Bijvoegsel aan HET YPERSOHE VOLKvan Zaterdag 4 October 1913 Negentiende Congres van den Belgisclen ïolKsüonfl De Koning Roodhuiden res ïoor ÏPER HBBOKDISSEHIEKI mmm Arbeidsgeschillen YPER le AfdeelingVakvereeningen 2e AfdeelingDe Schoolwet 3e AfdeelingKiesrecht I MENGELWERK N° 3 DER Hulde aan Voorzitter Verhaegen I Bij het graf van den Zwarte-Vogel. 4* AfdeelingMutualiteiten II Hoe de hoofdmannen der Indianen samen raad sloegen. 5e AfdeelingVrouwen f Keuringen en Prijskampen ^HENGSTEN vanjnlandsch ras. In' St-Pieters Jongelings-con- gregatie. Zondag over acht dagen vierden de jongelingen der congregatie het naamfeest van hunnen beminden beslierder den Eerw. Heer René Leys. Aanbesteding, Voor *de voitooi- ingswerken van den toren der St-Maartens- kerk MM. V. Caron, Ardoye,i'r. 89,579.94; V. Yacden Kerckhove, IngelmunBter, fr. 94,428.32 Oasteleyn, gebroeders, Gliistel, fr. 94,579.05 Vaickenaere, Brugge, fr. 103,130.21; A.Angillis, Yper, fr.113,616,03; De Busschere-Van den Borre, Rousselare, 88,221.55 L. Labaere, Ruddervoorde, fr. 111,486.26 M. Vanden Kerckhove deed een tweede aanbod van 103.247 fr. 13. Het be stek beliep 89,432 fr. ZONDAGRUST 'I Yerssrtgt, Zondag werd het te Gent gehouden. Om 10 ure werd, in de statige, indruk wekkende St-Baafskerk, een plechtige hoog mis opgedragen. Daarna kwamen, in de Handelsbeurs, de verschillige afdeelingen bijeen. Er waren er niet min dan zes. De tegenstrevers stellen ook meer en meer belang in deze werkzaamheden zij hadden er gazatschryvera naartoe gezonden. Deze tegenstrijdige dagbladschrijvers werden vrij toegelaten. Waaromniet? Zooals M. Verhaegen, voorzitter, verklaarde We hebben niets te verduiken, niets weg te ste ken. Hoe meer men onze gedachten en wer ken kent, hoe beter. Wij, katholieken, eer biedigen alzoo de vrijheid en iedereens opinie. Zoo handelen de liberalen en socia listen niet. Inderdaad, in het Congres der Socialistische Partij, en in het Congres der liberale officieele schoolmeesters, onlangs gehouden.werden de katholieke gazetschrij vers... aan de deur gevraagd. Wie is de partij der ware verdraagzaamheid In de le afdeeling vernam men,met vreugde maar zonder groote verwondering, dat de christene vakvereenigingen, onder het ge leide van haren oppergeneraal E. Pater Rutten, steeds vooruitgang doen. Heden zijn, in deze vereenigiDgen,regelmatig iDge- Bchreven en betalen inleg 102,177 werklie den. Dat is een schoon leger, dat meer en meer het vertrouwen wint aller klaarziende arbeiders. Dat springt in de oogen. De wijzigingen aan de wet op de beroeps- vereenigingen werden grondig onderzocht, t. w. I. De toelating om handel te drijven II. De vrijheid om mutualiteit temogen uitoefenen III. Rechtsvordering IV. Bezit V. Uitbreiding der baroepsvereenigiDg VI- De stichting van eenen Hoogeren Raad der vakvereenigingen. perw. Pater Rutten, algemeeue secretaris der Christene Vakvereenigingen, was de verslaggever over het vraagstuk in den schoot van het studiecomiteit van den Belgischen Volksbond. Het studiecomiteit heeft, na talrijke zit tingen, bij eenparigheid al] de voorgestelde besluitselen aangenomen. ljet is overtuigd dat, zoo de Belgische wetgever het hqidig gewijzigd ontwerp aan neemt, hij den werkmansstand een grooten dienBt zal bewezen hebben en gewerkt aan de maatschappelijke bevreding. Dat is ook wel een der werkersvraagstuk ken. De begoede menschen kunnen hunne kinders zenden waar ze willen. Er bestaan, daarvoor, betalende scholen. Maar de werk lieden In de liberale steden en gemeen ten, waar de gemeentebesturen alle hulp weigeren aan het katholiek onderwjjs, zijn de werklieden zedelijk verplicht hunne kin- dersjte sturen naar de scholen]waar het ge loof hunner kinders gevaar loopt, door de onverschilligheid, ja de vijandschap waarvan, aldaar, het officieel onderwijs doordrongen is. De werklieden vragen 'daar verandering aan. Recht voor hen gelijk voor andersden kenden. Dat wordt hun, in zekere mats,door het ontwerp van schoolwet, van den heer minister Poullet, geschonken. M. de Pon- thière, volksvertegenwoordiger van Luik, geeft er verslag over. En de ve gadering verlangt, eischt, spoedige stemming van deze rechtsherstelling. Daarover werden de volgende wenschen aangenomen De Belgische Volksbond Overwegende dat het voor de katholieken noodig is van nu af aan het vraagstuk der grondwetsherziening te studeeren opdat, bij gemis aan overleg, er geene oplossing kome die niet.rijpelijk overwogen zij dat het huidig stelsel, met als grondslag het meervoudig Algemeen Stemrecht, vat baar is tot verbetering aangezien, anderzijds, het stelsel van zuiver enkelvoudig Algemeen Stemrecht voor de mannen, door de socialisten voorge steld, slechter zou wezen dan 't geen nu bestaat, daar het getal alleen de grondslag niet kan uitmaken van eene degelijke Re geering oordeelt dat de oplossing van het vraag stuk moet gezocht worden in h t kiesrecht toegekend aan man en vrouw, gepaard met de vertegenwoordiging der groote maat- schappelijke belaDgen, wier medewerking onontbeerlijk is tot verzekering van de zede lijke en stoffelijke welvaart des lands en drukt de volgende wenschen uit 1° dat de verschillende groepen, de katho lieke partij uitmakende, zich verstaan om het vraagstuk te studeeren en trachten langs de hooger aangestipte richting de op lossing te vinden 2° dat de katholieke partij ens te meer de verzoenende voorhand neme, en er in geluk- ke eene formuul aan te duiden van aard bijval te vinden bij al de goedgezinde bur gers, en die door de grondwettelijke meer derheid bijgetreden wordt. Vervolg :- O,, den top van den schrikkelijken graf heuvel verscheen een krijgsman, in eigen- naardige kleeding. Met den eenen arm om- rirgde hij de stake met vlottende vaandels, en met dén anderen betoomde hij een schoon "pSd, vuur vlam schoot door zijne neusgaten. Zij bezagen elkander met verwilderde oogen. - 't Is°de schim van den Zwarte-Vogel zeiden zij allen bij hun eigen. Maar zij hoorden eene donderende stem - En wel l Red-Cloud, Spotted, en gij, oude Washaki, zult .gij wachten van komen tot dal de Zittende-Stier u komt doorsteken met zijne hoorns (ÏTDe KoniDg der Roodhuiden, J. Demeestei Rousseiaere, fr. 1,50. TfW Van lang vóór 5 ure 's avonds,stroomt het volk toe. Er zijn twee zalen in één moeten gebracht worden.De aanblik i3 overheerlijk. De held van het feest komt binnen onder een oorverdoovend gejubel, omringd door Mgr Stillemais, bisschop van Gent, M. Hel- leputte, minister van landbouw en openbare werken, eerste voorzitter en stichter van den Belgischen Volksbond, M. Cooreman,Staats minister, en talrijke senators en volksver tegenwoordigers. De krachtige harmonie van het Volk speelt. Het beroemd koor A Capella be staande uitbeen dertigtal dames en heeren, wondervol afgericht door den gekenden toon kundige M. Emiel Hullebroeck,brengt oude vlaamsche en fransche liederen ten gehoore. 't Is een kunstgenot dat men zelden smaakt. De welkomrede wordt gehouden door M. Sec el, ondervoorzitter van den Be'gischen Volksbond, waarna het geschilderd portret van den ge vierden hem opgedragen wordt. Daar verschijnt de tachtigjarigen M. P. Backx, ouderdomsdeken van het bestuur van den Belgischen Volksbond, stichter van de Vrede's» van Antwerpen; in 't vlaamsch betuigt hij de gevoelens van dankbaarheid die allen jegens den held van het feest be zielen. Telegrammen van den Paus, den Koning, Kardinaal Mercier, Hoofdminister de Bro- qneville worden afgelezen. Mgr Stillemans, bisschop vaD Gent, ver schijnt op het verhoog. In 't fransch en in 't vlaamsch voor Walen en Vlamingen, zegt hij zijne waardeering voor de edelmoedige opoffering, de belanglooze toewijding, het groot talent dat M. Verhaegen aan den dag legde in zijne bekommernis voor het alge- meen welzijn en bovenal voor degene die meest steun noodig hebben de werklieden. Minister Helleputte, stichter van het Gild- huis van Leuven en van den Belgischen Volkshuis, schetst het sociaal leven af van zijn vriend en opvolger in den Volksbond. Staatsminister Cooreman, oud-voorzitter der Kamer van Volksvertegenwoordigers, spreekt namens de senators en volksverte genwoordigers van het arrondissement Gent- Escloo. Namens de Katholieke Kiesvereeniging van het arrondissement Gent brengt senator della Faille op zijne beurt hulde aan den gevierde. En eindelijk, met eene Btem dreunend als eene zegeklok, verkondigt M. F. De Mun- nynck, zoo bekwame hoofdopsteller van «Het Volk», als machtige volksspreker, wat de gentsche werklieden aan M. Verhae gen verschuldigd zijn. Diep bewogen bedankt M. Verhaegen. En 't is reeds na 8 ure toen deze onver getelijke feeste eindigt. Aan de dagorde stond Bespreking van art. 16 litt. 6 van het Sitting-Bull Sitting-Bull riepen zij uit 't is de Zittende-Stier die daar is. En, hunne vrees, vergetende, liepen zij al len te gelijk naar den grafheuvel, waar de held der woestijn hen afwachtte, op zijn schuimende peerd. Sitting-Bull aanveerdde hunne eerbewijzin gen, gelijk iemand die er aan gewoon is en die gelooft er weerdig van te zijn. Dc bijzonderste raadsmannen van al de wilde stammen stonden rond hem vergaderd op den top van dien heuvel, die niet meer dan veertig stappen groot was. Zij aanzagen hem als den bekwaamsteii, den stoutslen cn den dappersten aller Indianen I Velen hielden hem voor een slag van goddelijk wezen, op wieri de toekomstder volkeren rustte. 'I Is aangenaam aan den mensch boven d anderen te staan Uoor zijne afkomst of door zijne rijkdommen maar het is nog veel aangenamer door eigene verdiensten boven zijns gelijken te klimmen, en door allen geacht en geëerd te zijn. Dit was het geval voor Sitting-Bull. Hij was van nederige afkomst; maar zijne hoedanigheden deden hem, van in zijne jonk wetsontwerp op de maatschappelijke verze- reringen Niet een werkend lid, hebbende een proeftijd van ten hoogste zes maanden jeëindigd, uitsluiten omdat dit lid zou beb- )en opgehouden te voldoen aan de vereisch- ten wat betreft godsdienst, politiek, beroeps- of gezondheid, tot zfjne aanneming gesteld. De bespreking liep af meUhet besluit "dat de stemming van dit artikel in de wet, niets aan de bestaande toestanden veranderend, het bespreken en amendeeren overbodig is. De belangen der uitwijkelingen wer den ook besproken t. w. van die menschen die van buiten naar de groote steden komen wonen. Men bespreekt er vooral hunne aanslui ting bij ongevallenkassen en de toepassing der ongevallenwet op deze klas van werk- "ieded, allen punten die nog te weinig be- stcdeerd zijn, om bepaalds besluitselen te nemen. Eerste punt het werk der uitwijkelingen. Besluit der verslaggeefster Mej. Clement. Aangezien jaarlijks duizende menschen de buitengemeenten verlaten om de groot stad te komen bewonen, waar hun geloof en goede zeden schipbreuk lij ien aangezien de gevaren vooral dreigend zija voor de jonge meisjes die als dienstmeid naar de stad komen aangezien den gruwelijken blanke-sla- vinnenhandel vraagt het congres dat er provinciale comiteiten tot stand komen, die zich haar lot aantrekken dat hetwerk t@t bescherming der jonge meisjes worde uitgebreid of heringericht dat dit werk vooral zou zorgen voor meidenkringen waar te samen de stoffe lijke en zedelijke behandeling worden be hartigd Tweede punt mutualistische propa ganda behandeld door Mej. Marchand. Derde punt Beroepsorganisatie door Mej. Baers. Hare Besluitselen luiden als volgt Aangezien I. de ondervinding bewijst dat de beroepsorganisatie voor de vrouwen hoogst nuttig, noodzakelijk en tevens me- gelijk is en op vele plaatsen door de vrouwen zelve wordt verlangd II. dat de beroepsorganisatie der mannen altijd onvolledig en min doeltreffend zal zijn, zoolang zij Diet door de organisatie der vrouwen zal gesteund worden III. dat de beroepsorganisatie mogelijk en noodig is ook voor de huisarbeidsters IV. dat voor vele fabriekwerksters de ge mengde vereeniging meest aan te bevelen is; Vraagt het congres 1. dat er met meer ijver dan ooit door allerlei middelen zou gewerkt worden aan de beroepsorganisatie der vrouw inzonder heid a) door voordrachten in bestaande vrouwenkringen vrouwengilden, mutuali teiten, bonden van bet H. Hert enz. b) door propaganda in de mannen-organisatiën vakvereenigingen, enz. c) door artikelen in vak- en dagbladen 2. dat er vooral aan de organisatie der huisarbeiders zou gewerkt worden 3. dat er in de gemengde vakvereenigin gen voor de vrouwen afzonderlijke vergade ringen zouden belegd worden, waar zij voornamelijk over bare zedelijke belangen zouden kunnen spreken en hooren spreken zoo mogelijk door vrouwelijke propagandis ten. De katholieke drankbestrijders kwamen ook Zondag en Maandag te Gent in Congres bijeen. De zittingen werden gehouden jn het Jozeflokaal. Aan het bureel zetelden, pnder ppeer, M. de Kerchove d'Exaerde, gouverneur der provincie Oost-Vlaanderen, Z. E. B. Kanunnik Pyl, ver tegenwoordiger des bisschops, Mgr de Sarazana, afgeveerdigde van den Pauzelijken Nuntius,ver ders afgevaardigden van den bisschop van Doornijk en van't Ministerie van Binnenland- sche Zaken. Na de gebruikelijke woorden van verwelko ming, uitgesproken door M, Devreeze en E. H. I.en mms, van Luik, hield E. H. Van Langen- donck, kanunnik, afgeveerdigde van Mgr. Mer cier, eene aanspraak, waarin bij al de katholie ken, zonder onderscheid van stand, aanzette om samen te werken om het land te verlossen van de drankplaag. Mgr d6 Sarazana, overhandigde in naam van Zijne Excellentie den Nuntius, het Pro Ecclesia et Pontiflce door Z. H. den Paus toegekend aan E. H Lemmens, den apostel der matigheidsbeweging. E. P. Vullings, van Antwerpen, kwam daarop aan 't woord. Hij zette de overwegende rol uit een, welke de vrouw in den strijd tegen het alcoolisme kan en moet spelen, daar zij het eerste slachtoffer is der plaag, en toonde klaar aan dat de maatschappelijke werken geen stevi ge uitslagen zullen opleveren, zoodanig zjj moe ten gebouwd worden op de grondvesten, die rusten op een bodem, dooizjjpeld van het alcoolisme. D* Aliens bracht den groet der Nederlanders en ried nauwe samenwerking aan tusschen de matigheidsbonden en de maatschappelijke wer ken. Zondag namiddag kwamen mannen en vrou wen in afzonderlijke afdeelingen bijeen. beid, als hoofd van zijn klein dorp kiezen, Deze eerste benoeming, die de oorsprong was van zijne vermaardheid en van zijne helden, daden, wierd in "den beginne nog: al tegen- gekanl. Maar zijne tegenstrevers moesten er kennen dat hij in welsprekendheid en in moed, verre boven hen stond. Zijne ervarenheid In het jagen, en zijne koenheid in de gevechten doofden welhaast alle afgunst uit. Zijne oorlogszucht wierf hem Strijdmakkers aan, bij zoo verre dat hij een geheel leger kon lichten, waarmede hij menigmaal dc Witten den klop gaf, en dat er bij de wilden nooit iemand gevonden is geweest, die met hem kon vergeleken worden. Toen hu al de hoofdmannen rond den koning der Roodhuiden vergaderd stonden op den heuvel waar de Zwarte-Vogel be graven was, sprong hij van zijn peerd, streelde het met de hand, trok den loom uit, en liet het in vrijheid loopen in de weiden, die be noden den heuvel lagen. De vreugde lag op zijn aangezicht te lezen omdat hij te middenvan al die beroemde strijders stond, en met de meeste goedwillig heid sprak hij hen aan, en bedankte ze, om dat zij allen op hunnen post waren. Daarna alsof hij met niets bijzonders zou bekommerd geweest zijn, zei hij Ik heb koud I Ik heb honger I... Broe ders, ontsteekt hier het raadsvuur, en brengt de bereidde spijzen op 'deze hoogte. Dp tijd In de eerste spraken E. H. Fransen, pastor te Nieuwerkerken, heeren onderwijzer Jumelle, van Clermont, Hendrik Heyman, E. P. Rutten, E. P. VulliDgs en E. H. Simons. Uit de bespreking bleek nog eens het groot belang, bestaande in do samenwerking van drankbestrijdersbonden en syndicaten. Bij de vrouwen voerden het woord Mej. Vro- mant, van Gent en Mej Meeusen, van Antwer pen, over de verplichtingen der vrouwen in den strfjd tegen den drankduivel. De congressisten zetten Maandag hun werk voort. Aan de dagorde stond de beperking van het aantal herbergen. De bespreking werd ge voerd door verslaggevers, heeren Winand, van Namen en Da Groeve, van Brugge, Dr Ariëns en heer Gabriëls. Het congres drong aan op eene strenge wetgeving in dien zin. De groote slotvergadering werd gehouden in het Feestpaleis der Tentoonstelling. Heer Gouverneur de Kerchove d'Exaerde, beloofde zalf aan het ministerie de uitgedrukte wenschen over te maken en deze te steunen. Na eene laatste strijdaanwakkering vanwege heer advokaat De Groeve, van Brugge, eene rede van den Nederlander Molle, over de opvoe ding van het kind, en een hertelijk slotwoord van den apostel der drankbestrijding,* E. H. Lemmens, ging het congres uiteen met de zeker heid uitstekend werk te hebben verricht. M. Hubert, minister van arbeid, heeft een wetsontwerp nedergelegd hebbende voor doel het vereffenen der geschillen die zich opdoen tusschen patronen en werklieden. Wanneer nu een twist ontstaat tusschen werkgever en werker, wordt de strijd, hoe anger hij duurt, hoe heviger, en hij sleept aan tot volledige uitputting der krachten van de eene of de andere partij. Een dubbele reden vindt men daaraan eerst dat er geene instelling is die eene doorslaande eindbeslis sing kan vellen over het geschil, derwijze dat deze partij die bevonden wordt ongelijk te hebben, verplicht is het hoofd neder te leggen tweedens, dat de twist aangevuurd en onderhouden wordt, bij de patronen door hunne collegas die partij voor hen trekken, en bij de werklieden door politieke of anders belanghebbende leiders en stakingkweekers. De minister is tegen dezen dubbelen toe stand ingegaan door het inrichten van eene bijzondere commissie, die zou bestaan uit drie leden benoemd door deu Koning en uit twee andere wederzijds aangeduid door de patroren en de werklieden. Veronderstellen wij een geschil tusschen een weverspatroon en zijn werklieden die hun werk staken, beweerende dat hunne Ioonen niet hoog genoeg zijn. De beide partijen blijven VRIJ van hun geschil vóór de commissie te brengen of niet. Onthouden \ij \ich alle twee daarvan, dan blijft de toestand ooals hij tot nu toe ge weest is, met fijnen aanhang van aanslepen de werkstaking en lock-outs, vol rampen en gewelddaden. Maar ieder der partijen mag zijne zaak doen slechten door de commissie laat ons nu zeggen dat de werkliedenpartij zich aldaar aanbiedt. De weverspatroon blijft nog vrij van te verschijnen of niet. Maar wie zal ontkennen dat het feit van niet te willen of niet te durven verschijnen vooreenen scheids- raad, reeds eene soort van bekentenis is dat men in 't ongelijk verkeert of ten minsten grooten twijfel koestert over zijn recht Maar de patroon kan ook aan den oproep beantwoorden en voor de commissie ver schijnen om zich te verdedigen. Aldaar kun nen de partijen overeenkomen dat zij zich zullen gedragen aan de beslissing die de commissie zal vellen dat is een compro mis d'arbitrage en, willen de partijen eer lijk zijn en hun woord niet eten, het geschil neemt een einde van zoodra het vonnis ge veld is. Het kan echter ook gebeuren dat de par tijen dergelijke overeenkomst niet sluiten. Dan geldt de beslissing van de commissie enkel als een poging van bevrediging, van 't akkoordstelling, die de partijen vrij blijven na te leven of niet. Maar wie nogmaals ge voelt er niet welk gewicht, welk zedelijk gezag deze beslissing moet uitoefenen op de beoordeeling der redelijke menschen over het geschil. En hier tusschenin brengt de minister een gansch nieuw princiep niemand zal meer mogen openbaar optreden om deze partij te helpen die geweigerd heeft zich voor de commissie aan te bieden wanneer zij daar door de andere partij geroepen is geweest, ofwel die in de poging tot bevrediging on gelijk heeft bekomen b. v., indien dit het geval is voor den weverspatroon, zal het, onder straf van boeten, verboden zijn aan de andere weverspatroonen van hem te helpen met lock-out te verklaren of met zijn werk aan te nemen en uit te voeren of indien dit het geval is voor de werklieden, zal het strafbaar zijn van hun voorts de werkstaking aan te prediken, van hun in hunne betoogin gen op te leiden, van openbaar geld te ver zamelen voor hen, enz. Het hoofdgedacht is dus dit hier men is vrij van rekening te houden van de instelling der Commissie maar indien men zijn niet kunnende wegkomen, heb ik derlig mij len in 'éénen trek moeten rijden, om hier op den gestelden oogenblik aan te komen. Alzoo sprekende, had hij een buffelsvel op zijne schouderen geworpen. Hij had geenen anderen mantel; hij had geen ander bed. 't Was om reden dier gewoonte, en ook omdat hij zoo koen en moedig was, dal hij den naam van Zittende-Stier gekregen had. Maar dat wij liever bij het vuur gin gen zilten, dat ginder in de vlakte ontsteken is, zei de Groote-Wonde, die nog altijd meer of min beducht was voor den grafheuvel 't en is niet wel, Sitting, de rust te storen van den Zwarte-Vogel I T En is niet noodig op de dooden te peizen, die in vrede rusten in hun graf, antwoordde Sitting-Bull maar denken v/ij liever aan de levenden, die ook welhaast ten grave kunnen dalen. De schim van den grooten oorlogsman, die hier rustelnde is, zal ons beschermen. Als ze van vijf mijlen in 't ronde het vuur zullen zien branden op deze hoogte, zal er niemand durven naderen, gelijk gij weet j en hetgeen ik u wil kenbaar maken, moet verdoken blijven voor al degenen die hunne tong niet meester zijn. Verre van den Zwarte-Vogel te vreezen, bezweer ik hem uit zijn graf te komen, en deel te nemeh aan onze beraadslagingen 1 Eene rilling liep over hét lijf van al de genen die hem aanboorden; en zij keerden recht niet bewijst voor "deze commissie, is men aanzien als ongelijk hebbende iemand openbaar helpen die ongelijk heeft in arbeidsgeschillen, is kwaad doen aan de maatschappij en dit is strafbaar. Maar of wij de roode leiders en andere die op werkstaking azen, zullen hooren schreeu wen. PROVINCIE WEST-VLAANDEREN voor de Het gewoon onderzoek der hengsten van inlandsch ras, bestemd tot den openbaren springdienst in West-Vlaanderen, gedurende het jaar 1914, zal plaats hebben op de hierna- gemelde dagen 1° te Yper, op Maandag, 3 Nov. 1913, ten 9 1/2 ure 2° te Brugge, op Dijnsdag, 4 Nov. ten 9 1/2 ure. 3° le Kortrijk, op Donderdag, 6 Nov. ten .9 1/2 ure. 4° te Veurne. op Zater dag, 8 Nov. ten 9 1/2 ure. 5° te Ghislel, op Maandag, 10 Nov. ten 9 1/2 ure. 6° te Tbou- rout, op Woensdag, 12 Nov. ten 10 ure. Onmiddelijk na hetonderzoek, prijskamp voor de omschrijvings- en bewaringspremiën inge steld voor de hengsten van inlandsch ras De prijskamp voor de provinciale premiën zal gehouden worden te Brugge, op Dinsdag, 18 November, om 10 ure. De kweekers die zich voorstellen paarden ten prijskamp aan te bieden, moeten minstens tien dagen vóór den dag der vergadering, de aan gifte er van doen bij middel van eene volgens model afgemaakte tabel, op te zenden naar bet provinciaal bestuur of naar den Heer Depibre. sekretaris van den keurraad der paarden van inlandsch ras, te Brugge. Formulen van de tabel liggen ter beschikking der belanghebbenden in de 3e afdeeling der bu- reelen van het provinciaal bestuur fN° 7). Het staat d n keurraad vrij de paarden buiten p-ijskamp te stellen dieniet Ingeschreven zou den geweest zijn, bij gebreke aan inzending van voornoemde opgave binnen de vereischten ter mijn, alsmede de paarden die zouden aangebo den worden in een anderen prijskamp dan dezen voor welken zij inSeschreven werden. De keurraad is vast, besloten uit den prijs kamp te-sluiten al de paarden] die niet op het vastgestelde uur in een onafgebrohene órde zullen aangeboden worden. De samenstellingen der omschrijvingen, de vcorwaarden.'plaatsen, dagen en uren van prijs kamp, alsmede het getal en het bedrag der uit te reiken premiën, maken het voorwerp uit van een besluit der bestendige Deputatie in date van 5" September 1913, dat bijjplakbrief naar al de gemeentebesturen der provincie wordt opge zonden. De vergaderingen voor de uitreiking der pre- miëa, ingesteld door de verordening, ten voor- deele der eigenaars van de beste hei gstveulens van inlandsch ras, gaande naar hun tweede jaar, zullen gehouden worden in de maand Maart 1914, en deze voor de beste merrieveulens en kweek merriën van inlandsch ras, in de tijdruimte tus schen 15D Juni en 15" Juli van het zelfde jaar. 's Namiddags, rond zes ure, trok de wak kere St Pieters fanfare, gevolgd door de oudste leden der congregatie, naar het huis van den gevierde. Eene dreunende Braban- conne begroette daar den Eerw. Feesteling, die daarna, in zegevierende vréugde, en on der het spelen van opbeurende stapmarchen, rond de pastorij, naar het feestlokaal werd geleid. In de helderverlichte en schoon versierde kapel, werd de Eerw. Heer Leys door eene schoone en dichterlijke aanspraak ver welkomd. De jeugdige spreker A. Delaere, in naam van al zijne medebroeders, zegde hoe fier en gelukkig al de aanwezige jonge lingen waren Hem als bestierder te bezitten. Hij begroette in hem, den taaiën en over- moeibaren opleider der jeugd, die, door ontwikkeling van kunst en kennis, hen weet te behoeden van 's werelds gevaren en hunne zedelijke vorming behertigt een opleider die van de jongelingen van heden mannen vormt voor morgen, mannen die met Ro- denbach durven roepen eens zal de we reid zijn wat wij willen Hij begroette in hem nog den priester des Heeren, den een- voudigen en toch nooit volprezen dienaar Gods, die in zijn edel en verheven ambt, de zielen weet te beschermen tegen het opbrui- schende golfgeklots der woeste vijanden van onzen heiligen godsdienstdie aan 's Heeren altaar nooit nalaat Gods mildsten zegen over hunne jongelingsschaar af te smeeken. Hi) eindigde met te beloven dat, om aan dien plicht vandanbaarheid een weinigtevoldoen, allen eenparig het hunne zullen bijdragen on het verheven werk der congregatie te doen groeien en bloeien. Diep ontroerd richtte de Eerw. Heer Be stierder een woord van dank aan den jongen redenaar, die over hem te veel lof had geuit. Hij dankte al de jongelingen om hun nen iever in het opluisteren van het feest, beducht hunlie oogen naar de hoogte van grasvodden, waar de schrikkelijke doode be graven was. Zij meenden dat hij ging komen aangereden op zijn zwart peerd, en vrees den dc straf hunner onbezonnenheid te zul len ondergaan. Maar als zij zagen dat er niets roerde, moesten zij lachen met hunne vreesachtigheid, en zij verstonden eindelijk dat zij ij del en ongegrond was. Broeders eri raadsmannen, sprak Sitting Bull voort, vooraleer van de gewichtige zaken te gewagen die het vaderland van ons ver wacht, nemen wij eerst wat kloekte, en la ten wij olizen geest wat rusten. En gelijk onze vaderen deden, in vroe gere dagen, drinken wij den feestbeker ui! en rooken wij onze pijp rond het raadsvuur, Een hoop dorre takken wierden opeenge slapeld en in brand gestoken met eene laaien de schier, die men naar het vuur gehaald had. dat nog altijd brandde beneden. Groote steen brokken ,die hier en daar op den heuvel lagen, wierden bij het vuur gerold en dienden tot stoelen. Die ruwe mannen zeiten er zich op, om ziens ongevoelig aan hetgeen er moest plaats hebben, maar toch inwendig bekom merd met hun lot, en met dat hunner huis gezinnen. Iedereen haalde het eten uit dat hij mede gebracht had, sneed, met zijn groot mes, een stuk af van het gebraden vleesch', dat de eersten bereid haddein voor al degenen die moesten samen komen. alsook^al de aanwezigen, om de eer die zij den jongelingenkring gunden door het feest metjhunne tegenwoordigheid te willen ver eeren, en de aanmoediging die zij zoo brach ten aan't grootsche werk van de opleiding der jeugd. Tot zijne jongelingen, vooral tot de oudere, stuurde hij een warme woord van aanwakkering tot regelmatigheid, werk zaamheid, godsdienstigheid en volherding, hier]]als elders, en de aanwezigen maande hij aan het schoone werk der opbeuring van de jeugd, door hunne milde gift gedurende de omhaling te ondersteunen. Na het ernstige, vermakelijke Eenieder kwam plaats nemen in del versierde en ber- stersvolle feestzaal... De St Pietersfanfare opende het feest met eene harer schoonste aria's... Het tweestem mig gelegenheidskoor, met soli's, onder de leiding van meester Renaets, werd sierlijk gezongen, zangers en zangmeester halen er eere van en werden dan ook langdurig toe gejuicht. Het drama Op moeders graf droevige bladzijde uit de akelige ongelukstijden der fransche omwenteling, werd prachtig ver tolkt. Nooit had men durven denken dat St Pieters Jongelingscongregatie zulke verfijnde tooneelspelers bezat. Wel is waar, eenigen zijn voor ons geen onbekenden meer, J Bertier, in zijne hertroerende rol van vader De Jaegher, A. Logie, den verloren en later berouwhebbenden zoon, J. Boslyn, in zijne rol van hoofdman der patriotten en G. Priem, den kluchtigen baas uit Het Damberd verdienenallen lof, ze hebben meesterlijk ge speeld. Maar ook had de avond zijne vero penbaringen M. Ameloot, de spitsvondige en sluwe Rosten Bout, G.Slembrouck, hoofd man der republikeinsche soldaten, Th. Ker- rinckx, in zijne rol van verdoken en lijdende priester, V. Deweerdt, den jongen strijd lustige landbouwer, H. Bourdaud'hui, de africhter der verdrukte boeren, in een woord al de andere spelers die wij voor het eerst op het tooneel mochten bewonderen oogstten niet minst bijval, 't Was prachtig en over heerlijk, en allen hebben bewezen dat zij hunne rol goed verstonden, en dat hun too- neelmeester, den heer G. Flamey, zijne taak machtig is en behertigt. Aan hem en aan alle spelers onze beste gelukwenschen. Het kluchtlied Neus en Haar luimig voorgedragen en gezongen door J. Bostyn en A. Logie, verwekte aller lachlust, doch zeker waren de lachspieren nooit zoo in ge- va ir eene overrekking te krijgen dan binst het blijspel Dieven in huis. O. Renaets, is in tooneelkunst toch geen leerling meer. In zijne rol vanden levenden M. Van Ransdonck die hesp voor kalfvleesch opdiende en die, samen met de andere spelende rollen, weergegeven door J. Bertier, A. Logie, G. Priem en J. Bostyn, bij het minste deurgepiep, dieven en moordenaars ontwaar de, heeft hij veel bijval genoten. Ricus, de knecht van den huize, die zijne stoutmoedig heid putte in zijne snuifdoos, en bevende de dieven te lijve ging met bezem of schuim spaan is eene oprecht kluchtige ziele, en heeft vreugdetranen doen stroomen. Aan allen proficiat. De verscheidene nummers van het schoone feest werden opgeluisterd en afgewisseld door de blijde aria's der St Pieters' fanfare, onder de leiding van haren ievervollen en wakke ren bestierder, den heer C. D'Haene de uitgevoerde muziekstukjes genoten aller goed keuring, en, treft men in dien vriendenkring de verfijnde vertolking niet aan der kunst fanfaren, toch zijn samenhang en toonscha- keeringen goed verzorgd. Maandag daarna werd het feest hernomen voor de vrouwen. Weldoensters, moeders en zusters der congreganisten waren uitgenoo- digd en opgekomen in dichte drommen. Wel waren de tongen wat meer ontbonden, de tranen overvloediger en de lachuitingen wat heviger, maar toch liep het feest met even grooten bijval van stapel, en de Eerw. Heer Bestierder wakkerde alle moeders aan hunne zonen naar de congregatie te zenden om daar een eerlijk, deftig, goedkoop en leerzaam vermaak te vinden. Proficiat 1 gij inrichters, uitvoerders en medehelpers van die twee schoone feestavon den, uwe zangen zijn goed, uw tooneel prachtig I Gretig verlang eenieder naar het beloofde winterfeest, en intusschen roep ik met U allen St Pieters boven In M. D. -AAAyv- Dienstdoende apotheek. Zondag 5 October. E. GAIMANT, Meenenstraat, 6. Niemand die onder eten een woord sprak. Als de maaltijd geëindigd was, nam Was haki, de oudste van allen, de pijp die aan zijne riem bong, stop-te ze en ontstak ze- aan de brandende kolen van hét vuur. Driemaal te reke trok hij er eene wolk rook uit, die bij in de lucht blies en zette ze over aan Sitting Bull, die naast hem zat. Deze aanveerdde de pijp uit de handen van den ouden hoofdman. Maar, al is het dat hij boven al de anderen stond, en er eerst mocht gebruik van maken, zag hij rond naar al de aanwezigen, en gaf ze over aan Pretty- Bear, die de oudste was achter .Washaki. Allen waren le vreden van te zien dat de mmachtige oorlogsman alzoo getrouw bleef aan de gewoonten der voorouders, en zijnen eer bied toonde voor de ouderlingen. Wat meer is, deze schoone handelwijze won hem ten volle de genegenheid van Pretty-Bear, wiens welsprekendheid hij te vreezen had, en die hem misschien meer dan eens zou tegenge- kant hebben. Van 'dien oogenblik af vond hij in bem den gétrouwigslen aller vrienden. Red-Cloud, Spotted-Thal en de andere krijgslieden namen beurtelings de pijp aan, en Sittmg-Bull wilde ze maar, als er geene meer voren gingen die ouder waren dan hij, 't is te zeggen de negenste, daar Dondervuur alleen jonger was dan hij. Als de kalebas, met vuurwater of genever gevuld, en de rookende pijp driemaal rond gegaan hadden, stond Washaki recht.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3