YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 30 Oogst 1913 L TRIMARD'S [PEUMIDISSEjNEIII Rond de Wereld DUITSCHLAND m I YPER POPERINGHE WERVICK MP' Het Ypersche Volk! Redevoering van M. Senator Fraeys de Veubeke; in den Senaat over de noodzakelijkheid van het toezicht tegen de v Jrvalschingder meststoffen te vei jterken. MENGELWERK N° 39 VIII. THUIS. Maatschappij der Gedecoreerde Uitslag van den Staatswedstrijd onder de gestichten van Middelbaar Onderwijs. Waarom de Socialistische Samen werking moeilijk in den geest der Werviksche bevolking bin nendringt. öSsÊkÊ) j vJHi c #*|WSP5 En DE LUCHTVLOOT 5 Leest en Verspreidt Ik acht het mij een plicht dejneest ernstige aandacht van den Hee Minister van Land bouw te roepen op een 1 kwestie die van het grootste belang is voo den kleinen en mid denstand landbouwer. w Ik ben'zeker dat, na hetgeen moet gezegd worden, de Heer Minister zal overtuigd zijn dat de wetten van 21 D cember 1896 en het koninklijk besluit van L,97 moeten voledigd worden. Wat al door de wfgeregeld wordt Wat de handel-operatiëu der landbouw- produkten betreft, >ijn de voortbrengsels van de hofstede aan strenge verordeningen onderworpen. Zulks met recht en reden in t voordeel dér openbare gezondheid. De verkooping der slachtdieren is gere geld door de koninklijke besluiten van 20 September 1883, 3 September 1880, 10 April 1897 en 24 October 1898 De melk-handel is geregeld voor de ko ninklijke besluiten van 18 November 1894, 31 October 1898 en 9 Januari 1S99 De wet van den 10 Augustus 1903 en het koninklijk besluit van 20 September 1903, gewijzigd door koninklijke besluiten van 18 September en 21 November 1904, bepalen en verordenen den verkoop van de boter. Het koninklijk beBluit van 18 Nov. 1894 regelt de handel in chicoreiën. Al deze wettelijke verordeningen worden nageleetd en onderhouden dank de waak zaamheid der HEL toezieners van eetwaren en voedingsstoffen en der veeartsen van den Staat. Het is noodig een toezicht voor de meststoffen in te stellen Die toestand is teenemaal billijk enrechtveer- dig doch niet volledig en voldoende. Immers indien het noodig is de landbouwprodukten aan controol te onderwerpen het schijnt mij even nuttig en noodig een toezicht in te stel len voor de meststoffen die in zoo grooté mate tot de voortbrengst bijdragen. Het ware daarbij onredelijk den landbouwer tegenover zijne leveraars te laten in zulk een toestand van minderheid die hem ernstige schade zou berokkenen. De scheikundige meststoffen en andere vetten die met dea mest der hofstede de bij zonderste factoren zijn aan delandbouw- voortbrengst en dank aan dewelke in deze laatste dertig jaren de landbouw zoo grooten vooruitgang miek, zijn nog vrij van alle wettelijk toezicht. De bestaande wetsbepalingen zijn onvoldoende Wellicht zal de Heer Minister zeggen dat dit verkoop geregeld is door de wetten van 21 December 1896endoor het kon. besl. van 8 Maart 1897. 't Is waar. Door deze wet kan 4e landbouwer in zijne aankoopen niet meer dan voor cea vierde beschadigd worden, en zoo hij koopt per eenheid of aan percent van vruchtbaarmakende stoffen, dan is men ver plicht hem deze te leveren volgens de bepa lingen der factuur. Doch om zich te verze keren dat er hij voor geen vierde beschadigd wordt, of dat de vetten de vruchtbaarma kende bestanddeelen inhouden volgens de aandpidiogen der factuur, dan moet den landbouwer zelf en op zijn kosten het onder zoek doen instellen. Daaruit volgt deze toe stand algemeenlijk zal de landbouwer aarzelen en zich terughouden voor de moei lijkheid van het nemen der stalen of voor de onkosten eener scheikundige ontleding. Da kleine en middenstand-landbouwer koopen enkel meststoffen in kleine hoeveel heid en gezien de verscheidenheid der vruchtbaarmakende Btoffen noodig voor den landbouw, kunnen zij tot de ontleding geen toevlucht nemen zonder veel te groote en ondragelijke onkosten. Onmogelijkheid tot de ingestelde laboratoriums toevlucht te nemen De l'r Minister zal misschien doen opmer ken dat de kleine en middenstand-landbou wers zich kunnen bevoorraden bij huizen ge plaatst onder toezicht van officieele of aan genomen laboratoriums en zoo eenkostelooze ontleding verkrijgen. Dit is eene dwaling. Immers om een bon) voor kostelooze ontleding te bekomen is het noodig (volgens art. 4 van het verdrag betrekkelijk het toezicht op denverkoop der vruchtbaarmakende stoffen) in zoodanig groote hoeveelheid te koopen dat zelf een middenstand-landbouwer al verzamele hij ook al de meststoffen welke hij op zekere tijdstippen 's jaars aankoopt in state niet ishetvereischte gewicht te verkrijgen noodig tot eene kostelooze ontleding. Kan de vereeniging geen hulp bieden Zekerlijk kunnen die landbouwers zich vereenigen voor den aankoop der meststoffen en zoo er toegeraken de vereischte hoeveel heid te verkoopen en medeen de kostelooze Vervolg Wel djeemenis I schreeuwde moeder Crepeele, 't is Remi, kom zeere in huis, jon gen, men zou geld geven om u te zien wij begonnen te peizen, dat ge ons vergeten hadt. Alles op zijn tijd, vrouw Crepeele, zei Remi, om iets te zeggen. Hij was zoo beteuterd en zoo beschaamd, dat hij eer 0p een stoel viel, dan hij hem er op zette, en hij haalde zijn pijpe uit, om met zijn vingers niet te moeten spelen. Marie was uit de kamer gekomen, zóó ontsteld en overdaan, dat ze nu niet en wist wat zeggen en, al wat ze kon uitbrengen, was Dag, Remi, zijt ge de streek al weer gewend Hij, zonder haar te bezien, rood gelijk een haan, ontroerd, erger dan Marie zelve, doch ontleding. Nochtans, de tijdelijke vereeni ging is niet doeltreffend in deze kwestie en geeft meermaals aanleidingtotmoailijkheden en alswanneer het er op aankomt te bepalen wanneer ea hoe er dient aangekocht te wor den, wanneer en hoe den leveraar moet voldaan worden. De bestendige vereeniging is zekerder en meer doeltreffend doch hier nu moet een bevoegd bestuur gevonden worden bekom merd met de be'angen van al de leden. Dik- wijlsis zulks niet mogelijk op den buiten wat meer is, niemand is gehouden of kan verplicht worden zich te vereenigen om te genieten van Staat 's voordeelen. De tusschenkomst der landbouwingenieurs is niet doeltreffend De Staats-landbouwingenieurs kunnen wel is waar, op zekere voorwaarden, stalen meststoffen opnemen in de hofstede doch die maatregel ook kan de vervalsching en berdog niet afschaffen. Die heeren hebben veel bezigheden, hebben zulk §en uitgestrekt toezicht's gebied te bedienen dat zij, op den tijd der aankoopen, het heel en al Diet kun nen doorloopen om ovt ral stalen op te nemen in genoegzame hoeveelheid. Wat meer is, zij kunnen niet weten indien de landbouwer, j a of neen, meststoffen ten huize heeft. Dienst- volgens die maatregel, goed zichzelven, mag niet als doeltreffend aanschouwd worden. Een voorstel van verbetering in den toestand Het is dus noodig, opdat de wetten van 21 Decembsr 1896 en het koninklijk besluit van 8 Maart 1897 zouden volle pratiksche kracht en uitwerking hebben, opdat de landbouwers tegen alle bedrog zouden verzekerd zijn, dat er een officieel controol worde ingericht over den verkoop der vruchtbaarmakende stoffen zoo er een b staat en werkt voor de eetwaren en voeddings8toffen. Op die wijze zou de Heer Minister een allergrootste dienst bewijzen aan den land bouw daar deze de verzekering zou hebben meststoffen van de beste hoedanigheid te ge bruiken en gevolgentlijk ookgrooter zeker heid van het welgelukken van den oogst. Zulk een maatregel ware welgekomen niet alleen bij de landbouwers maar ook bij alle eerlijke handelaars. De vervalsching en het bedrog ware afgeschaft alsmede de oneerlij ke concurentie en 't ware een ware verlich ting voor den landbouw. De bepalingen bestemd om de tegenwoor dige verordeningen op den verkoop der vet ten te volledigen zouden dan op volgende wijze kunnen opgesteld worden 1. Stalen kunnen opgenomen worden, tijdens de levering per ijzerweg of per ander vervoermiddel, uit deleveringen van vracht- baai makende stofleD, om onderworpen te worden aan ontleding, op kosten van den Staat, met enkel doe) van toezicht. 2. De handelaars in vetten zijn gehouden te drukken, in gewone letter en met roode inkt, op al de facturen wffke zij indienen de bepalingen der artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 van de wetvan21 December 1896. 3. De magazijnen van meststoffen zijn on derworpen aan het toezicht van Staat '3 in spectiedienst der vetten Krachtens art. 12 van de wet van 21 De cember 1896 is eenkoninklijk besluit genoeg zaam om te voorzien in de uitvoeriegs-maat- regelen van den invoege zijnde wet. Werklieden. Sedert eenige jaren bestaat die vereeniging hier ter stede. Iets dat mag bekend gemaakt worden op de 15 leden die de maatschappij telt zijn er vijf die op 21 Juli 11. de nijverheidsdecoratie van le klas ontvangen hebben. Zondag laatst werd te dezer gelegenheid een klein feest ingericht om hulde te betoo- nen aan die vijf vereerden. Elk werd in zijn huis een prachtigen bloemtuil aangeboden, t. w. aan MM. Vlamynck CharlesVla- mynck Jules, 'Desmedt Charles, Coffijn Leon en Vercouier Charles. In het lokaal der maatschappij, bij Jules Goderis, werd de eerewijn aangeboden en het feest eindigde met de opstijging van een ballon waarop de vijf namen prijkten der gedecoreerden. Tot slot werd den avond samen vermakelijk overgebracht. Wij hoorden het volgende zeggen zooals de maatschappij hare leden huldigde, zou den ook zekere instellingen die vereerde werklieden kunnen een huldebewijs geven, bv. met eene reis te laten doen naar de ten toonstelling van Gent... voor hun bewezen diensten. Het Staatsblad van Zaterdag 23 Oogst geeft een deel der uitslagen van den wed- met duivelsche koppigheid, roefelde hij al de oprijzingen van zijn hert hoop over's hoop en antwoordde, koel weg Ba ja, we moeten wel, ei, he ja, 'tis hier 'lijk elders en elders 'lijk hier. Marie had genoeg... Met dat koele ant woord was al de welling van haar hert inge vallen ze wenschtte hem buiten en uit haar oogen, die ijsbrokke, om wien ze zooveel geleden had, en op wien zé, spijts alles, met zooveel geduld gewacht had, gereed om met haar liefde, al de wonden zijner ziel te gene^ zen. Koud en stijf zat hij er eenige minuten, en toen hij buiten was, brak de moeder los Ha, dat vuil geneuk van dat manne ke I... Ziet ge nu dom jong voor wien ge zooveel schoone aanvragen misprezen hebt I Marie sprak niet. Ze'n kon niet, maar ze kropte en verkropte haar leed, denkend dat niemand op de wereld ongelukkiger was dan zij, en, midderwijl stapte Remi huiswaarts, met de dood in het hert, maar toch vast besloten den strijd voort te zetten. Hij wist dat hij Marie beminde, en nooit had hij haar bemind zopals nu want hij moest vechten en strijden met zijn eigen hert, om op zijn stappen niet terug te keeren, en op hare handen de tranen van zijn berouw en liefde te laten vloeien. Als hij zijn hert bijna niet meester kon van snijdende pijn, ruide en mompelde hij bin nensmonds in zijn koppige hooveerdigheid strijd tusschen de athensea, gemeente celle ges en aangenomen colleges, 't Zijn de prjjzen behaald in de Rhetorika. Van de Daprijzen en de eervolle meldingen was tot Vrijdag laatst nog niets bekend. Db Rhetorika van 't College van Poperinghe waarvan E. H. Verhamme leeraar is behaalt zes prijzen. Latijnsche taal Prijs M. J. Sufïïs van Poperinghe met 82 punten (de eerste had 85 punten); Prijs: M. H. Hissebroucq van Wytschaete, met 80 punten. Grieksche taal Eerste Prijs M. H. Hassebroucq van Wytschaete, met 82 pun ten Prijs M. J. Deüys van Crombeke, met 80 punten. Fransche taal Eerste Prijs M. J. Denys van Crombeke, met 80 punten. Vlaamsche taal Eerste Prijs: M. J. DeDys van Crombeke, met 80 punten. Hertelijk proficiat aan de werkzame stu denten ea aan hun ijverigen leeraar. Krekel liet kort geleden eene Jeremiade ver schijnen waarin hfj kloeg, dat over hetalgemeen de samenwerking in den gsest onzer bevolking maar moeilijk binnendringt. 't Is zooals hfj zegt, doob er is iets aan tekort. Om de waarheid in haar geheel te zeggen, moest hij er bijvoegen, dat hot niet alleen den geest der Socialistische Samenwerking is die tot Wervick moeilijk binnen dringt, maarden geest van int Socialisme in zfjn geheel en in het algemeen De anders zoo spitsvoudige Krekel, hfj, het Werviksch rood orakel, hij, de propheet boven alle propheten, staat hierin voor een groot vraagteeken en men weet niet waarbij het komt. We zullen het hem zeggen. De oprechte reden trouwens ligt niet ver te zoeken. De Socialistische Samenwerkingsgeest en de Socialistische geest in het algemeen, dringen on der de bevolking van Wervick moeilijker dan elders binnen, omdat er de roode kluts leden, partijgeest en samenwerking, veel te wel ge kend is. Hadde Krekel, bijvoorbeeld, met heel zijn ar- menlierigen aanhang vooraleer tot het volk te komen, evenals den leugenaar en voiasbedrie- ger Mahomet e rst een veertigtal jaren in de woestijn verdoken gezeten, zoodat bem niemand m3er kende, en hadde hfj daar wat beter over wogen hoe hij het best aan boord zou leggen om de menscben te foppen, dan badde bij ten minste eenen troef meer in zijn spel en ook eene kam te meer in zijne handen gehad om vooruit te ge raken en hier en daar eenige verdoolde en licht- geloovige sukkels op te visschen. Doch nu dat de Werviksche apostel van 't rood gedacht, en zijn kliekje, van kindsgebeente af gekend zyn geweest, blijft klein en groot, oud en jong, met reden, aan de werking van den grooten voor staander der Socialistische Samenwerkingafkeu- rig en overschillig. Den dag van heden redeneeren de menschen meer dan voorheen. Weihoe zeggen zij. 't zjjn zulke kerels die de Samenleving willen hervormen't zijn zulke mannen die zich voor voorstaanders eu verdedigers hunner werkbroeders willen uitge ven en doen doordaan Foei Waar zouden wij met zulk volk naartoe gaan De Socialisten van Wervick bezi'ten dus hoe genaamd de onmisbare en hoogst vereischte hoedanigheid niet om het werkvolk te bedriegen te welen niet gekendte zij a Zij geven zich wel voor volks- en werkmans vrienden uit, doch iedereen weet, dat zij het niet zijn dat zij alleenlyk Socialist zijn omdat zij moê z(jn werkman te zijn, en omdat zij hopen, door het socialisme.—evenals zeer vele hunner partijgenoo'en aan een goed betaald pos j of aan een gemakkelijk te Verrichten werk uf stieltje te geraken Zien we de voorbeelden niet beele dagen onder de oogen Er moet maar een onoozel twaddelj i open komen, zoo bij voorbeeld, geen huispacnt te beta len, hewe 't is r og niet half geweten, of de par tijgeest is naar de maan en de evennaastenliefde gaan vliegen; en elk langs ne kant loop en draft, smeekt en bidt, belooft en bedreigt om ter meest teneinde het schame. postje te bekomen.En,aan gezien er slecht één enkele de gelukkige kan zijn loopen de andere natuurlijk blauwe schenen en komen van eene kale reis te huis. Vandaar gramschar, haat, nijd, afgunst, twist, verdreiging, spektakel en komedie. En, als de gebuisde kandidaten, om hun buize, ahoo een maand of vijftien elkaar bekeken hebben als honden door een hekken als zij alzoo evenveel tijd met den kop hebben gespeeld, na honderdmaal gedreigd te hebben den boel te laten steken, dan komen die vanzelf gepaaide Jans op zekeren schoonen morgend wederom met een lachend aangezicht voor den dag roemen wederom hun ne werkmansliefde schermen wederom met hunne gcnpgenheid en liefde onder de partijge- nooten boffen op hunne eendracht en hunnen vorbeeldigen samenwerkingsgeest schilderen wederom de socialistische partij af voor een aardsparadijs en, om zand in de oogen te wer pen en de eenvoudige lieden te bedriegen, vallen bovenarms op hunne tegenstrevers Dat pakt echter zoo gemakkelijk niet meer. Hier vooral in Wervick, baasjes socialisten, kennen al de meDsehen uw verleden, en gelooft me het getuig te uwen voordeele niet. Met uwen praat en uwe holklinkende woorden lachen ze, deze zijn licht en vliegen mêe met de wind, doch waarop de Wervickanen veortgaan 't is op uwe daden, de die wegen zwaar en blijven be staan De Mier. Teekenschool. - Donderdag 20" dezer was het prijsuitdeeling aan de bekroonde leerlingen van de stedelijke teekenakademie Da plechtig heid, voorgezeten door de HH. Burgemeester en schepenen, had plaats in de Raadszaal van het Stadhuis De Heer Stadssecretaris gaf over den toestand der school, en. na het eervol ontslag van den Heer Oscar Tanghe, als leeraar van bouw- - Ze zullen algelijk niet zeggen, dat ik om haar geschooid heb... Dat was zijn eenige troost I Toen hij thuis kwam, vond hij er zijn getrouwde broers en kijkt, hij kon bijna zijn oogen niet gelooven, vader was uitgekreveld en zat in hun midden bij de stove. Pier was preusch 'lijk dertig, en als Remi den kop in huis stak, loech de oude man luidkeels en juichte. He, manneke wat zegt ge nu De oude Pier zal nog met uwe hoofden, ja, met uwe hoofden putjebollen. Wel vader toch, riep de jongen, wat een geluk 1... Ik zou er bij dansen... Ja, hoort ge wel, jongen, zei Pier ern stig, gij zijt het, die mij genezen hebtzon der u, was ik van over een maand dood, 'k zegge eene maand... Hij zweeg een stonde, keek zijne knechten in de ronde aan en vervolgde Jongens ge moet wel onthouden wat vader zegt 't is Remi die mij genezen heeft 'k heb, sedert zijn thuiskomste, spijts al mijn ongemakken, in geluk gezwommen, en God zal het den jongen vergelden, ik vraag het Hem ja'k zegge Hij zal het hem vergel den. Al de jongens waren danig gepakt en ze lieten vader praten, hij scheen hun toch zoo aardig. ,EB 1 1 Het luchtschip Schwaben boven Johannistal toe aan het luchtschip eene vooreerst niet vermoede snelheidj'te verkrijgen. Van't eene schuitje tot het ander is er een gang middenweg Middenwegs komt men aan de woonstkabien. Detweede prentsteltdelanding voort van het Zeppelinluchtschip (i Schwaben te Johannistal. Men ziet de reizigers uit het kabien komen. Z. M. keizer Willem heeft het bouwen der luchtvloot en der Zeppelinluchtschepen krachtig aangemoedigd. Alswanneer in Juli laatst de koning van Italië den keizer ontmoette te Kiel op zijn jachtschip Hohenzollern kruiste voortdurend het Zeppelingluchtschip Hansa boven het keizer lijk schip en de omliggende oorlogschepen. Dit toont de derde prent. Met groote dankaarheid heeft op 8 Juli 11. het Duitsche Volk met zijn keizer den 75 verjaardag gevierd van den grooten uitvinder, den vurigen vaderlander en tevens den geliefden familievader en vurige christen graaf van Zeppelin. Als wij nu zulk modern oorlogsgetuig beschouwen, hoe moet het menschdom niet schrikken en beven bij de gedachte van eenen mogelijken oorlog tusschen groote mogendheden. Van uit de wolken, waardoor ze vliegen en varen, kunnen vliegma- chienen en luchtschepen, vreezelijk oorlogsmateriaal, bommen en ballen van alle grootte, ter aarde neêrwerpen... 't Ware de vernieling op een enkelen stond van de talrijkste legers,demach- De Oorlogsmachten^ ischikken over een |nieuw wapen. Bij de veld-en versterkingsleger, bij de zeevlote komt nude luchtvloot. Het is onbetwistbaar dat Frankrijk sterkst gewapend is met zijn vliegmachienen (een- of tweedek kers) doch het is even onloochen baar dat Duitschland de boven hand haalt met zijn kolossale luchtschepen. Wij geven, als eerste prent, de photo van het Zeppelinluchtschip Schwaben vliegende boven Johannistal, om onze lezers een gedacht te geven over de reus achtige afmetingen van zulk een luchtmonster. Het meet bij de i5o meters in lengte en heeft een inhoud van boven de 20 000 ku bieke meters. De meester der Duitsche luchtscheepvaart is graaf Ferdinand van Zeppilin geboren in 1838, vermaarde officier, nu luitenant-generaal die zich Bedert 1890 toelegde op den bouw van bestuurbare luchtschepen. Onderaan het luchtschip zijn twee schuitjes met motoren die van het eene einde tot aan het an der van 't schip elektrisch ver bonden zijn. De machienen laten De landing van de Schwaben j*»l Het luchtschip Hansa boven het keizerlijk jachtschip. tigste zeevloten, de grootste steden... God spare ons van die ramp 1 Nu bestaan er ook reeds kanonnen bepaalde lijk gemaakt om in de lucht te schieten tegen, vliegmachienen en luchtschepen, deze te vernie tigen en ten gronde doen storten in eene schrik wekkende verbrijzeling, 't Is immer eeuwig en ervig de kwestie van aanval en verweer de broedertwist onder de volkeren, onder de men schen door Ca'in in de wereld gebracht Verbeeld u daarbij nog de luchtvloten van de verschi 11 ige volkeren die tegen malkander oorlog voeren in de wolken, 't Gaat nog alle denkbeeld te boven maar zal het niet gebeu ren God spare er alle volkeren van I Daar is nu voor't oogenblik klein oorlog in België, in de streken van de Maas tusschen Namen en de zuidergrens tusschen Luxemburg en Henegouwen. Ehwel voor de eerste maal komen de vliegmachienen daar ook in rekening. Beide strijdende l.gers hebben een troep vlie gers die als verkenners uitgezonden worden, 't Is een eerste staaltje van den modernen oorlog. kunde, medegedeeld te hebbeD, bracht htj buide aan de nagedachtenis van den Heer Sylvain Der- vaux, oud leeraar, binst den loop van het jaar overleden. Daarna werd de gebruikelijke gele genheidsrede gegeven door den Heer Gérard Gellynck, nieuw genoemden leeraaraan de bouw kundige sectie. Hij sprak over de noodzakelijk heid van bet teekenonderwijs, en wist wonder wel uiteen te zetten, hos de teekenkunst den vakman in staat stelt, goed, schoon, voordeelig en met genoegen te werken Vervolgens gaf hjj de redens, waarom de Academie van Wervik, niet ten volle haar doel den kunstsmaak onder de stielmannen en die,voortbrengsels bevorderen bereikt. Onder de rechtstreeksche oorzaken noemen wij enkel, het te kort aan leerlingen, een gevolg van gemis aan bekendmaking en aan moediging van wege ouders, bazen, gemeente, en schooloversten onder de onrechtstreeksche het te kort aan schoon werk, een ge volg van de bekende Werviksche routine - Spreker eindigde mot een klinkende verheerlij king van den ambachtsman hij bewees, diens noodzakelijkheid in de maatschappij en steunde er op dat elk vakman fier z(jn op zijnen stand, daar hij zich in gelijk welken stiel, door be kwaamheid en kunst kan onderscheiden. Hierop volgden eenige woorden van aanmoe- 5 digiDg van den Heer Burgemeester, en de eigen- I lijke uitreiking der prjjzen. De eeremetalen worden toegekend,deze voor teekening naar plaaster aan den Heer Ferdinand Lewille deze Pier was 'lijk jong en hij wilde zelfs roo- ken ze stopten een pijpe en hij trok rook wolken, dat ze rond zijn kop krulden, doch die verknipping was van korten duur hij begon te hoesten en verlangde naar zijn bed. Toen de getrouwden afscheid namen, zei de oudste aan Remi Vader is lijk getikketakt en zoo gejaagd, 't gelijkt haast de verlichting tegen de dood onthoud het, hij zal een slechten nacht heb ben. Geheel den avond knaagden die woorden aan Remi's hert, zelfs wen hij met Meetje te zottebollen zat, en als bet vrouwtje in bed geduffeld was, trok hij angstig in vaders kamer, om volgens gewoonte een kouterke met hem te slaan. Pier zag er bitterlijk vervaakt uit... Hij gaapte en geeuwde; zijn wezen was getrokken en hij lag met de doodverf. Remi verschoot engenadig. Vader, gaat het niet vroeg hij. Ja, ja, loech Pier, ja, ja, 'k zegge dat hij weer zal komen. God 1 gilde Remi, vader doolt 1 Met één sprong was hij in huis cn riep Zeere I moeder, zeere 1 Lena 1... Toen ze in de kamer aanstoven, lag Pier wijd en staal te kijken... Op één oogenblik had Lena hem de gewij- voor de bouwkunde aan den Heer Joseph Lan- noy. Aan beiden hertelijk proficiat Een ooggetuige N. B. De bevolking der stad is verwonderd geweest, het stadsmuziek niet te zien deelnemen aan de plechtigheid der pr(jsuitdeeling. Dit is nochtans bet gebruik 't is daarbij eene zekere en krachtige aanwakkering, en een verdiend genoegen voor de bekroonde leerlingen en hun ne ouders. In alle geval, deze onthouding van het muziek is wel besproken en algemeen be treurt geweest. Katholieke Jonge Wacht. Op Zondag 7 September aanstaande, om 6 ure 's avonds in bet Katholiek Gildenhuis, Duivenstraat, Prachtig Avondfeest, den leden der K. J. W. en huune bloedverwanten aangeboden. Het Bestuur. Wervick-Zuid (Frankrijk). Brand. Zaterdag namiddag, om l ure, is er brand ont staan in de vlasfabriek, genaamd De Stek toebehoorende aan de heeren Boutemy van Lan- noy, en gelegen bij de brug. Het vuur dat beginnen was in den luchtreini ger (ventilateur),dreigde eene groote uitbreiding te nemen, doch kon, dank aan de spoedige tus schenkomst van de werklieden der fabriek, alsook van de brandweermannen van Wervick- de keets in de hand gedouwen, en zou de gebeden der stervenden beginnen, maar Pier deed teeken dat hij spreken wilde. Wat belieft er u vader vroeg ze. Niet weenen... alles vergeven... rochel de hij. Vader, uw zegen voor allen, nokte ze. Hij verroerde de hand en de lippen en gaf een korten snik 't ronkte en 't ruischte bin nen hem en dan lag hij stil, tot den jongsten dag. Vader had met zijne uitstervende stem ver maand niet te weenen, en Remi wilde niet weenen, noch en zou het, vader gebood het. In hem voelde hij bitterlijke knaging, doch zóó troostend en zalvend herinnerde hij hem vaders woorden van dien avond Remi heeft zijn leven met eene maand verlengd, God zal het vergelden en de knaging suste en zijn hert werd bevredigd,.. Hij trok warme kleeren aan en, na een laatste gebed bij vaders lijk, liet hij moeder en Lena alleen en trok weg, door den donke ren nacht, eerst naar Crepeele's om aan de vrouw te vragen vader te willen gaan afleg gen van daar reisde hij voort, naar zijn drie getrouwde broers, en toen hij weer thuis kwam, was alles in regel; vader was zoo schoon, op het witte bed, met het kruis beeld in de wassen handen, en Marie Cre peele zat bij het bed te waken en te bidden. stad (Belgie) en Wervick-Zuid (Frankrijk), gelukkiglyk bijtijds uitgedoofd worden. De schade, veroorzaakt ten grootendeele door bet water, is nogal belangrijk. A. V. Erge Val Donderdag namiddag was Jozef Gbesquière, smid, werkende voor reke ningvan den Heer Ars. Vandensteene, bezig met het zink te plaatsen op het dakvenster van het inopbouwzfjnde huis van den Heer Em. De Maziere. Groenestraat, toen hij opeens het even wicht verloor en van eene hoogte van 8 meters op de straatsteenen stuikte, hij werd seffens door ooggetuigen opgenomen en in de nabtjge- legene woning van den Dokter Vastesaegher gedregen, die na een eerste onderzoek hem naar het gasthuis deed overbrengen, waar men bestatigde dat bij de rechterhand gebroken was, hij klaagt ook van inwendige pijnen, z(jn toe stand is voldoende. A. M. Ter Drukkerij van dit blad worden schooffé plakbrieven, programma's en kaarten, goed koop geleverd, Vlamingen 'k Heb het gepeisd, zei de oudste knecht, 'k zag het aan vader; die gejaagdheid was niet natuurlijk en, och Heere 1 nu is alles uit en gedaan't is toch zoo jammer voor vader hij was zoo oprecht gelukkig. 't Is 't einde van den mensch, zei moe der Crepeele. Wij zullen er ook aan waaien. He ja, jongens, ge zult veel loopingen heb ben Ik zal voor alles zorgen, zegde Remi haastig, morgen zet ik uit en ge moogt op mij rekenen vader moet en zal schoon begraven worden. Zooals hij voorzegde, deed hij. Hij zorgde waarlijk voor alles; hi) was jaloersch van dat werk en wilde niet, dat iemand anders er hem mee bemoeide. Hij liep van het gemeentehuis naar de pastorij, van de herberg naar de winkels en als de begravingsdag er was, had hij noch iemand, noch iets vergeten en vader werd schoon en treffelijk begraven. Nooit in zijn leven had Remi iemand zoo zien weenen, 'lijk Marie Crepeele, bij zijn vaders graf 'twas pijnlijk om zien, en hij moest zijn hert onmenschelijk bedwin gen, om zijn eigen bitter wee niet uit te snik ken. >i "Wordt voortgezet,,

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3