de l/élöge funèbre Al. Colaert au Tribunal pene der stad, den heer Caenepeel te bedan- voor de welgepaste en indrukwekkende ^"rden die hij zooeven komt uit te spreken ff° hulde te brengen aan de nagedachtenis 0I" onzen diepbetreurden Burgemeester Mijn- Va" Colaert, dien wij het ongeluk gehad heer hebben te verliezen en gisteren ten grave tobben gedragen. Daar ik samen met Mijnheer Colaert en nder zijn Burgemeesterschap sedert meer dan drie-en twintig jaar in den gemeente- ad doorgebracht heb, weet ik misschien beter dan iemand al het goede dat hij voor bet welzijn zijner geliefde stad gedaan heeft. Daarom sluit ik mij ten volle aan bij de woorden door den heer Caenepeel uitgespro ken, ik zal er enkel nog bijvoegen zoo de stad Yper, na den oorlog, zoo heerlijk uit bare puinen herrezen is en dat er geene doodstille lane door 't midden der stad gekomen is, het bijzonderlijk aan de persoon lijke werking van Mijnheer Colaert en aan zijn groot gezag bij de hoogere Overheid te danken is. Moge hij hierboven de belooning ontvangen voor al het goede dat hij op deze wereld gesticht heeft. En nu, Mijne Heeren en achtbare toehoor ders, kom ik, in naam van 't stadsbestuur, een welverdiende hulde brengen aan den heer Charles Swyngedouw, stichter en Voor zitter der Peerdeveizekering van Yper en Omliggende, ter gelegenheid van het feest van 't 25 jarig bestaan van die zoo bloeiende onderlinge verzekering. Onlangs is er, in het Stadhuis, een eeretee- ken toegekomen, van wege Zijne Majesteit den Koning,om aan dien verdienstelijken man overhandigd te worden. Het is de gewoonte, in dergelijke omstandigheden, dat het eere- teeken, door de stadsoverheid, in openbare zitting van den Gemeenteraad, aan den belanghebbenden, plechiiglijk overhandigd wordt. Maar daar de schepenraad, in zijne jongste zitting, vernomen heelt, dat er in de stad zelve, vandage, voor de leden der maat schappij een feest ingericht is een Jubi leumvan z5jaar bestaan—alsmede een hulde betoon aan haren verkleefden en verdienste lijken Voorzitter, heeft de schepenraad het gepast geoordeeld dat het eereteeken, door den Koning geschonken, best in dit feest zelf en te midden van al de leden der maaischap- pij aan hunnen achtbaren Voorzitter zou over handigd worden. Alzoo werd ik belast, in plaats van in t stadhuis, hier in deze feest zale, dit eeretee ken aan onzen geachten Voorzitter te over handigen. Deze taak is mij zooveel te meer aange naam omdat ik, van sedert de jongste dagen van haar bestaan, lid ben van de maatschap- Pl) en omdat onze Voorzitter, sedert vele 'aren, een persoonlijke vriend van mij is, een man waarvan ik de verdiensten en de dienst- veerdigheid ho >g schat en op wiens offerveer- digheid en hulpe eenieder en ten allen tijde n°oit vruchteloos een beroep gedaan heeft. Ik wensch, in naam van 't Stadsbestuur en in mijnen persoonlijken naam dat onze achtbare en verkleefde Voorzitter nog lange Ja'cn zou mogen leven tot welzijn en bloei er maatschappij, welke hij met zoo een wijs onbaatzuchtig beleid weet te besturen en hen er fier over dit eereteeken op de borst Van een zoo deftig man te mogen vesten. deze wooi den geeft de schepene lezing hei Koninklijk Besluit waai bij Zijne aJestéit de landbouwdecoratie van ie klas ^en heer Charles Swingedouw toekent yS ^'oonipg van 25 jaar trouwen dienst als ^°orzitter der Onderlinge Maatschappij van eerdenverzekering van Yper en Omliggende. bel'6" 'an§durig handgeklap begroet deze lletenc'mahing de schepene vest vervolgens 2;^eeret-efcken op de borst van den Voor- Ürab' °nC'er '!et sPelen van eene dreunende W jn?0nne die door al de leden en toe- «Qorders a langdurig wordt toegejuicht. Een laatste punt stond nog op den spelwij zer 't Noenmaal Dit werd in het Hotel Continental opge- discht. Prachtige tafels, versierd met de schoonste bloemen, gejond door den Heer Hector Casier-Vandeputte. Allersmakelijkste spijzen, naar beliefte en, niettegenstaande de 25o deelnemers, in de beste orde opgediend. Fijne wijnen, die zoo veel bijval genoten I Onzen besten dank, M. Evariste Baete. 't Was zeer wel. Moest gij er aan twijfelen vraag ons nog nen keer als 't uw feestdag is... gij zult kunnen oordeelen. Op gepasten oogenblik nam de Heer Edm. Van Troyen, medestichter en persoonlijke vriend van den Voorzitter, het woord. In den naam der Herverzekering stelde hij de ge zondheid voor der beide jubilarissen. Hij bracht een welverdienden lof aan hunne ver dienstelijke werking gedurende die 25 jaren. Hij drukte zijn bewondering uit voor de Peerdenverzekering van Yper. In 't bijzonder stipce hij den weldoenden geest aan welke 't bestier en de leden in zoo goed verband zetten. Deze zoo vriendelijke en luimige aanspraak was als den overgang tot het lustige deel van het feest. Er ontstond een ware wedijver onder de leden om hunne schoonste liedjes te laten hooren. Hoe spijtig dat het uur van afscheiden daar was. Eenieder trok huiswaarts ten hoogste vol daan om de hulde gebracht aan de jubilarissen alsook van den zeer aangenamen dag in de grootste verbroedering overgebracht. Het Ypersche op zijn beurtwenscht den vriindelijken en Verdienstelijken heer Karei SWINGEDOUWvoorzitter en zijn ieverigen secretaris Emiel VERMEERSCH, hartelijk proficiat en nog lange jaren, in de beste gezond heid De prachtige photo van den verdienstelij ken heer Karei Swingedouw werd getrokken door het Huis ASAERT, Boterstraat. Jeudi l5 Septembre avail lieu au Tribunal de première Instance d'Ypres, la première audience correctionnelle de la nouvelle année judiciaire. Au début de 1'audience, M. Ie Juge Van Aerde, qui présidaitprit la parole et prononca Véloge funèbre de Monsieur René Colaert, comme snit Messieurs, Le Tribunal partage les deuils dn barreau. II y a peu de jours nous avons eu la douleur de conduire a sa dernière demeure le doyen d'age des avocats, M. Colaert, dont je m'ho- nore d'avoir été le stagiaire- II naquit a Poperinghe le io mars 1848, et était a la veille d'achever son 5oe anniversaire au barreau Aprés d'excellentt s humanités au collége de Poperinghe, dont il sortit lauiéat de rhétorique, il fit ses études de, droit a l'uni versité de Louvain. A ï'époque oü j'étaisencore jeune collégien, n 'us appi 1 nrs un jour qu'un avocat de grar.d talent, s'était installé en ceite ville. Ils'agi:- sait de M. Colaert. En peu de temps il acquit une grande notoriété et une importante clientèle. Juris consulte éclairé, doué d'une parole claire, facile et entrainante, il conquit sans effoi t la confiance des plaideurs. Au barreau d'Ypres, qui comptait a ce moment des Maitres com me Vanheule, Bossaert, Biebuyck, il occupa immédiatement une place en vue il fut l'égal de ces anciens et sous plusieurs rapports les dépassa. S'il s'étau réservé a la pratique du droit, il se serait taillé dans la clientèle la part du lion. Mais bientöt son activité le porta- a s'occuper de la chose publique. Dés octobre 1881 il fut candidat aux élec- tions communales il le fut encore en octobre 1884, et si le succès ne couronna pas' ses candidatures, il emporta néanmoins chaque fois le plus grand nombre de suffrages de la liste catholique oü il figurait. Le corps élec- toral lui marquait déja' dés lors sa sympathie. Le 20 février 1884, il fut élu sans lutte membre de la chambre des représentants, en remplacement de M. Pierre Biebuyck. De même qu'au barreau, Colaert se distin- gua immédiatement au parlement. II fut rap porteur de budgets et de projets de loi impor tants, notamment de la loi sur la protection de l'enfance. II fut le promoteur du suffrage féminin a Ï'époque oü cette innovation ne c imptait que peu de partisans. Le corps électoral lui resta fidéle et renou- vela sa confiance a chaque élection. Les infir- mités l'obligèrent a se démettie de son man dat au début de la dernière session. Si Colaert fut un parlementaire accompli, il donna encore davantage la mesure de son talent et de son activité sur le terrain com munal. Sans se laisser ahattre par les deux échecs que j'ai rappelés plus haut, aprés un scrutin de ballottage, il entra au Conseil Communal le 23 octobre 1887. Plus d'un de la jeune génération sera sur- pris d'apprendre que M. Colaeit soit entré au Conseil en exploitant les griefs de la cause flamande et en se faisant élire au cri de «Geen waal in de wet son compétiteur le Colonel Parsy ignorant la langue flamande. C'était d'ailleurs de bonne guerre Colaert connais- sait sa langue maternelle a la perfection et en faisait un fréquent usage. Pendant trois ans, il occupa seul de son parti un siège au conseil communal. Ce man dat difficile, il le remplit avec ia même dintinc- tion qu'au barreau et au parlement. II y con quit le respect et l'estime de ses adversaires. Aux élections de 1891, le parti catholique ayant conquis la majorité, Colaert fut élu échevin. II le resta jusqu'au 17 février igoö, date a laquelle 5. M. le nomma aux fonctions de Bourgmestre, en remplacement de M. le Baron Surmont de Volsberghe, devenu Minis, tre de l'Industrie et du Travail. II occupa cette chaige jusqu'a son décès. Pendant cette période de 27 années se pas sérent a Ypres les événernents historiques les plus importants depuis la fondation de la ville. Colaert fut a la hauttur de ces événe rnents. Lors du passage des troupes allemandes, il fit preuve d'un grand courage et d'une habilité consommée. Les incendies de Dinant, de Louvain, de Termonde les massacres de Visé, d'Andenne, d'Aerschot pouvaient faire craindre un sort analogue pour notre ville, d'autant plus que le même corps d'armée, qui nous avait envahi, s'était signalé quelques jours auparavant par l'incendie d'Orchies. Colaert plaida la cause de sa ville et négocia si habilement que, moyennant une contribu tion de gueifr, la cité et la population furent laissées sauves. Mais ce n'était la que le début de la catas trophe. Après s'être obstinée pendant six mois a vivre sous le bombardement, la popu lation de la ville entière dut partir puur l'exil pierre par pierre la ville s'écrou'ait sous le feu de l'enntmi. Colaert dans sa ïési- dence de Paris-Plage ne ïèvait que de la reconstruction et chargeait déja son ingénieur- architecte, M .Coomans, d'en dresser les plans. Ceite reconstruction resta l'obsession ue sa vie, et s'il n'a pu en voir l'achèvement, il lui fut néanmoins don té d'assister a la résur- rcciión extiêmement rapide de la cité. Une carrière aussi longue, mise toute entière au service de la chose publique, lui valutles plus grands honneurs. II était Grand'- Officier de l'Ordre de Léopold Grand'Croix de l'Ordre de la Couronne et décoré de la c.roix civique de ie cla-se. Ses mérites étaient tellement exceptionnels que ces distinctions,

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1927 | | pagina 3