Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 14 Juni 1913
TRIMARD'S
L
I!
(PER&HBI10PI5SEJIIES1
DE KERK VAN WERVICK
ff
Ik weet dat niet...
Het Ypersche Volk!
YPER
WERVICK
de godsklop
Leest en Verspreidt
MENGELWERK N° 29
VI.
Uitslag van dan Geitenprijskamp
K. J. W. - Sectie Sint-Pieters.—
w/z
Aanbesteding in 't gevang.
Het Stemrecht. Donderdag 19
Juni zal de Commissie der XXXI, gelast met
het onderzoek over de provinciale en ge
meentekieswetten door den Minister van
binnenlandsche zaken officieel aangesteld
worden.
Ze Zwijgen I
Aan
vriend Blauwvoet
verleden jaar I
van
ELVERDINQHH
LANGEMARCK
Beschrijving en Geschiedenis
DOSTVLETEREN
VII.
DE VLUCHT
Daar zijn menschen op de wereld, zoowel
te lande als in stad, die beweren dat ze in
zake van godsdienst onverschillig zijn.
Wilt ge een keer voor een paar minuten
aandachtig t volgende daarover lezen
Daar zijn, geloof ik, weinig menschen die
boffen op hunne onwetendheid. Als ge
iemand wilt kwaad maken dan moet ge hem
maar voor een dwaze, een dommerik uit
schelden. Daar zijn zelfs menschen uit
wier mond ge nooit die woorden ik weet niet
zult vernemen, omdat ze hooveerdig zijn, en
hun onwetendheid in gelijk welke zake niet
willen bekennen.
Hoe komt het dan dat, van zoohaast of dat
er sprake is van godsdienst, dat ik weet het
niet niet meer zoo vernederend is, ja, dat
sommigen er een eer van schijnen te maken
dat ze 't niet weten Hoe is 't uit te leggen
dat sommige verstanden het als een eer
aanzien onwetend te zijn in zake van geloof,
't Is misschien omdat er geen kennis is die
meer gemeen is bij 't meerendeel onzer mede-
menschen dan de kennis van den godsdienst.
Daar zijn er toch maar weinigen die ten
minste de grondleeringen van het geloof niet
kénnen. Maar dat kan geen reden zijn.
Zou het immers een schande zijn te weten en
te kennen wat iedereen weet en kent? Indien
het een eer is dingen te kennen die anderen
niet kennen het is voorzeker domheid en
stompzinnigheid dingen niet te kennen die
iedereen kent.
Wat I Onwetendheid zou het bewijs zijn
van groot verstand? Maar dan is een ezel het
wijste van al de schepsels
Neen, neen het kan niet zijn dat een
mensch fier zou mogen gaan op zijne on
wetendheid in de grootste vraagstukken die
hem aanbelangen. Ben ik het voortbrengsel
van het blinde toeval, of heeft een Opper
wezen mij geschapen Zal dat wezen dat in
mij denkt vernietigd worden samen met mijn
lichaam door de wormen in het graf, of is
het geschapen om nooit te vergaan, om
eeuwig te blijven
Weet ge waarom die groote verstanden
niet willen weten Weet ge waarop hun on
verschilligheid gesteund is Op de lafhertig-
heid. Die onverschilligen in zake godsdienst
zijn lafhertigaards. 't Is reeds lang dat men
gezegd heeftde ongeloovige wilt niet ge-
looven omdat hij voor zich het recht wil,
alles te doen wat hij begeert. Indien hij
weigert de geloofspunten te onderzoeken,
't is omdat hij weet dat uit dat gelooven ook
werken moeten volgen. Moest men hem
gerust laten in 't maken van zijn fortuin,
mocht hij zich voldoen in zijne zondige ver
maken, gij zoudt hem alles doen gelooven.
Schaft eenige geboden af, vooral het 6C en
het 7', en gij zult geen moeite hebben om al
de menschen te doen gelooven. Daar ligt de
hond gebonden.
Wat kan er ook dwazer uitgedacht worden
dan het gedrag van die onverschilligen Zal
God er misschien min om bestaan, omdat zij
aan zijn bestaan twijfelen Zal de hel min
schrikkelijk zijn omdat zij zich erin werpen
met een blinddoek vóór de oogen
Oh als men van helle spreekt, dan glim
lacht de onverschillige. Maar is een glimlach
voldoende om een geloofspunt omver te
werpen dat door het geheele menschdom
aanveerd is geworden Kan een ik weet het
nietgesteund op de onwetendheid, opwegen
tegen de overtuiging van een milliard men
schen die leven, en gelooven, en van honderd
vijftig milliards die geleefd en geloofd heb
ben Want bemerkt het wel, over geheel de
wereld was en is er altijd maar e'én meening
geweest over het bestaan van een toekomstig
loon of straf.
De onverschillige mag niet zeggenIk ben
\eker dat het toekomende leven een hersen
schim is.Hoe zou hij de zekerheid verkregen
hebben over een zaak die hij nooit ernstig
heeft onderzocht, terwijl er zoovelen rondom
hem gelooven na grondig onderzocht te
hebben.
Indien hij, redelijker wijze, de valschheid
van het geloof niet kan bevestigen, dan is
het mogelijk, niet waar, dat dit geloof waar
is, en dan moet de onverschillige zóó re
deneeren
Hetjs mogelijk dat er een God bestaat,
die alles gemaakt heeft, en bestiert, en die
wetten gegeven heeft voor de menschen zoo
zij die onderhouden, zullen ze beloond wor
den, zoo zij ze overtreden, zullen ze gestraft
worden, voor eeuwig. Het is dus mogelijk
dat door mijn plichtige onwetendheid, ik
na mijne dood beroofd zal worden van dat
geluk, van die belooning, en voor eeuwig
met schrikkelijke pijnen zal gestraft worden.
Dat is mogelijk, maar 'tzou kleingeestig zijn
mij daarmee te bekommeren.
Hoe zoudt gij, lezer, zulke redeneering
bestempelen DENKER.
-I Vervolg jh
Tegen den morgen viel zijin gejaagdheid
af hiji zegde aan zijn vrouw en kinders,
dat' het met hem gedaan was en vroeg naar
moeder.
Llena moest liegen en 't 'viel haar zoo
schromelijk lastig 't was een gansch nieuw
en een hatelijk ambacht voor haar dat had
ze nog nooit gedaan en ze deed het dan
ook 200 slecht, dat vader, spijts zijne ellende,
vreemd naar heur opzag.
Moeder 1 .Waar is moeder vroeg hij.
Meetje slaapt nog, ik kom versch uit
haar kamer, loog ze.
Jong, zei Pier, ge zijt van mijn sponde
niet weg geweest.
Gelukkiglijik sliep hij in en bleef slapen,
lastig en gejaagd ademhalend, tot tegen den,
noenc
Van 's morgens was er Marie Crepeele
lijk gezet ze noemde Meetje niet, maar gis
Gegeven door het Verbond der Geitensydi-
haten genaamd De Hertgeit op 31 Mei 11.
te Yper.
Vervolg en Slot)
5e PRIJSKAMP
Geiten met 4 of 6 tanden 54 inschrijvingen
1 pr. eerm. en 15 fr. H. Soenen, Zuydschote
(Boesinghe)
2 14 L. Thiersen, id.
3 12 C. Logie, Elverdinghe
4 pr.premie v. 10 J. Lemahieu, Langemarck
r 10 J.Van Eeckhout.Dranoutre
6 10 A. Hennebel, Poperinghe
7 7 J. Louwick, Elverdingne
8 7 H. Robyn, Boesinghe
g 7 Pollon, Elverdinghe
10 7 B. Plancquart, Woesten
11 7 Duthoy, Houthem
12 7 L. Bril, Dranoutre
13 7 V. Devloo, Oostvleteren
14 7 A. Dewilde, Elverdinghe
15 7 Lepee, Proven
16 7 B. Rosseuw, id.
17 7 L. Devloo, Poperinghe
18 7 Deweerdt, Brielen
19 4 Deberdt, id.
20 4 C. Plancquart, Boesinghe
21 pr. premie v. 4 A. Berrevoet,Oostvleteren
22 4 J. Dewaele, Boesinghe
23 4 Verelle, id.
24 4 Walleghem,Passchendaele
25 4 Basemier, Oostvleteren,
26 4 Horelbeke, Woesten
27 4 Doolaert, Houthem
28 4 Robaeys, Passchendaele
29 4 Vienne, Dranoutre
30 4 Decaestecker, Boesinghe
31 4 Doolaeghe, Houthem
32 4 Indevuyst, Elverdinghe
33 4 Vincke. Bixschott
34 4 Van Belle, Oostvleteren
35 4 Verhaeghe, Langemarck
36 4 Vermeulen, Poperinghe
37 4 Lowick, Boesinghe
38 4 E. Bruneel, Zillebeke
39 4 Poeyaert, Kemmel
40 4 Depuydt, Oostvleteren
41 4 Lerberghe, Yper
42 4 J. Ferryn, Oostvleteren
43 4 J. Masureel, id.
44 4 Barbez, Ploegsteert
45 4 C. Ghesquiere,Poperinghe
46 4 P.Fournier, Komen t. Br.
6« PRIJSKAMP
Geiten met S tanden volschoten
Jury leden MM. J. Decoene, Rentenier, te Swe-
ghem.
J. Depuydt, Landbouwleeraar, te
Aertrycke.
c?3 inschrijvingen.
1 pr. eerm. en 15 fr. Vermeersch, Boesinghe
2 14 id. id.
3 12 Bossaert, Yper
4 pr. premie v.io Bauwte, Oostvleteren
5 10 Worme, Bixschote
6 10 Alexander, Oostvleteren
7 10 Vanthuyne, Zillebeke
8 10 Hillewaert, Langemarck
9 10 D'Hoine, Dranoutre
10 10 A. Vanoverberghe, Boesin.
11 7 Delva, Oostvleteren
12 7 Thieuw, Boesinghe
13 7 Hoflack, Vlamertinghe
14 7 Meseure, Zillebeke
15 7 Planckaert, Boesinghe
16 7 Thieuw, id.
17 7 Noterdame, Elverdinghe
18 7 Dehouck, Woesten
19 7 J. Reue, Kemmel
20 7 H. Robyn, Boesinghe
21 7 Bouton, Vlamertinghe
22 7 Heniaert, Woesten
23 7 Cuvelier id.
24 7 Vandamme, Boesinghe
25 7 Lacante, id.
26 7 Dewilde, Brielen
27 7 Plancke, Bixschote
7 Blanckaert, Woesten
29 7 Depoorter, Poperinghe
30 7 Deboeuf, Passchendaele
31 4 W<= Noterdame, Houthem
32 4 Preel, Poperinghe
33 pr. premie v. 4 Vandendriessche, Boesin.
34 4 Goeman, Poperinghe
35 4 Barbez, Ploegsteert
36 4 Vandevy ver, Vlamertinghe
37 4 Beerlandt Wulverghem
(Kemmel)
38 4 Vandevyver, Vlamertinghe
39 4 Indevuyst, Yper
40 4 Bataille, Zonnebeke
41 4 Lowyck Dickebusch
42 4 Leuridan
43 4 Duthoit, Houthem
44 4 Gruson, Dranoutre
45 4 Dickery, Kemmel
46 4 Dubois, Houthem
47 4 E. Billauw, Vlamertinghe
48 4 Worme, Dranoutre
49 4 J. Victor, Yper
50 4 Desaegher, Boesinghe
51 4 Boeyaert, Kemmel
52 4 Paret, Houthem
53 4 Vanhuyze, Boesinghe
54 4 Planckaert, Komen t. B.
55 4 Dekoker, Poperinghe
56 4 Baudouin, Dranoutre
57 4 Matten, Boesinghe
58 4 Tallieu, Becelaere
59 4 Lorain, Komen t. B.
60 4 Ramon, id.
VN/N/NJC-
Maandag laatst greep in de zaal van den
Jongelingskring een prachtige jonge wach-
tersvergadering plaats. Een jonge heer, J
De Wil, ondervoorzitter der K. J. W., 6«
wijk, Antwerpen, hield er voor eene talrijke
jongelingsschaar eene deugdelijke aanspraak.
Na een woord jen gerept te hebben over wat
hij noemde De grondwet aller volken de
Rerum Novarum ging hij over tot wat
ze in huis tort en de ijidele plaats bemerkté'
in 't hoekje van den heerd, schoten haar
oogen vol tranen. Ze bezocht Pier, die nu
ingeslapen was, en ze verbood aan Lena,
nog een slap uit de kamer te zetten, om
buitenwerk te verrichten.
Ik ben er, zei ze, en ik zal voor alles
zorgen. Alle getiën zal ik de beesten bestel-
voor 't binnenwerk, ge hebt er genoeg mee,
want van uw moeder moogt ge geen hulp
verwachten, ze moet gezwicht zijn.
Zooals ze zegde, deed ze, en Lena wist,
dat alles wat Marietje deed, door niemand
kon verbeterd worden.
Rond den middag ontwaakte Pier, de dok
ter was juist aangekomen en, toen hiji ver
trok, riep hij Llena alleen en zegde haar,
zonder doeken er om te winden, dat vader
moest berecht zijn.
Berecht 1 Vader moest berecht zijn 1...
't Was dus meening; vader zou sterven?
Gisteren weende ze bitterlijk als Meetje ver
trok en daarmee was het uit. Haar oogen
bleven nu droog, wijd open en koortsig, doch
een doodsche bleekheid overtoog haar wezen
en ze beefde lijk de blaren.
Vader moest berecht zijn en ze moest
voor alles zorgen en aali moeder het pijn
lijk nieuws mcedoelen.
Ze liet voor een oogenblik alle werk' staan
en vloog naar Crepeele's, en tegen dat zg
eeneKatholieke Jonge Wacht is en schetste er
ons de werking op alle gebied van af. Hij
steunde hoofdzakelijk hier op dat deze wer
king niet alleen gelegen is in van tijd tot tijd
op eene betooging veel te schreeuwen en te
tieren maar wel in een gedurig werken om
het goede woord te verspreiden. Ten einde
goed dat werk te kunnen aflevere 1 is er van
noode dat jonge wachters goed overtuigd en
ontwikkeld zijn, wat zij zullen worden door
eigen studie in studiebonden. Een daverend
handgeklap begroette deze rede. Aangename
liedéren luisterden deze vergadering op.
Een Volksvriend.
Werken aan de daken Dethoor Edward,
552.5o fr. Schilderwerk Geeraerts Arth.,
220.39 fr- Beirnaert-Vandaele 228 fr. De-
groote Prosper 25o fr. Levering van bouw
materialen Roose H., 194,50 fr.
Wij willen van deze gelegenheid gebruik
maken om, aangaande de stemrechtkwestie,
iets te herinneren en iets te wenschen.
i° Eene herrinnering.
De Commissie van het Verbond der Katho
lieke Kringen,Vereenigingen en Werkmans-
vereenigingen verzoekt de Voorzitters der
Katholieke Vereenigingen en Werkmans-
vereenigingen hunne VEREENIGING, vóór
den iS October, bijeen te roepen, en op de
dagorde dezer vergadering het onderzoek van
het vraagstuk der gebeurlijke herziening van
het gemeente- of provinciekiesstelsel voor te
dragen. Het moet eene nationale raadpleging
zijn. Om deze doelmatig te maken, is het
noodzakelijk overal eene ernstige bespreking
uit te lokken en terzelfdertijd een grondig
onderzoek in te stellen over hetgeen, onder
dit oogpunt, het algemeen belang der partij
en van het land, alsook de plaatselijke belan
gen vereischen.
2° Een WENSCH... dat ook de Katholieke
Vereeniging in Yper en arrondissement zich
schikke naar het verzoek van de Verbonds-
commissie... dat er alzoo noodig leven zou
ontstaan in de KatholiekeVereeniging en ge
dachten wisseling over deze en andere vraag
stukken.
Niemand heeft vergeten waarom het socia
listisch gazelje van Wervick De Werkman
een goed jaar geleden door de boetstraffelijke
Rechtbank van Yper, strengelijk veroordeeld is
geweest.
Het blad dat reeds voordien eene ferme straf
bad afgeloopen.werd beschuldigd een lasterend
en eereroovend artikel te hebben afgekondigd
tegen een eerw. Broeder van Heimet. Azende
op leugens en vuiligheid had De Werkman 1
zonder het minste bewijs, zonder een schijn van
reden of waarheid den kloosterling vuil en laf
aangevallen en beschuldigd. De straf liet haar
echter niet wachten Voor den Rechtbank ge
daagd hoorden de lasteraar en diens uitgever
hen tot zware boeten veroordeelen. 't Was ver
diend
Dooh, evenals al de lafaards, die na een
schelmstuk te hebben bedreven, wegvluchten
en verdwijnen om aan eene welverdiende straf
te kunnen ontsnappen, hield de veroordeelde
lasteraar op te verschijnen en hij ook verdween,
belaau met den walg, den afkeer, de verachting
van alle weldenkende Wervickanen.
De Socialisten fabrikeerden echter algauw een
nieuw orgaan Zij veranderden het een
weinig van uiterlijk, verhuisden van bureel,
kozen eenen anderen uitgever en noemden het
nieuw ding De Werker
Deze zag nauwelijks het daglicht of hij kon
digde in eene reeks nummers de pleidooi al
door de advokaat van De Werkman op het
tribunaal uilgesproken, alsook een lijst van
veroordeelingen welke over een twintig- dertig
tal jaren, in Frankrijk. Spanje, Portugal enz.,
enz. zouden uilgesproken geweest zijn tegen
Paters, Priesters en Kloosterlingen 11
Iedereen weet wat zulke lijsten weerd zijn.
De ondervinding leerde het ons nog veertien-
dagen geleden Eenige socialistische bladen om
de uitwerksels van bet geruchtmakend nieuws
dat over Furnémont verspreid werd wat te
verminderen, drukten in vlammende letters een
klerikaal schandaal dat in Oostenrijk (1!) zou
gebeurd zijn. Een priester met zulk of zulken
naam, uit zulk kanton, uit zulke parochie was
van erge zedeschendende feiten beschuldigd
Het kath. verdedigingscomiteit ging op inlich
tingen uit en het antwoord luidde De paro
chie is in Oostenrijk teenemaal onbekend en in
heel het aangeduid kanton is er niet één kath.
priester die den beweerden naam draagt of
hem ooit heeft gedregen
Is het dus bij die lasterende mannen eene
ziekte, of wat is het, alzoo ten prijze van ver
oordeelingen en straffen schandalen ten laste
van eerlijke en onschuldige personen uit te
strooien of ten koste van als leugenaar en be
drieger te moeten doorgaan er, op niet bestaan
de personen, uit te zoeken en op te timmeren
Neen, eene ziekte is het niet, maar wel eene
vuige drift om in een gloeienden' haat, priester
en kloosterling, katholiek en tegenstrever te
treffen en door modder en vuiligheid te sleuren 1
gewillig thuis was en den mantel over de
schouders gelegd had, kwam Marietje het
huis in.
Als ze een half uurtje later Van. de plaatse
terugkwam, stond alles gereed voor de be
rechting; moeder was door 'Marietje getroost
en versterkt, en zat in de kamer bij het bèd:
van haren man, op haren paternoster te
bidden.
Pier lag gekuischt en gewasschén, net en
proper, op het ververschte bed, voorbereid
en: gelaten, op de komst Van den herder
wachtend.
Een uur later was de plechtigheid vol
bracht Pier lag, van vrouw en kinders' om
ringd, die hem geluk wenschten en, daar
hij zijn oogen zoekend rondsloeg, vroeg Lena
hem wat hij zocht.
Hm I kreunde hij... Hm 1 'k Heb het
zoo dikwijls aan God gevraagd, mijn arm
kind te mogen weerzien, vooraleer te ster
ven doch dat Gods wil geschiede I
Wijl ze nog een stonde te klappen zaten,
kwam de boer in huis en, tot bij de jongens
agande, zegde hij hun stil
Blijft hier nog een oogenblik, ik zal
vader eerst bezoeken en dan moet 'ik u sprei
ken; er is nieuws.
Na zijn bezoek bij Pier, wonk hij ze al
len mee naar buiten, in de schuur daar
trok hij een brief uit den zak en gaf hem
aan Lena, r
Die vuile drift maakt voor heel wat anders
plaats als het eene hunner mannen geldtdan
weet hunne andere zoo vuile pen allerhande
verontschuldigingen, verzachtende omstandig
heden en witwasschende ditjes en datjes te
vinden en te beschrijven dan, wordt bij hen
hun plichtige, alhoewel daags te voren deD
besten, den slimsten onder de voormannen zoo
opeens een ziekelijk mensch of vlahaf een zot
Ziet eens naar 'tgeval Furnémont 1
't Is nu niet van pastor Wibbelensky in dit of
dat land, of van Broeder Karapakaska in deze
of gene stad, 't is nu de paus van het Vrij
Gedacht zelf die heden vervolgd wordt voor
eene allerproperste zedenzaak. Onze Sossen
zwijgen als vermoord Ze weten nochtans zeer
wel, dat de schitterende roode fakkel der vrije
denkwijze beticht is van betrekkingen met een
minderjarig meisje en dat de Roode Haan
Vooruit vervolgd wordt volgens art. 372 van
het strafwetboek dat tot 15 jaar kan veroordee
len 1
Wij zullen het gereebt zijn gang laten gaan
en de uilspraak afwachten doch wij willen
toch doen opmerken dat wij het zeer zonderling
vinden dat baas Furnémont die nochtans ad
vokaat is en zijne zaak zelf had kunnen pleiten,
voor den onderzoeksrechter niet verschenen
maar integendeel spoorloos verdwenen is 1
Is hij misschien uitgebrand die groote fakkel
Komt Furnémont in Belgie niet terug dan zal
bij gedurende 10 jaar Frankrijk met zijne tegen
woordigheid mogen vereeren 1
Wordt hij bij gebrek veroordeeld, dan zal
zijne veroordeeling door den beul van Brussel,
op de openbare markt aan de schandpaal ge-
spijkert word°n 1 1
Alzoo vergaat de glorie van vele zulke groote
schreeuwers Dat er in de roode bladen over
Furnémont niet veel te lezen valt moet niemand
verwonderen Wie heeft er immers ooit ge
hoord dat de wolven elkander verslinden
De Mier.
Vriend Blauwvoet een jaar is straks voorbij
en gij hebt nog geen teeken van leven gegeven.
Nochtans nadert de 11" Juli met groote en rasse
schreden Wilt gij dat men in Wervick den
heugelijken Sporenslag herder.ke, steek dan
onverwijld de handen uit de mouwen en valt
vastberaden en moedig aan 't werk Maak pro
paganda, jaag vrienden in 't harnas, zoek man
nen die spreken durven, en die de domme
spotters het hoofd kunnen biên. Dat er in elke
maatschappij, in iedere vereeniging een paar
leden gevonden worden, die hunne medeleden
aanwakkeren op 11* juii ten minste de Vader-
landsche Vlag uit te steken 1
Wie zal er opspringen in studiebond, Kath.
Jonge Wacht, Congregatie, Muziek, Turngilde,
Zangmaatschappij enz. enz., om Vlaamscbe eu
Vaderlandminnende vrienden te winnen
Wilt ge, vriend <BlauwvoeM 't zal gaan 1
Vlaandren den Leeuw.
Diefstal. Zondag nacht zfln dieven bin
nengedrongen in het ontvangstbureel der statie
van Wervick. Zij hebben eene som van 152 fr.
gestolen, en er zijn daarenboven nog eenige
postzegels verdwenen.De daders zijn onbekend.
Een onderzoek is ingesteld.
Oad soldatengilde. Op zondag 15 Juni om
5 u. namiddag driemaandeljjksche vergadering
hij H. Petït in Den Wyngaard
Dagorde Betaling en prijsbolling.
Wapenbroeders, allen op uwen post, want H.
Petyt is ook altijd overal b(j 1
Het Bestuur.
Bericht. Ai.ph. Vantomme brengt het ge
ëerd publiek ter Kennis dat hij binnen acht da
gen zijne nieuwe herberg «De Melkery» zal be
trekken. en dat hjj ter gelegenheid van de aan
staande kermis eene allerschoonste koe en een
zoger zal slachten en uitverkoopen. H j beveelt
zich aan de junst van een ieder, en zal zich te
deugden stellen om vleesch en beenen in even
redigheid te verdeelen en al zijne kalanten goe
de soepen een stuk of drie smakelijke soorten
vleesch ter kermistafel te laten opdienen.
Inhaling van den nieuwen Burgemeester.
Da stoet van 6 Juli 1913, voor de inhaÜDg van
M. Cotteau de Patio als burgemeester van Lan
gemarck, belooft prachtig te zijndaarover
schrijf ik later meer. Wat het feestmaal betreft
welk dien dag zal aangeboden wordeD, bet zal
alle verwachting overtreffen de bestuurlijke
overheid zoowel als onze politieke kopstukken
beantwoorden met spoed aan den oproep der
feestcommissie. Uit inliohtingan, geput aan goe
de bron, blijkt het dat er op beden reeds drie
senatoreD, verschillige volksvertegenwoordi
gers en provinciale raadsleden ingeschreven
zijn; wat de bestuurlijke overheid betreft, wjj
vernemen de deelneming van den beer arrondis
sementscommissaris en van verschillige burge
meesters van omliggende gemeenten. Al de
voornaamste burgers en landbouwers der ge
meente zijn tot het feestmaal uitgenoodigd en
zullen er ongetwijfeld aan deelnemen in een
woord het feestmaal zal prachtig zijn. Na bet
feestmaal stijgt de luchtvaarder, M. DUMOR-
TIER van Brussel, op met zijnen nieuwen lucht
bal genaamd Peter Beno.t er is plaats voor
twee liefhebbers om mede te reizen aan de vol
gende' voorwaarden de Langemarcknaars
betalen 15 fr. voor de reis en de vreemdelingen
25 fr. Er dient echter opgemerkt te worden dat
er maar eene plaats meer beschikbaar is, daar
M. Oscar Trioen van Langemarck reeds plaats
gevraagd en bekomen heeftware er nog een
liefhebber om de luchtreis meê te doen, hij
gelieve aanstonds zijne aanvraag In te dienen bij
een lid van den gemeenteraad,want voren komt
voren maalt's Avonds zal de plechtigheid
gesloten worden door een monstervuurwerk
zooals er nog nooit te Langemarck te zien ge
weest is. De vreemdelingen zullen alle gemak
hebben om alles af te zien, want eersten Zondag
Heere God I van Remi lsehreeuwde ze.
Lteeis, bcyool de boer.
Ze koin niet van ontroering, maar do oud
ste zoon greep hem in zijn ongeduld1 uit
baar honden en las 5
Boer Clacys,
Ik heb' in Het begin van öegsï Pol D'IIae-
ne bijfna doodgeslegen in zijn b'arakke te
Goliessc. i
Hij! had het verdiend, mlaak 't spijt me toch".
Als ik biji mijn boer te Blalic-Mestiil a'a'n-
kwfam, heb ik hém alléis1 yerteldik Wds.
er geerne gezien en hiji heeft mij geld gegévén,
vee. geld en mijl geholpen, met raad en
daad, om te vluchten.
Ik heb' bog booit 'eenMetlerko durven schrij
ven tot hu, uit yreeze van obtdekt en ge
pakt te worden, nu nog dierf ik geen mare
naar huis zenden eh daarom: schrijf ik mijn
brief naar u. 1
Om de liefdie Gods, zend antwoord aan!
mijn gewezen boer te Blianc-Mesnil, en laat
me toch weten lioei het fgaat in 't Puidenestje;
mijn oude baas kab (den brief voortzendeh,
en zoo zal mijn schuilplaats in België ver
doken blijven; ik betrouw niemand meer.
Is vader nog ziek
Hoe gaat jhét met modder
Is grootmoedertje niet verslecht
L'ena heeft het zeker zoo lastig
De volle lengte der kerk, murm inbegrepen, meet 81 meters
de grootste breedte 37 meters. Ieder der 4 zijden van den toren is
omtrent 9 meters lang. De volle hoogte van den toren, naald jorer-
meten, is omtrent85 meters. Langs binnen zitten de slotsteenen van'
middenbeuk en koor 26 meters boven den vloer, deze van de zijbeuken
14 meters. Bemerkt de ongemeene breedte der zijbeuken daardoor
wijst onze kerk den overgaDg aan tusschen den bouwtrant der vlaara-
sche zeekusten, en den gewonen stijl van de Btreek.~
Voor het optrekken van dit ruim gebouw bezigde men verschillige
steensoorten. Zoo gebruikte men voor het koor rosagtich zandsteen
uit de omstreken van Atrecht met eene binnenbekleeding van blauw
kalksteen, terwijl men voor de beuken wit Baelegemsch steen
verkoos.
De vensters
ervan vernieuwd is
of het eertijds van wit steen was,
gelijk op vele andere plaatsen.
leveren weinig belang op daar het netwer
rond bet jaar 1860, kan men niet vaststellen
zooals nu, ofwel van baksteen,
van
kerk
Onder de schoone praalgebouwen
Vlaanderen, mag ongetwijfeld wel de
van Wervick, gerekend worden.
En nochtans 1 hoeveel Wervickanen zijn
er niet, die er nooit op gedacht hebben hun
ne kerk te bewonderen, die ze zelfs niet
genoegzaam kennen.
Het zal dan niet ongepast zijn eenige we
tenswaardigheden neder te schrijven over
ditgrootsch gebouw.
Wervick bezat reeds heel vroeg eene kerk
wanneer ze gebouwd wierd is echter onbe
kend, doch zeker is het dat zij bestond in
de XI eeuw. Deze eerste parochiekerk werd
verwoest toen de Franschen in 1382 de
stad vernielden. Het eenige dat er nog van
overblijft is een achthoekige krocht, gelegen
onder het zuidelijk gedeelte van den tegen-
woordigen kooromgang. Volgens Sanderus,
belgisch geschiedschrijver uit de XVIIe
eeuw, moet onze huidige kerk dagteekenen
van korts na gemelde verwossting, dus van
het einde der XIV'eeuw. Meestal de oud-
heidskundigen stemmen daarmede in.gezien
de bouw, in het algemeen, de kenteekens
draagt van den bouwtrant toen in zwang,
te weten, den vlammenden spitsboogstijl.
De kerk van Wervick zou als eene der
beste van haar tijdstip mogen doorgaan,
ware het niet van eene onregelmatigheid in
het plan van den kooromgang. Met reden,
schrijft Schayes. in een zijner werken, «dat
de kerk van Wervick, eerder eene kathe
draal gelijkt dan eene parochie
kerk, en dat zij om hare bouw
kundige waarde, de hoofdkerken
van Yper, Kortrijk en nog ande
re steden ver overtreft.
Voor een aanzienlijke en bloei
ende gemeente, werd onze kerk
grootsch en heerlijkopgevat. Zij
bestaat voornamelijk uiteen hoo-
gen middenbeuk, met daarbij be-
hoorende zijbeuken, uit een even
hoogen kruisbeuk,een koor ge
volgd van een veelhoekig absis,
en een onregelmatigen koorom
gang. De toren verheft zich tegen
den voorgevel vlak vóór den mid
denbeuk, en is onderaan vier
kantig van vorm. Langs beide
kanten der kerk bestaat er trgen
de zijbeuken en kruisarmen, een
bijgebouw met verdiep. Tegen
den kooromgang en den zuider-
kruisarm, rijzen drie nauwe ka
pellen op, al den overkant een
enkele kapel met twee verdiepen.
De drummers dienen
integendeel opgemerkt te
worden om hunne eigen
aardigheid. Zij zijn in v,
vakken verdeeld bij mid
del van druiplijsten eu
eindigen met een gemet-
selden pinakel die 4
Moven de kornis der7
beuken doorloopt,
met twee schuine dakgi
veltjes afgedekt is. Dei
pinakels rusten langs vc
ren op de drummei
zelf, maar in plaats va
langs achter op de mm
ren der zij beuken te staan
steunen zij op halve
kolommen, die langs binnen tegen de murer
zijn aangebracht. Tegen de pinakels, steu
nen de schraagbogen die de drukking der
gewelven van den hoogen beuk opvangen,
naar de drummers overzetten, en alzoo hun
evenwicht verzekeren.
In ieder pinakel is eene nis gehouwen,
waarin eertijds Bierbeelden stonden. Een
kraagsteen, waarop vroeger zulk een beeld
stond, kan men nog zien aan eene der drum
mers van het koor.
Langs de daklijsten loopen zeer fraaie
borstleuningen. Die van den hoogen beuk ew
koor zijn verdeeld in vakken bij middel vi
bevallige rijzige torentjes, fioelen genaamu
De zijportalen zijn op te merken om
hunne smaakvolle versiering bestaande voor
namelijk uit boven elkander gerangschikte
nissen.
De kruisbeuk is verlicht door twee reus
achtige vensters, gevuld met schoon ne'
werk.
De grootsche toren is in 3 verdiepeD
deeld. Voorkorte jaren heeft men den e.i-
bekroond met een vrij scherpe naald, die
ongelukkiglijk, maar heel flauwtjes den
toets der beoordeeling kan doorstaan, daai
zij de eenheid en den samenhang van den
toren heelemaal breekt, en dit voornamelijk
door een achthoekig vierde verdiep geplaatst
tusschen de eigenlijke naald ^en^den klok-
kenkamer.
(le naaste week het vervolg.)
1
-y Tür—fcr.-
van Juli loopt de zomertrein van 10 ure voor den
eersten keer naar Yper en men verzekert dat
een buitengewone tram zal gevraagd worden,
in de richting van Rousselare,die zal vertrekken
achter het vuurwerk.
Kinéma-vertooningen. Een vliegende kiné-
ma is hier zaterdag toegekomen en bleef hier
tot woensdag Hoet uit Rousselaere was hier de
baas van die doeninge. Er valt niet op te zeggen,
alles was puik en mocht van iedereen, groot en
klein gezien worden. In verschillende landen
van Europa gaan reizende kinémas rond om de
landbouwers te helpen de machienen en andere
nuttige dingen op 't hof in te brengen. Dit ware
ook hoogst nuttig voor onze vlaamscbe boeren.
De zaal der zondagschool was te breed en te
kort. Van hier is de kinéma naar Proven ver
trokken. De St Josephzaal zal hem daar waar
schijnlijk beter schikken.
In de stad Antwerpen is een komiteit aan
't zoeken welke gemeenten uit het vlaamsche
land nog fransche zegels gebruiken. Een eerste
Och! Claeys, ik lijd hier lijk in ziele in
't vagevier. i\Vare ik toch maar thuis', bijl vader
en moeld-er 1 1
En zeggen flat ik' Jueir zooveel' geld heb',
en dat ze het idaar zoo rioodig hebben 1...
Zeg, dat ze op mij; niet kwaad' mogein zijn,
ik leef hier lijk pen fatsoenlijk mensch, en;
moesten ze Wetein wat ik uitgestaan heb en
liog lijd I
Mijn hert is thuis eni ik smelt van verlan
gen 'k zou er van doodgaan.
Help mij' en zeg dat ze mij' helpen thuis.
.Wat moet ik doen? Ik durf niet verroeren.
Ik verwacht antwoord.
Rémi Braem.
Als de voorlezing gedhan was, sprak de
boer
Jongens, korte raad, goe raad ge moet
er om; ge moet hem uit het Fransche halen,
van morgen.
En tiaar ze stom stonden en lijk over
goten, ham |d;e boer een vast besluit.
Houdt u allen gerust, besloot hiji. Ik
neem alles op miji en 't moet u geen rooden
duit kosten; ik ben main van 't peerd; moed,
jongens, Remi zal in ide eerste dagen wel
thuis zijn, of de duivel houdt de keerse.
Dien achternoen trok liijl pret den pastor
naar Rousselaere; ze vonden gelukkiglijk pas
tor Denys thuis, en, als ze hem de zaak
lfjste is uitgekomen.|Op de tweede mag men ook
Oostvleteren verwachten, 't Is hier ook nog
«Commune d'.testvleteren, Flandre-Oceidentalei
l'Union fait la Force Moesten viaamsche zegels
in waalsche gemeenten gebruikt worden, 't zou
er stormen.
Pater Rommelaere der (Redemptoristen,
heeft eene kleine retret gepreekt van zondag tot
donderdag; aan de getrouwde vrouwen der H.
Familie. Veel vrouwtjes hebben die sermoenen
bijgewoond en allen zijn donderd-ag morgen ter
H. Tafel genaderd. Eene prachtige medalie werd
hen overhandigd na de(oefening(van donderdag.
Bericht. Maria Vanacker komt zich als
strijkster te placeeren bij hare ouders. Zij neemt
de vrijheid zich aan hare medeburgers aan te
bevelen. Alle orders zullen stipt en den ten
nauwkeurigste worden uitgevoerd.
KANTENSTEKSTERS, gebruikt geen an
der ECHT PERKAMENT dan flit,,te ver
krijgen ter DRUKKERIJ CALLEWAÈRT.
voor oogen gelegd hadclöu, smeekten ze hém,
den jongen, ie willefn gaan opzwkén) -
Ik vaag heel het spel uit, zei de boer.
Zonder een stonde te duimelën, aanvêei'4-
de pastoor Denys.
Ze dronken eene lekkere fleseh' Roden-
baeh op den goeden uitval', rookten dat zè
er niet door zagen pn scheidden van mal
kander, opgetogen en vol blijdei verwachting.
Monsieur Dubois, van Blanc-Mes;nil„ wds
in het geheel op zijn gemak niet; hij zat
er mee ni, dat jhij' zijn knecht Remi naar
Gonesse had laten gaan, te meer, daar de
jongien er zoo gejaagd en zoo hitsig uitzag.
Iliji hield van dat manneke 't was zoo
een heel ander ventje dan al de Belgen, die
hij ooit in dienst kreeg ©n die, voor 't mee
rendeel, zoo alledaagsch zijn, zoo uit dep
hoop, zoo eeuwig-op-malkaar-gelijkend.
Ja, die jongen had een kop, en daar zat
iets in; hij had een hert en er stak fut
in hij had een ziel, een ziel die in zijn
oogen en op zijn wezen speelde een ziel
die rees en douw en wrocht in hem een
ziel die leed en streed en steende én ju
belde in hem en haai; spel niet verdook. Ja,
dat klein, licht ventje was een man.
"Wordt voortgezet,,
wi