1 TRIMARD'S /PER flM0KDISSE)IIE)l1 DE VAART VAN YPER NAAR KOMEN Bijvoegsel m VOOR ONZE JONKHEID '2> r Boetstraffelijke Mia» van Yper Zaterdag la Februari 1913 De Schoolkwestie I Strijd tegen de goddelooze pers MENGELWERK N° 13 III DOBBEL SPEL Maatschappelijke werking Vaderlandsliefde m Eft hoeverre slaat h;t met de nieuwe s/ lioolwet Vele katholieken begonnen te vreezen dat ze öp de lange baan geschoven, en er van de scho-one beloften, door de ministers en de woordvoerders der rechterzij gedaan, niet veel in huis zou komen. Die vrees is ongegrond. We zijin, integen deel, ten volle overtuigd dat de Regeering het eerlijke schoolwetprogramma zal verwezen lijken, dat mede de groote inzet was van den kiesstrijd, zoo roemrijk gewonnen op 2 Juni. De schoolhervorming kan niet spoedig ge noeg ten uitvoer gebracht worden; en nu weten wijl dat de Regeering met haar nieuw ontwerp gereed is. De regeer in g zoekt niet half werk te ver richten ze wil iets voorbrengen dat den toets der gezonde critiek met welgelukken kan doorslaan, vooral voor wat het instellen van den vierden graad betreft. Met het oog daarop heeft ze ernstige voor bereidende studiën doen afwerken, en ver- schillige bevoegde ambtenaars uitgezonden naar Duitschlancl en Frankrijk; terzelfdertijde deed zo nagaan wal onder dat opzicht bestaat in sommige belgische sleden. En uit al die be vindingen en ervaringen heeft zo het grootst mogelijke nut willen trekken bij 't op maken van haar eigen ontwerp. liet sehoolontwerp komt nu dus voor den dag en wordt in dezen zittijd ter stemming voorgelegd. Op 9 September 1912, stuurde de achtbare hoofdminister de Broqueville volgend te legram naar de honderden Christen onder wijzers, te Doornik in Congres vergaderd Hel onderwijzend korps mag rekenen op mijne bezorgdheid en deze van mijnen uit muntenden vriend Poullet al de beloften, welke ik te Turnhout gedaan heb, zul len verwezenlijkt worden... Den eigensten dag, te Doornik zelf, beves iigde MINISTER POULLET dat al de be loften, te Borgerhout en te Turnhout afge legd, zullen gehouden worden. En de sym- palhic-ke minister voegde erbij1de school wet zal als grondslagen hebben vrij heid en gelijkheid, naar het verlangen door het kiezerskorps op 2 Juni uit gedrukt. Dat was wel afdoende gesproken, om al len twijfel onmogelijk te maken. Zondag, 12 Januari, te Antwerpen, sprak ook daarover minister Segers: Wij hebben voor ons de uitbreiding onzer sociale werking, het legervraagstuk, de school kwestie. «Wat tie schoolkwestie betreft, zij; stond op ons programma voor de wetgevende kiezin gen, en daarop is onder andere de strijd gevoerd. Luistert goed Ik ben gelast van wege M. Poullet, minister van onderwijs, u te verklaren, dat (le schoolwet in dezen zittijd zal neergelegd en beslissend ge stemd worden. De rechten der huisvaders zullen gewaarborgd zijn. Heeren en Vrienden, roept de nieuwe minister uit, als wiji ons woord geven, dan blijven wij ons woord ge trouw i Op liet uur dat wijl de middelen zullen te stommen hebben om al die sociale, militaire en onderwijshervormingen tot stand te brengen, zullen wijl kunnen zeggen dat wij, tevens een maatschappelijkën en vader landsehen plicht vervullend, ook eindelijk ons onderwijs zullen versterkt en de huisvader de vrije keus 'voor de school van zijn kind zullen verzekerd hebben. Vervolg van de proefooordracht van\ Aimé De Coninck aan de KJ W. van Elotvdinghe. In het eerste deel steunde spreker op die twee punten eigen persoonlijke vorming apostel schap voor het goede. De joDge wachter moet ten derde blijmoedig den strijd aanvatten tegen de goddelooze gazet ten en andere geschriften.' Was de slechte drukkers ten allen tyde eene pest en eer gevaar, nooit was dif erger dan in onze tijd. Tengevolge van de uitbreiding van handel ec nijverheid beschikken de uitgevers over eene groote hoeveelheid aankondigingen, wat hun toelaat hunne gazetten bijna kosteloos uit te Vervolg 1- Wat is er te doen aan groote jongens! he ja, ze moeten het maar zeiven weten!.. Thuis vertelde Pol ook maar juist wat hij wikle kwijt zijn betrekkelijk Remi, en hij Hei ze allen zoo wijs als ze waren. Zijn gedachten waren gedurig op den diil en bij Marie Crepecle en, hoe onnoozel en dom het ook scheen, hij moest bekennen, dat hij; reeds gansch van haar ingenomen was, bijna aleer hij ze leerde kennen. Hij verlangde zijn hert uit naar den Zon dag, om haar op te zoeken, om haar te zien en, als het kan, met haar te spreken. Zoo was de Zondag gekomen en, gezien de D'llaone's merkelijk bader de plaatse woon den dan de Crepcelc's, kon bijl haar op zijn gemak afloeren. Hij kleede hem op zijn pijkeheste, met de wijde panen broek en veste, de blauwe buikriem met 'groote truizen, die op zijn ach- ,_elen. Is het ons Diet bekend dat in de grooh staties gansche pakken goddelooze bladen koste loos in de banden gestopt worden De aanvallen tegen godsdienst en priesters waarmede deze bladen gevuld zijn gaan alle gedacht te boven De aanvallen tegen de R. Iierk kunnen wij on gemerkt voorbijgaan, de geschiedenis is daar om te bewijzen dat de Kerk onvergankelijk is. Alle landen worden gescheurd, verdeeld, alle regee- rirgsvormen volden elkander op, alle tronen stortten in. De pauzen integendeel volden elkander onafgebroken op den Stoel van Petrus, alzoo klaar de waarheid toonende van het godde lijk woord Op u zal ik mijne kerk bouwen en de poorten der hel zulleD haar niet overweldi gen Erger zijn de aanvallen tegen de priesters. Schreef eene geuzengazet nog onlangs nie* Wat doen de Roomsche priesters Stelen die niet van den vroegen morgen tot den laten avoDd 1 Schooien zij niet de centen van den armen werkman om in weelde en pracht te leven Maar ik vraag u Zoudt ge denken dal de heeren geuzen braaf' genoeg zouden zijn om de priesters ongestraft te laten nele Alswanneer de priester rond gaat om Sint Pieterspenning in te zamelen of voor andere goede werken, gaai hij bij den armen werkman. Gebruikt hij dat gfld voor zieh zei ven Ik vraag mjj echter al of die ellendige gazetschrijvers wel zouden te vreden zijn met de magere jaarwi dde van onze priesters, die ten anderen nogmaar eene geringe eruggave is van gestolen kerkgoed. De priesters zijn uit om geld te winn-d 1 maar zeg mij, Doe zeel vraagt de priester voor biecht te hooren. (ommuniën uit te deeleD, leering te houden, zieken te bezoeken en te berechten. Is iemand door een of ander reglement verplicht missen re doen zingen of lezen? Wat da groote lijk diensten en de trouwmissen betreft, is iemand laartoe verplicht die pracht wil moet pracht betalen. De bond de- katholieke belgisch dagblad schrijvers opent jaarlijks eene inschrijvingslijst voor de nieuwjaarsgiften aan den Paus Liberale -in socialistische gazetartikels zullen biernog- maals mede den si ot drijven en den Paus voor stellen als iemand die zwemt in geld en goed Spreker zet hier de geschiedenis uiteen van de stichting en den roof der Pauzelijke Stalen (dit geven wij een andermaal), hij besluit 3De katholieke dagbladschrijvers hebben het werk der nieuwjaarsgiften voor den Paus ge sticht om eenigzins i'd dezes behoeften te .voor zien. Dat is een werk, vrienden, dat onze goed keuring en medewerking verdient. Stellen wij ons den H. Vader voor van alles beroofd. Te midden van vervolgingen en verdrukkingen moet hij voorzien aan zooveel noodwendigheden iu de Kerk. Geven wij ook vrienden van d jonge wacht 't is aan onzen Vader. Een kort woord nog. De jonge wachter moet ten vierde een medewerker zijn aan de maat schappelijke werken. Wij leven in eenen tijd dat samenwerking op alle gebied noodzakelijk geworden is. Aan de spits van onze maatschap pelfjke werken staan onze priesters. WerkeD wfj mede in plaats van te beknibbelen of af te breken. Ik steun hierop des te meer om dat er soms personen gevonden worden die alle daden van priesters en sociale werkers beknibbelen eü bij de meDschen trachten hatelijk te maken. Da tijd ontbreekt om het vijfde punt, vader- 'andsliefde, uit te breiden enkel dit vrienden Waarom nu het alleman soldaat? Ehwel onze minister van oorlog is overtuigd dat onze mach- ige naburen erop uit zijn zoo niet om Belgie in te palmeD, dan toch om te doeD dienen als ter rein van hunne krjjgsbewerkingen in geval van oorlog. Gjj ziet van hier den toestand. Getroosten wfj ons dus uit vaderlandsliefde de opofferingen fie men ods vraagt doch eischen wij waarbor gen voor de godsdienstigheid onzer soldaten De vrijmetselarij nestelt nog altijd in ons leger en de socialisten maken er onzeggeljjk veel propaganda. Spreker stelde alsdan voor eer smeekschrift te sturen en de volgende waarbor gen te eischen. 1° Volle vrijheid tot hot kwijten van alle gods dienstige plichten. 2° Verbod aan de officiers var; teel te maken van de vrijmetselarij. 3° StreDge beteugeling der socialistische propaganda. 4° toegang tot alle plaatsen in de kazernen voor d( aalmoezeniers. 5<> algemeene kuisch van alle openbare of geheime huizen van ontucht iu;der omtrek der kazernen. 6° onderricht van der soldaat in zijne moedertaal en gelykheidjvar.' Vlamingen pp Walen. LAN GEMARCK Vervolg der Lijkrede van M. Burgemeester Soetaert uitgesproken door [M. Cotteau de Patin, eerste schepene. Toen. [in 1895, de plaats[.'van Purgemeester openkwam, had iedereen aanstonds deoogen op Mijnheer Soetaert gevestigd, en Zijne-Majesteit ie KoniDg beantwoordde ten volle aan der vurigsten wensch der LaDgemarcknaars toer Hjj, in 't begin van$1896, den volksvriend Jtoi Burgemeester van hunne schooDe gemeente be- 'ïoemde. Nooit wierd eene benoeming met meei geestdrift onthaald en zijne inhaling, als eeiste ambtenaarjwas oon [triomftocht door gansch de gemeente. In zijne hoedanigheid van landbouwer was he1 tersle slingerden en den wijden, platten, slappen hoed en, toen hiji opgefekt en op- gesfeperd stond, ging hij; door 't zolderven ster staan loeren. Hij; dacht hem onoverwinnelijk en, daar het lang wachten hem legen stak, bekeek hij; zijn zeiven bijwijlen van ends-eh-tends in den spiegel, en 't overzicht voldeed hem. Wie nooit Fransche trimards in hun eigen aardige kleederdracht zag, kan zich niet in beelden, hoe. schoon zij; uitkomen, vooral als het mannen zijn lijk bullen, flink en welge maakt maar Pol was veel te knobbelachtig en te ongesnoekt om, in gelijk welke dracht, uit le schijnen edoch, hij slachtte den groolen hoop, en kende zijn eigen gebreken niet. Rond hoogmis zag hij; van verre Marie Crepeele opkomen, moeder-mensch alleen, en met dokkend herte vloog hij1 beneden, trok de voordeur open en stapte de straat op, zon der van iets te gebai-en maar toen hij; eenige stappen verder was, keerde hij; hem om, kwan suis om een oogslag over de velden le wer pen, en, als hij; toeval haar ontwarend, groette haar vriendelijk en riep zeemend Ha, Marietje, 'k ben blijde gezelschap te hebben en wel vooral, van zoo een lief jongste, kom, wij gaan snee en snee 1 't Meisje voelde heur hert heffen, want ze had al veel over hem hooren ronken, en ze vermoedde nog veel meer; maar, hij het ge dacht aan Remi, speelde ze slim en, vriendelijk ansch natuurlijk dat hy eerst en meest op den landbouw 'peisde ook verwonderde het nie mand dat hij aanstonds hand aan 't werk sloeg om de landbouwwegen te verbeteren. Binst de zeventien jaren dat hij aan het bestier was, wierden niet min dan dertig kilometers onge bruikelijke wegen in schoone keizelbanen her schapen, waarvoor ten minste eene som van 150.000 fr. uitgegeven wierd. Denkt echter niet, Mijne HeereD, dat hij zoo kortzichtig was van daarom de belangen der andere dorpsgenooten te verwaarloozen. De belangen van iedereen lagen hem nauw aan 't herte. Hij wa; man van zijnen tijd en vriend van den vooruitgang. Alle nieuwe instellingen, waarin hij het rrrnste voordeel zag voor zijne medeburgers, waren bij hem welkom. Getuigen daarvan de twee openbare telefoonposten, de buurtspoorweg en de gasverlichting, die hij ter- beschikking zijner Langemareknaars stelde. Ondersteuner was hjj ook, in a'le omstandig heden, van het openbaar onderwijs Onderzijn bestier kwamen nieuwe scholen tot staüd en andere wierden aanzienlijk vergroot. Hij laat hei onderwijs in eenen bloeiend n staat achter.want er zijn nu Diet min dan zes scholen, waar zestien bekwame en ieverige meesters en meesteressen een deugdelijk en christelijk onderwijs geven lan rond de 8i0 kiLders. De nerirgdoeners ook vonden in hem eenen vriend; nooit zag hij op geld als het er op aan kwam groots-he feesten in te richten, alhoewel kleingeestige beknibbel ars hem s.ims hiervoor luidruchtig afkeurden. Wie heeft de luisterlijke feesten vergeten, die in de laatste jaren, te Langemarck, gegeven wierden Wie herinnert zich de ambtelijke bezoeken niet die twee Gou- verneurs der Provincie, tijdens het be tier van Mijnheer Soetaert, aan onze gemeente brachten Iedereen weet maar al te wel hoe het, te dier gelegenheid, alhier vreemdelingen regende en welke gouden zaken de neriDgdoeners deden De bedienden van Langemarck verliezen in Mijnheer Soetaert niet alleen eenen goedhertigen meester, maar eenen trouwen vriend en eenen overtuigden voorstaander hunner belangen Meer dan eens is het gebeurd dat alle middelen in 't werk gesteld wierden om de nederigste bedienden in hunne belangen te treffen, maar het gouden hert en 't gezond verstand van den betreurden overledene behaalden altijd de ever hand en hij wierd de overtuigde verdediger van zijne beminde bedienden. 'k Zou moeten eindigen, maar ik en kan niet zonder melding te maken van hstgeen het meesterwerk van Mijnheer Soetaert, als Burge meester van Langemarck,mag genoemd worden. Sedert byna vijftig jaren drukte eene aanzienlijke schuld loodzwaar op onze gemeente; gedurende maanden en maanden heeft hij de uitkeering van die schuld betracht, en vooraleer ten grave te dalen had hij het orzeggelijk genoegen van zijn werken met goeden uitslag bekroond te zien. En nu, Mijne HeereD, vooraleer wij dit koude graf verlaten, zou het betamen dat ik een woord van troost toesture aan de bedroefde familie die hier rond mij geschaard is, en vooral aan de ontroostbare weduwe die, al snikken, in de kei k, hare vurigste gebeden ten Hemel stuurt voor dezen die, gedurende bijna veertig jareD, met haar, zoet en zuur, lief en leed gedeeld heelt... Maar er zyn van die droefheden voor dewelken er geen aardschen troost te vinden is, en hier staan wij voor zulke droefheid 1 Zeker lijk de algemeene deelneming in den rouw die deze achtbare familie treft, is een weldoende balsem voor hunne smert, maar't is hooger dal wij den waren troost moeten gaan zoeken, by Dezen die gezeid heeft Zalig zijn de bermhertigen Want zij zullen bermhertigheidjverwerven N Daar, en daar alleen, is de ware troost te vinden want ongotwijfeld heeft Mijnheer Soetaerr, in het Hemelsch Vaderland, reeds den eeuwigen loon ontvangen voor zijne goedheid, voor zijne barmhertigheid. Ik eindig, en aan de beproefde familie zeg ik, met den dichter ...O vaagt, geliefden, neen Den traan niet weg, die in het oog u parelt, Maar weest niet hopeloos in uw geween. Wij zijn niet als sommigen, d'e meenen, Dat met den dood de hoop ook is verdwenen; Wfj vinden eens,[daarboven bij den Heer, Dendierb'ren doode.en dan voor eeuwig weer En daarom moogt gij hopeloos niet weenen.» r WATOU. «In d3 Duivenwereld. 't Is pas eenige jaren geleden, eenige duivenliefhebbers der gemeen te, wierden diep beproefd,in hunne geliefkoosde oeestjes. Vele van deze, wierdeu onverbiddMijk an ondanks den onverpooMen ijver der gendar men om zulks te beletten, door de wreede lood- sorrels neergeveld. Zulks was nog eens het geval dezer dagen Maandag 13en Januari laatstleden, kwam Desné oryzon, insgelijks duiveuliefnebber en mole- aaarsdrijver, met zijn gespan het gehucht De vVarande uitgereden. Op de Vélden gelegen m de richting van Petrus Viane.kwam opeens eene duit', met nangende vleugel, naar hem toe, als wilde zij iets zeggen. Hij nam terstond het arme dier en zagjmel weemoed op welke moorddadige wjjze het zijnen r echter vleugel was afgeschoten geweest. Zijnen weg voortzetlende, bemerkte hy alras dat dt Juif toebehoorde aan een lid derjoloeiende maat schappij de Grensduif van Watou. Immers, zy droeg het nummer 1720 en het jaartal 12 oj ilen riDg. Aanstonds wierd er nagezien in hei .okaal, bij Aimé Capoen, om den bezitter dei duif te kennen. Het was een der beroemdejvlie- wcergroetend, verdapperde ze den stap en vervoegde hem. Hij1 fleemde en zeemde en miek hem kat achtig, buiten mate doch ze bleef op heur weerhouden hij werd algauw gewaar dat al zijn Heisteren niet dieper drong dan de schors en hij werd nijdig. Remi Braem danste voor zijn oogen. Wacht! hij zou het haar bakken. Met voorzichtige woorden begon hij over hem te spreken; hoe de jongen toch zoo leelijk handelde ten opzichte zijner ouders hoe eenlijk die menschen nu geschutteld zaten in hun ami kotje, en, stilaan verstoutend, na dien kleinen tj am aangelegd te hebben, ver telde hij al wat waar en geen waar was en eindigde met haar te verzekeren dat Remi met een schandig schepsel weggedoold was; maar dat moogt ge niet uitbellen, vezelde hij', want ze zouden denken dat ik ook een sloeber ben. Ze voelde dat hij loog en ze' moest op haar lippen bijten, om het in zijn wezen niet te spuwen. O 1 ze zou hem zoo geern het haar van zijn hoofd gezeid hebben en hem bestempeld hebben met den naam van vuilen verleider maar, ze roefelde lveur ver- ontweerdiging neer, om meer te wéten en vroeg hem, in schijn gelaten en bedaard: F.11 ge weet niet waar hij gedoold is? Neen, ik weet er niets van, verzekerde bij, en, in 't kalk van heur oogen starend, vroeg hij botsbollig 7 Over veertien dsgen gaven wij met photographiën de belangwekkende geschiedenis van de vaart van Yper naar Komen. Al de lezers hebben kunnen verstaan welke moeite moest gedaan worden om de derde herneming der werken te bekomen. Toch gelukte bet eindelijk en dit, wij moeten het om de waarheid wtllezeggen, dank het gedurig aandringen van onze katholieke hoofdmannen. Wij noemen daarom met dankbaarheid' M. Fraeijs de Veubeke, Voorzitter van de Katholieke Vereeniging, Senator, M. Baron de Vinck, alsdan Senator, M. Van den Peere boom, Senator, M. Colaert, burgemeester van Yper, Volksver tegenwoordiger, M.van Merris, burgemeester van Poperinghe, Volks vertegenwoordiger. Om onze korte stu die te sluiten, moeten wij vandage een derde zicht geven, dit op de schade veroorzaakt, een maand en half gele den,door eene nieu we instorting. Wij hebben er toen reeds over ge schreven. Meer dan 15,000kubieke meters aarde gerochten op een nacht in beweging; dat was een vooruit- stuwende kracht van verschillende millioe- nen kilos, die de ver sterkingen in gewa pend beton verbrijzel de als ware het glas geweest. De instorten de aarde stootte tot in de vaart. Aardige grond is het in die streek. De boveriBte laag is heel doordringbaar de onderste schier ondoordringbaar zoodat het water in deze regen tijden, door de bovenste grondlaag zijpelend, bleef steken op de onderste grondlaag. De bovenste om zoo te zeggen op water zwemmend kwam in beweging en veroorzaakte weerom die aanzienlijke schade. De schade is slecht stoffelijk en, naar men zegt, brengt de voltooiing van de vaart in geen gevaar. Er is maar eene sectie van 300 m. op de 2 250 meters beschadigd en elders zijn tot hiertoe geen instortingen geschied. De nieuwe groote brug alhoewel te midden de instortingen geplaatst heeft niets geleden en de bevoegde mannen schijnen niet te vreezen voor hare vastheid, immers de brugpijlers rusten tot 9 m. onder de eigentlijke vaart. Zooveel te beter. De ingestorte aardklomp zal uit het vaartbed gehaald worden en veraf vervoerd. Over drie weken ziju hooge bedienden der waterwegen ter plaats gekomen. Het waren MM. Pierrot, algemeen bestuurder, Vangans- berghe, algemeen toeziener en Bouckaert, hoofdingenieur onder het geleide van M. Tiete, staatsingenieur, de Heeren Monnoyer, ondernemers en hun bestuurder, M. Demollin, ingenieur. gars van den Voorzitter der maatschappij van den hooggeachten Heer Georges Muylle zelf. Onmogelijk de droefheid en terzolvertjjd de wettige en gegronde gramschap van den Heer Voorzitter te beschrijven. Hij is immers, ware daivenlief hebber in het hert I Het was ook een zijner beste duiven, welke verleden jaar 10 pryzen had behaald. Voorzeker, moest hij de dader van zulke latte aauval ken nen, deze zou het duur bekoopen. Ook heeft bij inken gedaan by de gendarmerie over dit feit en gevraagd als Voorzitter der Maatschappij, opdat de Heeren Gendarmen en Veldwachter een waakzaam oog in het zeil zouden hebben.vooral op het gewest -de Warande-, alwaar het meeste deel reisduiven zijn neergeschoten. Ook de maatschapi ij looft 25 franken uit aan hem, die de duivenmoorders laat kennen. Zelfde vraag zal insgelijks aan de gendarmerie van Steeu- voorde (Frankrijk) worden gedaan, opdat deze ook een waakzaam oog zouden hebben op de duivenschieters, vooral aan de grenzen, alwaar er vele duiven worden gedoodigd. Do duivenmoorders weten niet wat al schade zij den liefhebber veroorzaken. Het is bewezeD, dat de duif, verre van schade te verrichten,veel goed doet't vernietigen der insekten. Nog eens, weest op uwe hoede, gij duiven- schieters, want, den eenen of anderen dag, zult gij uw schot duur betalen 1 Alle middelen zullen voortaan ingespannen zijn om zulks te beletten hetgene vooral gebeurd den Zondag morgen. Een ware duivenlief hebber. Zitting van s3 Januari igi3 Jules Dcconinck, landbouwer te Waasten, was veroordeeld door de politierechtbank van Wervick tot 25 fr. boet en tot de kosten van de burgerlijke partij, uit hoofde van laster jegens Messiaen Jan. In beroep gegaan zijnde, wordt dit vonnis bekrachtigd. Désiré Van- lerberghe, metser te Passchendaele; Saelen Hebt gc er misschien deernis in 't Is toch altijd jammer als een brave jongen op den doolweg geraakt, sprak ze ontwijkend. Bah I viel hij uit, 't is elk voor zijn eigen en hij' moet het maar weten. Jaag dien js no Iter uit uw gedacht; ik ken er met wien ge beter zoudt varen en geen krotte lijden, mannen met vuisten, TLie schijven ver dienen, zwetste hij1, al op zijn ondervest-zak slaande. Zoo dat ge de ponk naar huis gebracht hebt vroeg ze. 'k Geloof het wel, stofte hij;, rond de vier honderd frank, en indien het schoon meisje, dal ik iitten weet, maar wilde, ze zou een princesse-leven hebben met mij. Ze wist dat hij drukte want haar broe der vernam hel van den ouden D'Haene, dat hij maar honderd frank afgegeven had maar ze gehaarde er niet van, om tot haar doel le geraken en treitte kalijnachtig Dat zal toch een gelukkig schaap zijn, dot u opslaat'k geloof wel dat de grond le koel zal zijn waarover ze gaat. 'k Zou ze cr over dragen, schaterde hij, dom weg. Wel, wel, ik zou dat willen zien, jongen, giechelde ze... Maar als ge nu zooveel zoudt doen voor dat gelukkig meisje, zoudt ge mij ook niet een klein pleziertje willen doen? Al wat ge wilt, jubelde hij, al boom- Gasten, landbouwer; Saelen Henri en Sae len Camille, van Zonnebeke, vervolgd voor slagen aan Debeuf Cyr. krijgen elk 50 fr. boet. Coffyr, Louis, aardewerker te Yper, krijgt 15 dagen gevang voor slagen en ver wondingen aan Vatidonberghe Hélène en aan Vandenberghe Emma. Baeke Cyrille, land- werker te Langemarck, krijgt I maand en 26 fr. voor opstand en 15 fr. voor dron kenschap. Soete Jules, annemer te Yper, krijgt 3 maal 20 fr. boet voor overtreding op de arbeidswet. Dernan Polidore, rijV wieler te Rechem, vervolgd voor jachtmisdrijf, wordt vrijgesproken. Joseph Tanghe, gazet- verkooper te Yper, krijgt 30 fr. boet voor 't dragen van een verboden wapen; 15 fr. voor dronkenschap en 8 dagen en 26 fr. voor beleedigingen jegens :de politie. Bonduelle Julien, herbergier en Vandamme Henri, we ver te Comen, zijin vervolgd voor weder- zijdsche slagen en verwondingen. Bonduelle krijgt voorw. 50 fr. boet. Vandamme is vrij gesproken. Vanhee Gustave, timmerman te Gheluwe, krijgt 26 fr. boet voor onvrij willige verwondingen aan Goemaere Cirille, en lot 26 fr. voor 't dragen van ee.11 valsche naam; met uitstel. Hij moet 50 fr. schade vergoeding betalen aan dc burgerlijke par tij;. Samyn Camille, metser te Wervick, was aangevallen door de genaamden Demuy- sere Albert, Demuysere Arthur en Knockaert Theophile, fabriekwerkers te Wervick, hij kreeg verscheidene messteken, die tot eéné werkonbekwaamheid van 20 dagen leidden. Demuysere Albert krijgt 3 maanden en 50 fr., met uitstel. De twee anderen zijn vrijgesproken. Knockaert Camille, landwerker te Ghe- luvelt, vervolgd voor slagen en verwondin gen aan Vandenbroucke Louis, krijgt 26 fr. boet, met uitstel. Baeke Cyriel en De- grendei Eugenie, landwerkers te MLange- slag-stil vallende al wat ge wilt, al ware het door de zee zwemmen. Neen, zooveel vraag ik biet, sprak ze, maar als ge doet wat ik u vraag, dan zal ik u gelooven, dat ge wel eens 'n braaf ven tje zult worden. Luister, ge weet waar Remi Braem zit, of ge weet het niet. Nu, weet ge het niet. zoek hem op, dat zal u niet moeilijk vallen, en, na hem den nood van zijn ouders voor oogen geleid te hebben, overklap hem, om, gelijk vroeger, naar huis te schrijven en wat geld af te zenden. En moet ik hem over u niet spre ken Neen, neen, hij; is gerust in mij, en ik in hem. Mag ik nu ook zeggen wat er mij; op 't herte ligt Neen, zéi ze, den vinger opstekend, ik moet eerst zien hoe het met de boodschap afloopt en later zullen we wel van weers kanten ons gedacht zeggen. Ga nu uw gang, wij naderen de plaats en de langelongen zit ten gereed tot wederziens t O 1 hij was zot van geluk en preutschlieid en meende ze reeds overmeesterd te hebben. Ja, 't lag vast besloten, hij; zou doen wat ze vroeg en zelfs merkelijk meer; reeds was zijn plan gesmeed. Zoo scheidden ze, alle twee tevreden hij, omdat hij; overtuigd was in heur gratie te slaan; zij, omdat ze hem, zoetjes-aan, ach ter den vlinder geleid had en hoopte, door marde, krijgen elk 8 dagen en 26 fr. voor zedenmisdrijf. Packet Georges, losser te Meessen, krijgen elk 'J.5 dagen en 26 fr. voor slagen aan Bille Jules en Omer. 8 dagen en 26 fr. voor slagen ana Packet Georges en Omer. Charles Waegaert, afkomstig van Warhëm krijgt 4 maanden voor 't breken van bannelingschap. Charles Barca, landwer ker te Moorslede, gaf verscheidene messte ken aan Henri Vandermeei-sch en Camille Dooghe, die aan beiden eene werkonbekwaam heid van 15 dagen veroorzaakte. Barca krijgt 2 maal 3 maanden en 50 fr. voor slagen, 15 dagen voor 't dragen van een verboden wapen en men beveelt zijne onmiddelijke aan houding. Charles-Louis Prevost, gazetver- kooper, afkomstig van Quesnoy-s/DeuIe, is veroordeeld tot 2 maanden gevang voor 't breken van ballingschap. Romain Deronne, wever te Komen, had een geschenk gedaan aan Blanche Verstraete van een haarsieraad. Eenige dagen later kregen zij; twist en Blan che Verstraete wilde het geschenk niet te ruggeven. Daarop gaf Nomain Deronne zijne vriendin een slag in 't aangezicht. Binst den nacht verbrijzelde hij 2 ruiten van het huis der ouders van Blanche. Hij krijgt 8 dagen en 26 fr, voor slagen en 30 fr, voor braak van laffsluitingen. Hij; is vrijgesproken voor 't Wegnemen van minderjarigen. Cyrille Desmet, losser te Poperinghe, had over den hofmuur van Daniel Demreay geklauterd oni peren te stelen. Hij krijgt daai'om 3 maan den gevang. Georges Accóu, landwerker te Ploegsteert, vervolgd voor 't leggen van stroppen, krijgt voorwaardelijk 100 fr. boet. Hij; moet 1 fr. betalen aan de burgerlijke partij, Emile Demyttenaere, landbouwer 'te Wer vick, krijgt 5 fr. boet voor de openbaren weg versperd te hebben en 5 fr. voor gemis aan licht. hém, Remi's spoor te ontdekken, en hem uit het verderf te redffen. Vooraleer naar Frankrijk weer te keeren, bracht Pol nog twee bezoeken te Crepeele's en iedere maal hield Marie hem zijne be lofte voor oogen. Hij vertrok, zonder de Braem's te bezoe ken en de menschen maakten er werk in; maar Marie, die hun troostengel was en dik wijls met heel 't huisgezin een kouterke deed, vertelde hun alles en de hoop daalde in hun herten. Er was geen bevalliger jongske in de we reld dan Marietje Crepeele, zoo vol poer en vol leven spijts ze door-en-door zedig en christelijk was, kon ze leute maken voor tien. Ze was gekend twee uren in den omtrek en ze kon bijna de jonkheden van haar niet af keeren, maar als ze te veel vleiden, zong ze hun den snater af, en neuriede j Den dien die ik bemin, i Slaaf in mijn hert en zin. Geen ander 'kan mij behagen, Noch zal zijn beeld verjagen. S Maar nu, dat Remi zoo schandelijk te wer- ke ging en verre weg bleef, nu kwamen de jonkhedeh af, gewapend met bewijzen, om dat 'jong-meisjesherte te bestormen en het nog altijd-hoekerend beeld er uit te jagen. O 1 't viel haar zoo lastig in den beginne, en ze leed zoo veel I aWordt voortgezet," rm fTft'g/T r

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3