YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 30 Oogst 1913
L
TRIMARD'S
[PEUMIDISSEjNEIII
Rond de Wereld
DUITSCHLAND
m
I
YPER
POPERINGHE
WERVICK
MP'
Het Ypersche Volk!
Redevoering van M. Senator
Fraeys de Veubeke; in den Senaat
over de noodzakelijkheid van het
toezicht tegen de v Jrvalschingder
meststoffen te vei jterken.
MENGELWERK N° 39
VIII.
THUIS.
Maatschappij der Gedecoreerde
Uitslag van den Staatswedstrijd
onder de gestichten
van Middelbaar Onderwijs.
Waarom de Socialistische Samen
werking moeilijk in den geest
der Werviksche bevolking bin
nendringt.
öSsÊkÊ) j vJHi c
#*|WSP5
En
DE LUCHTVLOOT
5
Leest en Verspreidt
Ik acht het mij een plicht dejneest ernstige
aandacht van den Hee Minister van Land
bouw te roepen op een 1 kwestie die van het
grootste belang is voo den kleinen en mid
denstand landbouwer. w
Ik ben'zeker dat, na hetgeen moet gezegd
worden, de Heer Minister zal overtuigd zijn
dat de wetten van 21 D cember 1896 en het
koninklijk besluit van L,97 moeten voledigd
worden.
Wat al door de wfgeregeld wordt
Wat de handel-operatiëu der landbouw-
produkten betreft, >ijn de voortbrengsels
van de hofstede aan strenge verordeningen
onderworpen. Zulks met recht en reden in t
voordeel dér openbare gezondheid.
De verkooping der slachtdieren is gere
geld door de koninklijke besluiten van 20
September 1883, 3 September 1880, 10 April
1897 en 24 October 1898
De melk-handel is geregeld voor de ko
ninklijke besluiten van 18 November 1894,
31 October 1898 en 9 Januari 1S99
De wet van den 10 Augustus 1903 en het
koninklijk besluit van 20 September 1903,
gewijzigd door koninklijke besluiten van 18
September en 21 November 1904, bepalen
en verordenen den verkoop van de boter.
Het koninklijk beBluit van 18 Nov. 1894
regelt de handel in chicoreiën.
Al deze wettelijke verordeningen worden
nageleetd en onderhouden dank de waak
zaamheid der HEL toezieners van eetwaren
en voedingsstoffen en der veeartsen van den
Staat.
Het is noodig een toezicht voor de meststoffen
in te stellen
Die toestand is teenemaal billijk enrechtveer-
dig doch niet volledig en voldoende. Immers
indien het noodig is de landbouwprodukten
aan controol te onderwerpen het schijnt mij
even nuttig en noodig een toezicht in te stel
len voor de meststoffen die in zoo grooté
mate tot de voortbrengst bijdragen. Het
ware daarbij onredelijk den landbouwer
tegenover zijne leveraars te laten in zulk een
toestand van minderheid die hem ernstige
schade zou berokkenen.
De scheikundige meststoffen en andere
vetten die met dea mest der hofstede de bij
zonderste factoren zijn aan delandbouw-
voortbrengst en dank aan dewelke in deze
laatste dertig jaren de landbouw zoo
grooten vooruitgang miek, zijn nog vrij van
alle wettelijk toezicht.
De bestaande wetsbepalingen zijn onvoldoende
Wellicht zal de Heer Minister zeggen dat
dit verkoop geregeld is door de wetten van
21 December 1896endoor het kon. besl. van
8 Maart 1897. 't Is waar. Door deze wet kan
4e landbouwer in zijne aankoopen niet meer
dan voor cea vierde beschadigd worden, en
zoo hij koopt per eenheid of aan percent van
vruchtbaarmakende stoffen, dan is men ver
plicht hem deze te leveren volgens de bepa
lingen der factuur. Doch om zich te verze
keren dat er hij voor geen vierde beschadigd
wordt, of dat de vetten de vruchtbaarma
kende bestanddeelen inhouden volgens de
aandpidiogen der factuur, dan moet den
landbouwer zelf en op zijn kosten het onder
zoek doen instellen. Daaruit volgt deze toe
stand algemeenlijk zal de landbouwer
aarzelen en zich terughouden voor de moei
lijkheid van het nemen der stalen of voor de
onkosten eener scheikundige ontleding.
Da kleine en middenstand-landbouwer
koopen enkel meststoffen in kleine hoeveel
heid en gezien de verscheidenheid der
vruchtbaarmakende Btoffen noodig voor den
landbouw, kunnen zij tot de ontleding geen
toevlucht nemen zonder veel te groote en
ondragelijke onkosten.
Onmogelijkheid tot de ingestelde laboratoriums
toevlucht te nemen
De l'r Minister zal misschien doen opmer
ken dat de kleine en middenstand-landbou
wers zich kunnen bevoorraden bij huizen ge
plaatst onder toezicht van officieele of aan
genomen laboratoriums en zoo eenkostelooze
ontleding verkrijgen.
Dit is eene dwaling. Immers om een bon)
voor kostelooze ontleding te bekomen is het
noodig (volgens art. 4 van het verdrag
betrekkelijk het toezicht op denverkoop der
vruchtbaarmakende stoffen) in zoodanig
groote hoeveelheid te koopen dat zelf een
middenstand-landbouwer al verzamele
hij ook al de meststoffen welke hij op zekere
tijdstippen 's jaars aankoopt in state niet
ishetvereischte gewicht te verkrijgen noodig
tot eene kostelooze ontleding.
Kan de vereeniging geen hulp bieden
Zekerlijk kunnen die landbouwers zich
vereenigen voor den aankoop der meststoffen
en zoo er toegeraken de vereischte hoeveel
heid te verkoopen en medeen de kostelooze
Vervolg
Wel djeemenis I schreeuwde moeder
Crepeele, 't is Remi, kom zeere in huis, jon
gen, men zou geld geven om u te zien wij
begonnen te peizen, dat ge ons vergeten
hadt.
Alles op zijn tijd, vrouw Crepeele, zei
Remi, om iets te zeggen.
Hij was zoo beteuterd en zoo beschaamd,
dat hij eer 0p een stoel viel, dan hij hem er
op zette, en hij haalde zijn pijpe uit, om met
zijn vingers niet te moeten spelen.
Marie was uit de kamer gekomen, zóó
ontsteld en overdaan, dat ze nu niet en wist
wat zeggen en, al wat ze kon uitbrengen,
was
Dag, Remi, zijt ge de streek al weer
gewend
Hij, zonder haar te bezien, rood gelijk een
haan, ontroerd, erger dan Marie zelve, doch
ontleding. Nochtans, de tijdelijke vereeni
ging is niet doeltreffend in deze kwestie en
geeft meermaals aanleidingtotmoailijkheden
en alswanneer het er op aankomt te bepalen
wanneer ea hoe er dient aangekocht te wor
den, wanneer en hoe den leveraar moet
voldaan worden.
De bestendige vereeniging is zekerder en
meer doeltreffend doch hier nu moet een
bevoegd bestuur gevonden worden bekom
merd met de be'angen van al de leden. Dik-
wijlsis zulks niet mogelijk op den buiten
wat meer is, niemand is gehouden of kan
verplicht worden zich te vereenigen om te
genieten van Staat 's voordeelen.
De tusschenkomst der landbouwingenieurs
is niet doeltreffend
De Staats-landbouwingenieurs kunnen wel
is waar, op zekere voorwaarden, stalen
meststoffen opnemen in de hofstede doch
die maatregel ook kan de vervalsching en
berdog niet afschaffen. Die heeren hebben
veel bezigheden, hebben zulk §en uitgestrekt
toezicht's gebied te bedienen dat zij, op den
tijd der aankoopen, het heel en al Diet kun
nen doorloopen om ovt ral stalen op te nemen
in genoegzame hoeveelheid. Wat meer is, zij
kunnen niet weten indien de landbouwer,
j a of neen, meststoffen ten huize heeft. Dienst-
volgens die maatregel, goed zichzelven, mag
niet als doeltreffend aanschouwd worden.
Een voorstel van verbetering in den toestand
Het is dus noodig, opdat de wetten van 21
Decembsr 1896 en het koninklijk besluit van
8 Maart 1897 zouden volle pratiksche kracht
en uitwerking hebben, opdat de landbouwers
tegen alle bedrog zouden verzekerd zijn, dat
er een officieel controol worde ingericht over
den verkoop der vruchtbaarmakende stoffen
zoo er een b staat en werkt voor de eetwaren
en voeddings8toffen.
Op die wijze zou de Heer Minister een
allergrootste dienst bewijzen aan den land
bouw daar deze de verzekering zou hebben
meststoffen van de beste hoedanigheid te ge
bruiken en gevolgentlijk ookgrooter zeker
heid van het welgelukken van den oogst.
Zulk een maatregel ware welgekomen niet
alleen bij de landbouwers maar ook bij alle
eerlijke handelaars. De vervalsching en het
bedrog ware afgeschaft alsmede de oneerlij
ke concurentie en 't ware een ware verlich
ting voor den landbouw.
De bepalingen bestemd om de tegenwoor
dige verordeningen op den verkoop der vet
ten te volledigen zouden dan op volgende
wijze kunnen opgesteld worden
1. Stalen kunnen opgenomen worden,
tijdens de levering per ijzerweg of per ander
vervoermiddel, uit deleveringen van vracht-
baai makende stofleD, om onderworpen te
worden aan ontleding, op kosten van den
Staat, met enkel doe) van toezicht.
2. De handelaars in vetten zijn gehouden
te drukken, in gewone letter en met roode
inkt, op al de facturen wffke zij indienen de
bepalingen der artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10 en
11 van de wetvan21 December 1896.
3. De magazijnen van meststoffen zijn on
derworpen aan het toezicht van Staat '3 in
spectiedienst der vetten
Krachtens art. 12 van de wet van 21 De
cember 1896 is eenkoninklijk besluit genoeg
zaam om te voorzien in de uitvoeriegs-maat-
regelen van den invoege zijnde wet.
Werklieden. Sedert eenige jaren
bestaat die vereeniging hier ter stede. Iets
dat mag bekend gemaakt worden op de 15
leden die de maatschappij telt zijn er vijf
die op 21 Juli 11. de nijverheidsdecoratie van
le klas ontvangen hebben.
Zondag laatst werd te dezer gelegenheid
een klein feest ingericht om hulde te betoo-
nen aan die vijf vereerden. Elk werd in zijn
huis een prachtigen bloemtuil aangeboden,
t. w. aan MM. Vlamynck CharlesVla-
mynck Jules, 'Desmedt Charles, Coffijn
Leon en Vercouier Charles. In het lokaal
der maatschappij, bij Jules Goderis, werd de
eerewijn aangeboden en het feest eindigde
met de opstijging van een ballon waarop de
vijf namen prijkten der gedecoreerden. Tot
slot werd den avond samen vermakelijk
overgebracht.
Wij hoorden het volgende zeggen zooals
de maatschappij hare leden huldigde, zou
den ook zekere instellingen die vereerde
werklieden kunnen een huldebewijs geven,
bv. met eene reis te laten doen naar de ten
toonstelling van Gent... voor hun bewezen
diensten.
Het Staatsblad van Zaterdag 23 Oogst
geeft een deel der uitslagen van den wed-
met duivelsche koppigheid, roefelde hij al
de oprijzingen van zijn hert hoop over's hoop
en antwoordde, koel weg
Ba ja, we moeten wel, ei, he ja, 'tis
hier 'lijk elders en elders 'lijk hier.
Marie had genoeg... Met dat koele ant
woord was al de welling van haar hert inge
vallen ze wenschtte hem buiten en uit haar
oogen, die ijsbrokke, om wien ze zooveel
geleden had, en op wien zé, spijts alles, met
zooveel geduld gewacht had, gereed om met
haar liefde, al de wonden zijner ziel te gene^
zen.
Koud en stijf zat hij er eenige minuten, en
toen hij buiten was, brak de moeder los
Ha, dat vuil geneuk van dat manne
ke I... Ziet ge nu dom jong voor wien ge
zooveel schoone aanvragen misprezen hebt I
Marie sprak niet. Ze'n kon niet, maar ze
kropte en verkropte haar leed, denkend dat
niemand op de wereld ongelukkiger was dan
zij, en, midderwijl stapte Remi huiswaarts,
met de dood in het hert, maar toch vast
besloten den strijd voort te zetten.
Hij wist dat hij Marie beminde, en nooit
had hij haar bemind zopals nu want hij
moest vechten en strijden met zijn eigen hert,
om op zijn stappen niet terug te keeren, en
op hare handen de tranen van zijn berouw
en liefde te laten vloeien.
Als hij zijn hert bijna niet meester kon van
snijdende pijn, ruide en mompelde hij bin
nensmonds in zijn koppige hooveerdigheid
strijd tusschen de athensea, gemeente celle
ges en aangenomen colleges, 't Zijn de
prjjzen behaald in de Rhetorika. Van de
Daprijzen en de eervolle meldingen was tot
Vrijdag laatst nog niets bekend.
Db Rhetorika van 't College van Poperinghe
waarvan E. H. Verhamme leeraar is behaalt zes
prijzen.
Latijnsche taal Prijs M. J. Sufïïs van
Poperinghe met 82 punten (de eerste had 85
punten); Prijs: M. H. Hissebroucq van
Wytschaete, met 80 punten.
Grieksche taal Eerste Prijs M. H.
Hassebroucq van Wytschaete, met 82 pun
ten Prijs M. J. Deüys van Crombeke,
met 80 punten.
Fransche taal Eerste Prijs M. J.
Denys van Crombeke, met 80 punten.
Vlaamsche taal Eerste Prijs: M. J.
DeDys van Crombeke, met 80 punten.
Hertelijk proficiat aan de werkzame stu
denten ea aan hun ijverigen leeraar.
Krekel liet kort geleden eene Jeremiade ver
schijnen waarin hfj kloeg, dat over hetalgemeen
de samenwerking in den gsest onzer bevolking
maar moeilijk binnendringt.
't Is zooals hfj zegt, doob er is iets aan tekort.
Om de waarheid in haar geheel te zeggen, moest
hij er bijvoegen, dat hot niet alleen den geest der
Socialistische Samenwerking is die tot Wervick
moeilijk binnen dringt, maarden geest van int
Socialisme in zfjn geheel en in het algemeen
De anders zoo spitsvoudige Krekel, hfj, het
Werviksch rood orakel, hij, de propheet boven
alle propheten, staat hierin voor een groot
vraagteeken en men weet niet waarbij het komt.
We zullen het hem zeggen. De oprechte reden
trouwens ligt niet ver te zoeken.
De Socialistische Samenwerkingsgeest en de
Socialistische geest in het algemeen, dringen on
der de bevolking van Wervick moeilijker dan
elders binnen, omdat er de roode kluts leden,
partijgeest en samenwerking, veel te wel ge
kend is.
Hadde Krekel, bijvoorbeeld, met heel zijn ar-
menlierigen aanhang vooraleer tot het volk te
komen, evenals den leugenaar en voiasbedrie-
ger Mahomet e rst een veertigtal jaren in de
woestijn verdoken gezeten, zoodat bem niemand
m3er kende, en hadde hfj daar wat beter over
wogen hoe hij het best aan boord zou leggen om
de menscben te foppen, dan badde bij ten minste
eenen troef meer in zijn spel en ook eene kam
te meer in zijne handen gehad om vooruit te ge
raken en hier en daar eenige verdoolde en licht-
geloovige sukkels op te visschen. Doch nu dat
de Werviksche apostel van 't rood gedacht, en
zijn kliekje, van kindsgebeente af gekend zyn
geweest, blijft klein en groot, oud en jong, met
reden, aan de werking van den grooten voor
staander der Socialistische Samenwerkingafkeu-
rig en overschillig.
Den dag van heden redeneeren de menschen
meer dan voorheen.
Weihoe zeggen zij. 't zjjn zulke kerels
die de Samenleving willen hervormen't zijn
zulke mannen die zich voor voorstaanders eu
verdedigers hunner werkbroeders willen uitge
ven en doen doordaan Foei Waar zouden
wij met zulk volk naartoe gaan
De Socialisten van Wervick bezi'ten dus hoe
genaamd de onmisbare en hoogst vereischte
hoedanigheid niet om het werkvolk te bedriegen
te welen niet gekendte zij a
Zij geven zich wel voor volks- en werkmans
vrienden uit, doch iedereen weet, dat zij het
niet zijn dat zij alleenlyk Socialist zijn omdat
zij moê z(jn werkman te zijn, en omdat zij hopen,
door het socialisme.—evenals zeer vele hunner
partijgenoo'en aan een goed betaald pos j
of aan een gemakkelijk te Verrichten werk uf
stieltje te geraken Zien we de voorbeelden
niet beele dagen onder de oogen
Er moet maar een onoozel twaddelj i open
komen, zoo bij voorbeeld, geen huispacnt te beta
len, hewe 't is r og niet half geweten, of de par
tijgeest is naar de maan en de evennaastenliefde
gaan vliegen; en elk langs ne kant loop en draft,
smeekt en bidt, belooft en bedreigt om ter meest
teneinde het schame. postje te bekomen.En,aan
gezien er slecht één enkele de gelukkige
kan zijn loopen de andere natuurlijk blauwe
schenen en komen van eene kale reis te huis.
Vandaar gramschar, haat, nijd, afgunst, twist,
verdreiging, spektakel en komedie. En, als de
gebuisde kandidaten, om hun buize, ahoo een
maand of vijftien elkaar bekeken hebben als
honden door een hekken als zij alzoo evenveel
tijd met den kop hebben gespeeld, na honderdmaal
gedreigd te hebben den boel te laten steken, dan
komen die vanzelf gepaaide Jans op zekeren
schoonen morgend wederom met een lachend
aangezicht voor den dag roemen wederom hun
ne werkmansliefde schermen wederom met
hunne gcnpgenheid en liefde onder de partijge-
nooten boffen op hunne eendracht en hunnen
vorbeeldigen samenwerkingsgeest schilderen
wederom de socialistische partij af voor een
aardsparadijs en, om zand in de oogen te wer
pen en de eenvoudige lieden te bedriegen,
vallen bovenarms op hunne tegenstrevers
Dat pakt echter zoo gemakkelijk niet meer.
Hier vooral in Wervick, baasjes socialisten,
kennen al de meDsehen uw verleden, en gelooft
me het getuig te uwen voordeele niet. Met uwen
praat en uwe holklinkende woorden lachen ze,
deze zijn licht en vliegen mêe met de wind, doch
waarop de Wervickanen veortgaan 't is op
uwe daden, de die wegen zwaar en blijven be
staan De Mier.
Teekenschool. - Donderdag 20" dezer was
het prijsuitdeeling aan de bekroonde leerlingen
van de stedelijke teekenakademie Da plechtig
heid, voorgezeten door de HH. Burgemeester en
schepenen, had plaats in de Raadszaal van het
Stadhuis De Heer Stadssecretaris gaf over den
toestand der school, en. na het eervol ontslag van
den Heer Oscar Tanghe, als leeraar van bouw-
- Ze zullen algelijk niet zeggen, dat ik
om haar geschooid heb...
Dat was zijn eenige troost I
Toen hij thuis kwam, vond hij er zijn
getrouwde broers en kijkt, hij kon bijna zijn
oogen niet gelooven, vader was uitgekreveld
en zat in hun midden bij de stove.
Pier was preusch 'lijk dertig, en als Remi
den kop in huis stak, loech de oude man
luidkeels en juichte.
He, manneke wat zegt ge nu De oude
Pier zal nog met uwe hoofden, ja, met uwe
hoofden putjebollen.
Wel vader toch, riep de jongen, wat een
geluk 1... Ik zou er bij dansen...
Ja, hoort ge wel, jongen, zei Pier ern
stig, gij zijt het, die mij genezen hebtzon
der u, was ik van over een maand dood, 'k
zegge eene maand...
Hij zweeg een stonde, keek zijne knechten
in de ronde aan en vervolgde
Jongens ge moet wel onthouden wat
vader zegt 't is Remi die mij genezen heeft
'k heb, sedert zijn thuiskomste, spijts al mijn
ongemakken, in geluk gezwommen, en God
zal het den jongen vergelden, ik vraag het
Hem ja'k zegge Hij zal het hem vergel
den.
Al de jongens waren danig gepakt en ze
lieten vader praten, hij scheen hun toch
zoo aardig.
,EB 1
1
Het luchtschip Schwaben boven Johannistal
toe aan het luchtschip eene vooreerst niet vermoede snelheidj'te
verkrijgen. Van't eene schuitje tot het ander is er een gang
middenweg Middenwegs komt men aan de woonstkabien.
Detweede prentsteltdelanding voort van het Zeppelinluchtschip
(i Schwaben te Johannistal. Men ziet de reizigers uit het kabien
komen. Z. M. keizer Willem heeft het bouwen der luchtvloot
en der Zeppelinluchtschepen krachtig aangemoedigd.
Alswanneer in Juli laatst de koning van Italië den keizer
ontmoette te Kiel op zijn jachtschip Hohenzollern kruiste
voortdurend het Zeppelingluchtschip Hansa boven het keizer
lijk schip en de omliggende oorlogschepen.
Dit toont de derde prent. Met groote dankaarheid heeft op
8 Juli 11. het Duitsche Volk met zijn keizer den 75 verjaardag
gevierd van den grooten uitvinder, den vurigen vaderlander en
tevens den geliefden familievader en vurige christen graaf
van Zeppelin.
Als wij nu zulk modern oorlogsgetuig beschouwen, hoe moet
het menschdom niet schrikken en beven bij de gedachte van
eenen mogelijken oorlog tusschen groote mogendheden. Van
uit de wolken, waardoor ze vliegen en varen, kunnen vliegma-
chienen en luchtschepen, vreezelijk oorlogsmateriaal, bommen
en ballen van alle grootte, ter aarde neêrwerpen... 't Ware de
vernieling op een enkelen stond van de talrijkste legers,demach-
De Oorlogsmachten^ ischikken
over een |nieuw wapen. Bij de
veld-en versterkingsleger, bij de
zeevlote komt nude luchtvloot. Het
is onbetwistbaar dat Frankrijk
sterkst gewapend is met zijn
vliegmachienen (een- of tweedek
kers) doch het is even onloochen
baar dat Duitschland de boven
hand haalt met zijn kolossale
luchtschepen.
Wij geven, als eerste prent, de
photo van het Zeppelinluchtschip
Schwaben vliegende boven
Johannistal, om onze lezers een
gedacht te geven over de reus
achtige afmetingen van zulk een
luchtmonster. Het meet bij de
i5o meters in lengte en heeft een
inhoud van boven de 20 000 ku
bieke meters. De meester der
Duitsche luchtscheepvaart is graaf
Ferdinand van Zeppilin geboren
in 1838, vermaarde officier, nu
luitenant-generaal die zich Bedert
1890 toelegde op den bouw van
bestuurbare luchtschepen.
Onderaan het luchtschip zijn
twee schuitjes met motoren die
van het eene einde tot aan het an
der van 't schip elektrisch ver
bonden zijn. De machienen laten
De landing van de Schwaben
j*»l
Het luchtschip Hansa boven het keizerlijk jachtschip.
tigste zeevloten, de grootste steden... God spare
ons van die ramp 1
Nu bestaan er ook reeds kanonnen bepaalde
lijk gemaakt om in de lucht te schieten tegen,
vliegmachienen en luchtschepen, deze te vernie
tigen en ten gronde doen storten in eene schrik
wekkende verbrijzeling, 't Is immer eeuwig
en ervig de kwestie van aanval en verweer de
broedertwist onder de volkeren, onder de men
schen door Ca'in in de wereld gebracht
Verbeeld u daarbij nog de luchtvloten van
de verschi 11 ige volkeren die tegen malkander
oorlog voeren in de wolken, 't Gaat nog alle
denkbeeld te boven maar zal het niet gebeu
ren God spare er alle volkeren van I
Daar is nu voor't oogenblik klein oorlog in
België, in de streken van de Maas tusschen
Namen en de zuidergrens tusschen Luxemburg
en Henegouwen. Ehwel voor de eerste maal
komen de vliegmachienen daar ook in rekening.
Beide strijdende l.gers hebben een troep vlie
gers die als verkenners uitgezonden worden,
't Is een eerste staaltje van den modernen
oorlog.
kunde, medegedeeld te hebbeD, bracht htj buide
aan de nagedachtenis van den Heer Sylvain Der-
vaux, oud leeraar, binst den loop van het jaar
overleden. Daarna werd de gebruikelijke gele
genheidsrede gegeven door den Heer Gérard
Gellynck, nieuw genoemden leeraaraan de bouw
kundige sectie. Hij sprak over de noodzakelijk
heid van bet teekenonderwijs, en wist wonder
wel uiteen te zetten, hos de teekenkunst den
vakman in staat stelt, goed, schoon, voordeelig
en met genoegen te werken Vervolgens gaf hjj
de redens, waarom de Academie van Wervik,
niet ten volle haar doel den kunstsmaak onder
de stielmannen en die,voortbrengsels bevorderen
bereikt. Onder de rechtstreeksche oorzaken
noemen wij enkel, het te kort aan leerlingen,
een gevolg van gemis aan bekendmaking en aan
moediging van wege ouders, bazen, gemeente,
en schooloversten onder de onrechtstreeksche
het te kort aan schoon werk, een ge
volg van de bekende Werviksche routine -
Spreker eindigde mot een klinkende verheerlij
king van den ambachtsman hij bewees, diens
noodzakelijkheid in de maatschappij en steunde
er op dat elk vakman fier z(jn op zijnen stand,
daar hij zich in gelijk welken stiel, door be
kwaamheid en kunst kan onderscheiden.
Hierop volgden eenige woorden van aanmoe- 5
digiDg van den Heer Burgemeester, en de eigen- I
lijke uitreiking der prjjzen. De eeremetalen
worden toegekend,deze voor teekening naar
plaaster aan den Heer Ferdinand Lewille deze
Pier was 'lijk jong en hij wilde zelfs roo-
ken ze stopten een pijpe en hij trok rook
wolken, dat ze rond zijn kop krulden, doch
die verknipping was van korten duur hij
begon te hoesten en verlangde naar zijn bed.
Toen de getrouwden afscheid namen, zei
de oudste aan Remi
Vader is lijk getikketakt en zoo gejaagd,
't gelijkt haast de verlichting tegen de dood
onthoud het, hij zal een slechten nacht heb
ben.
Geheel den avond knaagden die woorden
aan Remi's hert, zelfs wen hij met Meetje
te zottebollen zat, en als bet vrouwtje in bed
geduffeld was, trok hij angstig in vaders
kamer, om volgens gewoonte een kouterke
met hem te slaan.
Pier zag er bitterlijk vervaakt uit... Hij
gaapte en geeuwde; zijn wezen was getrokken
en hij lag met de doodverf.
Remi verschoot engenadig.
Vader, gaat het niet vroeg hij.
Ja, ja, loech Pier, ja, ja, 'k zegge dat hij
weer zal komen.
God 1 gilde Remi, vader doolt 1
Met één sprong was hij in huis cn riep
Zeere I moeder, zeere 1 Lena 1...
Toen ze in de kamer aanstoven, lag Pier
wijd en staal te kijken...
Op één oogenblik had Lena hem de gewij-
voor de bouwkunde aan den Heer Joseph Lan-
noy.
Aan beiden hertelijk proficiat
Een ooggetuige
N. B. De bevolking der stad is verwonderd
geweest, het stadsmuziek niet te zien deelnemen
aan de plechtigheid der pr(jsuitdeeling. Dit is
nochtans bet gebruik 't is daarbij eene zekere
en krachtige aanwakkering, en een verdiend
genoegen voor de bekroonde leerlingen en hun
ne ouders. In alle geval, deze onthouding van
het muziek is wel besproken en algemeen be
treurt geweest.
Katholieke Jonge Wacht. Op Zondag 7
September aanstaande, om 6 ure 's avonds in bet
Katholiek Gildenhuis, Duivenstraat, Prachtig
Avondfeest, den leden der K. J. W. en huune
bloedverwanten aangeboden. Het Bestuur.
Wervick-Zuid (Frankrijk). Brand.
Zaterdag namiddag, om l ure, is er brand ont
staan in de vlasfabriek, genaamd De Stek
toebehoorende aan de heeren Boutemy van Lan-
noy, en gelegen bij de brug.
Het vuur dat beginnen was in den luchtreini
ger (ventilateur),dreigde eene groote uitbreiding
te nemen, doch kon, dank aan de spoedige tus
schenkomst van de werklieden der fabriek,
alsook van de brandweermannen van Wervick-
de keets in de hand gedouwen, en zou de
gebeden der stervenden beginnen, maar
Pier deed teeken dat hij spreken wilde.
Wat belieft er u vader vroeg ze.
Niet weenen... alles vergeven... rochel
de hij.
Vader, uw zegen voor allen, nokte ze.
Hij verroerde de hand en de lippen en gaf
een korten snik 't ronkte en 't ruischte bin
nen hem en dan lag hij stil, tot den jongsten
dag.
Vader had met zijne uitstervende stem ver
maand niet te weenen, en Remi wilde niet
weenen, noch en zou het, vader gebood
het.
In hem voelde hij bitterlijke knaging, doch
zóó troostend en zalvend herinnerde hij hem
vaders woorden van dien avond Remi
heeft zijn leven met eene maand verlengd,
God zal het vergelden en de knaging suste
en zijn hert werd bevredigd,..
Hij trok warme kleeren aan en, na een
laatste gebed bij vaders lijk, liet hij moeder
en Lena alleen en trok weg, door den donke
ren nacht, eerst naar Crepeele's om aan de
vrouw te vragen vader te willen gaan afleg
gen van daar reisde hij voort, naar zijn
drie getrouwde broers, en toen hij weer
thuis kwam, was alles in regel; vader was
zoo schoon, op het witte bed, met het kruis
beeld in de wassen handen, en Marie Cre
peele zat bij het bed te waken en te bidden.
stad (Belgie) en Wervick-Zuid (Frankrijk),
gelukkiglyk bijtijds uitgedoofd worden.
De schade, veroorzaakt ten grootendeele door
bet water, is nogal belangrijk. A. V.
Erge Val Donderdag namiddag was
Jozef Gbesquière, smid, werkende voor reke
ningvan den Heer Ars. Vandensteene, bezig
met het zink te plaatsen op het dakvenster van
het inopbouwzfjnde huis van den Heer Em. De
Maziere. Groenestraat, toen hij opeens het even
wicht verloor en van eene hoogte van 8 meters
op de straatsteenen stuikte, hij werd seffens
door ooggetuigen opgenomen en in de nabtjge-
legene woning van den Dokter Vastesaegher
gedregen, die na een eerste onderzoek hem
naar het gasthuis deed overbrengen, waar men
bestatigde dat bij de rechterhand gebroken was,
hij klaagt ook van inwendige pijnen, z(jn toe
stand is voldoende. A. M.
Ter Drukkerij van dit blad worden schooffé
plakbrieven, programma's en kaarten, goed
koop geleverd,
Vlamingen
'k Heb het gepeisd, zei de oudste knecht,
'k zag het aan vader; die gejaagdheid was
niet natuurlijk en, och Heere 1 nu is alles uit
en gedaan't is toch zoo jammer voor vader
hij was zoo oprecht gelukkig.
't Is 't einde van den mensch, zei moe
der Crepeele. Wij zullen er ook aan waaien.
He ja, jongens, ge zult veel loopingen heb
ben
Ik zal voor alles zorgen, zegde Remi
haastig, morgen zet ik uit en ge moogt op
mij rekenen vader moet en zal schoon
begraven worden.
Zooals hij voorzegde, deed hij. Hij zorgde
waarlijk voor alles; hi) was jaloersch van dat
werk en wilde niet, dat iemand anders er
hem mee bemoeide.
Hij liep van het gemeentehuis naar de
pastorij, van de herberg naar de winkels en
als de begravingsdag er was, had hij noch
iemand, noch iets vergeten en vader werd
schoon en treffelijk begraven.
Nooit in zijn leven had Remi iemand zoo
zien weenen, 'lijk Marie Crepeele, bij zijn
vaders graf 'twas pijnlijk om zien, en hij
moest zijn hert onmenschelijk bedwin
gen, om zijn eigen bitter wee niet uit te snik
ken.
>i "Wordt voortgezet,,