te plaatsen. Tot mijn groote verwondering be- statig ik dat dit niet gedaan werd en ik zou graag wijlen weten waarom. M. Sobry. Inderdaad wij hebben uwen brief ontvangen, maar wij hebben geoordeeld dat het niet mogelijk was dit nieuw voorstel van kosteloos maken op deze dagorde te plaat sen, gezien de afschaffing enkel gestemd werd den 4 Oogst 11. en dit punt nog steeds onder worpen is aan de goedkeuring van de hoogere overheid. M. Missiaen. Ik moet u doen opmerken dat gij nogmaals een onwettelijke daad hebt begaan. Om u hiervan te overtuigen zal ik u het artikel van de gemeentewet, hierop betrek hebbende, voorlezen. M. Sobry. Ik moet bekennen dat gij volle gelijk hebt daarin en dat uwe vraag aan den gemeenteraad moet voorgelegd worden. Maar wanneer deze vraag tegenstrijdig is met het geen aan de goedkeuring der hoogere overheid onderworpen is, meen ik dat wij deze tweede vraag niet kunnen bespreken, tot de overheid een beslissing genomen heeft. In 't algemeen dus hebt gij gelijk, maar hier in dit geval niet. M. Missiaen. Ik vraag niet of ik gelijk heb of niet, ik eisch dat dit punt op deze ver gadering besproken worde. Volgens de wet waart gij verplicht mijne vraag op de dagorde te plaatsen, en als eerste plicht hebt gij de gemeentewet te kennen en te eerbiedigen. M. Sobry. Ik laat het dan over aan den gemeenteraad te heslissen. M. Missiaen. Neen, de gemeenteraad heeft niet te beslissen. Ik eisch, verstaat gij, ik eisch dat het besproken worde. M. Glorie. Je m'associe a ce qui a été dit par M. Missiaen. II ne s'agit pas de savoir si la demande est fondée ou non. Si elle est re- cevable, le collége échevinal est obligé de mettre le point a I'ordre du jour et le Co doit alors en décider. Nous insistons d'a t plus que nous avons des choses intéressa a dire. M. Sobry. Mijne zienswijze is dat de meenteraad geen beslissingen te nemen heeft over iets dat op de dagorde niet vermeld is (1 M. Missiaen. Ik eisch wat de gemeent wet mij toekent als recht. M. Declercq. Om M. Missiaen voldoe ning te geven stel ik voor dit punt bij hoo dringendheid op de dagorde te plaatsen. M Missiaen moet niet denken dat zijn vraa» kwaden opzet verschoven werd, maar alleen lijk om de reden aangehaald door M. Sobry Ten andere dit kon ook nog even goed bespro ken worden tijdens de mededeelingen. M Missiaen. Neen, de mededeelingen worden ons enkel gegeven als kennisgeving terwijl ik hier eisch dat dit punt besproken worde en wij erover zouden beraadslagen. M. Sobry. - .Zijn er nog andere leden die het voorstel van M. Declercq steunen, want voor de hoogdringendheid moet men de twee derden der stemmen bekomen M. Missiaen. Er moet niet gestemd wor den volgens de wet zijt gij gehouden mijne vraag ter bespreking te brengen. En voor de hoogdringendheid de wet zegt dat deze alleen mag aangenomen worden wanneer een uitstel van 48 uren nadeel kan berokkenen, hetgeen voor de goédkeuring eener aanbesteding het geval niet kan zijn. Moest ik dus een klacht indienen bij de Bestendige afvaardiging, gij zoudt uwe twee genomene beslissingen vernie tigd zien. M. Leuridan. Maar de hoogdringendheid wordt toch enkel aangenomen door den raad, door het uitbrengen der stemmen. M. Missiaen. Ik zal niet dulden dat men mijn recht op initiatief, mij door de wet ver leend, verkrenkt en mijne voorstellen steeds over het hoofd ziet. Gij moet ook niet meenen ons steeds in den hoek te kunnen steken ge lijk droeve jongens op de school, het zal niet passen. De heeren Bonnet en Bossaert verklaren M. Missiaen te steunen. M. Sobry. Ik leg dus het voorstel van M. Declercq voor het aannemen van dit punt bij hoogdringendheid ter stemming. M. Glorie. La question doit être portee a I'ordre du jour et nous n'avons pas a voter sur une question d'urgence. Stemmen ja de heeren Declercq, Lema- hieu, Vanderghote en Leuridan Neen M. Sobry onthouden zich om reden dat er geen stemming noodig is de heeren D'Huvettere, Glorie, Vandamme en Missiaen. M. Bonnet verklaart niet te willen stemmen noch zich te onthouden om verzet aan te tee kenen tegen de handelwijze van het schepe nencollege. M. Bossaert volgt dit voorbeeld. M. Leuridan. Ik meen M. Bonnet te mogen doen opmerken dat onthouding de eenige benaming is voor niet deel te nemen aan de stemming, tenzij men bij de stemming afwezig ware. M. Sobry. De hoogdringendheid is dus verworpen. M. Missiaen, de zaal verlatende. Dezen avond nog krijgt gij een brief om morgen een nieuwe zitting te houden. MM. Bonnet en Bossaert verzamelen ook hun papieren en volgen den weg door hun collega Missiaen genomen. M. D'Hnvettere. Wij zijn niet meer in voldoende getal. M. Sobry. Een, twee, drie... jawel, nog met acht. Hierop verlaat M. Glorie eveneens de ver gaderzaal. De overige raadsleden, niet weinig verrast foor deze onvoorziene wending, bezien e cander glimlachend en de Heer Voorzitter verklaart de zitting geheven, geen en^e punt der dagorde werd dus besproken. Het is slechts 6 u. 45. Of het publiek hartelijk gelachen heefti ïoeft zeker niet gezegd te worden.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1927 | | pagina 2