Katholiek "Volksgezind Qleekbtad
De Vrouw en de
Hoop der Toekomst.
BUITENLAND
BINNENLAND
President Fallières te Brussel.
Kerkelijke Kalender.
ras-TP avernier,
TWEEDE JAAR5N» 19 WEKELIJKSCHE OFLAt4 5 q q NUMMERS. ZONDAG 14 MEI 1911.
TELEFOON N° 137
De mannen maken de wetten, zij hou
den redevoeringen in de parlementen, zij
werken mede aan de voorstellen en einde
lijk verkrijgen deze door de hoogste sanc
tie kracht van wet.
Dan staan die wetten op 't papiermaar
om die wetten, voor zoover ze op de zede
lijkheid betrekking hebben, tot uitvoering
te brengen, daartoe zijn tien parlementen
niet in staat, dat moet de vrouw in Y huis
gezin dat moet vóór alles de moeder be
werken. Als de moeder het verbodrecht
diep grift in 't hart des kinds, staat het
daar beter opgeschreven dan alleen op
het papier.
Zoo de vrouw is zal het huisgezin zijn
uit de huisgezinnen wordt de maatschappij,
het volk, de Staat gevormd en geboren.
Daardoor kan de werkzaamheid der
vrouw, in sociaal opzicht, niet te hoog
worden geschat. Men zegge wat men wil,
de vrouw is het hert des huisgezins. De
man is het hoofd, zooals hij minstens be
hoort te zijn, maar de vrouw is en dient
het hert te blijven. Zoolang het hert ge
zond is, is de heele mensch gezond is
het hert ziek, dan zweeft de mensch be
stendig tusschen leven en dood.
Wanneer het zou gelukken, aan de vrouw
deze weerdigheid en deze toewijding te
ontnemen, is zij niet meer in staat, en heeft
zij ook den wil niet meer, tot zegen der
maatschappij te werken. De vrouw zal de
schuttende, reddende engel van het huis
gezin zijn maar wordt haar weerdigheid
met voeten getreden dan wordt zij ook
de onheilbrengende wurgengel.
Een vrouw zonder godsdienst is in
het huisgezin en bij de opvoeding als een
ijsblok in een bloemperk. Als de goede
God in het hert der vrouw zijn altaar op
slaat, is het heele huis eene kerk.
De groote kracht, uitgaande van de
christelijke vrouw, moet dienstbaar ge
maakt worden aan den, strijd tegen het
drankgebruikook in haar eigen belang,
tot bevordering van haar eigen levensge
luk.
De moeder zal haar kind opvoeden in
afschuw voor de dronkenschap, zij zal
dien afschuw diep in het kinderhert pren
ten.
Angstvallig zal zij er voor waken, dat
haar kind onder de 12 of 14 jaren hoege
naamd geen alcool gebruikt, onder welken
vorm ook.—(Eene wetsbepaling in dien
zin ware uiterst gewenscht)
Want zij weet, dat er een dag zal ko
men, waarop het kind, jongeling geworden,
alleen en op eigen beenen zal staan in de
wereld.
Zoolang mogelijk heeft zij hem opge
voed onder het nauwlettend toezicht van
het moederoog of toevertrouwd aan leer
meesters van beproefde trouw.
Maar eindelijk komt het uur, dat den
jongen man zal vrijmaken en hem zal zen
den naar werkplaats of kantoor, kazerne
of Universiteit in de groote stad.
Is het wonder dat bange zorg het moe
derhart bekruipt
Is het wonder, zoo haar het herte bang
wordt, als haar kind wordt geroepen, om
zijne plaats in te nemen in de gelederen
van het leger?
Maar welke gerustheid zal 't haar schen
ken, als zij haar kind heeft opgevoed in
afschuw voor den drank, geleerd, heeft
waardeering en zelfbedwang.
In de middeleeuwen zonden de oudge-
worden ridders hunne zonen in den strijd
met de woorden Va, mon fils et ne
for ligne pas Dat wil zeggen «wijk
niet af van^den goeden weg En op de
vervulling van dezen wensch mochten zij
rekenen, omdat hun kinderen waren opge
voed in eerbied voor ridderdeugd en zelf
verloochening.
Zoo zal de christenzin der katholieke
vrouw bij de opvoeding harer kinderen
te streven hebben naar de ontwikkeling
van den geest van matigheid en zelfver
loochening.
Die geest zal onze jongelingschap op
voeden tot steunpilaren van Kerk en maat
schappij tot mannen, die er prijs op
zullen stellen, in kunst en wetenschap, in
handel en nijverheid, te staan in de voorste
rijen en die op politiek en sociaal gebied
hun plichtgevoel niet zullen laten verdoo-
ven door gemakzucht en onverschilligheid.
Zulke mannen heeft het katholiek België
noodig.
Dat hooge doel zullen wij echter niet
bereiken, indien de vrouw de pogingen
niet steunt.
Wij, katholieken inzonderheid, behooren
ons steeds te herinneren en de katholieke
vrouw is de laatste, die het mag vergeten
dat in de vergadering der apostelen ook
een vrouw tegenwoordig was, toen de H.
Geest nederdaalde; dat ook de christen
vrouwen in de amp'hiiiieaiërs in den
marteldood gingen; dat het een vrouw
was, die geroepen werd om het kruis
weder op te richten op Jeruzalems muren;
dat, in den slag bij Tolbiac, Koning Clovis
de zege niet behaald heeft, alvorens den
God van Clotildis te hebben aangeroepen
en dat Frankrijk eens gered is door Jean
ne d'Arc.
Zouden nu de Belgische moeders wei
geren van hunne kinderen wilskrachtige
mannen te maken, hunne kinderen, de
hoop der toekomst voor ons geliefde va
derland
Zuid-Afrika
In een brief uit Stellenbosch aan het
H. V. A. gezonden, vonden wij een om
standig verslag over een groot welgelukt
congres dat de studenten daar belegd had
den om de belangen te bespreken van het
Nederlandsch, dat ginder in Zuid-Afrika
meer en meer bedreigd wordt door het
toenemend verengelschen. Onze Zuid-
Afrikaansche broeders hebben daar te strij
den voor hun taal zooals wij hier voorde
onze; zij beginnen nogmaar den strijd, wij
strijden reeds sedert tachtig jaren!! Veel
werd er dan ook gesproken op dat con
gres over de VI. beweging, zelfs door een
daar verblijvenden vlaming, en besloten
in onzen zin te werken. Laten we hopen
dat er een spoediger zegepraal zal op vol
gen dan bij ons.
Mexico
Sedert maanden reeds ging het al weer
om niet te best in Mexico. Wij hebben
vroeger reeds geschreven hoe er een ster
ke partij bestond, die president Diaz zijn
presidentschap wilde ontnemen, en hoe
het haar tot nu toe nog nooit lukte. Zoo
was er nochtans omwenteling ontstaan, en
een tijd lang vreesde men dat de alopsto-
kende Vereenigde Staten er zouden tus-
schenkomen... natuurlijk om er heel en
gansch meester te worden. Gelukkig heeft
President Diaz ten laatste ingezien dat het
hem onmogelijk geworden was te regee-
ren deze week heeft hij zijn ontslag ge
nomen, en men hoopt wel dat er nu weer
om vrede zal heerschen in 't groote, prach
tige maar altijd beroerde land.
Marokko.
Ze blijft nog altijd even duister, die
kwestie van Marokko. Wel lezen we er
dagelijks een en ander over in onze dag
bladen, maar niemand weet juist wat er
gebeurd in 't heimzinnige land. Dat is ze
ker sedert maanden reeds is er overal
eene revolutie aan den gang, en dezen
keer gaat Tet n:-Tel tusschen twee
partijen die elkander om 't bestuur bestrij
den maar zijn er oók Europeanen en A-
merikanen in gemengeld. Sedert weken
reeds wordt Fez, een der twee hoofdste
den van het land belegerd. De fransche
troepen, gingen geholpen dooriniandsche
soldaten. Fez ontzetten. Naar het schijnt
zijn zij er nog niet in gelukt.
Die Marokkaansche kwestie zou nog
kunnen een oorzaak worden voor een Euro-
peeschen oorlog. Natuurlijk zal Frankrijk
door zijn overwinnen zijn macht vermeer
deren in dit zoo genaamd onafhankelijk
land. Maar wat zullen de andere landen
daarvan zeggen Reeds nu gaan er stem
men op in Duitschland, in Engeland, in
Oostenrijk enz. om die tusschenkomst van
Frankrijk gevaarlijk te noemen, en als men
tusschen de reken leest, ziet men wel dat
de groote mogendheden wat wantrouwend
en zenuwachtig beginnen te worden.
Engeland.
De bespreking van de Veto-wet gaat
voort. Daar waren zooveel amandementen
ingekomen dat het onmogelijk geworden
was de bespreking voort te zetten. De mi
nister stelde dan voor al die amandemen
ten in ééns te verwerpen. En zoo ging het.
Nu zijn reeds verschillende alinea's van
zijn wetvoorstel gestemd. Men is verwon
derd dat 't zoo rap gaat.... al gaat de be
spreking onzeggelijk traag vooruit.
Het ontwerp legt eene verplichtende
wekelijksche storting van 2 Engelsche
stuivers (20 centiemen) door den Staat en
3 stuivers door den patroon, per arbeider
van het weekloon der mannen wordt 4
stuivers, van dit der vrouwen 3 stuivers
afgehouden.
De leeftijd, waarop men tot bijdragen
in de verzekering is verplicht, loopt van
16 tot 50 jaar. In het geheel vallen 14 mil
joen 700.000 mannen, vrouwen en jonge
lingen onder deze wet, waarvan 1.310.000
verplichte en 1.600.000 vrijwillige verze
kerden.
De minister verklaarde, dat zijn ontwerp
in twee deelen verdeeld zal zijn, het eer
ste gedeelte loopt over ziekteverzekering
het tweede over werkeloosheidverzeke
ring.
Het ontwerp ziekte-verzekering zal weer
in tweeën gedeeld zijn, te weten, gedwon
gen en vrijwillige verzekering. De gedwon
gen verzekering verplicht hen, die minder
dan 4000 fr. 'sjaars verdienen, een gedeel
te van hun werkloon af te slaan.
Onder de personen, die niet onder deze
bepalingen vallen, behooren arbeiders die
bij geen patroon werken, onderwijzers en
het personeel van leger en vloot. Voor hen
zullen echter afzonderlijke bepalingen
worden gemaakt.
De verzekerden ontvangen vergoedin
gen en geneeskundige hulp kosteloos.
De Staat zal aan de graafschapbesturen
gemeenten en hospitalen jaarlijks 1 1/2
millioen p. st storten.
Ten einde plaatselijke autoriteiten er.
ziekenhuizen bij te staan in de bestrijding
van tuberculose, schenkt de Staat een ka
pitaal van 11 1/2 millioen p. st. voor het
bouwen van sanatoria.
De werkeloosheidverzekering zal ver
plicht zijn, maar zal voorloopig slechts
toegepast worden in het machienvak en
in de bouwvakken.
De uitkeering in geval van ziekte zal
voor mannen 10 shillings in de week ge
durende de drie eerste maanden en 5
shillings daarna bedragen.
Onbekwamen tot werken 5 shillings
pér week; werkeloozen, 7 shillings (de
shilling 1 fr. 25.)
Wie werkeloos is wegens slecht gedrag
lockout of werkstaking is uitgesloten van
de voordeelen der wet, die gemaakt is op
eene basis van 2,400,000 werkeloozen.
Wanneer de beide stelsels op ln Mei
1912 worden ingevoerd, zullen zij 24,500,000
pond sterling kosten het eerste jaar, waar
van de Staat 2,500,90 zal bijdragenhet
vierde jaar zal de tusschenkomst van den
Staat ceeds 5 12 p. st. bereiken.
Het voorstel werd in eerste lezing met
bijna algemeene toejuichingen gestemd.
Aankomst des Konings.
Dinsdag namiddag is M. Fallières, pre
sident der Fransche Republiek, te Brussel
aangekomen, om er een officieel bezoek af
te leggen.
De uitgestrekte halle van de Noordsta
tie was voor de gelegenheid schoon opge
smukt bij middel van fransche en belgi-
sche wimpels en wapenschilden. Nabij de
uitgang bevonden zich de jongens en de
meisjes der hoogste klassen van de ge
meente van St-Joost-ten-Noode op wier
grondgebied de Noordstatie gelegen is.
Binnen de statie, werd de eeredienst
door eene afdeeling van het 9e ünieregi-
ment, met vaandel en muziek, gedaan. De
presidentieele trein moest op het 7e spoor
aankomen.
Een groot getal hooge officiers en hoo
ge ambtenaars van het ministerie van
spoorwegen, bevonden zich in de statie,
met het militaire huis des konings en de
leden van het fransch gezantschap.
Biedt de wapens! De trommels roffel
den en de Brabangonne weergalmde.
Het was de bijzondere trein waarmede
Z. M. Koning Albert van Laeken aan
nam. De koning, die het groot uniform
van generaal van het belgisch leger, en het
grootlint van het Eere-legioen droeg, zag
er zeer knap uit en gezond.
Aankomst van M. Fallières.
Ten 2 u. 34 weerklonk opnieuw kla
roengeschal. De presidentieele trein stoom
de de statie binnen. De koning ging met
verhaasten stap naar de berline waar
M. Fallières zich bevond, en wanneer de
ze uitstapte drukte hij met zichtbare her-
telijkheia de hand.
De president stelde aan den koning zijn
gevolg voor.
Na de afdeeling van het 9e linie in
oogenschouw genomen en het regiments
vaandel gegroet te hebben, begaven de
koning en de president met hun talrijk
gevolg zich naar de koninklijke salon der
statie, waar MM. Max, burgemeester van
Brussel, Frick, burgemeester van Sint-Joost-
ten-Noode, en andere overheden den pre
sident en Zijne Majesteit verwelkomden.
Midderwijl zongen de schoolkinderen de
Brabangonne en de Marseillaise
terwijl ze geestdriftig met hunne vlagkens
zwaaiden. De president scheen bijzonder
door deze oplettendheid getroffen.
De Optocht.
Op de Rogierplaats stonden vijf opene
hofkoetsen van klein gala, ieder met vier
prachtige peerden bespannen, te wachten,
De scharlaken livrei en de roode met een
gouden koordentros bekroonde jockey-
klakken van de menners waren bijzonder
in het oog vallend en wekten de algemee
ne bewondering op. Het is van algemeene
bekendheid dat de gespannen van het bel
gisch hof tusschen de rijkste en de prach
tigste mogen gerekend worden.
Wanneer de koning en de president
buiten de statie verschenen en plaats in
de eerste galakoets namen, werden zij met
geestdrift ontvangen.
Van aan de Noordstatie, langs de Kruid
tuinlaan, in de Koningstraat, maar bijzon
der aan het park, waar de maatschappijen
der te Brussel verblijvende franschen met
hunne vaandels stonden, viel er M. Fal
lières eene wezentlijke ovatie te beurt. De
koning was zichtbaar verheugd over de
gulhertige ontvangst die zijnen gast te
beurt viel.
De stoet werd geopend door eene af
deeling gidsen, met vaandeldan volgden
vier pikeurs en daarachter de hofkoetsen
eene afdeeling gidsen sloot de heerlijke
en echt koninklijken stoet.
President Fallières, die aan de rechter
zijde van koning Albert zat, hield zijnen
hoogen hoed in de linkerhand en groette,
blijkbaar verheugd, de juichende menigte.
Ten 3 ure bereikte de stoet het paleis
van Brussel, waarboven, benevens de bel-
gische driekleur, de fransche vlag gehe-
schen was.
In 't Paleis des Konings.
De president en koning Albert begaven
zich naar de groote zaal Empire, waar al
de hoogweerdigheidsbekleeders van het
paleis vereenigd waren, die insgelijks voor
gesteld werden.
Daarna leidde de koning zelf den pre
sident naar de hem voorbehouden ver
trekken.
Ten 5 ure 's namiddags werd in 't Pa
leis van Brussel het diplomatiek korps
door M. Fallières in plechtig gehoor ont
vangen. De president onderhield zich
vriendelijk met ieder der vertegenwoordi
gers van de vreemde mogendheden.
Feestmaal aan 't hof.
Ten 7 u. 's avonds had in de groote
feestzaal van het Paleis een schitterend
feestmaal plaats, door den koning aan den
president en zijn gevolg aangeboden. De
pracht der zaal en der rijk gedekte en met
kostbare bloemen opgesmukte tafel was
echt tooverachtig. Tusschen de genoodig-
den bevonden zich de staatsministers, de
ministers, de voorzitters van Kamer en
Senaat, de hooge weerdigheidsbekleeders
van het hof, de hooge ambtenaars van
de verschillende ministeries, en vele an
dere overheidspersonen.
De koning en de president zaten naast
een aan tafel.
H. M. de koningin, door hare lichte
ongesteldheid belet, woonde het feestmaal
niet bij.
Bij 't nagerecht hebben Koning Albert
en M. Fallières de volgende heildronken
uitgesproken
Redevoering des Konings,
Redevoering van M. Fallières.
Alle ingezonden boeken worden bespro
ken.
AANKONDIGINGEN
Gewone aankondigingen 10 c. per reke:
Rechterlvke aankondigingen: 1 fr, de reke,
Groote en langdurige aankondigingen: volgens overeenkomst
DRUKKER-UITGEVER
BOTERSTRAAT, 62, YPER.
INSCHRIJVING
Voor een heel jaar: 2.50 fr. Prijs per nummer2 centiemen.
De inschrijvers wenden zich tot den Uitgever; of tot onze gazetver-
koopers.
Handschriften worden niet teruggegeven.
Briefwisselaars worden verzocht telkens
hun volledig adres op te geven.
Al wat opstel, aankondigingen, inschrij
vingen, enz. betreft, moet vrachtvrij naar
den Uitge\er gezonden worden.
Zondag t4 Mei. Zondag na Paschen-H. Walburga
M»ted In di Mis gedachtenis van Zondag eri H. Bonifaciu». In
de Vespers gedachtenis van H. Walburga en Zondag.
Evangelie van den Zondag.-(laalste Evangelie der mis)
In dien tijd zelde Jezus tot zijne leerlingen Nu ga Ik tot Hem,
die Mij zond. en niemand uwer vraagt Mij: Waar gaat Oij heen
Maar wijl Ik dit tot u gesproken heb, heeft de droefenis uw hart
vervuld.Maar Ik zeg u de waarheid: het is u heilzaam,dat Ikheen-
ga Want indien Ik niet heenga, zal de Helper niet tot u komen;
doch indien Ik ga, zal Ik Hem tot u zenden. En Hij, wanneer Hij
komt, zal tegen de wereld schuld pleiten, en onschuld, en vonnis:
schuld eenerzijds, wijl men in Mij niet gelooft, onschuld ander
zijds, wijl Ik tot den Vader heenga, en ge Mij niet meer aan
schouwt vonnis verder, wijl de vorst dezer wereld gevonnisd is.
Nog veel heb lk u te zeggen, maar ge kunt het thans niet dragen.
Doch wanneer Hij komt, de Qeest der Waarheid, zal Hij u den
weg wijzen tot alle waarheid want Hij zal niet uit zich zelven
•preken maar spreken al wat Hij hoort, en de toekomstige din
gen u aankondigen. Deze zal Mij verheerlijken, want van het
mijne zal Hij ontvangen en u aankondigen.
Maan dag 15. - Joannes Baptista de laSalle, belijder.
Dinsdag 16.-H. Joannes Nepomucenus, martelaar.
Woensdag \7.-H. Paschalis Baylon, belijder, patroon der
Eucharistische werken.
Oedurige aanbidding te Wervick (Hospitaal)
Donderdag 18. Venantius, martelaar.
Vrijdag 19.-H. Petrus Coelestinus, paus en belijder.
Zaterdag 20. - Bernardinus van Stntn, belijder.
Een wetsvoorstel van minister Lloyd
üeorgè is er Het ïs
een ontwerp dat voorziet in verzekering
van alle arbeiders die min dan 4000 fr.
's jaars verdienen, tegen onbekwaamheid
tot werken, werkloosheid en ziekte.
ren* 2 ure 'ZO weerklonk het bevel
Mijnheer de President,
Het is voor mij een waar geluk U vandaag wel
kom te mogen wenschen en U te zeggen welke
vreugde wij smaken U te ontvangen in de hoofd
stad van ons land.
Verleden jaar brachten wij uit Parijs, met de on-
uitwischbare herinnering van de gulhertige ont
vangst, die er ons te beurt viel, de belofte mede,
welke gij ons had willen doen, van ons uw bezoek te
Brussel aan te kondigen. Laat mij U eerst bedanken,
dat gij onze uitnoodiging zoo vriendelijk aanveerd
hebt.
Toen gij langs de bevlagde straten van deze stad
reedt, begroet door de toejuichingen van de bevol
king, zult gij u hebben kunnen overtuigen, vanaf uwe
aankomst, van de oprechtheid der gevoelens, welke
het belgisch volk koestert voor het schoon en roem
rijk Frankrijk.
Het volk weet, inderdaad, welke plaats het fransch
vernuft bekleedt in de geschiedenis der mensch-
heidhet is gelukkig hulde te kunnen brengen aan
Jjne schitterende hoedanigheden het heeft altijd
geput aan de vruchtbare bronnen zijner letterkun
de en zijner wetenschap. Eindelijk, het is altijd geluk
kig in zijn land te ontvangen en te vieren, zijne
hooge vertegenwoordigers, denkers, staatsmannen,
schrijvers en kunstenaars.
Getrouwe vertolker der woorden, die hier op aller
lippen liggen, houd ik eraan, eens te meer, Mijnheer
de President, de vurige vriendschap uit te drukken,
welke de Belgen toegedragen hebben aan het ridder
lijk volk, waarvan gij de regeering verpersoonlijkt.
België is verheugd, in de aanwezigheid te Brussel
van den eersten magistraat der naburige Republiek,
een nieuw bewijs te vinden der gulhertige betrek
kingen, welke het onderhoudt met het fransche volk,
betrekkingen, niet alleen te begrijpen door het ge-
buurschap, maar ook gesteund op eene wederkee-
rige achting, op eene onafgebrokene gedachtenwis-
seling en op de handelsbelangen, die van jaar tot
jaar toenemen. Ook hoopt België met recht, dat
onze twee landen een gelijk verlangen zullen gevoe
len omhunneeconomischenoodwendigheden, te ver
eenigen, door vriendschappelijke overeenkomsten.
De koningin, zou overgelukkig geweest zijn,
mocht zij u vandaag n et mij de eer aandoen van dit
paleis. Zij is ongelukkiglijk belet door eene onge
steldheid en zij heeft mij verzocht u al hare spijt
spijt uit te drukken.
Ik drink op den president der fransche Republiek
mijnheer Fallières, die ons het schoon voorbeeld
geeft van een leven, gansch gewijd aan het werk en
aan de hoogere belangen van zijn land, ik drink op
zijn welzijn en op den voorspoed van Frankrijk.
Sire,
Uwe Majesteit, zal voorzeker niet verwonderd
zijn, indien mijne eerste woorden zijn .om u te ver-