grondw g t->t aan het magazijn van den Boe renbond Dit wordt eenparig gestemd. M. Lemahieu. En nu vraag ik de stem ming van het tweede deel in 't voordeel van de menschen die langs daar wonen. M. Missiaen. Dan vraag ik dat ge meer zoudt doen, en dien weg zoudt besteenigen tot aan de huizen dier menschen. Dit ware misschien een paar honderd meters meer. M. Lemahieu Zooveel niet, al te samen zeker een veertigral meters meer. M. Declercq. Vermits dit werk 3o fr. de vierkanie meter kost, zou dit een 6doo ir. meer vergen dan gevraagd is. M. Missiaen. Er bestaan nog veel andere wegen die moeten hersteld zijn en die meer noodzakelijk zijn dan dien weg. M. Lemahieu. Laat ons nu dit tweede deel stemmen, en voor de andere wegen kunnen wij dit al handelen tijdens de bespre kingen over de begrooting. M. D'Huvettere. Stelt dan een krediet voor van 20.000 fr. voor het maken van gansch den weg. Daar al de raadsleden hiermede schijnen akkoord te gaan, gaat de heer vooizitter .onmiddellijk tot de stemming over. Tot ieders verbazing wordt, na die zeer lange bespre Ling, in enkele minuten dit voorstel van den heer D'Huvettere met eenparige stemmen goedgekeurd, en menigeen slaakt een groote zucht van voldoening als ware hij van een zwaren pak ontlast. III. Zwemkom Aanbesteding Goed keuring. Voor het maken der zwemkom werden er vier inschrijvingen regelmatig ingediend, deze van de heeren Van Wynsberghe voor de som van 200.000 fr., Delhem voor 192.719 fr. Waterbley voor 221.5oo fr. en Vander Ghote voor 255 800 fr. Het Schepenencollege stelt dus voor h t laagste aanbod van den heer Dtlhem, aan nemer te Yper, voorloopig te aanvaarden onder voorbehoud van goedkeuring door de hoogere overheid. M. Missiaen. Dit maakt dat er daar een last zal zijn van 32.000 fr. door de stad af te dragen, vermits zij een overeenkomst gesloten heeft voor 160.000 fr. M. Declercq. Neen, die som werd ons verleend door een vonnis, en het verschil in prijs komt voort van den opslag der lo anen. Het gedane voorstel wordt dan algemeen goedgekeurd. IV. Stadsbegrooting voor het jaar TQ28. M. Sobry. Wij beginnen het onderzoek over de begrooting voor 1928. Gewone Ontvangsten. Artikel 1. Interesten van rentetitels op den Staat en 't Gemeentekredet: 7 r 29,50 fr. M. Missiaen. Van welke rentetitels zijn die intresten M. Sobry. Het is d^zel'de som die wij ontvangen hebben in 1916 Om u een juist hntwoord te kunnen geven moet ik op voor hand de vragen kennen die zullen gesteld worden. Een voorzitter is niet verplicht te antwoorden op ieder vraag die niet sch; ifte- lijk gedaan wordt. M. Missiaen. En nochtans wensch ik op ieder artikel uitleg te vragen. Zult gij mij dan iedermaal den uitleg verschuldigd blijven M. Sobry. Gij, als gemeenteraadslid, hebt recht uitleg te gaan vragen bij den ge meenteontvanger, die u die titels zal kunnen laten zien. M. Missiaen. Ik ben geen schepene van financiën, wiens werk het is allen noodigen uil leg te geven, gezien hij ervoor betaald is. Gij weet z ker ook niet dat er, volgens de gemeentewet, op ieder artikel afzondei lijk moet gestemd worden M. Sobry. Dat is nog nooit gedaan geweest. M. Missiaen. In den tijd waren het hier allemaal jaknikkers, maar ik stem niet over iets dat ik niet ken. M. Sobry. Als gij het zoo wilt, dan zullen wij het onderzoek der begrooting uitstellen en de volgende maal de titels meebrengen, en hier gansche hoopen papieren neerleggen voor zijne majesteit Missiaen. M. D'Huvettere. Al die papieren naar hier brengen, dat is niet mogelijk. Ik ver onderstel dat dit intresten zijn eener inschrij ving op het grootboek. M. Missiaen. M. D'Huvettere, woont gij dan de zittingen niet bij van het schepenen college, sedert het overlijden van den heer Burgemeester VI. D'Huvettere. Er zijn drie schepenen, ze zijn dus in voldoende getal. Niemand hee t het als plicht mij in den Schepenenraad te benoemen en daarbij ben ik zulks nog van niemand gevraagd geweest. Dit artikel, alsook de vier volgende, worden dan uitgesteld voor nadere inlichtingen. Artikels 6 tot 12 inbegrepen, die hande len over de opbrengsten van verpachting van bebouwde en onbebouwde eigendommen, van twee vijverhuizen met vischrecht, van jachtrec'it, van verkoop van hakhout en oud ijzer (buiten dierst gestelde ijzeren voorwer pen, want de stad.zegt de heer Sobry, is geen ïjzerzoekster), van erkenningsrechten van eigendommen (hu rvoor werd j5 fr. inge schreven, doch de heer Sobry verhoopt meer en stelt voor die rechten te verhoogen), van vergoeding voor water uit de stadsgrachten genomen door aannemers en door den ijzeren- weg, al deze artikels, zeggen wij, worden met eenparige stemmen goedgekeurd. Artikel i3 voorziet de som van 220.000 fr. als opbrengst van water ten huize bezorgd en verpachting van watermeters. De Heer Voorzitter doet hier dan op merken dat er in de laatste zitting besloten werd geen watermeters aan te koopen en te 11 ratsen zoolang de filters te Zillebeke niet geplaatst zijn, dit om te beletten dat de water meters zouden versluizen door het vuil water dat ons tegenwoordig van Zillebeke geleverd wordt. De ingeschreven som is dus te hoog, de stad zal geen 220.000 fr. ontvangen met de bela ting der kranen te verdubbelen. De Heer Sobry vernieuwt hier dan zijn voorstel van verdubbeling der taksen op het water. M. Missiaen. En wat doet gij dan met het besluit van den gemeenteraad genomen tijdens de laatste zitting M. Sobiy. Er werd ons nog geen nu.uw voorstal gedaan. M. Missiaen. Maar wie werd er reeds bijeengeroepen M. Sobry. Men verzendt steeds al de punten naar de Commissie van financiën en men weet dat zij niet meer bestaat. M. D'Huvettere. Gij moet maar twee nieuwe leden noemen, want wij moeten toch een som inschrijven in de begrooting. M. Delahaye. Ik heb voorgesteld die kwestie te verzenden naar de Commissie van Openbare Werken. Ik stel voor de som van l5o 000 fr. in te schrijven, er kan middtl ge vonden worden die som te ontvangen, want ik ben van het princiep dat ieder openbare dienst moet opbrengen wat hij kost. M. Missiaen. Het princiep van den Heer Delahaye is onmogelijk uitvoerbaar Het natuurlijk gevolg hiervan zou zijn dat de kiezers de bedienden, belast met het opmaken der kiezerslijsten, zouden moeten betalen, voor den burgerlijken stand, 't zelfde, enz. Hier kan dit princiep nog minder gelden, daar het een dienst is van openbaar nut en gezond heid. Het is het globaal van de stad dat dien dienst zou moeten bekostigen. Het is onrede lijk menschen, die een klein gebruik maken van water, evenveel te belasten als anderen. Wanneer men aan de bestaande nijveiheid water levert met verlies, moet men daarom de arme menschen belasten Als die dienst sluit met een tekortdat men andere taksen lecge op belastbare zaken. M. Dtch rcq. Op die manier zult gij de menschen van den buiten, wier huizen niet voorzien zijn van stadswater, toch doen be talen voor dien dienst. M. Missiaen. Als gij het zoo wilt, is dit ook waar voor de straten. M. Delahaye. Die bemerkingen zullen beter te pas komen wanneer de Commissie haar voorstel zal indienen. M. Sobry. In die voorwaarden is het niet mogelijk de begrooting gereed te hebben tegen den ion December a. s. Ik steun het voorstel van M. Delahaye en 'k vraag de som van i5o.ooo fr. in te schrijven. M. Missiaen. Op wat steunen die cijfers M. Bossaert. Vroeger hebben wij U doen opmerken dat de begrooting moest ingediend zijn op den in Maandag van October. Dit werd niet gedaan. Het is dus de schuld van het schepenencollege dat de begrooting niet bij tijd zal kunnen gereed zijn. M. Missiaen. Wanneer is de begrooting reeds gereed geweest op ion December Nog nooit nietwaar, dan zelfs nog niet wanneer niemand er opmerkingen op te maken had. En nu wij begeeren volkomen ingelicht te zijn over hetgeen wij geroepen zijn te stemmen, want het opmaken der begrooting is wel het belangrijkste werk van den gemeenteraad, dan wil men die begrooting in enkele afgehandeld zien. Ure* Op het voorstel van den heer Delaha worden dan de heeren Declercq, als zitter, Delahaye, Missiaen, Laton aye, voor- Nieuwenhove als leden benoemd demCo^ missie belast met het onderzotken der wat^ kwestie. r" Dit artikel i3 van de begrooting is dus uitgesteld. Volgende artikelen 14, vergoeding voor de gasleiding (6900 fr., 't zij 5o centiemen per inwoner) l5, deel in de opbrengst derelec. trieke krachten (5ooo fr.) en 16, opbrengst der openbare weegschaal (1200 fr.) worden eenparig gestemd. Voor dit laatste alleen vraagt de heer Missiaen waarbij het komt dat er thans 211 fr. minder voorzien is dan er ontvangen werd in 1926. Hierop antwoordt de hr schepene Lemahieu dat dit 't gevolg is van het oprichten van talrijke private basculen en van het in werking treden van de nieuwe groote weegschaal op den koer der statie. De openbare stadsweegschaal bij het slacht huis is daar slecht gelegen omdat de wagens die naar de statie moeten een omweg moeten maken. De heer Lemahieu is nochtans van oordeel dat het onvoorzichtig ware die weeg. schaal af te schaffen, omdat zij reeds dikwijls in gevallen van betwisting van groot nut is geweest. Art. 17. i3.ooo fr. als opbrengst van het openbaar slachthuis. M. Missiaen. Ik heb den heer schepene van financiën vroeger reeds doen opmerken dat hij daar een bron van inkomste 1 zou kun nen vinden. Inde uitgaven viniei wij voor zelfde slachthuis, de so n van 18 600 ir. Daar is dus een groot tekort. De rechten op het vleesch werden vroeger vastgesteld wa rneer het vleesch vetl goedkooper was en onze frank veel hooger stond. M. Sobry. Die taks werd sedert den oor log reeds verdubbeld. Vroeger was die taks van 1 cnn. per kilo, nu 2 centiemen en dit is gestemd geweest voor vijf jaar. Daarbij de beenhouwers betalen reeds bijzonder groote lasten aan den Staat. M. Missiaen. Ik stel voor die taks te brengen op 5 cm. de kilo, die verhooging zal niet den minsten invloed hebben op den prijs van het vleesch. De heeren D'Huvettere en Leuridan oor- deelen dat er verder in de begrooting het niet zal ontbreken aan artikelen die kunnen ver hoogd worden, maar dat zulks buiten het kader valt der besprekingen van den gemeen teraad. M. Missiaen. Men kan dit punt op de dagorde eener volgende zitting brengen. Artikel 17 is dus eveneens uitgesteld. Art. 18. 885o fr. als opbrengst van het openbaar vleeschhuis. M. Missiaen. Er werd een Commissie benoemd voor het inrichten van een museum. D e commissie vergaderde reeds verscheidene malen, doch het groote punt is het vinden van een geschikte plaats om al de kunstvoorwer pen die de stad btzit op behoorlijke wijze te bergen. Kan het gansche gebouw van het vleeschhuis niet ten dienste gesteld worden voor het inrichten van het museum Anders zal de commissie naar een ander groot ge bouw moeten uitzien of een huren, hetgeen zeer kostelijk zou vallen. Daarbij zijn er men schen die een vleescbkraam pachten met ver lies en niets beter vragen dan ontslegen te zijn van hunne pacht. Voor de weinige kranten die bezet zijn is de vleeschhalle veel te groo en er kan altijd uitgezien worden naar een andere plaats om ze in te richten. M. Sobry. Vóór den oorlog was museum ingericht boven het vleeschhuis, daar wij thans nog minder kunstscha hebben dan vroeger, is die plaats genoeg. De pachten werden gesloten v0 den duur van drie jaar en wij weten niet 0 pachters van hunne pacht zullen willen a zt ook hebben wij het recht niet die pa<j I breken. Wij moeten dus wachten en t ware het bovenste deel van het vleesch u^ doen dienen voor museum. Nu is die die van Brussel plaats vol met voorwerpen - naarsi gekomen zijn en toebehooren aan etge l uit de verwoeste gewesten. Wij zouden nen aandringen bij den heer ^onn1 Hoog Commissaris om die plaats e1 onzer beschikking te stellen. lU| M. D'Huvettere. Vroeger, voor ivi. u riuveuere. vroege*, - ^pn0ven Januari 1927, werd er dikwijls £esPrCKvan fietj het oprichten van ons museum en nel hotel Merghelynck. De toenmalige s ^jjeidf de heer Van der Mersch, heeft de arti gehad zich die zaak in 't bijzonder e

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1927 | | pagina 4