Kamer der VoIKsvertegenw©ordigers 5cole de M u s i q u e CONCOURS a) Non Publics Mardi 10 Juillet, a 17 b. Solfège, gargans (cours moyen). A 18 h. Solfège, filles (cours moyen). Jeudi 12 Juillet, a 17 h. Solfège, filles et gafgons (cours sup. ie année). Vendredi i3 Juillet, k 17 h. Solfège, gafgons (Cours inf.). A 18 h. Solfège, filles (cours inf.) Samedi 14. Juillet, a 17 h. Solfège, filles et gargons (cours sup. 2e année). b) Publics Jeudi 12 Juillet, a 18 h. Clarinette, Flüte, Violoncelle. Samedi 14 Juillet, a 16 h. Chant. Lundi 16 Juillet, a 18 h. Piano (Cours inf. et cours sup. division R). Mercredi 18 Juillet, a 18 h. Violon (Couis inf. et sup.) Jeudi ig Juillet, a 17 Vi h. Piano (Cours sup. div. A). Muziekschool WEDSTRIJDEN a) Niet Openbare Dinsdag 10 Juli, te 17 u. Notenteer, iotjgens (middelbare graad). Te 18 u. Notenleer, meisjes (middelbare graad). Donderdag 12 Juli, te 17 u. Notenleer, irièïsjes en jongens (hoogere graad, ie jaar). Vrijdag i3 Juli, te 17 u. Notenleer, jongens (lagere graad). Te 18 u. Noten leer, meisjes (lagere graad). Zaterdag 14 Juli, te 17 Vi u. Notenleer mëfsjes en jongens (hoogere graad, 2' jaar), b) Openbare Donderdag 12 Juli, te 18 Vi u. Klarinet, 'Fluit, Cello. Zaterdag 14 Juli, te 16 u. Zang. Maandag 16 Juli, te 18 u. Klavier (lagere en hoogere graad, afdeeling B). Woensdag 18 Juli, te 18 u. Viool (lagere en hoogere graad). Donderdag 19 Juli, te 17 Vi u. Klavier (hoogere graad, afdeeling A). BEKNOPT VERSLAG UITTREKSELS Vergadering van Dinsdag 3 Juli 1928 V oor sitterschap van den heer Brunei, voorzitter INTERPELLATIE. De Voorzitter. Nu komt de interpellatie van.de heeren Dierkens en A. Van Acker tot de regeering over de maatregelen die zij denkt te nemen om de slachtoffers van de ■ramp te Brugge, van Vrijdag 22 Juni, ter hulp te komen, en wat zij denkt te doen om derge lijte rampen in de toekomst te voorkomen Daarbij komt de interpellatie van de heeren Boedt en R. Debruyne tot den heer minister van nijverheid, arbeid en sociale voorzorg en tot. den heer minister van landsverdediging i° over het bestendig gevaar dat het opslaan van munitie en het achterlaten van oud oor logstuig in West-Vlaanderen voor de bevol king dezer provincie uitmaakt en over de maatregelen welke men meent te kunnen aan wenden om daarin te verhelpen 20 over het onvoldoende toezicht op het inrichten van opslagplaatsen van springstoffen in de steden, bij bijzonderen, en over de erge gevolgen welke het ontploffen van dergelijke opslag plaats te Brugge gehad heeft den 22 Juni 1928; 3° in verband daarmede, betreffende de maat regelen welke de regeering denkt te nemen om nieuwe onheilen te vermijden en de slacht offers der laatste ramp ter hulp te komen De heer Heyman, minister van nijver arbeid en sociale voorzorg (in t I iansc Ik verlang in naam der regeering een ver ring af te leggen, die wellicht het de at in (Voortsprekende in 't Vlkamsch.) Verled week, had ik de gelegenheid, in verbanc deze interpellatie, te verklaren, dat gee credieten voor die ramp voorzien waren a de gewestelijke besturen reeds maatrege en hadden genomen erj,j;dat,;f^,!r^gfef,finff' <tr ou wens, haren plicht zou doen- tiit de thans ingewonnen inlichtingen b ij <t dat Brugge met het Roode Kruis 14,000 frank heeft ingezameld, de provincie 16,000 fi hulp verleend, de private inzamelingen 11,000 fr. hebben opgebracht, het stadsbestuur van Brugge 25,ooo frank heeft uitgetrokken, en de bestendige deputatie 10,000 (rank, hetgeen te zamen 76,000 fr. vertegenwoordigt. Ik heb nu het genoegen te verklaren dat de regeering de som van 100.000 frank voor de slachtoffers heeft bestemd. En wij meenen dat deze verklaring de inter pellatie wellicht kan verkorten. De Voo zitter. De Kamer sluit zich aan bij de woorden van den minister van nijver heid en arbeid. (Zeer welzeer welvan alle zijden.) De heer Van Walleghem. Ik sluit mij er niet bij aan, heer voorzitter ik heb niets begrepen. De heer Heymanminister van nijverheid, arbeid en sociale voorzorg (in 't Fransch). Ik zeide zooeven in het Vlaamsch dat de ministerraad, op zijn vergadering van giste ren, na vastgesteld te hebben dat de geweste lijke openbare besturen 76,000 frank hadden uitgedeeld om de slachtoffers van de schrikke lijke ramp van Brugge ter hulp te komen, besloten heeft 100,000 frank ten voordeele dezer zelfde slachtoffers te verleenen. Zeer wel zeer welvan alle zijden.) De heer Dierkens (in 't Vlaamsch). - Het doet ons genoegen de verklaring van den achtba ren minister te hooren. Ik moet nochtans zeggen dat wij er toch aan houden te pleiten ten eerste voor de slachtoffers die reeds vielen en ten tweede voor de slachtoffers die nog kunnen vallen. De lijst der slachtoffers sedert den wapen stilstand is reeds groot. Toen wij in vroegere tijden wezen op hun toestand, verwezen de ministers ons of naar de wet op de arbeidsongevallen of naar den dienst voor oorlogsschade. Eigenlijk wisten wij nooit juist tot welken minister wij ons moesten wenden. Daarom hebben wij ons, met deze interpel latie, tot de regeering gericht. Eigenlijk zijn er vier departement;n die hier aansprakelijk zijn a) Het ministerie van landsverdediging, omdat het de vernielingsmiddelen niet weg ruimde b) Het ministerie van binnenlandsche zaken, wegens het bestaan van verborgen munitie- opslagplaatsen die verborgen munitie vindt men namelijk bij de verkoopers van oud ijzer; c) Het ministerie van nijverheid en arbeid, dat moet waken over de gevaarlijke bedrijven; d) Het ministerie van financiën dat de scha'- kist beheert waaruit de sommen tot betaling der slachtoffers moeten voorafgenomen wor den. Hetgeen wij, ten slotte, bepleiten is het recht van de slachtoffers op volledige schade loosstelling. Vooreerst, wijs ik op de verantwoordelijk heid van de regeering, dat er tien jaar na den oorlog nog ontplofbare stoffen in de verwoeste gewesten liggen. Er zijn magazijnen waar die gevaarlijke stoffen opgeslagen liggen. Ruimt men die stoffen en die magazijnen op, dan zal men naderhand geen vergoedingen meer moeten betalen. Toen wij in 1921 over een zelfde I zaak interpelleerden dachten wij zeker niet dat in 1928 zich nog zulke rampen zouden Hoeveel slachtoffers zulle voordoen. moeten vallen om'er eindelijk mee maken De regeering heeft hare deelnemingbet Dat is heel goed. Thans genieten de s, offers wel aller sympathie, trekken ge^.? steun. Thans na eenigen tijd js dat Ve3 En de weduwen en de weezen, beroof,} den broodwinner, staan verlaten, hun recht zijn? Op welke wetten kunnen steunen ,t,, De heer Heymanminister van nijv'erh arbeid en sociale voorzorg (in 't Vlaamsch)" Ge moest mij die wetten eens aanduiden, De heer Dierkens (in 't Vlaamsch). er toe. De verantwoordelijkheid van de regee kan dus niet betwijfeld worden. In elke gemeente van West-Vlaanderen er magazijnen waar obussen en ontploft, stoffen bewaard worden, 't Is eene winst» vende zaak, en ook zeer gevaarlijk. Waar, verbiedt de regeering dit niet De heet Heymanminister van nijverhei arbeid en sociale voorzorg (in 't Vlaamsch).! Maar dat staat toch in 't koninklijk besluit De heer Dierkens (in 't Vlaamsch). 1 maar hoe wordt dat toegepast Iedereen weet dat die obussen bew; worden in magazijnen. De heer Heyman, minister van nijverhei arbeid en sociale voorzorg (in 't Vlaamsch), Ik vraag me af of de heer Dierkens welopi hoogte is van de zaak, en welke bijbedoeli gen zich daar weer achter verschuilen. De heer Dierkens (in 't Vlaamsch). - heer minister is verwonderd over hetgeen zeggen maar 't is niet de eerste maaldati die zaken hier aanklagen, doch de regeerii heeft nooit de vereischte maatregelen gi men. De heer Heyman, minister van nijverhei arbeid en sociale voorzorg (in 't Vlaamsch) Daar neem ik akte van. De heer Dierkens (in 't Vlaamsch). - Tb jaar geleden werd, krachtens een rondscki ven van den minister van lands verdedig jacht gemaakt op de opkoopers van doch wanneer men in de opslagplaats kwam, was er geen ons koper te vinden Zoo zal het nu ook gegaan zijn met springstoften zij zullen nu ook wel verb) gen zijn, 't is om dit te verhinderen verleden week de hoogdringendheid aanvrot Verder stel ik aan de regeering de vraag het voldoende toezicht wel werd uitgeoefet en of die bewaarders van springstoffen daartt gemachtigd zijn De heer Heyman, minister van nijverhei arbeid en sociale voorzorg (in 't vlaamsch). Neen, dat zijn ze niet. De heer Dierkens (in 't vlaamsch). Wel»1 ik beweer dat er aldus tientallen verborgt of geheime opslagplaatsen bestaan. Is de wet op de werkongevallen van tot passing in dergelijke omstandigheden Of moet hier de wet op de burgerlijke sW offers van den oorlog toegepasselijk worde' Naar mijne meening is de ontploffi"! Brugge aan het feit van den oorlog te wljte Zonder den oorlog zouden zulke onheilen" voorkomen. En eigenlijk is het daarom dat hier de' op de burgerlijke oorlogsongevallen ingfJP moet. Wij hopen dat de minister in deze zijn en zijn gevoel zal laten spreken. De wet!, leent een laatste verlenging van tefrt namelijk tot3i December 1928, aandes» offers van oorlogsongevallen om hun e'sC te dienen. Het is deze wet die moet aaDl>e^ worden om het droevig lot van de sla0'1"' waarvan sprake te lenigen. Ik doe dus beroep op den nijverheid en arbeid en sluit met he' van den wensch dat zoo spoedig j I r het wegruimen van oorlogsmateriaal overgegaan, dat een einde worde ge ai er it J

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1928 | | pagina 5