M. D'Huvettere. Het verwondert mij dat
wij onzen tijd verloren hebben met te rede
neeren over de aanvraag tot kredietopening
van 5oo.ooo fr. Doch wij moeten ons niet
laten uit de mande slaan door de bepaling
dat de som moet teruggegeven worden tVin-
den het jaar. Wij kunnen dan die leening
vernieuwen, 't is eenvoudig een formaliteit.
M. Van Nieuwenhove. Vous n'aurez pas
un découvert de 5oo.ooo fr. pendant un an.
Vous avez des garanties.
M. Sobry. Nous nous trouvons dans une
situation trés désagréable. Larentrée de notre
part sur les contributions se fait trés tardive-
ment.
Ik stel dus voor een kasbewerking voor een
jaar te verwezenlijken daar een leening door
de regeering slechts kan goedgekeurd worden
wanneer zij met het Gemeentekrediet van
Belgie aangegaan wordt.
Stemmen ja de heeren Declercq, Lema-
h-ieu, D' Hu vettere, Glorie, Van dam me, Capoen,
Laton, Leuridan, Soete, Delahaye en Sobry
neen de heeren Van Nieuwenhove, Missiaen,
Bonnet en Bossaert.
XVI. Overbrenging van den 4 graad
meisjesen der huishoudschool naar St Jans
straat (ministerieel voorstel)
M. Sobry. Het ministerieel voorstel van
17 September voorziet de overbrenging van
den 4 graad (meisjes) en der huishoudschool
naar de St Jansstraat in vervanging der Justi-
ceschool. be bestuurster van de meisjes
school der Rijselstraat zou eenige bestuurster
voor de twee scholen benoemd worden. Dit
zou toelaten een 8st jaar in te richten.
Er zou ook een cursus van dactylographie,
die een vrije leergang zijn zou, ingericht
worden. Naar den wer.sch van den Heer
Minister zou de turnzaal in de school der
Rijselstraat beter ingericht worden, en het
woonhuis van de school der St Jansstraat
ten dienste gesteld van den bestuurder der
Staatsmiddelbare school.
In een onderhandeling die ik gehad heb
met den Het-r schoolopziener, vroeg deze
Heer de bestuurster der justiceschool niet te
gelasten met het geven van den 8'n graad, daar
zij, volgens haar verklaring, nooit het examen
van den 4d n graad gedaan heeft. Haar zou
kunnen de taak opgelegd worden van het
geven der cursussen in Engelsch en dactylo
graphie.
M. BossaertMaar zij kan geen Engelsch.
Zij heeft dat zeker geleerd aan de Engelsche
soldaten in Paris-Plage
M. Vandamme. Mijnheer de Voorzitter,
het wordt hier een persoonskwestie.
M. Sobry. Het is soms moeilijk den juis
ten toestand weer te geven zonder de betrok
ken personen er in te mengen, doch ik verbind
mij geen namen meer te noemen en vraag de
goedkeuring van het mi'nisteriëel voorstel.
M. Glorie. Is die brief gekomen vóór of
na ons bezoek bij den heer Minister
M. Sobry. Vóór ons bezoek.
M. Missiaen. Ik had er mij aan verwacht.
M. Glorie. Gij schijnt te vergeten dat
gevolg aan ons bezoek de Minister eenigszins
van gedacht veranderd is.
M. Leuridan. De heer Minister is niet
het minst van gedacht veranderd.
M. Glorie. Gij kent nog de laatste woor
den van den minister die hij ons bij het af
scheid toestuurde Ik wil geen kaakslag
geven aan de meerderheid van den gemeente
raad van Yper, en als Minister van Onderwijs
wensch ik ook niet de kinderen der school
Justice op straat te zetten. Tracht gij,
buiten alle partijdigheid, een oplossing te
vinden die aan eenieder voldoening geeft. Nu
gij mij de eer hebt aangedaan mij hier te
Brussel te komen vinden, zal ik dan eens
naar Yper komen om samen met u dit te
onderzoeken. Het verwondert mij dat zon
der gesprek noch onderzoek die kwestie terug
in 't openbaar wordt voorgesteld juist gelijk
voor wij naar Brussel gegaan zijn.
M. Sobry. Ik deel de meening van den
heer Leuridan. De Minister is van zin den
gemeenteraad te volgen.
M. Glorie. Ik vraag zoo ja of neen dit
de laatste woorden waren van den Minister.
M. Leuridan. Neen, M. Glorie, de
Minister heeft niet gezegd zoekt gij een
oplossing en dan zal ik naar Yper komen».
Hij heeft gezegd Ik zal zelf naar Yper komen
om te onderzoeken of de voorgestelde oplos
sing de goede is.
M. Missiaen. Neen.
M. Leuridan. 't Is de schuld niet van
den gemeenteraad zoo dit punt ongewijzigd
op de dagorde weer vermeld is. t Is de
Minister die tot hier nog niet is gekomen,
waarschijnlijk bij gebrek aan tijd. Men zou
moeten aandringen bij den Minister en hem
vragen zoo rap mogelijk te komen.
M. Missiaen. Het zal misschien niet
slecht zijn uw memorie wat op te frisschen
voor wat betreft de conclusiën van den
Minister, die niets anders beoogde dan het
volledig h rinrichten der scholen voor achter
lijke kinders. De Minister zegde dat, vooraleer
de Justiceschool af te schaffen, de school der
Rijselstraat gansch moet omgewerkt worden,
zoodanig dat de kinders der burgersklas er
niet met tegenzin naartoe gaan. Hiermede
waren wij onmiddellijk t'akkoord. Wanneer
de kinders der rijken en armen zonder vrees
bijeen kunnen komen, dan alleen mag men
overgaan tot de afschaffing der betalende
school. Wij kunnen hoegenaamd r.iet aanne
men dat er besparingen gedaan worden op
het onderwijs, wanneer de htaat alle moge
lijke gelden aanwendt voorgelijk welk onder
wijs, zoo vrij als officieel onderwijs. De
Justiceschool mag dus alleen afgeschalt wor
den op voorwaarde dat de gespaarde gelden
gebruikt worden om het onderwijs te ver
beteren.
M. Leuridan. Ja.
M. Missiaen. Maar waar zijn nu uwe
voors'ellen van mod=rniseering, stortbaden,
van verbetering der opvoeding Wij wachten
op uwe beslissingen. De heer Sobry heeft den
hter Minister doen opmeiken dat de huis
houdschool moest overgebracht worden naar
de St Jansstraat om van den Staat de achter
stallige subsidiën te kunnen bekomen. De
heer Huysmans antwoordde hierop dat hij,
in zijne hoedanigheid van Minister, dit spoe
dig kon regelen. Wat werd er sindsdien
gedaan om die subsidiën te bekomen
MLeuridan.Mijnheer Missiaen, om een
zacht woord te gebruiken moet ik u zeggen
dat gij het tegenovergestelde der waarheid
beweert. Voor de verbetering der school van
de Rijselstraat heeft de heer Minister gezegd
dat dit ter gelijker tijd moet gebeuren. De
afschaffing moet dus niet wachten op de ver
betering. Op pedagogisch gebied moet gij
bekennen dat de eenige gezonde oplossing
deze is van den heer Minister. Voor ons allen
is de groote verdraagzaamheid, het krachtig
betoog en het klaar inzicht van den heer
Minister in die kwestie opvallend geweest.
Ik wil hier nochtans verklaren dat ik den heer
Sobry niet volgen zal wanneer hij meent het
gespaarde geld in de beurs te houden. Het
moet dienen om in de ruimste maat uit te
werken wat Minister Huysmans voorstelde,
namelijk een gezonde, hygiënische school. En
dat heeft onze goedkeuring. Dan zullen wij
éen goede school bezitten in plaats van uvee
gebrekkige. De Minister heeft dus niet gezegd
dat wij eerst moesten veranderen vooraleer
af te schaffen.
M. Missiaen. Neen, maar dat heb ik
gezegd. Waarom heeft hij de afschaffing dan
nog niet goedgekeurd, zoo de andere school
der Rijselstraat niet éérst moet verbeterd
worden
M. Leuridan. Om hier te Yper een nood
lottige schooloorlog te vermijden. Dat alleen
is de drijfveer zijner handelwijze.
M. Glorie. Indien de Minister niet seffens
zijn opvatting heeft willen doordrijven, is het
misschien omdat hij onwetende was van het
plan dat ik hem heb meegebracht, plan opge
maakt door den heer Coomans en ondertee
kend door den heer Declercq. Ik heb den heer
Minister ter kennis gebracht dat het voorstel
bijna gereed was om den aankoop te doen van
grond aan den Openbaren Onderstand voor de
uitbreiding der huishoudschool, waar niets
anders mist dan een weinig grond om het goed
te bleeken. Verders heb ik hem aangetoond hoe
noodzakelijk het was voor de stad dezen
grond aan te koopen, daar de school der
Rijselstraat slechts eenen ingang heeft en
aldus een tweeden uitweg zal hebben in de
Ste Elisabethstraat. Er kan dus geen kwestie
zijn besparingen te doen, vermits de aankoop
van grónd reeds voorzien was en het plan
opgemaakt. Het plan werd niet opgemaakt
om nutteloos werk te verschaffen aan den heer
Ingenieur, die bezigheden genoeg heelt.
Ik heb dan nog aan den Minister een brief
afgegeven onderteekend door ouders wier
kinderen de Justiceschool bezoeken. En het is
om die redenen dat de heer Minister verkoos
niet seffens een beslissing te nemen en dan
zegde, ik herhaal hetIk wil geen kaakslag
geven aan de meerderheid van den gemeente
raad en ook niet de kinderen op straat zetten.
Er is daar geen haast meer bij, tracht nu een
oplossing te vinden en dan zal ik naar Yper
komen
Nu schijnt gij alles te vergeten. Ons beZn
te Brussel was dan nutteloos. Of is het 0m H
familievaders te tergen en de ouders die 1
kinders naar die school zenden in 't benmUn
brengen dat gij op 't einde van het schooli;/6
voorgesteld hebt de school af te schati
Want zelf in de minste buitengemeenten zo^'
gij over het lot eener school niet zien bes-hl
ken op het einde van het schooljaar. Moe t
eene afschaffing noodig zijn dan zou men h t
doen in het begin van het jaar opdat de ou
ders, van af het Paaschverlof, hunne schik"
kingen zouden kunnen nemen. Maar met
groote verstanden van Yper
M. Declercq. Ik moet doen opmerken dat
dit plan een afdruksel is van de herbouwine
dier school, nog ten tijde van den heer Van
Nieuwenhove.
M. Missiaen. En het is geteekend door
den heer Declercq.
M. Declercq. Ik heb dit plan niet onder
teekend. Dit is heel waarschijnlijk een aan-
teekening gedaan in het Hoog Commissariaat
om het plan naar mij te zenden.
M. Sobry. Er is ook nooit spraak geweest
grond te koopen De op het plan gedane aan
duidingen waren enkel om den raad in te
lichten.
M. Leuridan. Dit alles mag nog waar zijn
en de aankoop van grond mag nog gt beuren
dit doet niets af dat wij hier in Yp -r slechts
een lagere school, op moderne wijze inge
richt, moeten hebben,
M. Glorie. Van u, begrijpen wij dat, wij
weten wat gij tegen de Justiceschool hebt.
Maar van den heer Sobry begrijpen wij het
minder.
M. Missiaen. De heer Leuridan zegt dat
er niets de afschaffing belet. Maar omdat wij
er aan houden goede, bevolkte scholen te
hebben, verzet ik mij tegen de afschaffing der
Justiceschool vóór de verbetering der school
van de Rijselstraat. Zoo zouden wij de ver
smelting der twee scholen niet bekomen, de
kinderen der Justiceschool zullen niet over
gaan tot die der Rijselstraat. 't Ware dus een
voudig afschaffing en niet versmelting. Het
systeem van opvoeding moet zoodanig gewij
zigd worden dat er geen vrees meer bestaat
de kinderen der begoede klas met die der wer
kende klas te vereenigen, dan alleen kan er
spraak zijn de Justiceschool af te schaffen,
wanneer allen een officieele school kunnen
vinden naar hun gedacht. Ik weet dat het
vooroordeel van de minderwaardige opvoe
ding der kinderen van de werkende klas soms
gegrond is, zij moeten even proper, even def
tig, even gemanierd zijn als de andere kinde
ren. Maar de schuld hiervan is niet alleen te
wijten aan de ouders, zij hebben het nooit
anders geweten of gezien, maar ook grooten-
detls aan het gemeentebestuur door het ver
zuimen van badinrichtingen en andere.
M. Leuridan. Ik begrijp niet vanwege den
democratischen mandataris Missiaen hoe hij
zoo nog het ingeworteld vooroordeel van een
bevoorrechte stand wil spijzen. Ik doe den
indruk op dat de heer Missiaen beweert dat
de school der Rijselstraat op een lager peil
staat dan de Justiceschool. Dit' is slechts een
bewering, doch bewijzen laat hij achter. Ik
zie maar een verschil het taalverschil en geen
ander. Ik vraag nu of de redenen, door den
Minister ontwikkeld, op u indruk gemaakt
hebben of niet.
M. Missiaen. Ja.
M. Leuridan. Daaruit is uit te maken dat
wat nu bestaat slecht is. Dat de school der St
Jansstraat zoo vooruitstaande is, daarvan ben
ik zoozeer niet overtuigd. Ik herinner mij m
den loop van den zomer er een bezoek te heb
ben gebracht en ik heb er meer moeten oplet
ten om mij niet te bevuilen dan in de schoo
der Rijselstraat. Ik was verpliéht er in drek e
stappen, gezien de Justiceschóol in een kie
kenhok herschapen was. (Gelach).
M. Missiaen. Vleiend compliment voor
den heer Schepene van onderwijs.
M. Leuridan. M. Missiaen, thans doet
gij niets anders dan de liberalen 'nv0'fe?'
maar ik herhaal het u gij zijt regelrecht
tegenstrijd met uwen socialen leider, e
heer Minister. Gij zult nog overkomen tot 0
gedacht.
M. Missiaen. Ik ben het reeds, doe 1
wil eerst de verbetering. Gij wilt de afscha
en ik de versmelting. Gij handelt alleen
haat tegen het officieel onderwijs.
M. Sobry. De Minister vraagt ons ee
beslissing te nemen.
M. D'Huvettere. - De afschaffing werd,"
sluitend gestemd uit reden van bespa
Vermits dit werkelijk geen besparing z]]teffen
zal ik stemmen zooais de eerste maal