ThoUrout, alwaar eene provinciale Herver- te,ering zou wor(^en gest;icht. Het reglement 26 reeds opgemaakt, alle schikkingen waren waSds Kenomen, wij stonden bijna voor een 16 j,rokken feit. Wij zien nog met welgevallen V° 'e op dien heerlijken dag. Het was lente in T natuur, maar het was ook nog lente in s leven Wij zagen hooger, wij zagen bree- f „n'i wilden meer hart en meer geest in be«l de .nstell.ng, Wti zien noR m herlnnering den koenen kamper Dobbelaere, den gloedvollen reker M. Quatamust en den bezadigden jnaar beslisten M. Swingedouw aan onze zijde, 0ni samen eenen stormloop te doen tegen eene stelling die ons welhaast had overrom- eld De gedachten doorslingerden de ver derzaal als bliksemschichten, verpletterende statistische gegevens en de logiek der be weegredenen vielen als mokerslagen op het kunstmatig en valsch verzekeringsregiem, dat roen aan gansch de provincie wilde opdringen, gen vaste groep van st ute durvers, nijdige kampers rustte niet tot het laatste onge- wenschte princiep was geweken en de leider der vergadering ontmoedigd en onthutst zich in zijne tent terugtrok. Na enkele weken noesten arbeid werd geheel het plan heropge- vat en omgewerkt en in den zomer van het zelfde jaar werden de standregels en het regle ment van inwendige orde afgewerkt, voorge dragen en goedgekeurd. Op zijn geheel genomen was dit een standaard werk, dat na vijf en twintig jaar werking en ondervinding nog immer de grondslag blijft der Herver- zekerin0*. In naam van het Bureel sturen wij onzen diépen dank en onze welgemeende bewonde ring aan die moedige wapenbroeders, die dappere vrienden, die trouwe medewerkers, die prachtige, onbaatzuchtige mannen van de daad, apostelen van een ideaal, die als leus hadden aangenomen beminnen en dienen. Wonder dat in onze men schel ij ke opvatting en uitwerking alles nog zoo onvolledig is. Gisteren scheen het ons volmaakt, heden zitn wij reeds verschillige leemten, wat gisteren voorbeeldig gerangschikt was, komt ons heden ordeloos voor. Daarom was het noodig ge heel deze onroerende wei kzaamheid te laten bezinken'. Daartoe was van onzent wege geene aktie noodig, maar veeleer onthouding, zelf- beheersching en geduld. Want het proces :gesch'edt onbewust, wij hebben er geen mm h over evenmin als over den groei. Wij worden er slechts dan van bewust als het plaats hee t gehad en worden de uitweiking gewaar door dat we aan kracht hebben gewonnen en dot r dat er iets in ons heelt wortel geschoten dat blijvend is en vruchten kan dragen, omdat het geworden is een deel van ons zelf. Zoo ook is de Herverzekering ontstaan, zij heeft haar be staanstrijd doorworsteld en zich binnen het kader der andere instellingen gerangschikt om van daar hare zegenrijke zending te volbren gen. Aan het hoofd van ons bestuur stond van den beginne af M. Pieier L levre, een sociale werker van het eerste uur, die al de nooden en de vei zuchtingen van zijne, streek en van de landsche bevolking kende en trachtte te leni gen. M. Lefevre was eerder een gevoels- dan een geestesmensch, hij had een zucht naar hestuur en de geschiktheid om zijne taak, vestiging der instellingen, tot het grootste nut der leden te volbrengen. Ook waren wij ge lukkig heden tijdens ons gebed eenige der beste bloemen in ons hert te plukken en ze ®et eene welgemeende dankbetuiging aan °nzen gewezen Voorzitter op te dragen. Hij beeft ons geleid, bestuurd zooals wij het jenschen konden, de al te onstuimigen wist h in te toornen, de wankelmoedigen vooial wist hij wat op te beuren, en op het vaste spoor erug te brengen. Zoowel dezen die zich ver lePen in herinneringen als de anderen die in e bekomst droomen wist hij in de hand te Men. Hij ais oudere kon nog smaakvol de ea en der jongeren genieten, hun jeugdigen overmoed billijken en verdragen, hij leefde en voelde met hen mede, omdat hij eene frissche opvatting van het leven bleef bewaren, omdat zijn jonge tijd nog versch in het geheugen lag en de k achten die hem dreven nog slechts weinig van haar intensiteit hadden ingeboet. Om deze redenen wist hij zoo vaderlijk, zoo gemoedelijk en zoo lange jaren met gepast woord of gebaar onze besprekingen te leiden, onze besluiten te richten en onze werkzaam heid te regelen. Het gezag dat uit geheel zijn persoon zoo zachtjes maar toch indringend uitstraalde was vast als een ijzeren baar, maar omkleed met het zachte fluweel van zijn edel hert. In volle werkzaamheid werd ook onze maatschappij hevig geschokt door den wereld oorlog van 1914 1918. De groote beving die over de aarde is gegaan, heeft alles losge scheurd wat niet met volle bewustheid had wortel geschoten. Gelukkiglijk bleven wij van het ergste gespaard, de werkzaamheid bleel enkel geschorst, de grond van ons arbeidsveld bleef enkel braak maar werd niet geheel om woeld en zoo kon na den vrede, na enkele schommelingen onze werkzaamheid herne men. Intusschen was de heer Lefevre gestor ven en zijn rechterarm, de secretaris der Her verzekering, tot een ander ambt geroepen. En nochtans onze West-Vlaamsche verzekerings maatschappijen wilden eene Herverzekering. Het is dan dat de Belgische Boerenbond-de zaak aanvatte en met Roeselaere als zetel plaats eene Herverzekering der paarden in West-Vlaanderen inrichtte. Na enkele jaren, die zeer gevaarlijk waren uit hoofde der reform paarden die onze geplunderde paarden stallen hadden aangevuld, keerde de beweging terug naar haar uitgangspunt. De stad Yper, de diep beproefde, had reeds tal van wonden geheeld, menige brokstukken van haar vroeger heerlijk verleden hersteld en wilde ook de zedelijke voldoening hebben dat de maatschap pijen, die er vroeger hunnen zetel hadden, andermaal zich binnen hare muren kwamen vestigen. Wij zien daar nog in onze inbeelding den heer Colaert, als Burgemeester der stad, in onze vergaderzaal du Brasseur het woord nemen, om de zetel der Herverzekering, die t jdelijk aan Yper was onttrokkèn, andermaal naar de stad over te brengen. Wat waren wij getroffen door de woorden van dezen bekwa men Burgemeester van Yper die zich in or.s midden kwam vernederen, die ons allen een voudige lieden kwam smeeken, om aan Yper de zedelijke voldoening niet te weigeren, die in zijne vraag besloten was. Al de kunstgrepen, die hij vroeger in zijne glorierijke loopbaan als schitterende pleiter aan het gerechtshot ten toon spreidde waren wederom uit de oude doos.gehaald om zijn pleit te winnen, zijne diep bewogen stem, zijne statige gebaren, zijne innemende houding, de kracht zijner logische redeneering en het diep gevoelde be roep op al de snaien van het gevoelig hert waien zoovele middelen om zijne omgeving te beïnvloeden, te winnen en te overredenen. Hij eindigde zijn warm en gemoedelijk pleidooi met deze machtspreuk De eerste plicht van het geluk is het leed van an deren te eerbiedigen, te heeleu. Hij wist door intuïtie, dat de vraag, die hij in zijne vaderlijke be zorgdheid voor de stad Yper deed, eene ernstige tegenkanting zou ontmoeten en daarom kwam hij peisoonlijk in ons midden al de kunstgrepen van zLjn rechtskundig rede naarstalent ontplooien. Hij had klaar gezien. Het is immers zoo natuurlijk dat er, waar we van velerlei wegen komen, verschil bestaat van inzicht en opvatting, van wenschen en begeer- ten. Hoe zou het mogelijk zijn om alle hóóp, alle overtuiging, alle geloof uit zooveel ver scheidenheid van ervaring en bedoeling ge boren, tot gemeen goed te maken. De strijd werd ridderlijk gevoerd en vooral gekenmerkt door de achting voor de verkleefdheid aan eene overtuiging bij de wederpartij, 's Namid dags troffen wij eene van weerszijden aan nemelijke oplossing Yper bleef de zetel der Maatschappij en Mijnh. Car nepeel werd Voorzitter, het Onder-Voorzitterschap ging over op M. Ronse en het secretariaat aan M. Vandeivennet. De groote struikelsteen, die onze baan versperde, werd uit den weg ge ruimd en onze maatschappij kon hare ver jongde en eendrachtige werkzaamheid in eene echte vrede ontplooien In den loop van ons vijf en twintig jarig bestaan heeft de milde zon niet immer ons werk bestraald, menigmaal was de einder somber, doch altijd werden de moeilijkheden wijsgeerig opgevat. De tegenspoed onder drukt enkel de wankelmoedigen. Voor hen, die inwendig sterk zijn, die de kern van hun wezen hebben gevonden en de keuze van hun richting hebben gedaan, zullen de hinderende tegenspoeden veeleer een spoorslag dan eene belemmering zijn. In deze lange vijf en twin tig jaar met al hun lief en leed, met al hunne gaven en zegeningen, met ook hunne nooden hebben wij allen, leden en bestuur, onze taak ernstig opgevat en vastberaden voortgezet en een groot werk verricht. Lange vervelende statistieken zullen wij niet opgeven, cijfers zijn materiaal voor een studievertrek maar passen niet in eene feestzitting. Daarom zul len wij enkel vermelden, dat de herverzeke ring het eerste jaar van haar bestaan 2io5 paarden verzekerde van 1070 landbouwers, aangesloten bij i3 plaatselijke verzekeringen. In 1927 waren 8117 paarden herverzekerd met eene geschatte waarde van 36.787.350 fr. toebehoorende aan 4736 leden, aangesloten bij 37 plaatselijke Verzekeringen. Uit deze cijfers blijkt klaar en duidelijk welk nut de Herverzekering sticht, zij geeft rust en stevigheid aan de plaatselijke instel lingen, zij is eene waarborg tegen hunnen ondergang. De Herverzekering zoowel als de plaatselijke verzekeringsmaatschappij verbe tert den paardenkweek, bevordert aldus het persoonlijk vermogen der leden en vermeer dert bijgevolg het maatschappelijk kapitaal, daarom noemen wij deze twee instellingen een sociaal weik. Zij heeft als dusdanig eene eereplaats verworven onder ue talrijke maatschappijen en vereenigingen, die in de laatste jaren als bij too verslag geboren werden en op zoo verbazende wijze zijn aangegroeid en vermenigvuldigd. Ziet eens rond U, Heeren, wat al boerenbonden, syndicaten, gilden van onderling hulpbetoon, spaar- en leenkassen, pensioengilden, maatschappijen van allen aard sedert korten tijd zijn tot stand gekomen en de samenleving schijnen te beheerschen. De samenwerking is het wacht woord geworden van onzen tijd en iu onze dagen vooral baart zij macht en vooruitgang de mutualiteit schept krachten, die de rijk dom en de sterkte eener natie vormen zij doet in het hart van den mensch den geest van vooruitzicht, van zelfverloochcnirg, van spaarzaamheid en van naastenliefde ontluiken, het gevoel van eerlijkht. id, van verantwoorde lijkheid en van persoonlijke waardigheid worden door haar tot een hooger peil ge voerd. En door dit alles beleven wij een tijd stip van sociale hervorming De maatschap pij schijnt stillckens aan van aanschijn te veranderen het ikzuchtige en hatelijke indi vidualisme is overwonnen door broederlijke vereeniging en het is alsof wij terugkeerden naar die tijden waarop ambachten en gilden, bonden en neringen zoo machtig waren en waarvan de oude steden als Yper en andere door hunne heerlijke gebouwen nog den stem pel dragen van vroegeren bloei en welvaart. Heeren, het is met deze hooge opvatting van onze instelling dat wij door de eendracht der harten, door de eendracht der krachtin spanning, door de eendracht der toewijding onze herverzekering moeten uitbreiden om binnen vijf en twintig jaar dubbel krachtig en dubbel talrijk het gulden jubelfeest der Her verzekering te mogen vieren^ Yper, den 26 September ig2S. Em. VAN TROYEN. &&1 11-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1928 | | pagina 3