Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 14 Juni 1913 TRIMARD'S L I! (PER&HBI10PI5SEJIIES1 DE KERK VAN WERVICK ff Ik weet dat niet... Het Ypersche Volk! YPER WERVICK de godsklop Leest en Verspreidt MENGELWERK N° 29 VI. Uitslag van dan Geitenprijskamp K. J. W. - Sectie Sint-Pieters.— w/z Aanbesteding in 't gevang. Het Stemrecht. Donderdag 19 Juni zal de Commissie der XXXI, gelast met het onderzoek over de provinciale en ge meentekieswetten door den Minister van binnenlandsche zaken officieel aangesteld worden. Ze Zwijgen I Aan vriend Blauwvoet verleden jaar I van ELVERDINQHH LANGEMARCK Beschrijving en Geschiedenis DOSTVLETEREN VII. DE VLUCHT Daar zijn menschen op de wereld, zoowel te lande als in stad, die beweren dat ze in zake van godsdienst onverschillig zijn. Wilt ge een keer voor een paar minuten aandachtig t volgende daarover lezen Daar zijn, geloof ik, weinig menschen die boffen op hunne onwetendheid. Als ge iemand wilt kwaad maken dan moet ge hem maar voor een dwaze, een dommerik uit schelden. Daar zijn zelfs menschen uit wier mond ge nooit die woorden ik weet niet zult vernemen, omdat ze hooveerdig zijn, en hun onwetendheid in gelijk welke zake niet willen bekennen. Hoe komt het dan dat, van zoohaast of dat er sprake is van godsdienst, dat ik weet het niet niet meer zoo vernederend is, ja, dat sommigen er een eer van schijnen te maken dat ze 't niet weten Hoe is 't uit te leggen dat sommige verstanden het als een eer aanzien onwetend te zijn in zake van geloof, 't Is misschien omdat er geen kennis is die meer gemeen is bij 't meerendeel onzer mede- menschen dan de kennis van den godsdienst. Daar zijn er toch maar weinigen die ten minste de grondleeringen van het geloof niet kénnen. Maar dat kan geen reden zijn. Zou het immers een schande zijn te weten en te kennen wat iedereen weet en kent? Indien het een eer is dingen te kennen die anderen niet kennen het is voorzeker domheid en stompzinnigheid dingen niet te kennen die iedereen kent. Wat I Onwetendheid zou het bewijs zijn van groot verstand? Maar dan is een ezel het wijste van al de schepsels Neen, neen het kan niet zijn dat een mensch fier zou mogen gaan op zijne on wetendheid in de grootste vraagstukken die hem aanbelangen. Ben ik het voortbrengsel van het blinde toeval, of heeft een Opper wezen mij geschapen Zal dat wezen dat in mij denkt vernietigd worden samen met mijn lichaam door de wormen in het graf, of is het geschapen om nooit te vergaan, om eeuwig te blijven Weet ge waarom die groote verstanden niet willen weten Weet ge waarop hun on verschilligheid gesteund is Op de lafhertig- heid. Die onverschilligen in zake godsdienst zijn lafhertigaards. 't Is reeds lang dat men gezegd heeftde ongeloovige wilt niet ge- looven omdat hij voor zich het recht wil, alles te doen wat hij begeert. Indien hij weigert de geloofspunten te onderzoeken, 't is omdat hij weet dat uit dat gelooven ook werken moeten volgen. Moest men hem gerust laten in 't maken van zijn fortuin, mocht hij zich voldoen in zijne zondige ver maken, gij zoudt hem alles doen gelooven. Schaft eenige geboden af, vooral het 6C en het 7', en gij zult geen moeite hebben om al de menschen te doen gelooven. Daar ligt de hond gebonden. Wat kan er ook dwazer uitgedacht worden dan het gedrag van die onverschilligen Zal God er misschien min om bestaan, omdat zij aan zijn bestaan twijfelen Zal de hel min schrikkelijk zijn omdat zij zich erin werpen met een blinddoek vóór de oogen Oh als men van helle spreekt, dan glim lacht de onverschillige. Maar is een glimlach voldoende om een geloofspunt omver te werpen dat door het geheele menschdom aanveerd is geworden Kan een ik weet het nietgesteund op de onwetendheid, opwegen tegen de overtuiging van een milliard men schen die leven, en gelooven, en van honderd vijftig milliards die geleefd en geloofd heb ben Want bemerkt het wel, over geheel de wereld was en is er altijd maar e'én meening geweest over het bestaan van een toekomstig loon of straf. De onverschillige mag niet zeggenIk ben \eker dat het toekomende leven een hersen schim is.Hoe zou hij de zekerheid verkregen hebben over een zaak die hij nooit ernstig heeft onderzocht, terwijl er zoovelen rondom hem gelooven na grondig onderzocht te hebben. Indien hij, redelijker wijze, de valschheid van het geloof niet kan bevestigen, dan is het mogelijk, niet waar, dat dit geloof waar is, en dan moet de onverschillige zóó re deneeren Hetjs mogelijk dat er een God bestaat, die alles gemaakt heeft, en bestiert, en die wetten gegeven heeft voor de menschen zoo zij die onderhouden, zullen ze beloond wor den, zoo zij ze overtreden, zullen ze gestraft worden, voor eeuwig. Het is dus mogelijk dat door mijn plichtige onwetendheid, ik na mijne dood beroofd zal worden van dat geluk, van die belooning, en voor eeuwig met schrikkelijke pijnen zal gestraft worden. Dat is mogelijk, maar 'tzou kleingeestig zijn mij daarmee te bekommeren. Hoe zoudt gij, lezer, zulke redeneering bestempelen DENKER. -I Vervolg jh Tegen den morgen viel zijin gejaagdheid af hiji zegde aan zijn vrouw en kinders, dat' het met hem gedaan was en vroeg naar moeder. Llena moest liegen en 't 'viel haar zoo schromelijk lastig 't was een gansch nieuw en een hatelijk ambacht voor haar dat had ze nog nooit gedaan en ze deed het dan ook 200 slecht, dat vader, spijts zijne ellende, vreemd naar heur opzag. Moeder 1 .Waar is moeder vroeg hij. Meetje slaapt nog, ik kom versch uit haar kamer, loog ze. Jong, zei Pier, ge zijt van mijn sponde niet weg geweest. Gelukkiglijik sliep hij in en bleef slapen, lastig en gejaagd ademhalend, tot tegen den, noenc Van 's morgens was er Marie Crepeele lijk gezet ze noemde Meetje niet, maar gis Gegeven door het Verbond der Geitensydi- haten genaamd De Hertgeit op 31 Mei 11. te Yper. Vervolg en Slot) 5e PRIJSKAMP Geiten met 4 of 6 tanden 54 inschrijvingen 1 pr. eerm. en 15 fr. H. Soenen, Zuydschote (Boesinghe) 2 14 L. Thiersen, id. 3 12 C. Logie, Elverdinghe 4 pr.premie v. 10 J. Lemahieu, Langemarck r 10 J.Van Eeckhout.Dranoutre 6 10 A. Hennebel, Poperinghe 7 7 J. Louwick, Elverdingne 8 7 H. Robyn, Boesinghe g 7 Pollon, Elverdinghe 10 7 B. Plancquart, Woesten 11 7 Duthoy, Houthem 12 7 L. Bril, Dranoutre 13 7 V. Devloo, Oostvleteren 14 7 A. Dewilde, Elverdinghe 15 7 Lepee, Proven 16 7 B. Rosseuw, id. 17 7 L. Devloo, Poperinghe 18 7 Deweerdt, Brielen 19 4 Deberdt, id. 20 4 C. Plancquart, Boesinghe 21 pr. premie v. 4 A. Berrevoet,Oostvleteren 22 4 J. Dewaele, Boesinghe 23 4 Verelle, id. 24 4 Walleghem,Passchendaele 25 4 Basemier, Oostvleteren, 26 4 Horelbeke, Woesten 27 4 Doolaert, Houthem 28 4 Robaeys, Passchendaele 29 4 Vienne, Dranoutre 30 4 Decaestecker, Boesinghe 31 4 Doolaeghe, Houthem 32 4 Indevuyst, Elverdinghe 33 4 Vincke. Bixschott 34 4 Van Belle, Oostvleteren 35 4 Verhaeghe, Langemarck 36 4 Vermeulen, Poperinghe 37 4 Lowick, Boesinghe 38 4 E. Bruneel, Zillebeke 39 4 Poeyaert, Kemmel 40 4 Depuydt, Oostvleteren 41 4 Lerberghe, Yper 42 4 J. Ferryn, Oostvleteren 43 4 J. Masureel, id. 44 4 Barbez, Ploegsteert 45 4 C. Ghesquiere,Poperinghe 46 4 P.Fournier, Komen t. Br. 6« PRIJSKAMP Geiten met S tanden volschoten Jury leden MM. J. Decoene, Rentenier, te Swe- ghem. J. Depuydt, Landbouwleeraar, te Aertrycke. c?3 inschrijvingen. 1 pr. eerm. en 15 fr. Vermeersch, Boesinghe 2 14 id. id. 3 12 Bossaert, Yper 4 pr. premie v.io Bauwte, Oostvleteren 5 10 Worme, Bixschote 6 10 Alexander, Oostvleteren 7 10 Vanthuyne, Zillebeke 8 10 Hillewaert, Langemarck 9 10 D'Hoine, Dranoutre 10 10 A. Vanoverberghe, Boesin. 11 7 Delva, Oostvleteren 12 7 Thieuw, Boesinghe 13 7 Hoflack, Vlamertinghe 14 7 Meseure, Zillebeke 15 7 Planckaert, Boesinghe 16 7 Thieuw, id. 17 7 Noterdame, Elverdinghe 18 7 Dehouck, Woesten 19 7 J. Reue, Kemmel 20 7 H. Robyn, Boesinghe 21 7 Bouton, Vlamertinghe 22 7 Heniaert, Woesten 23 7 Cuvelier id. 24 7 Vandamme, Boesinghe 25 7 Lacante, id. 26 7 Dewilde, Brielen 27 7 Plancke, Bixschote 7 Blanckaert, Woesten 29 7 Depoorter, Poperinghe 30 7 Deboeuf, Passchendaele 31 4 W<= Noterdame, Houthem 32 4 Preel, Poperinghe 33 pr. premie v. 4 Vandendriessche, Boesin. 34 4 Goeman, Poperinghe 35 4 Barbez, Ploegsteert 36 4 Vandevy ver, Vlamertinghe 37 4 Beerlandt Wulverghem (Kemmel) 38 4 Vandevyver, Vlamertinghe 39 4 Indevuyst, Yper 40 4 Bataille, Zonnebeke 41 4 Lowyck Dickebusch 42 4 Leuridan 43 4 Duthoit, Houthem 44 4 Gruson, Dranoutre 45 4 Dickery, Kemmel 46 4 Dubois, Houthem 47 4 E. Billauw, Vlamertinghe 48 4 Worme, Dranoutre 49 4 J. Victor, Yper 50 4 Desaegher, Boesinghe 51 4 Boeyaert, Kemmel 52 4 Paret, Houthem 53 4 Vanhuyze, Boesinghe 54 4 Planckaert, Komen t. B. 55 4 Dekoker, Poperinghe 56 4 Baudouin, Dranoutre 57 4 Matten, Boesinghe 58 4 Tallieu, Becelaere 59 4 Lorain, Komen t. B. 60 4 Ramon, id. VN/N/NJC- Maandag laatst greep in de zaal van den Jongelingskring een prachtige jonge wach- tersvergadering plaats. Een jonge heer, J De Wil, ondervoorzitter der K. J. W., 6« wijk, Antwerpen, hield er voor eene talrijke jongelingsschaar eene deugdelijke aanspraak. Na een woord jen gerept te hebben over wat hij noemde De grondwet aller volken de Rerum Novarum ging hij over tot wat ze in huis tort en de ijidele plaats bemerkté' in 't hoekje van den heerd, schoten haar oogen vol tranen. Ze bezocht Pier, die nu ingeslapen was, en ze verbood aan Lena, nog een slap uit de kamer te zetten, om buitenwerk te verrichten. Ik ben er, zei ze, en ik zal voor alles zorgen. Alle getiën zal ik de beesten bestel- voor 't binnenwerk, ge hebt er genoeg mee, want van uw moeder moogt ge geen hulp verwachten, ze moet gezwicht zijn. Zooals ze zegde, deed ze, en Lena wist, dat alles wat Marietje deed, door niemand kon verbeterd worden. Rond den middag ontwaakte Pier, de dok ter was juist aangekomen en, toen hiji ver trok, riep hij Llena alleen en zegde haar, zonder doeken er om te winden, dat vader moest berecht zijn. Berecht 1 Vader moest berecht zijn 1... 't Was dus meening; vader zou sterven? Gisteren weende ze bitterlijk als Meetje ver trok en daarmee was het uit. Haar oogen bleven nu droog, wijd open en koortsig, doch een doodsche bleekheid overtoog haar wezen en ze beefde lijk de blaren. Vader moest berecht zijn en ze moest voor alles zorgen en aali moeder het pijn lijk nieuws mcedoelen. Ze liet voor een oogenblik alle werk' staan en vloog naar Crepeele's, en tegen dat zg eeneKatholieke Jonge Wacht is en schetste er ons de werking op alle gebied van af. Hij steunde hoofdzakelijk hier op dat deze wer king niet alleen gelegen is in van tijd tot tijd op eene betooging veel te schreeuwen en te tieren maar wel in een gedurig werken om het goede woord te verspreiden. Ten einde goed dat werk te kunnen aflevere 1 is er van noode dat jonge wachters goed overtuigd en ontwikkeld zijn, wat zij zullen worden door eigen studie in studiebonden. Een daverend handgeklap begroette deze rede. Aangename liedéren luisterden deze vergadering op. Een Volksvriend. Werken aan de daken Dethoor Edward, 552.5o fr. Schilderwerk Geeraerts Arth., 220.39 fr- Beirnaert-Vandaele 228 fr. De- groote Prosper 25o fr. Levering van bouw materialen Roose H., 194,50 fr. Wij willen van deze gelegenheid gebruik maken om, aangaande de stemrechtkwestie, iets te herinneren en iets te wenschen. i° Eene herrinnering. De Commissie van het Verbond der Katho lieke Kringen,Vereenigingen en Werkmans- vereenigingen verzoekt de Voorzitters der Katholieke Vereenigingen en Werkmans- vereenigingen hunne VEREENIGING, vóór den iS October, bijeen te roepen, en op de dagorde dezer vergadering het onderzoek van het vraagstuk der gebeurlijke herziening van het gemeente- of provinciekiesstelsel voor te dragen. Het moet eene nationale raadpleging zijn. Om deze doelmatig te maken, is het noodzakelijk overal eene ernstige bespreking uit te lokken en terzelfdertijd een grondig onderzoek in te stellen over hetgeen, onder dit oogpunt, het algemeen belang der partij en van het land, alsook de plaatselijke belan gen vereischen. 2° Een WENSCH... dat ook de Katholieke Vereeniging in Yper en arrondissement zich schikke naar het verzoek van de Verbonds- commissie... dat er alzoo noodig leven zou ontstaan in de KatholiekeVereeniging en ge dachten wisseling over deze en andere vraag stukken. Niemand heeft vergeten waarom het socia listisch gazelje van Wervick De Werkman een goed jaar geleden door de boetstraffelijke Rechtbank van Yper, strengelijk veroordeeld is geweest. Het blad dat reeds voordien eene ferme straf bad afgeloopen.werd beschuldigd een lasterend en eereroovend artikel te hebben afgekondigd tegen een eerw. Broeder van Heimet. Azende op leugens en vuiligheid had De Werkman 1 zonder het minste bewijs, zonder een schijn van reden of waarheid den kloosterling vuil en laf aangevallen en beschuldigd. De straf liet haar echter niet wachten Voor den Rechtbank ge daagd hoorden de lasteraar en diens uitgever hen tot zware boeten veroordeelen. 't Was ver diend Dooh, evenals al de lafaards, die na een schelmstuk te hebben bedreven, wegvluchten en verdwijnen om aan eene welverdiende straf te kunnen ontsnappen, hield de veroordeelde lasteraar op te verschijnen en hij ook verdween, belaau met den walg, den afkeer, de verachting van alle weldenkende Wervickanen. De Socialisten fabrikeerden echter algauw een nieuw orgaan Zij veranderden het een weinig van uiterlijk, verhuisden van bureel, kozen eenen anderen uitgever en noemden het nieuw ding De Werker Deze zag nauwelijks het daglicht of hij kon digde in eene reeks nummers de pleidooi al door de advokaat van De Werkman op het tribunaal uilgesproken, alsook een lijst van veroordeelingen welke over een twintig- dertig tal jaren, in Frankrijk. Spanje, Portugal enz., enz. zouden uilgesproken geweest zijn tegen Paters, Priesters en Kloosterlingen 11 Iedereen weet wat zulke lijsten weerd zijn. De ondervinding leerde het ons nog veertien- dagen geleden Eenige socialistische bladen om de uitwerksels van bet geruchtmakend nieuws dat over Furnémont verspreid werd wat te verminderen, drukten in vlammende letters een klerikaal schandaal dat in Oostenrijk (1!) zou gebeurd zijn. Een priester met zulk of zulken naam, uit zulk kanton, uit zulke parochie was van erge zedeschendende feiten beschuldigd Het kath. verdedigingscomiteit ging op inlich tingen uit en het antwoord luidde De paro chie is in Oostenrijk teenemaal onbekend en in heel het aangeduid kanton is er niet één kath. priester die den beweerden naam draagt of hem ooit heeft gedregen Is het dus bij die lasterende mannen eene ziekte, of wat is het, alzoo ten prijze van ver oordeelingen en straffen schandalen ten laste van eerlijke en onschuldige personen uit te strooien of ten koste van als leugenaar en be drieger te moeten doorgaan er, op niet bestaan de personen, uit te zoeken en op te timmeren Neen, eene ziekte is het niet, maar wel eene vuige drift om in een gloeienden' haat, priester en kloosterling, katholiek en tegenstrever te treffen en door modder en vuiligheid te sleuren 1 gewillig thuis was en den mantel over de schouders gelegd had, kwam Marietje het huis in. Als ze een half uurtje later Van. de plaatse terugkwam, stond alles gereed voor de be rechting; moeder was door 'Marietje getroost en versterkt, en zat in de kamer bij het bèd: van haren man, op haren paternoster te bidden. Pier lag gekuischt en gewasschén, net en proper, op het ververschte bed, voorbereid en: gelaten, op de komst Van den herder wachtend. Een uur later was de plechtigheid vol bracht Pier lag, van vrouw en kinders' om ringd, die hem geluk wenschten en, daar hij zijn oogen zoekend rondsloeg, vroeg Lena hem wat hij zocht. Hm I kreunde hij... Hm 1 'k Heb het zoo dikwijls aan God gevraagd, mijn arm kind te mogen weerzien, vooraleer te ster ven doch dat Gods wil geschiede I Wijl ze nog een stonde te klappen zaten, kwam de boer in huis en, tot bij de jongens agande, zegde hij hun stil Blijft hier nog een oogenblik, ik zal vader eerst bezoeken en dan moet 'ik u sprei ken; er is nieuws. Na zijn bezoek bij Pier, wonk hij ze al len mee naar buiten, in de schuur daar trok hij een brief uit den zak en gaf hem aan Lena, r Die vuile drift maakt voor heel wat anders plaats als het eene hunner mannen geldtdan weet hunne andere zoo vuile pen allerhande verontschuldigingen, verzachtende omstandig heden en witwasschende ditjes en datjes te vinden en te beschrijven dan, wordt bij hen hun plichtige, alhoewel daags te voren deD besten, den slimsten onder de voormannen zoo opeens een ziekelijk mensch of vlahaf een zot Ziet eens naar 'tgeval Furnémont 1 't Is nu niet van pastor Wibbelensky in dit of dat land, of van Broeder Karapakaska in deze of gene stad, 't is nu de paus van het Vrij Gedacht zelf die heden vervolgd wordt voor eene allerproperste zedenzaak. Onze Sossen zwijgen als vermoord Ze weten nochtans zeer wel, dat de schitterende roode fakkel der vrije denkwijze beticht is van betrekkingen met een minderjarig meisje en dat de Roode Haan Vooruit vervolgd wordt volgens art. 372 van het strafwetboek dat tot 15 jaar kan veroordee len 1 Wij zullen het gereebt zijn gang laten gaan en de uilspraak afwachten doch wij willen toch doen opmerken dat wij het zeer zonderling vinden dat baas Furnémont die nochtans ad vokaat is en zijne zaak zelf had kunnen pleiten, voor den onderzoeksrechter niet verschenen maar integendeel spoorloos verdwenen is 1 Is hij misschien uitgebrand die groote fakkel Komt Furnémont in Belgie niet terug dan zal bij gedurende 10 jaar Frankrijk met zijne tegen woordigheid mogen vereeren 1 Wordt hij bij gebrek veroordeeld, dan zal zijne veroordeeling door den beul van Brussel, op de openbare markt aan de schandpaal ge- spijkert word°n 1 1 Alzoo vergaat de glorie van vele zulke groote schreeuwers Dat er in de roode bladen over Furnémont niet veel te lezen valt moet niemand verwonderen Wie heeft er immers ooit ge hoord dat de wolven elkander verslinden De Mier. Vriend Blauwvoet een jaar is straks voorbij en gij hebt nog geen teeken van leven gegeven. Nochtans nadert de 11" Juli met groote en rasse schreden Wilt gij dat men in Wervick den heugelijken Sporenslag herder.ke, steek dan onverwijld de handen uit de mouwen en valt vastberaden en moedig aan 't werk Maak pro paganda, jaag vrienden in 't harnas, zoek man nen die spreken durven, en die de domme spotters het hoofd kunnen biên. Dat er in elke maatschappij, in iedere vereeniging een paar leden gevonden worden, die hunne medeleden aanwakkeren op 11* juii ten minste de Vader- landsche Vlag uit te steken 1 Wie zal er opspringen in studiebond, Kath. Jonge Wacht, Congregatie, Muziek, Turngilde, Zangmaatschappij enz. enz., om Vlaamscbe eu Vaderlandminnende vrienden te winnen Wilt ge, vriend <BlauwvoeM 't zal gaan 1 Vlaandren den Leeuw. Diefstal. Zondag nacht zfln dieven bin nengedrongen in het ontvangstbureel der statie van Wervick. Zij hebben eene som van 152 fr. gestolen, en er zijn daarenboven nog eenige postzegels verdwenen.De daders zijn onbekend. Een onderzoek is ingesteld. Oad soldatengilde. Op zondag 15 Juni om 5 u. namiddag driemaandeljjksche vergadering hij H. Petït in Den Wyngaard Dagorde Betaling en prijsbolling. Wapenbroeders, allen op uwen post, want H. Petyt is ook altijd overal b(j 1 Het Bestuur. Bericht. Ai.ph. Vantomme brengt het ge ëerd publiek ter Kennis dat hij binnen acht da gen zijne nieuwe herberg «De Melkery» zal be trekken. en dat hjj ter gelegenheid van de aan staande kermis eene allerschoonste koe en een zoger zal slachten en uitverkoopen. H j beveelt zich aan de junst van een ieder, en zal zich te deugden stellen om vleesch en beenen in even redigheid te verdeelen en al zijne kalanten goe de soepen een stuk of drie smakelijke soorten vleesch ter kermistafel te laten opdienen. Inhaling van den nieuwen Burgemeester. Da stoet van 6 Juli 1913, voor de inhaÜDg van M. Cotteau de Patio als burgemeester van Lan gemarck, belooft prachtig te zijndaarover schrijf ik later meer. Wat het feestmaal betreft welk dien dag zal aangeboden wordeD, bet zal alle verwachting overtreffen de bestuurlijke overheid zoowel als onze politieke kopstukken beantwoorden met spoed aan den oproep der feestcommissie. Uit inliohtingan, geput aan goe de bron, blijkt het dat er op beden reeds drie senatoreD, verschillige volksvertegenwoordi gers en provinciale raadsleden ingeschreven zijn; wat de bestuurlijke overheid betreft, wjj vernemen de deelneming van den beer arrondis sementscommissaris en van verschillige burge meesters van omliggende gemeenten. Al de voornaamste burgers en landbouwers der ge meente zijn tot het feestmaal uitgenoodigd en zullen er ongetwijfeld aan deelnemen in een woord het feestmaal zal prachtig zijn. Na bet feestmaal stijgt de luchtvaarder, M. DUMOR- TIER van Brussel, op met zijnen nieuwen lucht bal genaamd Peter Beno.t er is plaats voor twee liefhebbers om mede te reizen aan de vol gende' voorwaarden de Langemarcknaars betalen 15 fr. voor de reis en de vreemdelingen 25 fr. Er dient echter opgemerkt te worden dat er maar eene plaats meer beschikbaar is, daar M. Oscar Trioen van Langemarck reeds plaats gevraagd en bekomen heeftware er nog een liefhebber om de luchtreis meê te doen, hij gelieve aanstonds zijne aanvraag In te dienen bij een lid van den gemeenteraad,want voren komt voren maalt's Avonds zal de plechtigheid gesloten worden door een monstervuurwerk zooals er nog nooit te Langemarck te zien ge weest is. De vreemdelingen zullen alle gemak hebben om alles af te zien, want eersten Zondag Heere God I van Remi lsehreeuwde ze. Lteeis, bcyool de boer. Ze koin niet van ontroering, maar do oud ste zoon greep hem in zijn ongeduld1 uit baar honden en las 5 Boer Clacys, Ik heb' in Het begin van öegsï Pol D'IIae- ne bijfna doodgeslegen in zijn b'arakke te Goliessc. i Hij! had het verdiend, mlaak 't spijt me toch". Als ik biji mijn boer te Blalic-Mestiil a'a'n- kwfam, heb ik hém alléis1 yerteldik Wds. er geerne gezien en hiji heeft mij geld gegévén, vee. geld en mijl geholpen, met raad en daad, om te vluchten. Ik heb' bog booit 'eenMetlerko durven schrij ven tot hu, uit yreeze van obtdekt en ge pakt te worden, nu nog dierf ik geen mare naar huis zenden eh daarom: schrijf ik mijn brief naar u. 1 Om de liefdie Gods, zend antwoord aan! mijn gewezen boer te Blianc-Mesnil, en laat me toch weten lioei het fgaat in 't Puidenestje; mijn oude baas kab (den brief voortzendeh, en zoo zal mijn schuilplaats in België ver doken blijven; ik betrouw niemand meer. Is vader nog ziek Hoe gaat jhét met modder Is grootmoedertje niet verslecht L'ena heeft het zeker zoo lastig De volle lengte der kerk, murm inbegrepen, meet 81 meters de grootste breedte 37 meters. Ieder der 4 zijden van den toren is omtrent 9 meters lang. De volle hoogte van den toren, naald jorer- meten, is omtrent85 meters. Langs binnen zitten de slotsteenen van' middenbeuk en koor 26 meters boven den vloer, deze van de zijbeuken 14 meters. Bemerkt de ongemeene breedte der zijbeuken daardoor wijst onze kerk den overgaDg aan tusschen den bouwtrant der vlaara- sche zeekusten, en den gewonen stijl van de Btreek.~ Voor het optrekken van dit ruim gebouw bezigde men verschillige steensoorten. Zoo gebruikte men voor het koor rosagtich zandsteen uit de omstreken van Atrecht met eene binnenbekleeding van blauw kalksteen, terwijl men voor de beuken wit Baelegemsch steen verkoos. De vensters ervan vernieuwd is of het eertijds van wit steen was, gelijk op vele andere plaatsen. leveren weinig belang op daar het netwer rond bet jaar 1860, kan men niet vaststellen zooals nu, ofwel van baksteen, van kerk Onder de schoone praalgebouwen Vlaanderen, mag ongetwijfeld wel de van Wervick, gerekend worden. En nochtans 1 hoeveel Wervickanen zijn er niet, die er nooit op gedacht hebben hun ne kerk te bewonderen, die ze zelfs niet genoegzaam kennen. Het zal dan niet ongepast zijn eenige we tenswaardigheden neder te schrijven over ditgrootsch gebouw. Wervick bezat reeds heel vroeg eene kerk wanneer ze gebouwd wierd is echter onbe kend, doch zeker is het dat zij bestond in de XI eeuw. Deze eerste parochiekerk werd verwoest toen de Franschen in 1382 de stad vernielden. Het eenige dat er nog van overblijft is een achthoekige krocht, gelegen onder het zuidelijk gedeelte van den tegen- woordigen kooromgang. Volgens Sanderus, belgisch geschiedschrijver uit de XVIIe eeuw, moet onze huidige kerk dagteekenen van korts na gemelde verwossting, dus van het einde der XIV'eeuw. Meestal de oud- heidskundigen stemmen daarmede in.gezien de bouw, in het algemeen, de kenteekens draagt van den bouwtrant toen in zwang, te weten, den vlammenden spitsboogstijl. De kerk van Wervick zou als eene der beste van haar tijdstip mogen doorgaan, ware het niet van eene onregelmatigheid in het plan van den kooromgang. Met reden, schrijft Schayes. in een zijner werken, «dat de kerk van Wervick, eerder eene kathe draal gelijkt dan eene parochie kerk, en dat zij om hare bouw kundige waarde, de hoofdkerken van Yper, Kortrijk en nog ande re steden ver overtreft. Voor een aanzienlijke en bloei ende gemeente, werd onze kerk grootsch en heerlijkopgevat. Zij bestaat voornamelijk uiteen hoo- gen middenbeuk, met daarbij be- hoorende zijbeuken, uit een even hoogen kruisbeuk,een koor ge volgd van een veelhoekig absis, en een onregelmatigen koorom gang. De toren verheft zich tegen den voorgevel vlak vóór den mid denbeuk, en is onderaan vier kantig van vorm. Langs beide kanten der kerk bestaat er trgen de zijbeuken en kruisarmen, een bijgebouw met verdiep. Tegen den kooromgang en den zuider- kruisarm, rijzen drie nauwe ka pellen op, al den overkant een enkele kapel met twee verdiepen. De drummers dienen integendeel opgemerkt te worden om hunne eigen aardigheid. Zij zijn in v, vakken verdeeld bij mid del van druiplijsten eu eindigen met een gemet- selden pinakel die 4 Moven de kornis der7 beuken doorloopt, met twee schuine dakgi veltjes afgedekt is. Dei pinakels rusten langs vc ren op de drummei zelf, maar in plaats va langs achter op de mm ren der zij beuken te staan steunen zij op halve kolommen, die langs binnen tegen de murer zijn aangebracht. Tegen de pinakels, steu nen de schraagbogen die de drukking der gewelven van den hoogen beuk opvangen, naar de drummers overzetten, en alzoo hun evenwicht verzekeren. In ieder pinakel is eene nis gehouwen, waarin eertijds Bierbeelden stonden. Een kraagsteen, waarop vroeger zulk een beeld stond, kan men nog zien aan eene der drum mers van het koor. Langs de daklijsten loopen zeer fraaie borstleuningen. Die van den hoogen beuk ew koor zijn verdeeld in vakken bij middel vi bevallige rijzige torentjes, fioelen genaamu De zijportalen zijn op te merken om hunne smaakvolle versiering bestaande voor namelijk uit boven elkander gerangschikte nissen. De kruisbeuk is verlicht door twee reus achtige vensters, gevuld met schoon ne' werk. De grootsche toren is in 3 verdiepeD deeld. Voorkorte jaren heeft men den e.i- bekroond met een vrij scherpe naald, die ongelukkiglijk, maar heel flauwtjes den toets der beoordeeling kan doorstaan, daai zij de eenheid en den samenhang van den toren heelemaal breekt, en dit voornamelijk door een achthoekig vierde verdiep geplaatst tusschen de eigenlijke naald ^en^den klok- kenkamer. (le naaste week het vervolg.) 1 -y Tür—fcr.- van Juli loopt de zomertrein van 10 ure voor den eersten keer naar Yper en men verzekert dat een buitengewone tram zal gevraagd worden, in de richting van Rousselare,die zal vertrekken achter het vuurwerk. Kinéma-vertooningen. Een vliegende kiné- ma is hier zaterdag toegekomen en bleef hier tot woensdag Hoet uit Rousselaere was hier de baas van die doeninge. Er valt niet op te zeggen, alles was puik en mocht van iedereen, groot en klein gezien worden. In verschillende landen van Europa gaan reizende kinémas rond om de landbouwers te helpen de machienen en andere nuttige dingen op 't hof in te brengen. Dit ware ook hoogst nuttig voor onze vlaamscbe boeren. De zaal der zondagschool was te breed en te kort. Van hier is de kinéma naar Proven ver trokken. De St Josephzaal zal hem daar waar schijnlijk beter schikken. In de stad Antwerpen is een komiteit aan 't zoeken welke gemeenten uit het vlaamsche land nog fransche zegels gebruiken. Een eerste Och! Claeys, ik lijd hier lijk in ziele in 't vagevier. i\Vare ik toch maar thuis', bijl vader en moeld-er 1 1 En zeggen flat ik' Jueir zooveel' geld heb', en dat ze het idaar zoo rioodig hebben 1... Zeg, dat ze op mij; niet kwaad' mogein zijn, ik leef hier lijk pen fatsoenlijk mensch, en; moesten ze Wetein wat ik uitgestaan heb en liog lijd I Mijn hert is thuis eni ik smelt van verlan gen 'k zou er van doodgaan. Help mij' en zeg dat ze mij' helpen thuis. .Wat moet ik doen? Ik durf niet verroeren. Ik verwacht antwoord. Rémi Braem. Als de voorlezing gedhan was, sprak de boer Jongens, korte raad, goe raad ge moet er om; ge moet hem uit het Fransche halen, van morgen. En tiaar ze stom stonden en lijk over goten, ham |d;e boer een vast besluit. Houdt u allen gerust, besloot hiji. Ik neem alles op miji en 't moet u geen rooden duit kosten; ik ben main van 't peerd; moed, jongens, Remi zal in ide eerste dagen wel thuis zijn, of de duivel houdt de keerse. Dien achternoen trok liijl pret den pastor naar Rousselaere; ze vonden gelukkiglijk pas tor Denys thuis, en, als ze hem de zaak lfjste is uitgekomen.|Op de tweede mag men ook Oostvleteren verwachten, 't Is hier ook nog «Commune d'.testvleteren, Flandre-Oceidentalei l'Union fait la Force Moesten viaamsche zegels in waalsche gemeenten gebruikt worden, 't zou er stormen. Pater Rommelaere der (Redemptoristen, heeft eene kleine retret gepreekt van zondag tot donderdag; aan de getrouwde vrouwen der H. Familie. Veel vrouwtjes hebben die sermoenen bijgewoond en allen zijn donderd-ag morgen ter H. Tafel genaderd. Eene prachtige medalie werd hen overhandigd na de(oefening(van donderdag. Bericht. Maria Vanacker komt zich als strijkster te placeeren bij hare ouders. Zij neemt de vrijheid zich aan hare medeburgers aan te bevelen. Alle orders zullen stipt en den ten nauwkeurigste worden uitgevoerd. KANTENSTEKSTERS, gebruikt geen an der ECHT PERKAMENT dan flit,,te ver krijgen ter DRUKKERIJ CALLEWAÈRT. voor oogen gelegd hadclöu, smeekten ze hém, den jongen, ie willefn gaan opzwkén) - Ik vaag heel het spel uit, zei de boer. Zonder een stonde te duimelën, aanvêei'4- de pastoor Denys. Ze dronken eene lekkere fleseh' Roden- baeh op den goeden uitval', rookten dat zè er niet door zagen pn scheidden van mal kander, opgetogen en vol blijdei verwachting. Monsieur Dubois, van Blanc-Mes;nil„ wds in het geheel op zijn gemak niet; hij zat er mee ni, dat jhij' zijn knecht Remi naar Gonesse had laten gaan, te meer, daar de jongien er zoo gejaagd en zoo hitsig uitzag. Iliji hield van dat manneke 't was zoo een heel ander ventje dan al de Belgen, die hij ooit in dienst kreeg ©n die, voor 't mee rendeel, zoo alledaagsch zijn, zoo uit dep hoop, zoo eeuwig-op-malkaar-gelijkend. Ja, die jongen had een kop, en daar zat iets in; hij had een hert en er stak fut in hij had een ziel, een ziel die in zijn oogen en op zijn wezen speelde een ziel die rees en douw en wrocht in hem een ziel die leed en streed en steende én ju belde in hem en haai; spel niet verdook. Ja, dat klein, licht ventje was een man. "Wordt voortgezet,, wi

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3